Stand van zaken inframarginale elektriciteitsheffing
Voorzienings- en leveringszekerheid energie
Brief regering
Nummer: 2023D08312, datum: 2023-02-27, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-29023-395).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: R.A.A. Jetten, minister voor Klimaat en Energie (D66)
Onderdeel van kamerstukdossier 29023 -395 Voorzienings- en leveringszekerheid energie.
Onderdeel van zaak 2023Z03527:
- Indiener: R.A.A. Jetten, minister voor Klimaat en Energie
- Volgcommissie: vaste commissie voor Financiën
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2023-03-07 17:00: Procedurevergadering commissie EZK (Procedurevergadering), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2023-03-08 12:44: Aansluitend: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2023-06-01 10:00: Gasmarkt en leveringszekerheid (Commissiedebat), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2023-06-08 15:00: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 |
29 023 Voorzienings- en leveringszekerheid energie
22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie
Nr. 395 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR KLIMAAT EN ENERGIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 februari 2023
Met de brief van 30 november 2022 (Kamerstukken 29 023 en 22 112, nr. 361) heb ik samen met de Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst, uw Kamer geïnformeerd over de uitvoering van het tijdelijk verplicht plafond op marktinkomsten van elektriciteitsproducenten volgens Verordening (EU) 2022/1854 van de Raad van 6 oktober 2022 (hierna: de Verordening) betreffende een noodinterventie in verband met de hoge energieprijzen. Met deze brief wil ik uw Kamer, mede namens de Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst, een stand van zaken geven. Ik ga hieronder kort in op de uitwerking in een wetsvoorstel, de evaluatie en consultatie van de Europese Commissie, het hoger vrijgesteld bedrag voor biogas en op een bijstelling van de geraamde opbrengst.
Uitwerking in wetsvoorstel
In de brief van 30 november 2022 is aangegeven dat het kabinet werkt aan een voorstel voor een zelfstandige uitvoeringswet voor deze tijdelijke heffing. Inmiddels is de internetconsultatie over de «Tijdelijke wet inframarginale elektriciteitsheffing» gesloten. Er zijn 45 reacties ontvangen. Daarnaast zijn er ook uitvoeringstoetsen uitgevoerd door de Nederlandse Emissieautoriteit (NEa), de Autoriteit Consument & Markt (ACM), de Belastingdienst (BD) en het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR). Ik verwacht die van de Raad voor de rechtspraak binnenkort te ontvangen. In een consultatieverslag en in de toelichting op het wetsvoorstel zullen deze worden samengevat en op hoofdlijnen van een reactie voorzien. De volgende stap in het proces is om het wetsvoorstel, na behandeling door de ministerraad, voor advies aan te bieden aan de Afdeling advisering van de Raad van State.
Consultatie en evaluatie Europese Commissie
In de brief van 30 november 2022 is aangegeven dat de inframarginale elektriciteitsheffing van toepassing is in de periode 1 december 2022 tot en met 30 juni 2023. In de Verordening is een bepaling opgenomen waarmee de Europese Commissie uiterlijk 30 april 2023 de regeling evalueert en eventueel voorstellen kan doen over de toepassingsperiode van de Verordening, waarmee ook een verlenging van de heffingsperiode tot de mogelijkheden behoort. Zoals gemeld in de Kamerbrief van 13 februari 2023 heeft de Europese Commissie een consultatie geopend over de elektriciteitsmarkt. In de consultatie was de inframarginale elektriciteitsheffing één van de onderwerpen. Het kabinet heeft een reactie gegeven op de consultatie. Voor wat betreft de inframarginale elektriciteitsheffing heeft het kabinet gewezen op de complexiteit van implementatie, de impact van de heffing op de markt en de gewijzigde context bij gedaalde elektriciteitsprijzen ten opzichte van de elektriciteitsprijzen die golden bij de totstandkoming van de Verordening. De reactie wordt middels de EZK EU-kwartaalrapportage consultaties met u gedeeld.
