Antwoord op vragen van het lid Mutluer over de ernstige tekortkomingen bij jeugdgevangenissen
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2023D07869, datum: 2023-02-23, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20222023-1684).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming
Onderdeel van zaak 2023Z01013:
- Gericht aan: F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming
- Indiener: S. Mutluer, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
1684
Vragen van het lid Mutluer (PvdA) aan de Minister voor Rechtsbescherming over de ernstige tekortkomingen bij jeugdgevangenissen (ingezonden 25 januari 2023).
Antwoord van Minister Weerwind (Rechtsbescherming) (ontvangen 23 februari 2023).
Vraag 1
Herinnert u zich de oproep van de vier inspecties om jongeren alleen nog in een Justitiële Jeugdinrichting (JJI) te plaatsen als zij er een passende behandeling en verantwoord verblijf kunnen krijgen en dat de kritische grens voor het goed uitvoeren van het jeugdstrafrecht is bereikt (Kamerstuk 24 587, nr. 876)?1
Antwoord 1
Ja, op 1 februari 2023 heb ik uw Kamer geïnformeerd over de maatregelen die ik naar aanleiding van de oproep van de vier inspecties tref.2
Vraag 2
Heeft u inmiddels met de vier inspecties daarover overlegd? Zo ja, wat was de uitkomst van die gesprekken? Zo nee, waarom niet gaat u dit alsnog doen?
Antwoord 2
Ik ben over deze inspectiebrief niet in gesprek geweest met de inspecties. Wel is er naar aanleiding van de inspectiebrief op ambtelijk niveau tweemaal een gesprek geweest met de inspectie Justitie en Veiligheid. Hier is namens de vier inspecties de brief nader toegelicht. Ik ben hierover uitvoerig geïnformeerd. De inspecties gaven aan zich al langere tijd zorgen te maken over de kwaliteit van het verblijf en de behandeling in de JJI’s, en dat zij hier de afgelopen tijd te weinig verbetering in hebben gezien. Ik deel deze zorgen. Daarom heb ik deze maand aanvullende maatregelen getroffen.
Vraag 3
Deelt u de mening dat het belangrijkste doel van het jeugdstrafrecht het terugdringen van recidive door het bevorderen van gedragsverandering is? Zo ja, deelt u dan ook de mening dat naar aanleiding van de bevindingen van de vier inspecties de reguliere JJI’s niet altijd voor een dergelijke adequate bestraffing kunnen zorgen en welke consequenties verbindt u daaraan? Zo nee, waarom deelt u die mening niet?
Antwoord 3
Ik deel deze mening. Voor mij is een belangrijk uitgangspunt dat een jongere een passende sanctie krijgt en tijdens zijn of haar verblijf in een JJI begeleid wordt om gedragsverandering te bevorderen en zo recidive terug te dringen of te voorkomen. In de JJI’s staat een goede terugkeer naar de samenleving dan ook centraal. Echter, de JJI’s kampen al langer met een tekort aan personeel en druk op de capaciteit waardoor het verblijf en een passende behandeling onder druk staan. Mijn ambtsvoorganger heeft eerder maatregelen getroffen om dit te verbeteren, maar deze hebben tot op heden onvoldoende effect gehad. Ik heb daarom, zoals hiervoor vermeld, onlangs aanvullende maatregelen getroffen.3 Ik heb hierbij een afweging moeten maken tussen verschillende belangen: de pedagogische ontwikkeling en rechtspositie van de jongeren, de druk op het personeel, de veiligheid in de JJI’s en het belang van de samenleving. Met deze aanvullende maatregelen beoog ik dat de bezetting van personeel op de leefgroepen op orde komt, en dat hiermee ook de kwaliteit van verblijf en behandeling voor jongeren op peil wordt gebracht, waardoor het beoogde doel, het terugdringen van recidive, centraal kan staan.
Vraag 4 en 5
Hebben rechters recentelijk in hun vonnis rekening gehouden met het gebrek aan passende detentieplaatsen voor minderjarigen? Zo ja, waar blijkt dat uit?
Waren de conclusies van de vier inspecties aanleiding om terughoudender te worden met het opnemen van jongeren in jeugdgevangenissen? Zo ja, waar blijkt dat concreet uit? Hoeveel jongeren die daarvoor wel in aanmerking kwamen zijn sinds die tijd niet in een jeugdgevangenis opgenomen? Wat is er dan wel met deze jongeren gebeurd, bijvoorbeeld als het om hun behandeling en begeleiding gaat? Zo nee, waarom is daar niet terughoudender mee omgegaan?
