Landmacht samenwerking met Duitsland
Internationale militaire samenwerking
Brief regering
Nummer: 2023D07886, datum: 2023-02-23, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-33279-37).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: K.H. Ollongren, minister van Defensie
- Mede ondertekenaar: C.A. van der Maat, staatssecretaris van Defensie
Onderdeel van kamerstukdossier 33279 -37 Internationale militaire samenwerking .
Onderdeel van zaak 2023Z03360:
- Indiener: K.H. Ollongren, minister van Defensie
- Medeindiener: C.A. van der Maat, staatssecretaris van Defensie
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Defensie
- 2023-03-07 15:30: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2023-03-09 10:45: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Defensie
- 2023-03-22 13:00: Landmacht samenwerking met Duitsland (Technische briefing), vaste commissie voor Defensie
- 2023-03-23 17:30: Taakspecialisatie (Commissiedebat), vaste commissie voor Defensie
- 2023-04-20 13:14: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 |
33 279 Internationale militaire samenwerking
Nr. 37 BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 23 februari 2023
Met deze brief informeren wij u over de huidige landmacht samenwerking met Duitsland en plannen voor verdere verdieping daarvan. De basis hiervoor is gelegd in 2006 toen een overeenkomst is ondertekend tussen de regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de regering van de Bondsrepubliek Duitsland inzake de samenwerking op defensiegebied (Trb. 2007, nr. 166). De eerstvolgende stap is de voorgenomen integratie van de 13 Lichte Brigade in de Duitse 10. Panzerdivision. Dit is aangekondigd in het coalitieakkoord (Bijlage bij Kamerstuk 35 788, nr. 77), waar de ambitie is uitgesproken om «verdere stappen met de Duitse landmacht te zetten door eenheden samen te voegen», en in de Defensienota 2022 (Kamerstuk 36 124, nr. 1). Deze stap betekent dat alle drie de Nederlandse landmacht brigades onderdeel worden van de geïntegreerde samenwerking met Duitsland. Uiteindelijk beslissen Nederland en Duitsland elk afzonderlijk of ze de eigen militairen inzetten en onder welke voorwaarden.
Deze brief geeft uitvoering aan de motie van het lid Boswijk c.s. die de regering verzoekt om inzichtelijk te maken hoe de geïntegreerde samenwerking van beide landmachten vorm gaat krijgen en hoe deze past in de Nederlandse inzet bij de ontwikkeling van nieuwe capaciteitsdoelstellingen van de NAVO (Kamerstuk 36 124, nr. 23, d.d. 22 december 2022). Op het tweede deel van de motie, namelijk hoe dit past in de Nederlandse inzet bij de ontwikkeling van nieuwe capaciteitsdoelstellingen, zullen wij ingaan als er meer inzicht is in deze capaciteitsdoelstellingen. Tevens wordt u in deze brief geïnformeerd over het plan van aanpak van de beleidsdoorlichting Nederlands-Duitse samenwerkingsverbanden.
Bestaande geïntegreerde landmacht samenwerking met Duitsland
De landmacht samenwerking tussen Nederland en Duitsland is al decennia in toenemende mate nauw en omvat diverse vormen van geïntegreerde samenwerking.
In 1995 is het 1e Duits-Nederlands Legerkorps in Münster, Duitsland, opgericht.1 Deze korpsstaf, in het Engels genaamd 1 German/Netherlands Corps (1GNC), is in staat om op te treden voor de NAVO in diverse rollen, die op jaarbasis rouleren tussen de NATO Rapid Reaction Corps Headquarters. Zo vervult 1GNC in de eerste helft van 2023 de rol van Land Component Command voor de NATO Response Force. De commandant en zijn plaatsvervanger worden afwisselend geleverd door Duitsland en Nederland. Op dit moment heeft 1GNC een Nederlandse commandant. Naast Nederland en Duitsland leveren meerdere NAVO-bondgenoten en EU-lidstaten staffunctionarissen.
