[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Tussenbalans bijstelling kerndoelen basisvaardigheden

Primair Onderwijs

Brief regering

Nummer: 2023D07856, datum: 2023-02-23, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-31293-658).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 31293 -658 Primair Onderwijs.

Onderdeel van zaak 2023Z03337:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2022-2023

31 293 Primair Onderwijs

31 289 Voortgezet Onderwijs

Nr. 658 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR PRIMAIR EN VOORTGEZET ONDERWIJS

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 februari 2023

Wat moeten alle kinderen leren? Dit is een vraag zo oud als het bestaan van scholen zelf. Vroeger bepaalde je afkomst of je naar school ging, en welk onderwijsprogramma je dan kreeg. Op sommige scholen was Latijn de voertaal, op andere scholen kreeg je geen rekenen omdat dat te duur was.1 Nu leven we in een andere tijd. Een tijd waarin elk kind recht heeft op gelijke kansen en waarin ze allemaal goed moeten leren lezen, schrijven en rekenen.

Die kerntaak is de afgelopen jaren onder spanning komen te staan. Daarom moeten we aan de slag. Met het masterplan basisvaardigheden, waaronder het curriculum. In mijn brief van 25 april heb ik mijn plan voor de bijstelling van de kerndoelen gedeeld:

• Voor de zomer van 2022 starten met het bijstellen van de kerndoelen Nederlands en Rekenen/Wiskunde (stap 1);

• Begin schooljaar 2022/2023 starten met het bijstellen van de kerndoelen Burgerschap en Digitale Geletterdheid (stap 2);

• Begin 2023 de balans opmaken en besluiten of andere leergebieden kunnen starten (stap 3).

Stap 1 en 2 zijn inmiddels uitgevoerd. Met deze brief geef ik invulling aan de derde stap en maak ik mijn toezegging waar om een tussenbalans te verzenden.2

Leeswijzer

Ik begin de brief met het beantwoorden van de vragen:

– Ligt de bijstelling van de basisvaardigheden op koers (paragraaf 1)? Hiermee geef ik tevens invulling aan uw verzoek om een stand van zaken curriculum in het algemeen en taal en rekenen.34

– Is het haalbaar om de bijgestelde kerndoelen op tijd en met voldoende kwaliteit op te leveren (paragraaf 2)?

Daarnaast ga ik in op een aantal thema’s zoals ik heb toegezegd aan uw Kamer in het debat vorig jaar.5

• Ik garandeer dat er voldoende ruimte is voor basisvaardigheden (paragraaf 3).

• Er komen geen kerndoelen voor persoonsvorming en socialisatie in het landelijke curriculum (paragraaf 4).

Ik sluit af met de onderbouwing om te starten met het ontwikkelen van kerndoelen voor andere leergebieden (paragraaf 5) en mijn plannen voor een systeem van periodiek onderhoud van het curriculum (paragraaf 6).

Samenvatting tussenbalans

Voor de totstandkoming van deze Kamerbrief zijn gesprekken gevoerd met leraren, ondersteund door de wetenschappelijke Curriculumcommissie en SLO. Op basis daarvan heb ik de balans opgemaakt. Samengevat kan er geconcludeerd worden dat:

– het ontwikkelproces op koers ligt;

– het haalbaar is om de bijgestelde kerndoelen op tijd en met voldoende kwaliteit op te leveren;

– het verstandig en uitvoerbaar is om te starten met het ontwikkelen van kerndoelen voor andere leergebieden.

Ik geef daarom de opdracht om te starten met het bijstellen van kerndoelen van overige leergebieden: stap 4.6 Parallel werk ik aan een wetsvoorstel om periodiek curriculumonderhoud wettelijk te verankeren.

