Vijfde voortgangsrapportage van de ‘Kwartiermakers toekomst accountancysector’
Evaluatie Wet toezicht accountantsorganisaties (Wta)
Brief regering
Nummer: 2023D07495, datum: 2023-02-22, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 4
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-33977-42).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: S.A.M. Kaag, minister van Financiën (Ooit D66 kamerlid)
- Vijfde voortgangsrapportage Kwartiermakers Toekomst Accountancysector
- Beslisnota inzake vijfde voortgangsrapportage aan van de ‘Kwartiermakers toekomst accountancysector’
Onderdeel van kamerstukdossier 33977 -42 Evaluatie Wet toezicht accountantsorganisaties (Wta).
Onderdeel van zaak 2023Z03177:
- Indiener: S.A.M. Kaag, minister van Financiën
- Volgcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Financiën
- 2023-03-07 15:30: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2023-03-08 12:00: Procedurevergadering Financiën (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiën
- 2023-03-30 10:00: Accountancy (Commissiedebat), vaste commissie voor Financiën
- 2023-04-20 13:14: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 |
33 977 Evaluatie Wet toezicht accountantsorganisaties (Wta)
Nr. 42 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 februari 2023
Hierbij zend ik u, mede namens de Minister van Economische Zaken en Klimaat, allereerst mijn antwoorden op de vragen uit het verslag van de vaste commissie voor Financiën van 18 oktober 2022 over mijn brief van 20 juli 2022 inzake Evaluatie Wet toezicht accountantsorganisaties (Wta) (Kamerstuk 33 977, nr. 41). Omdat verschillende van de vragen die zijn gesteld zien op de verklaring omtrent risicobeheersing heb ik met het opstellen van de beantwoording gewacht tot de publicatie op 20 december 2022 van de geactualiseerde Corporate Governance Code, om mij zodoende een mening te kunnen vormen over de inhoud van deze Code. Zie Kamerstuk 33 977, nr. 43 voor de beantwoording.
Daarnaast bied ik u hierbij de vijfde voortgangsrapportage aan van de «Kwartiermakers toekomst accountancysector» (de kwartiermakers). Zie bijlage 2.
Beide kwartiermakers, Marlies de Vries en Chris Fonteijn, zijn aangesteld om verbeteringen aan te jagen in de accountancysector. Die verbeteringen bleken nodig, blijkens het eindrapport van de Commissie toekomst accountancysector (Cta) van 20 maart 2020.1 Zij doen in hun vijfde voortgangsrapportage verslag van hun werkzaamheden in het afgelopen halfjaar.
Voordat ik reageer op de aandachtspunten van de kwartiermakers in hun vijfde voortgangsrapportage wil ik van de gelegenheid gebruik maken om nog eens het doel te benadrukken van het werk van de kwartiermakers.
Kwaliteit van de wettelijke controle
Krediet- of kapitaalverschaffers en schuldeisers moeten vertrouwen kunnen hebben in de verklaring van de accountant omtrent de getrouwheid van de jaarrekening en het bestuursverslag. Hoe belangrijk de publieke rol en taken van de accountant ook zijn, de eerste schakel in de keten van verantwoordelijkheid, te weten de te controleren onderneming of instelling, heeft de primaire verantwoordelijkheid voor de verantwoording. Daarnaast heeft deze de verantwoordelijkheid om de accountant in staat te stellen al het nodige en gewenste onderzoek te doen naar de mate waarin de jaarrekening en het bestuursverslag het wettelijke vereiste inzicht geven. De onderneming of instelling, de controlerend accountant en de accountantsorganisatie van waaruit de accountant werkt hebben ieder een rol te vervullen. Al deze schakels in de keten hebben een verantwoordelijkheid om bij te dragen aan de juistheid van financiële en in toenemende mate niet-financiële informatie (veelal opgenomen in de jaarrekening en het bestuursverslag van de onderneming). De wet- en regelgeving is gericht op de hoogst mogelijk kwaliteit van de wettelijke controle. Het doel van die controle is dat gebruikers van de jaarrekening of het bestuursverslag het vereiste inzicht krijgen in de jaarrekening en het bestuursverslag.
Alle huidige en toekomstige wet- en regelgeving, alsmede natuurlijk ook het werk van beide kwartiermakers, staan wat mij betreft in het teken van het oorspronkelijke en blijvend actuele doel, te weten de kwaliteit van de wettelijke controle.2 Het is daarbij mijn visie dat alle schakels in de keten, inclusief hun vertegenwoordigende organisaties, kunnen bijdragen aan de kwaliteit van de verantwoording door de onderneming en aan de wettelijke controle van die verantwoording. Ik roep hen op alle mogelijke verbeteringen serieus en voortvarend op te pakken.