In het eerdergenoemde bilaterale raamverdrag uit 2006 zijn de grondbeginselen van de samenwerking bij defensievraagstukken en van verdere integratie van onderdelen van de strijdkrachten vastgelegd. De afgelopen tien jaar zijn twee van de drie gevechtsbrigades van de Nederlandse landmacht geïntegreerd in twee Duitse divisies. Deze samenwerking bevordert de gevechtskracht op drie manieren. Ten eerste stelt deze geïntegreerde samenwerking de Nederlandse landmacht in staat de kennis van en ervaring met opereren in deze grotere verbanden te behouden, aangezien de Nederlandse landmacht sinds 2004 niet meer over een eigen divisiestructuur beschikt. Dit is van grote waarde voor de eerste hoofdtaak van de krijgsmacht: de verdediging van het eigen en bondgenootschappelijk grondgebied. Ten tweede maakt het werken in geïntegreerde eenheden dat de Nederlandse en Duitse landmachten ook in inzetgebied, zoals Litouwen, Irak en eerder Afghanistan, en bij uitvoering van taken in NAVO- en EU-verband, op basis van gezamenlijke ervaringsopbouw zeer goed en nauw kunnen samenwerken. Ten derde stimuleert de geïntegreerde samenwerking de gezamenlijke capaciteitsontwikkeling en samenwerking bij verwerving, updates, onderhoud en gebruik van materieel, zodat de interoperabiliteit van Nederlandse en Duitse eenheden toeneemt. In dit proces hebben Nederland en Duitsland de intentie om gezamenlijk te bekijken hoe samenwerking op het gebied van industrie en innovatie kan worden gestimuleerd met medewerking van de kennisinstellingen in beide landen.
In 2013 hebben de toenmalige Nederlandse en Duitse Ministers van Defensie een brede intentieverklaring getekend over versterking van de bilaterale defensiesamenwerking.2 Eén van de prioriteiten in de Roadmap bij deze zogenaamde Declaration of Intent was de integratie van de Nederlandse 11 Luchtmobiele Brigade in de Duitse Division Schnelle Kräfte. Doel van deze integratie was om tot een geïntegreerde wijze van opereren te komen, aangestuurd door een gezamenlijk stafelement in Duitsland. De integratie is geformaliseerd met de ondertekening van een Technical Arrangement op 12 juni 2014 door de Nederlandse en Duitse landmacht commandanten, namens de toenmalige Ministers van Defensie.3 Nederland levert de plaatsvervangend divisiecommandant en staffunctionarissen voor de staf van de Division Schnelle Kräfte in Stadtallendorf in Duitsland. Duitsland levert staf voor de 11 Luchtmobiele Brigade, die in Schaarsbergen en Assen gelegerd is.
Integratie van de 43 Gemechaniseerde Brigade in de Duitse 1. Panzerdivision (1e Pantserdivisie) en, als onderdeel daarvan, van een operationele Duitse tankeenheid in de Nederlandse brigade, is vanaf 2014 onderzocht. Het oogmerk was het behoud van expertise met betrekking tot het opereren met tanks op compagnies- en bataljonsniveau.4 In 2015 is besloten deze integratie uit te voeren.5 Daartoe is op 4 februari 2016 een Technical Arrangement getekend door de toenmalige Nederlandse en Duitse Ministers van Defensie.6 Deze samenwerking is uniek door de vergaande mate van vervlechting van eenheden tot op operationeel niveau: onderdeel van de Duitse 1e Pantserdivisie en Nederlandse 43 Gemechaniseerde Brigade is het geïntegreerde binationaal 414 Tankbataljon met daarin een Nederlands tankeskadron. Het 414 Tankbataljon maakt gebruik van gevechtstanks die Duitsland in eigendom heeft en – ook voor het Nederlandse tankeskadron – beschikbaar stelt. Nederland kan deze tanks indien gewenst leasen voor soevereine inzet, zonder Duitsland, waarmee deze tijdelijk in Nederlands beheer komen.7 Daarbij heeft Nederland de Duitse tanks uitgerust met Nederlandse verbindingsmiddelen, waardoor ze interoperabel zijn met de andere eenheden in de brigade. Duitsland en Nederland leveren over en weer uitwisselingsofficieren voor de geïntegreerde staven op divisie-, brigade- en bataljonsniveau. De divisiestaf zit in Oldenburg, Duitsland, en de brigadestaf in Havelte. Eenheden van de 43 Gemechaniseerde Brigade zijn gelegerd in Havelte, Wezep, ‘t Harde en in Lohheide in Duitsland, de thuisbasis van het binationale 414 Tankbataljon inclusief het Nederlandse tankeskadron. Duitsland en Nederland leveren afwisselend de commandant van 414 Tankbataljon, die in de periode 2022–2024 Nederlands is.
Verdere geïntegreerde samenwerking in het landdomein
Op 28 november 2022 heeft de Commandant Landstrijdkrachten met ministeriële goedkeuring een gezamenlijk visiedocument ondertekend met zijn Duitse evenknie. Deze zogenaamde Common Army Vision verwoordt de intentie om verdere kansen voor verdieping van de samenwerking in het landdomein te benutten. Beide landmachten willen de opbouw en inrichting van landeenheden verder op elkaar afstemmen, de binationale commandostructuur versterken met geharmoniseerde procedures en interoperabele systemen, kennis- en doctrineontwikkeling synchroniseren, en behoeftestellingen en instandhouding van materieel op elkaar afstemmen. Uiteindelijk streven beide landen naar uitwisselbare middelen en manieren van werken om nog naadlozer te kunnen samenwerken. Eén van de in het oog springende doelstellingen in dit visiedocument is de integratie van 13 Lichte Brigade in de Duitse 10. Panzerdivision (10e Pantserdivisie).8 Verder worden de combat support en combat service support (de gevechtsondersteunende eenheden), inclusief luchtverdediging, van de Duits-Nederlandse eenheden versterkt met de maatregelen uit de Defensienota 2022.