1. We liggen voldoende op koers om met andere leergebieden te starten

Taal en Rekenen/Wiskunde

In deze paragraaf ga ik specifiek in op de vraag van de Kamer naar de voortgang op de basisvaardigheden taal en rekenen.7 Binnen het masterplan basisvaardigheden is veel aandacht voor de basisvaardigheden taal en rekenen. Vanuit het masterplan is de subsidie «verbetering basisvaardigheden» daarvoor verstrekt. Alle scholen die deze subsidie hebben gekregen zijn nu begonnen. De basisteams die de scholen ondersteunen hebben inmiddels met 115 scholen contact gehad.8 Deze scholen geven aan dat heldere doelen, met specificatie van het beheersingsniveau, scholen in de toekomst nog beter in staat stellen om te werken aan de basisvaardigheden.

Voor de zomer van 2022 zijn er twee kerndoelenteams gestart met de opdracht om glasheldere doelen te formuleren voor Nederlands en rekenen/wiskunde voor het primair onderwijs en de onderbouw van het voortgezet onderwijs. De teams hebben daartoe eerst kritisch gekeken naar de huidige kerndoelen en het referentiekader taal en rekenen, en dit afgezet tegen de benodigde kennis en vaardigheden in de huidige samenleving. Stapsgewijs werken de teams nu kerndoelen uit.

De eerste conceptkerndoelen zijn nu conform planning af en voldoen aan de criteria die ik in de werkopdracht heb meegegeven: ze zijn concreet, beschrijven duidelijk welk niveau van beheersing wordt verwacht en passen bij de eisen van de tijd. Dit geeft de leraar houvast. De voorbeelden in de tabel hieronder geven daar een illustratie van. Een aandachtspunt is wel de formulering. Ik vind het belangrijk dat alle leraren begrijpen wat er in de kerndoelen staat. Dus zo weinig mogelijk jargon en strak geformuleerde zinnen.

De leerling verwerkt informatie uit verschillende bronnen in een gesproken of geschreven tekst.

Het gaat hierbij om:

▪ interpreteren en met hulp vergelijken en beoordelen van informatie uit mondelinge, schriftelijke, digitale of multimodale bronnen

▪ ordenen, combineren en verwoorden van de informatie tot een samenhangende tekst, eventueel met behulp van aangeboden structuur

▪ afstemmen van de inhoud en vorm op een bekend publiek, de gebruikssituatie en het communicatieve doel: informeren, amuseren, instrueren en/of overtuigen

▪ toepassen van kennis over taal en teksten

▪ reviseren en redigeren van de tekst en vermelden van bronnen.

De leerling gebruikt efficiënt en met inzicht grootheden en maateenheden in alledaagse situaties en in de wiskunde en verantwoordt dit gebruik.

Het gaat hierbij om:

▪ hanteren van maateenheden voor lengte, oppervlakte, inhoud, tijd, geld, gewicht, km/u voor snelheid, temperatuur;

▪ rekenen met meetgetallen;

▪ kiezen van een passend meetinstrument, uitvoeren van metingen en reflecteren op het meetresultaat;

▪ herkennen, leggen en doorzien van relaties tussen maateenheden die zijn vastgelegd in het metrieke stelsel.

De eerste conceptkerndoelen zijn een coproductie van leraren en andere onderwijsprofessionals: mensen die werken in of met het primair onderwijs, speciaal onderwijs en voortgezet onderwijs. Ik heb vernomen dat er scherpe discussies worden gevoerd en dat is ook nodig. De teams gebruiken de komende maanden om daar verder in te komen en knopen door te hakken. De teams zullen aan het einde verantwoording afleggen over de gemaakte keuzes.

De Kamer wordt op minstens drie momenten geïnformeerd:

1. Na de zomer van 2023, over de totale set conceptkerndoelen en het plan voor de pilots.

2. Na de pilots medio 2024. Er moet worden onderzocht of scholen met deze conceptkerndoelen kunnen werken en welke ondersteuning daarvoor nodig is. Deze pilots zullen starten na de oplevering van de conceptkerndoelen: de eerste na de zomer van 2023. De inzichten die dat oplevert zullen worden gebruikt om de conceptkerndoelen aan te scherpen en om een implementatieplan uit te werken.

