[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Brief van het Presidium over informatieafspraken met de minister van Financiën inzake de Comptabiliteitswet

Verbetering verantwoording en begroting

Brief Presidium

Nummer: 2023D07921, datum: 2023-02-23, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-31865-222).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 31865 -222 Verbetering verantwoording en begroting.

Onderdeel van zaak 2023Z03369:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2022-2023

31 865 Verbetering verantwoording en begroting

36 200 Nota over de toestand van ’s Rijks Financiën

Nr. 222 BRIEF VAN HET PRESIDIUM

Aan de leden

Den Haag, 23 februari 2023

Het Presidium legt hierbij aan u voor het verzoek van de commissie voor de Rijksuitgaven bij brief van 6 februari 2023 om een brief te versturen aan de Minister van Financiën inzake artikel 2.27 Comptabiliteitswet.

De brief bevat een bevestiging om vooruitlopend op en in aanvulling op de aanstaande wetswijziging van dit artikel informatieafspraken te maken met de Minister van Financiën. Hiermee kan per direct worden gehandeld in de geest van de door de Kamer aangenomen motie Heinen c.s. (Kamerstuk 36 100, nr. 5).

Het Presidium stelt u voor in te stemmen met het verzoek deze bijgevoegde brief te verzenden aan de Minister van Financiën.

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal,
V.A. Bergkamp

BIJLAGE 1: BRIEF VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR DE RIJKUITGAVEN

Aan het Presidium

Den Haag, 6 februari 2023

Op 14 juni jl. heeft de Kamer de motie van het lid Heinen c.s. (Kamerstuk 36 100, nr. 5) aangenomen waarin het kabinet wordt verzocht zo snel mogelijk een wetsvoorstel naar de Kamer te sturen om het budgetrecht van de Staten-Generaal verder te versterken door in de uitzonderingsgrond van artikel 2.27 van de Comptabiliteitswet als voorwaarde op te nemen dat de Staten-Generaal zich voldoende geïnformeerd achten. In afwachting daarvan wordt de regering verzocht al in de geest van deze aanscherping te handelen. Artikel 2.27 van de Comptabiliteitswet betreft het bij uitzondering indienen van incidentele suppletoire begrotingen indien dit in het belang is van het Rijk en spoed vereist, waarbij voorafgaand aan de behandeling aan de Kamer toestemming wordt gevraagd om alvast uitgaven te doen. Hiervan wordt door het kabinet in groeiende mate gebruik gemaakt.

Aangezien de herziening van de Comptabiliteitswet (Cw) nog geruime tijd op zich laat wachten heeft het lid Heinen (VVD) voorgesteld om vooruitlopend op en in aanvulling op de aanstaande wetswijziging informatieafspraken te maken met de Minister van Financiën, waarmee alvast in de geest van de motie kan worden gehandeld. Tijdens de procedurevergadering van 21 juni 2022 heeft de commissie voor de Rijksuitgaven de leden Heinen (VVD) en Maatoug (GroenLinks) gemandateerd om als voorbereidingsgroep te bezien welke mogelijkheid er bestaat om te komen tot dergelijke informatieafspraken.

De commissie voor de Rijksuitgaven heeft op voorstel van de voorbereidingsgroep een brief aan het Presidium voorgelegd om de Kamer te vragen om de Minister van Financiën (als coördinerend Minister) een brief te sturen met daarin de wens om een uitgebreide toelichting op vijf punten bij ieder beroep op artikel 2.27 Cw. Het Presidium en vervolgens de Kamer heeft hiermee ingestemd.

De Minister van Financiën heeft hierop bij brief van 21 december 2022 (Kamerstuk 36 200, nr. 174) positief gereageerd en nadere informatie gegeven over, kort samengevat, de vormgeving van de toelichting en afspraken.

De commissie voor de Rijksuitgaven geeft u in overweging om het Presidium het voorstel te doen om akkoord met deze afspraken te gaan en biedt daartoe bijgaande conceptbrief aan de Minister van Financiën aan om op de eerstvolgende stemmingslijst te plaatsen voor akkoord door de Kamer.

De voorzitter van de commissie voor de Rijksuitgaven,
Sneller

De griffier van de commissie voor de Rijksuitgaven,
Lips

BIJLAGE 2: CONCEPTBRIEF AAN DE MINISTER VAN FINANCIËN INZAKE AKKOORD MET INFORMATIE-AFSPRAKEN ARTIKEL 2.27 COMPATIBILITEITSWET

Geachte mevrouw Kaag,

Op 21 december jl. heeft u de Kamer een brief gestuurd met een reactie op het verzoek om, per maatregel, een uitgebreide toelichting te ontvangen van de Ministers wanneer er een beroep wordt gedaan op artikel 2.27 van de Comptabiliteitswet 2016 (Kamerstuk 36 200, nr. 174).

U geeft aan akkoord te gaan met het verzoek van de Kamer en suggereert daarbij drie aanvullingen op de beoogde informatieafspraken:

– De verzochte informatie betreft ook de uitzonderingssituatie, zoals beschreven in artikel 2.25 van de Comptabiliteitswet 2016;

– De verzochte informatie betreft de situatie zoals beschreven in het tweede lid van de artikelen 2.25 en 2.27 van de Comptabiliteitswet 2016, namelijk nieuw beleid, en niet zozeer lopend beleid waarvan in het eerste lid van de artikelen wordt beschreven dat dit met terughoudendheid wordt uitgevoerd zo lang het voorstel van wet tot vaststelling van een begrotingsstaat niet tot wet is verheven;

– Het kabinet zal zoveel als mogelijk een toelichting geven op de doelmatigheid, doeltreffendheid, de instrumenten, en financiële en maatschappelijke gevolgen van een voorstel bij een beroep op artikel 2.27 van de Comptabiliteitswet 2016, tweede lid, omdat het vanwege de vermeende spoed in veel gevallen niet mogelijk zal zijn om deze informatie (die verwacht wordt volgens artikel 3.1 van de Comptabiliteitswet 2016) met de gebruikelijke zorgvuldigheid te verstrekken.

Omdat u voornemens bent de verwachtingen van de Kamer, na de herziening van de Comptabiliteitswet, te integreren in de Rijksbegrotingsvoorschriften stelt u voor in de tussentijd de briefwisseling tussen de Kamer en het kabinet te beschouwen als de vastlegging van de informatieafspraken.

Namens de Kamer laat ik u hierbij weten akkoord te gaan met uw voorstel, inclusief de door u voorgestelde aanvullingen die in deze brief zijn benoemd.

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal,
V.A. Bergkamp