[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Eindtekst

Wijziging van enkele wetten van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (Verzamelwet IenW 2021)

Eindtekst

Nummer: 2023D11497, datum: 2023-03-16, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2022Z24599:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


De Tweede Kamer der Staten- PRIVATE  

Generaal zendt bijgaand door

haar aangenomen wetsvoorstel

aan de Eerste Kamer.

De Voorzitter,

16 maart 2023







Wijziging van enkele wetten van het Ministerie van Infrastructuur en
Waterstaat (Verzamelwet IenW 2021)







GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET



	Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins
van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben dat het wenselijk is dat in de
Algemene wet bestuursrecht, de Drinkwaterwet, de Spoorwegwet, de
Waterschapswet, de Waterwet, de Wet milieubeheer, de Wet op de
economische delicten, de Wet personenvervoer 2000, de Wet van 3 december
2009 tot wijziging van enkele bijzondere wetten in verband met de Wet
dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen (Stb. 2009, 542), de Wet
volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en milieubeheer BES, en de Wet
zeevarenden, wijzigingen en technische verbeteringen aan te brengen;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State
gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden
en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

In artikel 4 van bijlage 2 bij de Algemene wet bestuursrecht wordt in
het onderdeel Spoorwegwet voor “hoofdstuk 5, paragraaf 2” ingevoegd
“artikel 63, tweede lid, ”. 

ARTIKEL II

De Drinkwaterwet wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1, eerste lid, worden in de alfabetische rangschikking de
volgende begrippen ingevoegd, onder vervanging van de punt aan het slot
van de begripsomschrijving van woninginstallatie door een puntkomma:

kleine collectieve watervoorziening: collectieve watervoorziening die
per dag gemiddeld tussen 10 kubieke meter en 100 kubieke meter
drinkwater levert of die tussen 50 en 500 personen per dag bedient; 

zeer kleine collectieve watervoorziening: collectieve watervoorziening
die gemiddeld minder dan 10 kubieke meter per dag drinkwater levert of
minder dan 50 personen per dag bedient.

B

In artikel 21, derde lid, onderdeel a, aanhef, tweede volzin, wordt
“hebben betrekking op” vervangen door “hebben in elk geval
betrekking op”.

C

In artikel 22, achtste lid, slotzin, wordt “Het derde” vervangen
door “Het vierde”.

D

Artikel 25, tweede en derde lid, komt te luiden:

2. Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat hoofdstuk
III of een of meer daarbij aan te wijzen artikelen van deze wet niet van
toepassing zijn op een zeer kleine collectieve watervoorziening:

a. die geen drinkwater levert in het kader van een commerciële of
openbare activiteit, waarbij in elk geval wordt voldaan aan artikel 3,
vierde lid, van de Drinkwaterrichtlijn, of

b. die drinkwater levert in het kader van een commerciële of openbare
activiteit, waarbij in elk geval wordt voldaan aan artikel 3, zesde lid,
van de Drinkwaterrichtlijn.

3. Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat een of meer
daarbij krachtens artikel 21, derde lid, aanhef en onder b, gestelde
eisen niet van toepassing zijn op een kleine collectieve
watervoorziening, waarbij in elk geval wordt voldaan aan artikel 9,
zesde lid, van de Drinkwaterrichtlijn. 

ARTIKEL III

In artikel 2, vierde lid, van de Spoorwegwet wordt “het Staatsblad”
vervangen door “de Staatscourant”.

ARTIKEL IV

De Waterschapswet wordt als volgt gewijzigd: 

A

Artikel 98, tweede lid, tweede en derde volzin, van de Waterschapswet,
komt te luiden: 

Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat stelt de vergoeding vast
en kan regels stellen over de berekening van de te betalen vergoeding,
de wijze van betaling van de verschuldigde vergoeding en het tijdstip
waarop de verschuldigde vergoeding wordt voldaan. De verschuldigde
vergoeding wordt betaald aan Onze Minister van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties, die de vergoeding kan invorderen bij dwangbevel.  

B

In artikel 172 van de Waterschapswet wordt “in het reglement”
vervangen door “in de verordening”.

ARTIKEL V

In de artikelen 2.3 en 2.12, tweede en vierde lid, van de Waterwet wordt
“hydraulische belasting en de sterkte” telkens vervangen door “de
overstromingskans dan wel de faalkans”. 

