[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Toezegging gedaan tijdens het commissiedebat Geurproblematiek van 10 november 2022, over Geurproblematiek Deurne

Regelgeving Ruimtelijke Ordening en Milieu

Brief regering

Nummer: 2023D08302, datum: 2023-02-27, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-29383-390).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 29383 -390 Regelgeving Ruimtelijke Ordening en Milieu.

Onderdeel van zaak 2023Z03522:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2022-2023

29 383 Regelgeving Ruimtelijke Ordening en Milieu

28 973 Toekomst veehouderij

Nr. 390 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 februari 2023

In het commissiedebat geurproblematiek van 10 november 2022, heb ik toegezegd uw Kamer begin 2023 te informeren over het overleg met de gemeente Deurne en de belemmeringen die zij ondervindt in het oplossen van de geurproblematiek aldaar1. Ook zou ik daarbij ingaan op de Crisis- en Herstelwet. Met deze brief kom ik aan die toezegging tegemoet.

Tijdens mijn werkbezoek in Deurne op 8 april 2022 heb ik afgesproken om samen met de gemeente te kijken naar praktijkgevallen, de regelgeving en waar het volgens de gemeente schuurt.

Na mijn werkbezoek is het gesprek met de gemeente Deurne en andere betrokken partijen, de Omgevingsdienst Zuidoost Brabant (Odzob), de GGD, het Ministerie van LNV en de Provincie Noord-Brabant, blijvend voortgezet. In dit contact wordt, door eenieder vanuit zijn of haar eigen rol en verantwoordelijkheden, gekeken naar mogelijkheden om geurhinder te verminderen. Gemeente Deurne heeft van haar kant de ontwikkeling van emissies van ammoniak, fijn stof en geur over een aantal jaren laten zien. De algemene trend in Deurne is dat de totale emissies van al deze stoffen afnemen, met name bij de vleesvarkens. Dit komt volgens de gemeente onder meer door de strengere eisen die de gemeente stelt in haar geurgebiedsvisie en geurverordening en het meewegen van gezondheidseffecten van het houden van landbouwhuisdieren2. Dat betekent dus ook dat de geurhinder afneemt. Dit neemt niet weg dat er nog situaties zijn waar veel geurhinder ervaren wordt.

Bij deze situaties waar sprake is van veel geurhinder spelen combiluchtwassers die minder goed presteren dan verwacht ook een rol. Samen met de gemeente Deurne heeft het ministerie verschillende technische mogelijkheden besproken die zouden kunnen zorgen voor een verbetering van de werking van de geurreductiesystemen. Hierbij is concreet gekeken naar de invloed van het ontwerp en het toepassen van maatregelen, zoals de hoogte van de ventilatieopening en de snelheid van de uitstromende lucht. De gemeente Deurne is op zoek naar praktische maatregelen die op korte termijn toe te passen zijn.

Daarnaast loopt er in het kader van het Schone Lucht Akkoord in de provincie Noord-Brabant een pilot voor het goed benutten van biologische combi-luchtwassers in de varkenshouderij. Het doel is om te komen tot een aanpak waarmee bestaande biologische combi-luchtwassers in varkenshouderijbedrijven in Noord-Brabant en uiteindelijk ook landelijk, goed benut kunnen worden voor ammoniak- (secundair fijnstof) en geurverwijdering.

Verder heb ik in mijn brief van 25 november 20223 met de beleidsreactie op het rapport verbetering effectiviteit emissiearme stallen, onder andere ook aanbevelingen op de korte termijn overgenomen. De realisatie van deze aanbevelingen zal voor bestaande stallen naar verwachting ook voor geur in Deurne tot betere resultaten, en daarmee minder geurhinder, gaan leiden.

Een van de instrumenten die met name voor de aanpak van bestaande situaties ingezet kan worden, is het Crisis- en herstelwet experiment (Chw). Voor situaties waar sprake is van grote geurhinder betekent dit dat een gemeente een bestaande vergunning aan kan passen en bijvoorbeeld aanvullende eisen kan stellen.

Deurne is op de hoogte van dit instrument, maar loopt naar eigen zeggen aan tegen het probleem van een complexe onderbouwing van de toepassing van dit instrument. Daardoor wordt het gebruik van dit instrument door de gemeente als arbeidsintensief en juridisch risicovol ervaren. Verder heeft de gemeente zorgen over de omvang van de nadeelcompensatie. Deze problemen en zorgen worden volgens Deurne door meerdere gemeenten gedeeld.

Deurne heeft daarom voorgesteld om op korte termijn met een aanpak te komen voor situaties waar sprake is van grote geurhinder. Dit wil de gemeente doen door aan de hand van een of meerdere concrete casussen een werkbare aanpak te ontwikkelen die daarna breder toegepast kan worden. Deze aanpak moet in ieder geval leiden tot vermindering van het aantal overbelaste geurgevoelige woningen. De aanpak voorziet verder in het betrekken van zowel de veehouders en ZLTO, als omwonenden, Vereniging Stop de Stank, GGD, experts, etc. De mogelijkheden van Chw zullen daarbij ook aan de orde komen. Ook wordt gekeken of andere gemeenten met een eigen casus aan willen sluiten.

Het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat heeft aangeboden om mee te willen denken en te adviseren bij de uitvoering van deze aanpak, waaronder ook de mogelijkheden van Chw. Er is verder afgesproken om met elkaar de vinger aan de pols te blijven houden bij de voortgang. Ik heb goede hoop dat er met de aanpak die Deurne voorstelt en de bijstand die het ministerie heeft toegezegd, een praktische en werkbare aanpak komt die Deurne en andere gemeenten zal helpen bij de aanpak van geurhinder. De ervaringen uit de gesprekken in Deurne neem ik ook mee in de ontwikkeling van samenhangend beleid, dat lokaal zal doorwerken.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
V.L.W.A. Heijnen


  1. Kamerstukken 29 383 en 28 973, nr. 385↩︎

  2. Door toepassen endotoxinekader; endotoxinen zijn celwandresten van bacteriën. Als deze organismen afsterven komen de endotoxinen vrij. De endotoxinen binden zich aan bacterieresten, stofdeeltjes of waterdeeltjes. In deze toestand kunnen ze zich gemakkelijk in de omgeving verspreiden. (Infomil)↩︎

  3. Kamerstukken 29 383 en 28 973, nr. 384↩︎