Motie van het lid Palland over bij de uitwerking in lagere regelgeving uitgaan van een gefaseerde invoering
Wijziging van de Arbeidsomstandighedenwet en de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs in verband met de invoering van de verplichting om over een werkwijze te beschikken die gericht is op het creëren van gelijke kansen in het proces van werving en selectie en het toezicht daarop (Wet toezicht gelijke kansen bij werving en selectie)
Motie
Nummer: 2023D09400, datum: 2023-03-08, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35673-24).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: H.M. Palland, Tweede Kamerlid (Ooit CDA kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 35673 -24 Wijziging van de Arbeidsomstandighedenwet en de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs in verband met de invoering van de verplichting om over een werkwijze te beschikken die gericht is op het creëren van gelijke kansen in het proces van werving en selectie en het toezicht daarop (Wet toezicht gelijke kansen bij werving en selectie).
Onderdeel van zaak 2023Z04035:
- Indiener: H.M. Palland, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
- 2023-03-08 12:45: Wet toezicht gelijke kansen bij werving en selectie (35673) (Plenair debat (wetgeving)), TK
- 2023-03-14 15:15: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 |
35 673 Wijziging van de Arbeidsomstandighedenwet en de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs in verband met de invoering van de verplichting om over een werkwijze te beschikken die gericht is op het creëren van gelijke kansen in het proces van werving en selectie en het toezicht daarop (Wet toezicht gelijke kansen bij werving en selectie)
Nr. 24 MOTIE VAN HET LID PALLAND
Voorgesteld 8 maart 2023
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het wetsvoorstel een uitzondering biedt voor het schriftelijkheidsvereiste voor werkgevers met ten hoogste 25 werknemers;
overwegende dat de Raad van State adviseert om in elk geval werkgevers met minder dan 50 werknemers vooralsnog uit te zonderen van de werkingssfeer van het wetsvoorstel;
overwegende dat het ATR aangeeft dat de maatregelen voor kleinere bedrijven niet werkbaar zijn en het uit het oogpunt van zorgvuldigheid noodzakelijk is om eerst een praktijkproef uit te voeren alvorens over invoering van het wetsvoorstel te besluiten;
verzoekt het kabinet:
• bij de uitwerking van het wetsvoorstel in lagere regelgeving (AMvB) uit te gaan van een gefaseerde invoering, waarbij voor de groep werkgevers met een personeelsbestand tussen de 25 en 50 werknemers eerst op basis van een vrijwillige kopgroep ervaring wordt opgedaan in de praktijk met onder andere het schriftelijkheidsvereiste;
• de lessons learned vanuit de vrijwillige kopgroep terug te koppelen aan de Tweede Kamer alvorens de schriftelijkewerkwijzeverplichting voor de groep werkgevers met een personeelsbestand tussen 25 en 50 werknemers verder in de praktijk te implementeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Palland