Afgelopen jaar is de mogelijke integratie van de 13 Lichte Brigade in de Duitse 10e Pantserdivisie onderzocht. Mijn Duitse collega en ik zijn voornemens op 30 maart aanstaande op ministerieel niveau een overeenkomst (Technical Arrangement) te ondertekenen over dit nieuwe project in de geïntegreerde samenwerking. In beginsel houdt dit project in dat Nederland uitwisselingsofficieren zal leveren voor de staf van de Duitse 10e Pantserdivisie in Veitshöchheim in Duitsland en dat Duitsland uitwisselingsofficieren zal toevoegen aan de staf van de 13 Lichte Brigade in Oirschot. Door die uitwisseling kunnen procedures, trainingen en oefeningen beter op elkaar worden afgestemd. Op termijn zal mogelijk een Duits bataljon worden toegevoegd aan de 13 Lichte Brigade.
Na integratie van de 13 Lichte Brigade zullen alle gevechtsbrigades van het CLAS ingebed zijn in de Duitse landmacht structuur. Dit maakt het mogelijk om nog intensiever samen te werken op het gebied van doctrine, opleiding, training, gereedstelling, inzet en materieel, zoals beoogd in de gemeenschappelijke landmachtvisie. Deze stap in de geïntegreerde samenwerking doet recht aan de versterkte focus op de eerste hoofdtaak, zodat Nederland en Duitsland in NAVO-verband nog nauwer kunnen optrekken in het kader van de regionale plannen van de NAVO. De versterking van de gevechtskracht van de 13 Lichte Brigade tot medium brigade, zoals in de Defensienota 2022 is besloten, draagt hier ook aan bij.9
Dit betekent overigens niet dat de volledige Nederlandse landmacht integreert in de Duitse landmacht. Zo bestaat het CLAS ook uit onder meer het Korps Commandotroepen, het Materieellogistiek Commando Land, het Operationeel Ondersteuningscommando Land en het Opleidings- en Trainingscommando. De Nederlandse landmachtstaf in Utrecht zal nog steeds de geïntegreerde gevechtsbrigades aansturen, en deze behouden zelfstandigheid. De Nederlandse eenheden die wel zijn ingebed in een Duitse divisie zijn nu en in de toekomst nog steeds zelfstandig inzetbaar onder een soeverein Nederlands mandaat.
Geïntegreerde samenwerking in breder perspectief
De geïntegreerde militaire samenwerking met Duitsland reikt verder dan de landmacht brigades en omvat ook andere domeinen, evenals de integratie van Duitse eenheden in grotere Nederlandse eenheden. Zo is het Duitse Seebataillon geïntegreerd in het Nederlandse Commando Zeestrijdkrachten en is Duitsland sinds 2016 medegebruiker van Joint Support Ship Zr.Ms. Karel Doorman.10 In de praktijk maakt Duitsland tevens gebruik van de amfibische transportschepen Zr.Ms. Johan de Witt en Zr.Ms. Rotterdam. Op het gebied van luchtverdediging wordt nauw samengewerkt. De Duitse Flugabwehrraketengruppe 61 is in 2017 onder commando gesteld van het Nederlandse Defensie Grondgebonden Luchtverdedigingscommando, waar ook Duitse uitwisselingsofficieren zijn toegevoegd aan de staf.11 Deze bestaande band maakte het mogelijk om in 2022 snel samen Patriot-luchtverdedigingssystemen te ontplooien naar Slowakije toen de dreiging aan de Oostflank van de NAVO daar om vroeg. Sinds 2019 werkt Nederland met Duitsland samen in het project Tactical Edge Networking (TEN) voor digitale interoperabiliteit binnen het tactisch landoptreden.12 Daarnaast hebben de toenmalige Nederlandse en Duitse Staatssecretarissen van Defensie op 26 maart 2021 in een gezamenlijke verklaring de intentie vastgelegd tot vergaande materieelsamenwerking en versterking van de defensie industrie in beide landen, in samenwerking met de Nederlandse en Duitse Ministeries van Economische Zaken.13 Bij materieelsamenwerking houdt het kabinet, in lijn met de Defensie Industrie Strategie in een nieuwe geopolitieke context, oog voor de positionering van de Nederlandse defensie industrie en het belang van het versterken van Europese strategische autonomie.14 Een voorbeeld hiervan is het besluit tot gezamenlijke verwerving van luchtmobiele voertuigen (12kN Air Assault) door Duitsland en Nederland, te gebruiken door de Division Schnelle Kräfte inclusief de 11 Luchtmobiele Brigade.15
