Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over Comply or explain: wetgevingsoverzicht (Kamerstuk 36200-IV-44)
Vaststelling van de begrotingsstaten van Koninkrijksrelaties (IV) en het BES-fonds (H) voor het jaar 2023
Inbreng verslag schriftelijk overleg
Nummer: 2023D11516, datum: 2023-03-22, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2023D11516).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M.L.J. Paul, voorzitter van de vaste commissie voor Koninkrijksrelaties (Ooit VVD kamerlid)
- Mede ondertekenaar: E.A.M. Meijers, griffier
Onderdeel van zaak 2022Z26160:
- Indiener: A.C. van Huffelen, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Volgcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Koninkrijksrelaties
- 2023-01-17 15:05: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2023-01-25 13:00: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Koninkrijksrelaties
- 2023-03-22 10:00: Comply or explain: wetgevingsoverzicht (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Koninkrijksrelaties
- 2024-02-29 12:35: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
2023D11516 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Koninkrijksrelaties hebben de onderstaande fracties de behoefte vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de brief van 22 december 2022 inzake Comply or explain: wetgevingsoverzicht (Kamerstuk 36 200 IV, nr. 44).
De voorzitter van de commissie,
Paul
Griffier van de commissie,
Meijers
Inhoudsopgave
I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Inbreng VVD-fractie
Inbreng D66-fractie
Inbreng CDA-fractie
II. Antwoord / Reactie van de Staatssecretaris
III. Volledige agenda
I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Inbreng leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de brief van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het toepassen van Nederlandse wet- en regelgeving op Bonaire, Sint Eustatius en Saba (BES), d.d. 22 december 2022.
De leden van de VVD-fractie zouden graag enkele vragen stellen en enkele opmerkingen maken naar aanleiding van de brief van de Staatssecretaris. De leden van de VVD-fractie lezen dat er voor is gekozen om gefaseerd te werk te gaan bij de uitvoering van het principe van comply or explain in verband met het niet op één moment te veel willen belasten van de uitvoeringskracht en -capaciteit binnen Caribisch Nederland en de departementen. De leden van de VVD-fractie hebben begrip voor het opsplitsen van het wetgevingsoverzicht en dus voor de keuze om eerst «achterstallig onderhoud» in de wetgeving aan te pakken, de noodzakelijke kaderwetgeving op te stellen en te werken aan het opstellen van wetgeving op verzoek van de BES-eilanden. Dat is een grote opgave en zal een langjarig traject zijn. De leden van de VVD-fractie zouden wel van de staatsecretaris willen weten wanneer er een totaaloverzicht komt van alle wetgeving. Kan de Staatssecretaris aangeven wanneer het integrale wetgevingsoverzicht wordt verwacht?
Over het wetgevingsoverzicht dat is meegezonden als bijlage bij de brief van 22 december 2022 hebben de leden van de VVD-fractie enkele vragen. Verwacht de Staatssecretaris dat het wegwerken van zoals ze het zelf in haar brief noemt «achterstallig onderhoud» gevolgen zal hebben voor nieuwe wetgevingstrajecten en de capaciteit die daarvoor beschikbaar is? Kan de Staatssecretaris aangeven wat de prioritering is van de wetgeving die is opgenomen in bijgevoegd overzicht en of er voor deze wetgeving voldoende capaciteit is of dat deze gefaseerd zal worden ingevoerd? Zo ja, kan de Staatssecretaris meer inzicht geven in de planning?
Voorts lezen de leden van de VVD-fractie dat de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer (Wabb) ook van toepassing zal zijn op de BES-eilanden. Wanneer, zo is de verwachting, wordt hiervoor een wetsvoorstel bij de Tweede Kamer ingediend? De leden van de VVD-fractie hechten waarde aan een zo spoedig mogelijke invoering van het BSN op de BES-eilanden omdat dit ook voorwaardelijk is voor de digitalisering op de eilanden.
De bestuurscolleges van de BES hebben in een brief van 10 mei 2022 aangegeven de gelijke behandelingswetgeving zo snel mogelijk in- en uitgevoerd te willen zien in Caribisch Nederland. Ook de leden van de VVD-fractie zouden graag zo snel mogelijk zien dat deze wetgeving op de BES wordt ingevoerd en zij hebben hierover daarom ook enkele vragen. Hoe ziet de planning ten aanzien van dit wetgevingstraject eruit? Wanneer kan er een wetsvoorstel bij de Tweede Kamer worden ingediend?
In het wetgevingsoverzicht lezen de leden van de VVD-fractie dat er naar aanleiding van een evaluatie in 2018 aanpassingen benodigd zijn van de Wet Toelating en Uitzetting BES (WTU-BES). Deze wijzigingen hebben betrekking op onder andere de controle van grensoverschrijding. Deze controle is van belang voor het monitoren wie de grenzen van de BES-eilanden passeert. In het wetgevingsoverzicht lezen de leden van de VVD-fractie dat dit punt zich momenteel in de ambtelijke voorbereidingsfase bevindt. Ditzelfde geldt voor de modernisering van de strafbaarstelling van mensenhandel. De leden van de VVD-fractie achten het van belang dat ook op dit terrein zo spoedig mogelijk vorderingen worden gemaakt. Kan de Staatssecretaris aangeven wanneer de benodigde aanpassingen aan de WTU-BES en de strafbaarstelling van mensenhandel gedaan kunnen worden?