Vijfde voortgangsrapportage Kwartiermakers toekomst accountancysector
In deze vijfde voortgangsrapportage zien de kwartiermakers aanleiding stil te staan bij incidenten waarmee twee accountantsorganisaties eind 2022 in het nieuws kwamen. De kwartiermakers bezien deze incidenten vanuit een breder perspectief van enkele van de aandachtspunten die zij hebben bij de sector, namelijk de geheimhoudingsplicht en het gehele stelsel van beroepsprofiel, opleiding en governance van dit stelsel.
Daarnaast signaleren de kwartiermakers een trend in de markt van accountantsorganisaties. Namelijk dat private-equity-investeerders toenemende belangstelling hebben als kapitaalverschaffers van of aandeelhouders in accountantsorganisaties die werkzaamheden verrichten voor het midden- en kleinbedrijf. Van consolidatie onder MKB-accountantsorganisaties kan een gunstige impuls uitgaan. Ik vind het echter verstandig dat de kwartiermakers deze trend signaleren. Het belang dat aandeelhouders in algemene zin hebben bij groei van omzet en winst zou immers kunnen botsen met het belang van kwaliteit van de wettelijke controle en de investeringen die hiervoor nodig zijn. Ook de AFM volgt daarom deze ontwikkeling. Ik blijf hierover periodiek met de AFM in gesprek.
Verklaring omtrent de Risicobeheersing
De kwartiermakers staan net als in hun vierde voortgangsrapportage stil bij het belang van de verklaring omtrent de risicobeheersing (VOR), af te geven door de te controleren onderneming of instelling. In deze verklaring neemt de onderneming informatie op over haar beleid en uitvoering daarvan ten aanzien van diverse in- of externe risico’s. Ik onderschrijf dat de eerste schakel in de keten, dus de onderneming of instelling waarvan de externe accountant de jaarrekening controleert, een belangrijke rol en taak heeft om zekerheid te verschaffen over de mate waarin deze risico’s beheerst.
Eerder schreef ik dat ik de Monitoring Commissie Corporate Governance Code (de Commissie) heb gevraagd zich hierover te buigen in het licht van de herziening van de Code. Inmiddels is de geactualiseerde Code gepubliceerd. De actualisatie van de bepaling inzake deze verklaring is echter niet zo uitgebreid als aanbevolen door de Universiteit Leiden (rapport Versterking Verantwoordingsketen). De Commissie schrijft in haar Verantwoordingsdocument dat zij het onderwerp daarvoor te controversieel acht.3 Invoering van de VOR zou een te ingrijpende inhoudelijke verandering zijn ten opzichte van de voorstelde wijzigingen van de Code. De Commissie beveelt een volgende Commissie aan hiermee verder aan de slag te gaan.
Gegeven dat er voorlopig geen nieuwe leden zijn benoemd in de Commissie, terwijl verschillende schragende partijen wel doordrongen zijn van de urgentie van het onderwerp, organiseert VNO-NCW een bijeenkomst in maart 2023 met alle schragende partijen, de NBA, de AFM en de betrokken ministeries om te spreken over de VOR. Daarbij heeft VNO-NCW aangegeven «een extra stap» te willen zetten ten opzichte van de betreffende bepaling in de geactualiseerde Code. Ik zal op die uitnodiging ingaan. Ik vind het goed en constructief dat VNO-NCW als vertegenwoordiger van de te controleren entiteiten zelf het initiatief neemt om dit onderwerp op te pakken. Voor mij is bij het ontwikkelen van een VOR een aantal elementen van belang. Een VOR moet betekenisvol zijn voor de gebruikers, uitvoerbaar voor de ondernemingen en controleerbaar door de accountant. Ik zal uw Kamer informeren over het vervolg van dit traject.
Advies van de Raad van State over het Wetsvoorstel toekomst accountancysector
De kwartiermakers plaatsen in hun rapportage enkele opmerkingen bij het advies van de Raad van State van 30 november 2022 over het Wetsvoorstel toekomst accountancysector.4 Momenteel bestudeer ik het advies. Ik ben voornemens na bestudering van het advies het wetsvoorstel rond de zomer bij uw Kamer in te dienen.
Structuurmodellen
De kwartiermakers schetsen de onderzoeken die momenteel zijn uitgevoerd of lopen: respectievelijk joint audit en het experiment met het intermediairmodel alsmede de operationele splitsing als variant op het audit only-model. Zij geven aan dat zij verwachten hun bevindingen te kunnen delen in hun slotrapportage. In die rapportage nemen zij ook het partnermodel mee. Ik zie uit naar alle deelbevindingen en hun algehele appreciatie van alle onderzoeksresultaten.