ARTIKEL VI

De Wet milieubeheer wordt als volgt gewijzigd:

A

Indien het bij koninklijke boodschap van 18 juli 2019 ingediende
voorstel van wet tot wijziging van de Algemene wet bestuursrecht in
verband met de herziening van afdeling 2.3 van die wet (Wet
modernisering elektronisch bestuurlijk verkeer) (Kamerstukken 35261) tot
wet wordt of is verheven en de in artikel I, onderdeel D, van die wet
opgenomen artikelen 2:7 en 2:8 in werking treden of zijn getreden, wordt
in artikel 9.2.2.1b van de Wet milieubeheer “artikel 2:15, eerste lid,
van de Algemene wet bestuursrecht” vervangen door ”de artikelen 2:7,
tweede lid, en 2:8 van de Algemene wet bestuursrecht”.

Aa

In de artikelen 7.2, eerste en zesde lid, 7.5, eerste lid, 7.7, tweede
lid, 7.9, vierde lid, 7.17, eerste en vijfde lid, 7.19, eerste en vierde
lid, 7.23, vierde lid, 7.27, zevende lid, 7.29, tweede lid, 7.30, tweede
lid, 7.38a, eerste, tweede, derde en vijfde lid, 7.38d, 7.38e en 7.38g,
wordt “belangrijke nadelige gevolgen” telkens vervangen door
“belangrijke gevolgen”. 

Ab

In de artikelen 7.12, tweede lid, 7.14, tweede lid, onder a, en 7.37,
tweede lid, onder b, wordt “belangrijke nadelige grensoverschrijdende
gevolgen” telkens vervangen door “belangrijke grensoverschrijdende
gevolgen”.

B

Aan titel 9.5. van de Wet milieubeheer wordt na artikel 9.5.7 een
artikel toegevoegd, luidende: 

Artikel 9.5.8

1. Er is een pyro-passregister, waarin controledocumenten zijn opgenomen
waarmee het bewijs wordt geleverd dat een persoon gemachtigd is bepaalde
pyrotechnische artikelen te hanteren of te gebruiken in het bijzonder in
een grensoverschrijdende context. In het pyro-passregister kunnen
hiertoe persoonsgegevens worden verwerkt. 

2. Onze Minister draagt zorgt voor de inrichting, instandhouding,
werking, toegankelijkheid en beveiliging van het pyro-passregister en
voor het beheer van de daarin opgenomen gegevens en bescheiden en treft
de nodige voorzieningen voor de elektronische uitwisseling van gegevens
en bescheiden. Onze Minister wordt aangemerkt als
verwerkingsverantwoordelijke voor de verwerking van de persoonsgegevens
in het pyro-passregister. 

3. De gegevens en bescheiden die in het pyro-passregister zijn
opgenomen, zijn langs elektronische weg toegankelijk voor bij algemene
maatregel van bestuur aangewezen bestuursorganen, bedrijven en personen,
met dien verstande dat de aangewezen bedrijven en personen slechts
toegang hebben voor zover dat noodzakelijk is om te verifiëren of het
controledocument in het pyro-passregister geldig is.  

4. Bij algemene maatregel van bestuur worden de gegevens en bescheiden
aangewezen die in het pyro-passregister worden opgenomen en worden
regels gesteld met betrekking tot de toegankelijkheid van het systeem en
de periode gedurende welke de gegevens en bescheiden worden bewaard.
Daarbij kunnen tevens regels worden gesteld met betrekking tot de
inrichting, instandhouding, werking en beveiliging van het systeem en
het beheer van de gegevens en bescheiden die daarin zijn opgenomen. Bij
ministeriële regeling kunnen met het oog op een goede uitvoering nadere
regels worden gesteld. 

5. Bij ministeriële regeling kan worden bepaald dat voor de aanvraag om
opgenomen te worden in het pyro-passregister een vergoeding verschuldigd
is. In dat geval worden bij die regeling tevens nadere regels gesteld
met betrekking tot de hoogte van de vergoeding en de wijze waarop deze
moet worden betaald.