3. Tijdens de behandeling van het wetsvoorstel. Dat is naar verwachting medio 2024.

Digitale Geletterdheid en Burgerschap

De verwachting is dat de eerste uitgewerkte set conceptkerndoelen voor Burgerschap en Digitale Geletterdheid in het voorjaar van 2023 af zal zijn. Nu zijn de teams bezig met inlezen en nadenken over welke thema’s aan de orde moeten komen.9 De totaalset zal na de zomer van 2023 worden opgeleverd.

Samengevat wordt er met tevredenheid gekeken naar het ontwikkelproces. De eerste conceptkerndoelen Nederlands en Rekenen/wiskunde bieden voldoende richting en ruimte om ze te vertalen naar effectief gebruik ervan in de klas.

2. Het is haalbaar om de bijgestelde kerndoelen op tijd en met voldoende kwaliteit op te leveren.

De ontwikkelprocessen liggen goed op schema. Er is nog geen enkele bijeenkomst uitgesteld of tussenproduct later opgeleverd dan gepland. Betrokkenen en belanghebbenden kijken overwegend met tevredenheid naar de verhouding tussen snelheid en kwaliteit van het ontwikkelproces. Ik heb er vertrouwen in dat de deadline van 1 jaar wordt gehaald: in de zomer van 2023 is de totale set aan conceptkerndoelen gereed voor Nederlands en rekenen/wiskunde, na de zomer van 2023 die voor Burgerschap en Digitale Geletterdheid.

Aandachtspunten

Hieronder volgt een algemene reflectie op het proces van curriculumontwikkeling.10 Er zijn een paar aandachtspunten:

• Ik blijf checken of er voldoende tijd is voor basisvaardigheden;

• Er moet tempo in blijven. Leraren en wetenschappers hebben zich flink moeten inlezen, maar de vaart moet er nu in blijven.

Er zijn vragen over het proces na oplevering van de conceptkerndoelen: hoe zal ervoor worden gewaakt dat er draagvlak is bij leraren buiten de directe kring van ontwikkelaars? Hoe zal het vernieuwde curriculum worden geïmplementeerd? Hoe wordt er rekening gehouden met scholen die kampen met lerarentekorten? Dat zijn belangrijke vraagstukken. Maar daar kan ook nog weinig over gezegd worden zo lang niet duidelijk is wat er precies gaat veranderen.

3. Voldoende ruimte voor basisvaardigheden in het curriculum

Er moet voldoende tijd zijn voor Nederlands, Rekenen/Wiskunde, Burgerschap en Digitale Geletterdheid. Om een gepaste omvang van het curriculum te bepalen maken we gebruik van een model («ontwerpruimte»), dat ook is voorgelegd aan de wetenschappelijke Curriculumcommissie.11 Dit model is leidend voor de kerndoelenteams Nederlands, Rekenen/Wiskunde, Burgerschap en Digitale Geletterdheid en later ook voor de andere kerndoelenteams.

In dit model hebben basisvaardigheden een stevig aandeel in relatie tot het totaal. Voor het primair onderwijs gaat het om 65% (waarvan 51% voor taal en rekenen) en voor de onderbouw van het voortgezet onderwijs om 42% (waarvan 28% voor taal en rekenen). Daar komt nog bovenop het aandeel dat basisvaardigheden gaat innemen in andere leergebieden. Want dat is mijn wens: dat andere leergebieden ook relaties leggen met basisvaardigheden, zoals de Onderwijsraad ook adviseert in haar advies over Taal en Rekenen.12 Wiskunde pas je bijvoorbeeld ook toe in economie, scheikunde en natuurkunde.