De Staatssecretaris geeft in haar brief aan dat voor de wat langere termijn gekeken wordt welke Europees Nederlandse wet- en regelgeving van toepassing moet worden verklaard in Caribisch Nederland en dat zij over de wijze waarop zij deze informatie met de Kamer gaat delen, de Kamer nader zal informeren. Op welke termijn is meer duidelijkheid te verwachten over welke Europees Nederlandse wet- en regelgeving van toepassing zal zijn in Caribisch Nederland?
De leden van de VVD-fractie missen voorts de planning van de WolBES en de FinBES in dit overzicht. Kan de Staatssecretaris meer inzicht geven in de planning op dit punt?
In het kader van een goede beoordeling van het comply or explain-principe achten de leden van de VVD-fractie het van belang dat er duidelijkheid is over de gehanteerde criteria. In dit kader verwijzen zij ook naar de motie Wuite c.s., Kamerstuk 36 200 IV, nr. 4. Zou de Staatssecretaris aan kunnen geven wat deze criteria precies zijn en kan de Staatssecretaris aangeven hoe en wanneer zij gevolg gaat geven aan deze motie?
Inbreng leden van de D66-fractie
Het uiteenvallen van de Nederlandse Antillen en de nieuwe situatie van de drie bijzondere gemeenten Bonaire, Sint Eustatius en Saba met een populatie van inmiddels ruim 25.000 inwoners zorgde ervoor dat in 2010 de keuze werd gemaakt om het principe van legislatieve terughoudendheid toe te passen. Men was de mening toegedaan dat door het insulaire karakter en het absorptievermogen van Caribisch Nederland, het onwenselijk was om alle Nederlandse wet- en regelgeving in een keer over te nemen. Dit heeft ertoe geleid dat diverse wet- en regelgeving met betrekking tot bijvoorbeeld bestaanszekerheid, publieke gezondheid, onderwijs, belastingen, ruimtelijke ontwikkeling of klimaat niet van toepassing is voor de Nederlandse burgers die wonen in Caribisch Nederland.
Het in 2015 uitgebrachte rapport van de commissie Spies «Vijf jaar verbonden», de voorlichting van de Afdeling advisering van de Raad van State en het Interdepartementaal Beleidsonderzoek Koninkrijksrelaties (Kamerstuk 35 300 IV, nr. 11) trokken allemaal uiterst kritische conclusies. Nederlandse burgers op deze drie eilanden zijn teleurgesteld en negatief over de transitie: ze horen er niet bij en worden met beleid en wetgeving bijna altijd vergeten. Er heerst soms een gevoel wel de lasten, maar niet de lusten te ervaren.
Sinds 2017 schrijft artikel 132a, lid 4 van de Nederlandse Grondwet voor dat voor deze drie openbare lichamen regels kunnen worden gesteld en andere specifieke maatregelen worden getroffen met het oog op bijzondere omstandigheden waardoor deze openbare lichamen zich wezenlijk onderscheiden van het Europese deel van Nederland. Indien er afwijkingen zijn dan moet dat helder worden uitgelegd aan de hand van criteria zoals het insulaire karakter, kleinschaligheid, klimatologische omstandigheden, draagkracht, en sociaaleconomische omstandigheden.
Er is inmiddels een lappendeken van honderden regels en wetten die soms specifiek voor de drie eilanden gelden en op andere onderwerpen wel of juist weer niet op Europees Nederlandse wetgeving is gebaseerd. In 2019 is daarom het principe van comply or explain geïntroduceerd. Dit principe gaat er vanuit dat wet- en regelgeving voor Europees Nederland automatisch geldt voor Caribisch Nederland.
De leden van de D66-fractie vragen of de (grondwettelijke) beleidsprincipes en uitgangspunten voldoende consequent worden toegepast. De vraag die ook door steeds meer (internationale) organisaties wordt gesteld is in hoeverre deze achterstand het gelijkwaardigheidsbeginsel aantast. Op grond hiervan vragen deze leden zich af of er sprake is van gemakzucht en of er naarmate het verschil in wet- en regelgeving groter wordt zelfs sprake is van discriminatie. De leden van de D66-fractie onderstrepen het standpunt dat bij het beleid voor Caribisch Nederland wordt gestreefd naar gelijkwaardigheid met Europees Nederland.
Tijdens het commissiedebat Governance Caribisch Nederland (d.d. 14 april 2022) heeft de Staatssecretaris Koninkrijksrelaties toegezegd (Kamerstuk 35 925 IV, nr. 64) om een wetgevingsoverzicht te sturen naar de Tweede Kamer, zodat inzicht wordt verschaft over de achterstand en hoe dit wordt ingehaald. De Staatssecretaris gaf tijdens dit debat aan dat het dan specifiek gaat over Nederlandse wetgeving die moet worden aangepast en omgezet naar wetgeving voor Caribisch Nederland.