6. Alvorens pyrotechnische artikelen te verstrekken die uitsluitend op
de markt mogen worden aangeboden aan personen met gespecialiseerde
kennis, stellen marktdeelnemers voor personen die in België, Nederland
of Luxemburg als persoon met gespecialiseerde kennis zijn aangewezen aan
de hand van de pyro-pass, raadpleging van het pyro-passregister en een
document als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Wet op de
identificatieplicht vast of deze gemachtigd zijn betreffende
pyrotechnische artikelen te hanteren of te gebruiken. Bij of krachtens
algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld.

C

In de artikelen 15.36, eerste lid, en 15.38, eerste lid, vervalt “, na
overleg met Onze Minister van Economische Zaken” en in artikel 15.39,
tweede lid, vervalt “na overleg met Onze Minister van Economische
Zaken”. 

D

Aan artikel 15.38 wordt een lid toegevoegd, luidende:

5. Onze Minister kan regels stellen met betrekking tot de gegevens die
een verzoeker bij een verzoek als bedoeld in het eerste lid dient te
overleggen.

ARTIKEL VII

In artikel 1a, onderdeel 1°, van de Wet op de economische delicten,
wordt onder “de Wet

milieubeheer” na “9.3a.3, eerste lid,” ingevoegd “9.5.8, zesde
lid,”.

ARTIKEL VIII

Artikel 87, zevende lid, van de Wet personenvervoer 2000 komt te luiden:

7. Op de in artikel 12 van de Bekendmakingswet bepaalde wijze wordt
mededeling gedaan van besluiten als bedoeld in het eerste, vierde of
zesde lid.

ARTIKEL IX

Artikel XVII van de Wet van 3 december 2009 tot wijziging van enkele
bijzondere wetten in verband met de Wet dwangsom en beroep bij niet
tijdig beslissen (Stb. 2009, 542) vervalt. 

ARTIKEL X

De Wet volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en milieubeheer BES wordt
als volgt gewijzigd:

A

Artikel 10.3 komt te luiden:

Artikel 10.3

1.De titels 4.4 en 5.1 tot en met 5.3 van de Algemene wet bestuursrecht
zijn van toepassing op bestuursorganen die tot taak hebben zorg te
dragen voor het toezicht op en de bestuursrechtelijke handhaving van het
bepaalde bij of krachtens deze wet, met dien verstande dat:

a. in artikel 4:89, tweede lid, voor “euro” wordt gelezen “dollar
als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van de Wet geldstelsel BES”;

b. in artikel 4:98, eerste lid, voor “de artikelen 119, eerste en
tweede lid, en 120, eerste lid, van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek”
wordt gelezen “de artikelen 119, eerste en tweede lid, en 120 van Boek
6 van het Burgerlijk Wetboek BES”; 

c. in artikel 4:98, tweede lid, de bedragen achtereenvolgens worden
gelezen “15 US dollars” en “7 US dollars”;

d. in artikel 4:113, eerste lid, de bedragen achtereenvolgens worden
gelezen “8 US dollars”, “565 US dollars”, “18 US dollars” en
“565 US dollars”;

e. in de artikelen 4:116 en 4:123 voor “Wetboek van Burgerlijke
Rechtsvordering” wordt gelezen “Wetboek van Burgerlijke
Rechtsvordering BES”;

f. artikel 4:120, tweede lid, niet van toepassing is; en

g. in artikel 5.16a voor “identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1
van de Wet op de identificatieplicht” wordt gelezen
“identiteitsdocument als bedoeld in artikel 2 van de Wet
identificatieplicht BES”.

2. De in het eerste lid, onderdelen b en c, bedoelde bedragen kunnen bij
regeling van Onze Minister van Justitie en Veiligheid worden gewijzigd
voor zover de consumentenprijsindex daartoe aanleiding geeft.

B

Artikel 10.5a vervalt. 

ARTIKEL XI

In artikel 62 van de Wet zeevarenden wordt onder vervanging van de punt
aan het slot van onderdeel k door een puntkomma een onderdeel
toegevoegd, luidende:

l. de afgifte, vervanging of vernieuwing van een
visserij-arbeidscertificaat.

ARTIKEL XII

De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk
besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of
onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

ARTIKEL XIII

Deze wet wordt aangehaald als: Verzamelwet IenW 2021.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en
dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De minister van Infrastructuur en Waterstaat, 

 

 

 PAGE    

 PAGE   1