Reactie op verzoek commissie over juridisch adviezen bij de brief over omgang met vertrouwelijke politieke contacten
Reikwijdte van artikel 68 Grondwet
Brief regering
Nummer: 2023D10067, datum: 2023-03-13, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-28362-66).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: H.G.J. Bruins Slot, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (Ooit CDA kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 28362 -66 Reikwijdte van artikel 68 Grondwet.
Onderdeel van zaak 2023Z04293:
- Indiener: H.G.J. Bruins Slot, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2023-03-16 13:00: Wet open overheid (Commissiedebat), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2023-03-16 13:30: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2023-03-23 11:30: Procedurevergadering commissie Binnenlandse Zaken (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2023-05-11 14:00: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2023-06-29 14:00: De reikwijdte van de inlichtingenplicht van artikel 68 van de grondwet (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 |
28 362 Reikwijdte van artikel 68 Grondwet
Nr. 66 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 maart 2023
Op 20 december 2022 zond ik uw Kamer een brief over de omgang met vertrouwelijke politieke contacten.1 De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken heeft mij op 20 januari 2023 verzocht om de juridische adviezen die aan deze brief ten grondslag liggen met uw Kamer te delen.
In reactie op dit verzoek kan ik melden dat de ambtelijke advisering – inclusief de juridische aspecten – die ik in de aanloop naar de verzending van voornoemde brief heb ontvangen van de directie Constitutionele Zaken en Wetgeving van mijn ministerie, is opgenomen in een beslisnota met daarbij een concept van de brief zelf. De brief bevat de onderbouwing voor het daarin ingenomen kabinetsstandpunt. Zowel de beslisnota2 als de brief heeft uw Kamer reeds ontvangen. Er zijn ten behoeve van deze brief geen andere (juridische) adviezen opgesteld op mijn ministerie. Ook zijn geen externe adviezen ingewonnen.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
H.G.J. Bruins Slot