Het is nog te vroeg om te beoordelen of het curriculum voor basisvaardigheden op dit moment de perfecte omvang heeft. Dit komt omdat er nu nog maar een uitwerking ligt van een (deel van) twee leergebieden en omdat het nog niet is uitgeprobeerd in de praktijk. Ik hoor wel geluiden dat de omvang voor bepaalde andere leergebieden nu al te klein wordt bevonden, o.a. bij Frans, Duits en Fries.13 Voor deze leergebieden is nog niet (Frans en Duits) of pas net (Fries) begonnen met het ontwikkelen van kerndoelen. Tegelijkertijd hoor ik ook zorgen over overladenheid van het curriculum, o.a. door de introductie van kerndoelen voor Burgerschap en Digitale Geletterdheid. Voorlopig behoud ik de voorgestelde indeling omdat die gebaseerd is op een doordacht en wetenschappelijk onderbouwd model. Uiteindelijk draait het natuurlijk niet om de omvang, maar om de kwaliteit van het curriculum en de uitvoering daarvan. Ik wacht daarom eerst de conceptkerndoelen en het eindadvies van de wetenschappelijke Curriculumcommissie af en de ervaringen die worden opgedaan in de pilots. Na de pilots zal ik me hier opnieuw op beraden.

4. Geen kerndoelen voor persoonsvorming en socialisatie

De Kamer heeft zorgen geuit over de manier waarop wordt omgegaan met persoonsvorming en socialisatie in het curriculum, met name bij lezen, schrijven en rekenen. De Onderwijsraad en de wetenschappelijke Curriculumcommissie pleiten voor aandacht hiervoor in het totale curriculum. Dit interpreteer ik als maatwerk per leergebied:

– Ambitieuze beheersingsdoelen voor lezen, schrijven en rekenen binnen Nederlands en rekenen/wiskunde centraal;

– Geen kerndoelen voor persoonsvorming en socialisatie, zoals «de leerlingen werken aan hun karakter» of dat de overheid oplegt hoe je moet denken of wat je moet voelen. Niet bij Nederlands en Rekenen/wiskunde, maar ook niet bij andere leergebieden;

– Wel kerndoelen in leergebieden die kunnen bijdragen aan persoonsvorming en socialisatie, in leergebieden waar dat passend is en zonder afrekenbaar resultaat (ervaringsdoelen). Bijvoorbeeld door «natuurbeleving» in de kerndoelen biologie op te nemen, zonder voor te schrijven dat leerlingen daarvan moeten genieten.

Hiermee denk ik te voldoen aan de aanbevelingen van de Onderwijsraad en wetenschappelijke Curriculumcommissie en tegelijkertijd ook vast te houden aan de toezegging van de Kamer.

5. We zitten voldoende op schema om met andere leergebieden te starten

Hoe goed leraren hun best ook doen, zij leggen het fundament maar zij kunnen niet alleen van leerlingen vaardige lezers maken in enkel de uren taal- of rekenles die zij per week geven. Ook binnen wereldoriëntatie en biologie bijvoorbeeld moet aandacht besteed worden aan lezen, schrijven en rekenen. Om leerlingen goed uit te rusten met basisvaardigheden is het noodzakelijk dat ook de kerndoelen voor andere leergebieden worden vernieuwd. Dat bepleit ook de Onderwijsraad.14

Omdat het proces goed op koers ligt, ga ik daarom de opdracht geven om ook te starten met het bijstellen van de kerndoelen van de andere leergebieden. Hiermee geef ik ook invulling aan de motie van de leden Peters en Pouw-Verheij.15 Het gaat om de kerndoelen voor: Engels, andere moderne vreemde talen (Frans, Duits, Spaans, etc.), Mens en Maatschappij (geschiedenis, aardrijkskunde, etc.), Mens en Natuur (biologie, natuurkunde, etc.), Bewegen en Sport, en Kunst en Cultuur.