Soevereiniteit
Ondanks de vergaande projecten van integratie van eenheden besluit de Nederlandse regering zelfstandig over inzet van eigen eenheden. In het geval van eenheden die onderdeel zijn van een integratieproject met Duitsland, beslissen Nederland en Duitsland uiteindelijk elk afzonderlijk of ze de eigen militairen inzetten en onder welke voorwaarden. Het oppergezag over de Nederlandse krijgsmacht berust immers bij de Nederlandse regering, conform artikel 97, tweede lid van de Grondwet. De regering wil Nederlandse eenheden van hoog tot laag niveau zelfstandig kunnen inzetten. In de Defensienota 2022 is daarom besloten te investeren in de (gevechts-)ondersteuning voor landeenheden. Tevens heeft Nederland de verantwoordelijkheid om eenheden in te kunnen zetten voor alle drie de hoofdtaken. Zo kan Nederland bijvoorbeeld het Nederlandse tankeskadron van 414 Tankbataljon ook zelfstandig en/of nationaal inzetten. Dit gaat uiteraard in nauw overleg tussen beide landen. De regering informeert de Kamer zoals gebruikelijk over mogelijke internationale inzet van Nederlandse militaire eenheden.
Bredere internationale samenwerking
Internationale samenwerking is voor Nederland van essentieel belang. Nederland heeft zeven strategische partners voor defensiesamenwerking: België, Duitsland, Frankrijk, Luxemburg, Noorwegen, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten. Ook heeft Nederland een veelvoud daarvan aan bondgenoten in de NAVO en mede-lidstaten in de Europese Unie. Daarnaast is Nederland onderdeel van diverse kleinere multinationale verbanden die (mede) zijn gericht op diepere defensiesamenwerking en betere interoperabiliteit, zoals de Northern Group, Joint Expeditionary Force (JEF) en het European Intervention Initiative (EI2).
De Nederlandse krijgsmacht zal zich op diverse manieren blijven inzetten voor intensievere samenwerking om zo goed mogelijk invulling te geven aan de hoofdtaken van de krijgsmacht en verantwoordelijkheden in multilateraal verband. De diepe en unieke samenwerking die Nederland met strategische partners heeft, zien wij als voorbeeld voor verdere verdieping van de Europese defensiesamenwerking, om gezamenlijk meer verantwoordelijkheid te kunnen dragen voor onze veiligheid.16
Plan van aanpak beleidsdoorlichting Nederlands-Duitse samenwerkingsverbanden
In de begroting 2022 is voor 2023 de beleidsdoorlichting van de Nederlands-Duitse samenwerkingsverbanden aangekondigd.17 Als gevolg van personele capaciteitsproblemen heeft dit proces vertraging opgelopen. Inmiddels is gestart met de beleidsdoorlichting en zal het plan van aanpak ervan op korte termijn aan u worden toegestuurd. Omdat de gemiddelde doorlooptijd van een beleidsdoorlichting 18 maanden is, is mijn voornemen om de uitkomsten van deze beleidsdoorlichting in de eerste helft van 2024 aan uw Kamer aan te bieden.
De Minister van Defensie,
K.H. Ollongren
De Staatssecretaris van Defensie,
C.A. van der Maat
Kamerstuk 27 097, nr. 1; Kamerstuk 26 900, nr. 2↩︎
Kamerstuk 33 279, nr. 6↩︎
Kamerstuk 33 279, nr. 12↩︎
Kamerstuk 33 279, nr. 12↩︎
Kamerstuk 33 279, nr. 16↩︎
Kamerstuk 21 501-28, nr. 137↩︎
Kamerstuk 33 279, nr. 28↩︎
Aanhangsel Handelingen II 2022/23, nr. 1478↩︎
Kamerstuk 36 124, nr. 1↩︎
Kamerstuk 33 763, nr. 93, Kamerstuk 21 501-28, nr. 137, Kamerstuk 33 763, nr. 104, Kamerstuk 33 279, nr. 19↩︎
Kamerstuk 33 279, nr. 22↩︎
Kamerstuk 28 676, nr. 320, Kamerstuk 33 279, nr. 29, Kamerstuk 28 676, nr. 321, Kamerstuk 27 830, nr. 316, Kamerstuk 31 125, nr. 114↩︎
Kamerstuk 33 279, nr. 33↩︎
Kamerstuk 31 125, nr. 12↩︎
Kamerstuk 27 830, nr. 374↩︎
Kamerstuk 33 279, nr. 36↩︎
Kamerstuk 35 925 X, nr. 2↩︎