Hoger vrijgesteld bedrag voor elektriciteit opgewekt uit gasvormige biomassa (biogas)
Op 21 februari 2023 is in antwoorden op vragen van het lid Bontenbal (CDA) aangegeven dat voor gasvormige biomassa (biogas) een hoger vrijgesteld bedrag zal gelden van € 285 / MWh, in plaats van het huidige plafond van € 240 / MWh (Aanhangsel Handelingen II 2022/23, nr. 1632). Met het hogere vrijgesteld bedrag wordt beter aangesloten bij het vrijgesteld bedrag dat voor gasvormige biomassa geldt in Duitsland en België en bij Duits onderzoek naar deze sector. Met deze wijziging wordt geborgd dat biogas-WKK’s niet minder elektriciteit produceren als direct gevolg van de inframarginale elektriciteitsheffing, wat een onwenselijke situatie zou zijn. Het plafond van € 240 / MWh zal blijven gelden voor vaste biomassa. Voor nadere informatie verwijs ik naar de beantwoording van de kamervragen.
Deze wijziging van het vrijgesteld bedrag voor gasvormige biomassa is niet noodzakelijkerwijs de enige wijziging naar aanleiding van de internetconsultatie en toetsen van de wet. Gezien het belang om de sector zo snel mogelijk van duidelijkheid te voorzien, de inframarginale elektriciteitsheffing wordt met terugwerkende kracht ingevoerd, kies ik ervoor om deze wijziging zo snel mogelijk bekend te maken.
Bijstelling geschatte opbrengst
In de brief van 30 november 2022 was aangegeven dat het Centraal Planbureau zou worden gevraagd een raming op basis van het wetsvoorstel te certificeren voordat deze bij de Tweede Kamer wordt ingediend. In het Centraal Economisch Plan 2023 van het CPB van 9 maart 2023 wordt een actuele raming van de opbrengst van de inframarginale elektriciteitsheffing opgenomen. Deze raming is nog onderhanden, maar zal uitkomen op € 0,1–0,2 miljard. Dit is een forse daling van de geraamde opbrengsten van € 1,8 miljard die in de Kamerbrief van 30 november 2022 werden opgenomen.
De belangrijkste oorzaak van deze daling is dat de elektriciteitsprijzen zijn gedaald, waardoor er veel minder sprake is van omzet die boven het vrijgestelde plafond van de heffing ligt. Er wordt door de lagere prijzen dus minder omzet afgeroomd. Deze veel lagere prijzen zijn goed nieuws voor de burgers en bedrijven, die de kosten voor elektriciteit zullen zien dalen.
Eind november 2022 waren de elektriciteitsprijzen voor levering in de maanden december 2022 tot en met juni 2023 gemiddeld nog rond de € 330 / MWh. In de maand december 2022 was de gemiddelde elektriciteitsprijs op de dagvooruitmarkt € 259 / MWh en in januari 2023 € 126 / MWh. Voor de komende maanden februari tot en met juni 2023 zijn de prijzen op dit moment vergelijkbaar met die van januari 2023. De inframarginale elektriciteitsheffing vindt pas plaats boven het vrijgesteld bedrag van minimaal € 130 / MWh. De elektriciteit kan niettemin op andere momenten verkocht zijn of nog worden verkocht.
In de raming van de opbrengst van de inframarginale heffing worden de daadwerkelijke inkomsten van de elektriciteitsproducenten geschat, onder andere rekening houdend met wanneer ze kunnen produceren (profieleffect) en de wijze en moment waarop ze hun elektriciteit die ze in de maanden december 2022 tot en met juni 2023 produceren verkocht hebben (hedges). Aangezien de raming heel gevoelig is voor de elektriciteitsprijs en het verleden heeft laten zien dat deze binnen korte tijd sterk kan fluctueren, blijft de geschatte opbrengst van de raming zeer onzeker.
De Minister voor Klimaat en Energie,
R.A.A. Jetten