Preview document (🔗 origineel)

---

Tweede Kamer der Staten-Generaal	2
Vergaderjaar 2022-2023

31 936 Luchtvaartbeleid

Nr. 1046 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 maart 2023

Onder verwijzing naar de voorhangprocedure op grond van artikel 8a.54, derde lid, van de Wet luchtvaart zend ik u bijgaand het ontwerp van het besluit tot vaststelling van een beperkingengebied voor de buitenlandse burgerluchthaven Weeze en de in dat gebied geldende regels (Besluit beperkingengebied Weeze).

Het Besluit beperkingengebied Weeze geeft de grenzen aan van het beperkingengebied en bevat regels omtrent de bestemming en het gebruik van de grond binnen het beperkingengebied. Het betreft dus geen keuze over de omvang van de luchthaven Weeze. Dit is voorbehouden aan de Duitse overheden en een wijziging daarvan is op dit moment niet aan de orde.

Volgens de Wet luchtvaart bevat een besluit beperkingengebied buitenlandse luchthavens in elk geval regels met betrekking tot het gebruik van Nederlands grondgebied met het oog op de geluidbelasting van het luchthavenluchtverkeer, het externe veiligheidsrisico en de vliegveiligheid. Om de omgeving in de nabijheid van de luchthaven Weeze een gelijkwaardige bescherming te geven als de omgeving rond Nederlandse luchthavens legt dit besluit dezelfde beperkingengebieden vast als bij deze luchthavens.

Er worden geen ruimtelijke plannen geraakt door het vaststellen van de beperkingengebieden. Hierover heeft overleg met de gemeente Bergen plaatsgevonden.

De termijn van de voorhangprocedure is van 7 maart 2023 tot en met 4 april 2023.

Een gelijkluidende brief heb ik gezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
M.G.J. Harbers