Door binnen alle leergebieden aandacht te besteden aan basisvaardigheden, wordt de opgave die scholen hebben voldoende serieus genomen. In de vertaalslag naar het schoolcurriculum moet dit vervolgens als teamverantwoordelijkheid worden opgepakt, zoals uw Kamer ook aangaf.16 Leraren moeten hier het gesprek over aangaan, daarvoor gefaciliteerd door hun raad van bestuur en raad van toezicht. Er zijn scholen die dat al spontaan doen, maar er zijn ook scholen die de basisvaardigheden als de primaire verantwoordelijkheid zien van de leraar Nederlands, wiskunde, maatschappijleer en informatica. De basisteams (masterplan basisvaardigheden) kunnen scholen en docententeams helpen om dat gesprek te voeren en om basisvaardigheden breder te integreren.

Om te monitoren of er geen onbeheersbare «duizendknoop» ontstaat, zal ik de Kamer na de zomer 2023 een nieuwe voortgangsrapportage sturen. Hierin zal ik weer ingaan op de vragen:

– Ligt de bijstelling van de basisvaardigheden op koers?

– Zijn de bijgestelde kerndoelen op tijd opgeleverd en met voldoende kwaliteit?

6. Op weg naar een modernisering van de curriculumketen

Het onderwijsveld heeft behoefte aan rust, voorspelbaarheid en transparantie als het gaat om curriculumvernieuwing. In de voortgangrapportage van het masterplan basisvaardigheden heb ik enkele contouren geschetst om te komen tot een systematiek van periodiek curriculumonderhoud, zoals ook aangereikt door de wetenschappelijke curriculumcommissie in zijn vierde tussenadvies. Intussen heb ik samen met een aantal partijen in de curriculumketen en het onderwijsveld dit beeld aangescherpt.

Waar ik samen met deze partijen naar toe wil werken is een automatisch, voorspelbaar en transparant systeem van periodiek onderhoud van het curriculum dat mede gestoeld is op ervaringen van leraren. Dat vereist een modernisering van de curriculumketen en de betrokken partijen. Bij deze modernisering breng ik alle activiteiten omtrent curriculum meer samen dan nu het geval is.

Hoe ziet dat er concreet uit? Ik ben voornemens de Onderwijsraad als aanvullende taak te geven periodiek (eens in de tien jaar) een strategisch advies uit te laten brengen over het curriculum (waar moet het curriculum heen?). Op basis van zo’n strategisch advies van de Onderwijsraad vraag ik een permanent en onafhankelijk Curriculumcollege om op meer tactisch niveau een vertaalslag te maken naar wat dit concreet betekent voor het curriculum. Ik zie voor me dat een Curriculumcollege het benodigde curriculumonderhoud uitzet in een concrete onderhoudskalender. Op zo’n onderhoudskalender staat aangegeven welk vak wanneer voor welk onderhoud aan de beurt is. Deze onderhoudskalender wordt periodiek vernieuwd, formeel door mij vastgesteld en gedeeld met uw Kamer.

Dit Curriculumcollege bestaat uit een balans van in de basis leraren van verschillende onderwijssectoren, vakverenigingen, wetenschap en curriculum- en toetsexperts. Hierin nemen nadrukkelijk geen (overige) bestuurlijke partijen zitting om grote, slepende discussies over het curriculum te voorkomen. Dat is waar ik naar toe werk. Om daar te komen neem ik de komende tijd de volgende stappen:

Strategisch advies Onderwijsraad opzetten. Momenteel worden de kerndoelen gemaakt op basis van de beschikbare informatie over wat de maatschappij van de toekomst nodig heeft. Dus over tien jaar zie ik als geschikt moment om de Onderwijsraad te vragen een eerste strategisch advies uit te brengen. Ik ben met de Onderwijsraad in gesprek wat zij daarvoor nodig heeft en hoe dit het beste wettelijk verankerd kan worden.