Sinds de vierde voortgangsrapportage van de kwartiermakers heeft EY Nederland op 8 september 2022 bekend gemaakt dat EY haar structuur wil aanpassen door een scheiding van haar accountancy- van haar advieswerkzaamheden. In het licht van de onderzoeken naar structuurmodellen en de reflecties daarop van de kwartiermakers zal ik met interesse kennisnemen van de keuzes, die EY uiteindelijk maakt bij de vormgeven van de nieuwe structuur.
Cultuur
De kwartiermakers schetsen een gemengd beeld van de vorderingen die zijn gemaakt op het vlak van cultuur. Enerzijds vinden zij het hoopgevend dat de sector zelf nu de benodigde cultuurverandering aanpakt. De Nederlandse Beroepsorganisatie voor Accountants (NBA) vervult hier een belangrijke rol. Anderzijds signaleren de kwartiermakers dat de sector wat betreft cultuur nog veel werk te doen heeft. Er is kennelijk sprake van een afwachtende houding en een zekere neiging zich te verschuilen achter (soms vermeende) belemmeringen in wet- en regelgeving. De kwartiermakers verbinden de ook wat mij betreft belangrijke conclusie aan dit gemengde beeld dat langdurige inzet nodig is van de NBA, de accountantskantoren en de accountants om de cultuur te verbeteren.
In algemene zin vind ik het overigens positief te lezen dat de kwartiermakers zien dat de NBA bezig is met een bestuurlijke professionaliseringsslag. Over de stappen, die de NBA in de afgelopen verslagperiode heeft gezet op het gebied van beroepscultuur, zijn de kwartiermakers en ik verheugd.
Fraude en (dis)continuïteit
Het kunnen en willen detecteren van risico’s op fraude en discontinuïteit bij de te controleren onderneming of instelling valt of staat met een professioneel-kritische houding van de accountant. Daarnaast is van belang dat de accountantsorganisatie van waaruit de accountant werkt voldoende middelen en expertise beschikbaar stelt. Ik constateer dat de kwartiermakers waarnemen dat binnen de NBA wordt gewerkt aan een integrale benadering. Tegelijkertijd vind ik het primair aan de betreffende onderneming of instelling om passend en effectief risicobeleid te ontwikkelen, dit beleid uit te voeren en om risico’s op fraude en discontinuïteit te ontdekken en signalen daarover te delen met de externe accountant.
Educatie
Met de kwartiermakers onderschrijf ik de noodzaak te komen tot een toekomstbestendig beroepsprofiel, als basis van gemoderniseerde en aantrekkelijke opleidingen tot accountant en een bijbehorend, passend stelsel van governance van de opleiding tot accountant. Ik ben met de kwartiermakers en de NBA in gesprek over de passende opvolging van deze aanbeveling, waarbij ik een rol voorzie voor de kwartiermakers zelf.
Innovatie
De kwartiermakers doen andermaal de oproep aan accountantsorganisaties om sturing te geven aan de inzet van data-analyse. Accountantsorganisaties laten de keuze over de inzet van data-analyse nog vaak over aan de inschatting van de controleteams. Ik ondersteun de herhaalde oproep van de kwartiermakers in deze. Het kan geen twijfel lijden dat de kwaliteit van de wettelijke controle door de externe account mede afhankelijk is van slimme inzet van innovatie die beschikbaar is binnen de betreffende accountantsorganisatie. Accountantsorganisaties moeten dan ook de voorwaarden scheppen die bevorderen dat het controleteam en de controlerend accountant optimaal boekenonderzoek kunnen doen.
Slot
De kwartiermakers hebben nog een klein jaar te gaan. Zij zullen mij rond de zomer van dit jaar hun zesde rapportage aanbieden, te volgen door een slotrapportage eind dit jaar. Ondertussen zijn werkgroepen van de NBA bezig met voorstellen voor diverse hier genoemde trajecten.
Trajecten ten aanzien van cultuur en gedrag, professioneel-kritische grondhouding, het voldoende doortastend onderzoek doen bij de te controleren onderneming of instelling naar signalen die duiden op fraude-, discontinuïteits- of andere risico’s, educatie of innovatie zijn niet zo zeer een kwestie van wettelijke regels maar van attitude van accountants.
Waar het aankomt op wettelijke regels zal ik mij inspannen om het Wetsvoorstel toekomst accountancysector zo snel mogelijk bij uw Kamer in te dienen, naar verwachting rond komende zomer.
De Minister van Financiën,
S.A.M. Kaag
Kamerstuk 33 977, nr. 28.↩︎
Tenminste sinds de inwerkingtreding van de Wet toezicht accountantsorganisaties in 2006.↩︎
Verantwoordingsdocument actualisatie Corporate Governance Code 2022 | Publicatie | Monitoring Commissie Corporate Governance (mccg.nl).↩︎
https://www.raadvanstate.nl/adviezen/@132263/w06-22-0142-iii/.↩︎