Reactie op rapport 'Een stevige positie in het hoger onderwijs'
Hoger Onderwijs-, Onderzoek- en Wetenschapsbeleid
Brief regering
Nummer: 2023D10503, datum: 2023-03-16, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-31288-1024).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: R.H. Dijkgraaf, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Een stevige positie in het hoger onderwijs. Monitor implementatie Wet invoering Associate degree-opleiding 2018-2022
- Beslisnota inzake Reactie op rapport 'Een stevige positie in het hoger onderwijs'
Onderdeel van kamerstukdossier 31288 -1024 Hoger Onderwijs-, Onderzoek- en Wetenschapsbeleid.
Onderdeel van zaak 2023Z04469:
- Indiener: R.H. Dijkgraaf, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2023-03-22 15:16: Aansluitend: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2023-03-23 10:15: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2023-06-15 10:15: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2023-06-29 10:15: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2023-09-06 11:30: Extra procedurevergadering commissie OCW (groslijst controversieel verklaren) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2024-04-15 10:00: Toekomstverkenning vervolgonderwijs (Notaoverleg), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2024-04-18 14:35: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 |
31 288 Hoger Onderwijs-, Onderzoek- en Wetenschapsbeleid
Nr. 1024 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 maart 2023
Hierbij stuur ik u het eindrapport van de Monitor «implementatie Wet invoering Associate-degree-opleiding» (Ad): «Een stevige positie in het hoger onderwijs». Deze monitor, waarvan in 2021 al een tussenrapportage verscheen, biedt waardevolle inzichten in de ontwikkelingen van de Ad, zoals het onderwijsaanbod, de samenwerking tussen mbo-instellingen en hogescholen, de betrokkenheid van het regionale bedrijfsleven, de ervaringen van Ad-studenten en de aansluiting van de opleiding op het werkveld.
De Ad lijkt echt een eigen plek te hebben gevonden tussen het mbo en de hbo-bachelor, met een eigen identiteit en daarmee een eigen aantrekkingskracht. Ik zie de afronding van deze monitor dan ook als een symbolisch einde van de beginfase van de Ad. Een heuglijk moment. Niet omdat er geen uitdagingen meer voor ons liggen, maar wel omdat ik in de cijfers lees dat deze nieuwe opleidingssoort echt is geland in het Nederlandse onderwijs.
Via de Wet invoering Associate-degree-opleidingen heeft de Ad op 1 januari 2018 een zelfstandige positie gekregen in de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. De Ad werd daarmee losgekoppeld van de hbo-bachelor, zodat de nieuwe onderwijsvorm een eigen ontwikkeling door kon gaan maken. De unieke positie en de korte looptijd zouden er voor moeten zorgen dat de Ad aantrekkelijk was voor mbo-afgestudeerden en reeds werkenden. Om de ontwikkelingen van Ad-opleidingen na de verzelfstandiging te kunnen volgen, heeft het Ministerie van OCW aan SEO Economisch Onderzoek gevraagd een monitoronderzoek uit te voeren tot medio 2022.
De resultaten van deze monitor laten een positieve ontwikkeling van de Ad zien. Steeds meer hogescholen bieden Ad-opleidingen aan en steeds meer studenten weten deze opleidingen te vinden. Het merendeel van de Ad-studenten is tevreden of zeer tevreden met hun opleiding in het algemeen. De relatief korte opleidingsduur en de doorstroommogelijkheid naar de hbo-bachelor spelen daarbij een belangrijke rol. De Ad is de afgelopen jaren uitgegroeid tot een volwassen onderwijssoort met een eigen plek in het Nederlandse onderwijsbestel.
Dat neemt niet weg dat er ook nog verbeteringen mogelijk zijn. Zo blijkt uit de monitor dat het Ad-aanbod nog steeds wordt overheerst door economische Ad-opleidingen, terwijl een evenwichtiger opleidingsaanbod wenselijk is. Een brede groep studenten, ook in de regio, moet kunnen profiteren van de beschikbaarheid van een voor hen geschikte Ad-opleiding. Ook voor werkgevers die medewerkers zoeken is een breder aanbod wenselijk, in het bijzonder in tekortsectoren. In dat kader is het bemoedigend dat het opleidingsaanbod in de sector Techniek al jaren achtereen groeit.
Verder blijkt uit de voor de monitor gehouden interviews dat de samenwerking tussen het hbo en het mbo met name is gericht op de ontwikkeling van de Ad-opleiding. Voortzetting van de samenwerking na de opstartfase is in sommige regio’s nog een aandachtspunt, de beschikbare tijd wordt soms vooral gestoken in de samenwerking met het bedrijfsleven. Dat is een gemiste kans, want een groot gedeelte van de studenten komt uit het middelbaar beroepsonderwijs. Een goede afstemming van de voorlichting, maar vooral ook van de onderwijsinhoud zijn dan erg belangrijk. Gelukkig zijn er ook hogescholen die juist wel een duurzame samenwerking met het mbo hebben opgezet. Bijvoorbeeld omdat zij zich juist profileren met de door hen aangeboden Ad-opleidingen en hierdoor extra aandacht aan de grote groep instromers vanuit het mbo besteden.
Ook geven geïnterviewden aan dat er nog winst is te behalen op het gebied van de bekendheid van de Ad bij werkgevers en het onderhouden van een duurzame relatie met (stage)bedrijven in een krappe arbeidsmarkt. Dit zijn bekende signalen, als nieuwe opleidingssoort is de Ad echt nog bezig een plek te veroveren in de hoofden van werkgevers. Waar we naar toe willen is de situatie dat een werkgever denkt: voor deze positie wil ik een Ad-geschoolde. Voor een deel zal dit zichzelf oplossen doordat steeds meer Ad-studenten op de arbeidsmarkt verschijnen, maar het is belangrijk om te kijken of dit proces versneld kan worden.
Over deze onderwerpen ga ik de komende tijd in gesprek met de MBO raad, de Vereniging Hogescholen en het Platform Ad. De opgedane inzichten zal ik ook meenemen in de bredere toekomstverkenning van het vervolgonderwijs. Daarnaast blijf ik de ontwikkelingen rond de Ad natuurlijk nauwgezet volgen. Ik houd uw Kamer daarbij op de hoogte van relevante ontwikkelingen.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
R.H. Dijkgraaf