Permanent Curriculumcollege inrichten. Het hierboven genoemde Curriculumcollege wil ik wettelijk verankeren, zodat dit per 2025 geborgd is Voorafgaand aan die wettelijke verankering wil ik vast voorbereidingen treffen van de volgende punten:

o Voorbereidingen treffen tot het samenbrengen van goede monitoring waarin geluiden over het curriculum (zowel generiek als vakspecifiek) – met name van leraren – worden gehoord;

o Voorbereidingen treffen om tot een onderhoudskalender van het curriculum te komen wanneer de huidige curriculumbijstelling (grotendeels) is afgerond;

Warme overdracht tussen huidige curriculumcommissie en permanent Curriculumcollege. Het nog in te richten permanente Curriculumcollege zal in tijd mogelijk overlappen met de huidige tijdelijke curriculumcommissie. De huidige wetenschappelijke curriculumcommissie adviseert nog over de opbrengsten van de huidige curriculumbijstelling en reflecteert daarin ook op haar eigen werkwijze. De afrondende werkzaamheden van de huidige curriculumcommissie worden ingevlochten in de werkzaamheden van het permanente Curriculumcollege.

Wetsvoorstel voorbereiden. Op basis van deze uitgangspunten werk ik een wetsvoorstel uit waarbij ik de ambitie heb om die nog deze kabinetsperiode aan uw Kamer aan te bieden. Dit wetsvoorstel bevat dus ook een heroriëntatie op wettelijke taken die nu bij bepaalde organisaties zijn ondergebracht, zoals de SLO, het CvTE en de Onderwijsraad. Komende tijd werk ik ook de juridische inbedding van het op te richten Curriculumcollege nader uit. Deze modernisering betekent ook wat voor de inrichting van deze organisaties, zij moeten toewerken naar de stip op de horizon.

Blik vooruit

Met de plannen die ik in deze brief heb aangekondigd hoop ik dat we niet weer 17 jaar hoeven te wachten tot kerndoelen vernieuwd worden. Dat het curriculum regelmatig wordt geactualiseerd en dat er duidelijkheid is wanneer en hoe dat gebeurt. Zodat huidige en toekomstige generaties leerlingen het curriculum krijgen dat ze verdienen. Een curriculum, dat hen met kennis en vaardigheden uitrust om hun onvoorspelbare toekomst aan te kunnen. Zodat alle leerlingen de kans krijgen om een leuke, passende baan of dagbesteding te vinden. Zodat ze hun zaken zo veel mogelijk zelf kunnen regelen en zodat ze gezond en gelukkig kunnen worden met de mensen in hun omgeving. Daar draagt een actueel curriculum aan bij en daarom is het tijd voor de volgende stappen.

De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs,
A.D. Wiersma


  1. Onderwijsmuseum (2016). Een korte geschiedenis van het onderwijs. Dordrecht: Onderwijsmuseum.↩︎

  2. Commissiebrief d.d. 19 januari 2023.↩︎

  3. Commissiebrief d.d. 19 januari 2023.↩︎

  4. Kamerstukken 31 293 en 31 289, nr. 618.↩︎

  5. Kamerstukken 31 293 en 31 322, nr. 637.↩︎

  6. Het gaat om Engels, andere moderne vreemde talen (Frans, Duits, Spaans, etc.), Mens en Maatschappij (geschiedenis, aardrijkskunde, etc.), Mens en Natuur (biologie, natuurkunde, etc.), Bewegen en Sport en Kunst en Cultuur.↩︎

  7. Commissiebrief d.d. 19 januari 2023.↩︎

  8. Stand van zaken 31 januari 2023.↩︎

  9. Hieronder valt ook het volgen van actuele ontwikkelingen, zoals de herijking kwalificatie-eisen in het mbo.↩︎

  10. Commissiebrief d.d. 19 januari 2023.↩︎

  11. https://www.slo.nl/documenten/@21495/kader-ontwerpruimte-kerndoelen/.↩︎

  12. Onderwijsraad (2022). Taal en rekenen in het vizier. Den Haag: Onderwijsraad.↩︎

  13. Commissiebrief d.d. 19 december 2022.↩︎

  14. Onderwijsraad (2022). Taal en rekenen in het vizier. Den Haag: Onderwijsraad.↩︎

  15. Kamerstuk 36 200 VIII, nr. 98.↩︎

  16. Kamerstuk 36 200 VIII, nr. 184.↩︎