[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Reactie op de gewijzigde motie van het lid Omtzigt c.s. over een regeling waarin is vastgelegd wat een passende vergoeding is voor de stroomkosten in 2023 (Kamerstuk 36252-35)

Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2023

Brief regering

Nummer: 2023D08627, datum: 2023-03-02, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36200-XVI-203).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 36200 XVI-203 Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2023.

Onderdeel van zaak 2023Z03671:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2022-2023

36 200 XVI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2023

Nr. 203 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 maart 2023

Bij de stemmingen op donderdag 22 december jl.1 heeft het lid Omtzigt (Lid Omtzigt) naar aanleiding van een aangenomen motie over de vergoeding van stroomkosten voor gebruik van zuurstofapparatuur thuis2, gevraagd binnen een week een gewijzigde regeling voor deze vergoeding per 1 januari 2023 te ontvangen. Laatstelijk in mijn brief van 2 februari jl.3 heb ik hierop gereageerd en aangegeven de noodzaak tot aanpassingen van de vergoedingen nogmaals bij betreffende zorgverzekeraars te onderstrepen en parallel de mogelijkheden te verkennen om in de Regeling zorgverzekering tijdelijk, gezien de bijzondere situatie op de huidige energiemarkt, expliciet voor te schrijven op welke manier zorgverzekeraars een passende vergoeding dienen te bieden voor stroomkosten bij het thuisgebruik van zuurstofapparatuur.

Ik heb zowel met de zorgverzekeraars gezamenlijk gesproken als met een aantal individuele zorgverzekeraars. Uit deze gesprekken kwam naar voren dat bij het merendeel van de verzekeraars de vergoeding is aangepast. Uit deze gesprekken is ook gebleken dat er verschillen zijn tussen zorgverzekeraars en dat zorgverzekeraars geen rekening houden met de fluctuaties van de energieprijzen, waardoor het de vraag is of een passende vergoeding van stroomkosten bij patiënten die gebruik maken zuurstofapparatuur in de thuissituatie, op dit moment, voldoende wordt ingevuld.

Zoals ik schreef in mijn brief van 2 februari jl. is in algemene zin terughoudendheid gewenst om hier via regelgeving in te voorzien. Het is aan zorgverzekeraars om invulling aan een passende vergoeding van stroomkosten te geven. De Nederlandse Zorgautoriteit ziet hierop toe. Daarnaast hebben verzekerden de mogelijkheid om klachten rondom de zorgverzekering in te dienen bij de Stichting Klachten en Geschillen Zorgverzekeringen (SKGZ). Zij zijn onpartijdig en geven een bindend advies

In deze kwestie is dan ook relevant dat het vraagstuk van vergoeding van stroomkosten door thuisgebruik van zuurstofapparatuur door een individuele verzekerde is voorgelegd bij de eerder genoemde SKGZ. De SKGZ heeft op 23 februari jl. in deze individuele zaak uitspraak gedaan en heeft ter onderbouwing daarvan Zorginstituut Nederland gevraagd te adviseren. Het Zorginstituut heeft aangegeven dat uit de bestaande relevante regelgeving blijkt dat zorgverzekeraars een zo reëel mogelijke vergoeding moeten vaststellen, rekening houdend met de ontwikkelingen op de energiemarkt.

Hoewel genoemde uitspraak van de SKGZ slechts binding heeft voor het individuele geval, brengt deze wel duidelijkheid en wordt richting gegeven aan de wijze waarop zorgverzekeraars de regelgeving moeten invullen.

Naar aanleiding van deze uitspraak heb ik opnieuw contact gehad met Zorgverzekeraars Nederland en heb ik laten weten er vanuit te gaan dat zorgverzekeraars hun vergoedingenbeleid aan deze uitspraak aanpassen. Daarmee verwacht ik dat het niet nodig is om de Regeling zorgverzekering tijdelijk aan te passen. In afwachting van de reactie van de zorgverzekeraars tref ik wel verdere voorbereidingen zodat, een aanpassing van de Regeling zorgverzekering zo nodig nog dit voorjaar vastgesteld kan worden.

In het voorjaar breng ik uw Kamer op de hoogte in hoeverre de zorgverzekeraars hun vergoedingenbeleid hebben aangepast.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E.J. Kuipers


  1. Handelingen II 2022/23, nr. 38, item 32.↩︎

  2. Kamerstuk 36 252, nr. 35.↩︎

  3. Kamerstuk 36 200 XVI, nr. 202.↩︎