Antwoord 4 en 5
Ik wil vooropstellen dat de rechter beslist over de vrijheidsbeneming. Deze kan hierbij rekening houden met de plek van tenuitvoerlegging. Daarbij wordt in het jeugdstrafrecht al uiterst terughoudend omgegaan met voorlopige hechtenis, jeugddetentie en de PIJ-maatregel. Detentie is het ultimum remedium. Mij is slechts één zaak bekend waarin de rechter bij het opleggen van een maatregel/straf rekening heeft gehouden met de huidige situaties in de JJI’s. In deze zaak was de rechter van oordeel dat een PIJ-maatregel passend en nodig was om langdurige behandeling bij een verdachte veilig te stellen. De rechter legde de PIJ-maatregel voorwaardelijk op, omdat de voogd, de coach van stichting Jongeren Die het Kunnen en de huidige behandelaar bij Waag nog behandel- en ontwikkelmogelijkheden zagen bij verdachte en vertrouwen in hem hadden. De rechter was bereid om de verdachte deze kans te bieden. Daarnaast is ook rekening is gehouden met de «zorgelijke signalen rondom de JJI’s».4
Vanwege de aanhoudende druk op de capaciteit en het personeel komt het nu vaker voor dat jongvolwassenen (die ouder zijn dan 18 en bij wie de Officier van Justitie voornemens is om het jeugdstrafrecht toe te passen) met een preventieve hechtenis in een huis van bewaring worden geplaatst. Hiervoor is een juridische basis in de Penitentiaire Beginselenwet. Het aantal jongvolwassenen in een huis van bewaring varieert per dag en zelfs door de dag heen, hierdoor is het lastig een specifiek aantal te noemen. Op basis van de instroom van de afgelopen maanden verwacht ik dat de bezetting van jongvolwassenen in een huis van bewaring de komende tijd tussen de 20 en 60 plekken zal liggen.
Vraag 6
Zijn jongeren die daarvoor wel in aanmerking kwamen bij gebrek aan passende detentieplaatsen in vrijheid gesteld of gebleven? Wat is er dan met hen gebeurd om recidive te voorkomen?
Antwoord 6
Nee, er zijn geen jongeren in vrijheid gesteld of gebleven vanwege het gebrek aan passende detentieplaatsen.
Vraag 7
Is er bij een of meerdere JJI’s sprake van een (impliciete) opnamestop? Zo ja, welke JJI’s betreft het, sinds wanneer is daar sprake van en wat is de reden voor een dergelijke stop?
Antwoord 7
Nee, er is geen sprake van een (impliciete) opnamestop.
Vraag 8
Hoeveel jongeren zijn sinds november jl. in een Kleinschalige Voorziening geplaatst? Hoe is de bezetting van de Kleinschalige Voorzieningen op dit moment?
Antwoord 8
In november 2022, december 2022 en januari 2023 zijn er respectievelijk 7, 9 en 18 jongeren in een Kleinschalige Voorziening (KVJJ) geplaatst.
De actuele bezetting van de KVJJ’s is 14 jongeren.5 De gemiddelde bezetting van de KVJJ’s in januari 2023 was 12 jongeren. De gemiddelde bezetting van de KVJJ’s in heel 2022 was 11 jongeren.
Vraag 9 en 10
Deelt u de mening dat een volwassengevangenis niet de goede plaats is om minderjarige delinquenten in op te sluiten? Zo ja, waarom deelt u die mening? Zo nee, waarom deelt u die mening niet?
Zijn sinds november jl. minderjarigen in plaats van in een jeugdgevangenis in een volwassengevangenis geplaatst? Zo ja, waarom is dat gebeurd, hoeveel jongeren betreft het, hoe lang verblijven zij daar en hoe krijgen zij een op maat gemaakte behandeling om recidive te voorkomen?
Antwoord 9 en 10
Ik deel de mening dat minderjarigen, die berecht worden via het jeugdstrafrecht, niet in een volwassengevangenis thuishoren. Een volwassengevangenis biedt namelijk geen pedagogisch leefklimaat. Minderjarigen zijn en worden dan ook niet in een volwassengevangenis geplaatst. Wanneer sprake is van een tekort aan JJI-capaciteit kan een jongvolwassen verdachte wel in een huis van bewaring worden geplaatst.6 Het uitgangspunt is hierbij dat alleen personen die ouder zijn dan 18, bij wie de Officier van Justitie voornemens is om het jeugdstrafrecht toe te passen en bij wie sprake is van preventieve hechtenis in een huis van bewaring worden geplaatst.
NOS, 10 november 2022, «Inspecties: kritische grens bereikt bij jeugdgevangenissen, ingrijpen moet nu», https://nos.nl/artikel/2451852-inspecties-kritische-grens-bereikt-bij-jeugdgevangenissen-ingrijpen-moet-nu.↩︎
Kamerstuk 24 587, nr. 881.↩︎
Kamerstuk 24 587, nr. 881.↩︎
Jurisprudentie – Recht.nl.↩︎
Peildatum 15 februari 2023.↩︎
Art. 9, tweede lid, aanhef en onder h, Pbw.↩︎