Op grond van bovenstaande hebben de leden van de D66-fractie helaas met gemengde gevoelens kennisgenomen van de brief en de bijbehorende bijlage van het wetgevingsoverzicht. Deze leden constateren dat de staatsecretaris een overzicht heeft gestuurd met 49 wetten in voorbereiding. Het betreft deel I en een tweede deel volgt. Deze leden missen in het overzicht een visie over het principe en de toepassing van het principe van comply or explain. Deze leden vragen aan de Staatssecretaris om niet alleen stil te staan bij nieuwe regelgeving, maar ook nader toe te lichten welke (huidige) Europees Nederlands wetgeving, op welke wijze en binnen welk tijdsperspectief zal worden aangepast voor opname van Caribisch Nederland. Daarnaast vragen deze leden welke huidige regelgeving niet zal gelden en waarom.
De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de doelstellingen die de Staatssecretaris beoogt met onderhavig wetgevingsoverzicht. Ten eerste wil de Staatssecretaris door middel van dit overzicht de Kamer te informeren over welke wet- en regelgeving op korte en middellange termijn tot stand wordt gebracht. Ten tweede wil de Staatssecretaris de bewustwording over het principe van comply or explain binnen alle departementen van de rijksoverheid bevorderen. De leden van de D66-fractie zijn positief over deze doelstellingen, maar vragen waarom de staatsecretaris zich niet ten doel stelt om te informeren of en welke Nederlandse wetgeving zou moeten worden overgenomen. Daarnaast hebben de leden nog enkele andere kritische vragen die zij graag willen voorleggen aan de Staatssecretaris.
De leden van de D66-fractie zijn geïnformeerd dat de Staatssecretaris een speciaal projectteam Comply or explain heeft opgezet. De motie Wuite c.s. (Kamerstuk 36 200 IV, nr. 13) verzocht de regering de Kamer in het eerste kwartaal van 2023 te informeren over de vorderingen van het projectteam comply or explain en hoe zij vertegenwoordigers en burgers van Caribisch Nederland betrekt en informeert. Deze leden vragen aan de Staatssecretaris wat de samenstelling, de taken en bevoegdheden zijn van dit team. Verder vragen deze leden welke vorderingen zijn gemaakt en wat het plan van aanpak is.
Daarnaast vragen deze leden wat de omvang is van al het achterstallig onderhoud. Met andere woorden, wat is het totale aantal wetsvoorstellen dat nog verwerkt moet worden en nu niet in het overzicht is opgenomen? Deze leden hebben nog enkele vervolgvragen over de totstandkoming van het wetgevingsoverzicht.
De leden van de D66-fractie merken op dat zowel de departementen en de openbare lichamen hebben bijgedragen aan de prioritering van dit overzicht. De leden van D66-fractie vragen of de Staatssecretaris kan toelichten wie van de openbare lichamen zijn geconsulteerd. Zijn de gezaghebbers van Bonaire en Saba geconsulteerd, de Gedeputeerden en/of de Eilandsraadleden en zo ja, wat zijn hun reacties op dit wetgevingsoverzicht? Welke rol heeft de Rijksdienst Caribisch Nederland of de Taskforce Caribisch Nederland gehad in de totstandkoming en de prioritering van dit overzicht? De leden van de D66-fractie vragen aan de Staatssecretaris of alle drie de openbare lichamen tot dezelfde conclusie zijn gekomen dat de 49 wetsvoorstellen in dit overzicht prioriteit genieten of is er ook sprake van andere wet- en regelgeving die nu niet op de lijst staat.
De leden van de D66-fractie merken op dat een aantal belangrijke wetsvoorstellen niet in het overzicht is opgenomen. Deze leden constateren dat met name beleid ten aanzien van klimaat, natuur, milieu en ruimtelijke ordening geen onderdeel is van het wetgevingsoverzicht. Deze leden missen bijvoorbeeld de volgende wetsvoorstellen:
• Ruimtelijk ordeningsprogramma BES;
• Visserijwet BES;
• Wet grondslagen natuurbeheer BES versus Wet Natuurbescherming in Nederland;
• Klimaatwet versus maatregelen ten aanzien van klimaatmitigatie en klimaatadaptatie voor Caribisch Nederland;
• Waterwet, waaronder waterveiligheidsnormen.
Deze leden vragen aan de Staatssecretaris waarom geen prioriteit is gegeven aan de Wet minimumloon, de toeslagenwet of specifieke regelgeving voor toegang tot groei en verduurzaming of economische versterking. De leden vragen de staatsecretaris aan te geven waarom er bijzondere BES wet- en regelgeving wordt opgesteld en waarom huidige (Europees Nederlandse) wetgeving niet zodanig wordt aangepast dat het ook voor de drie eilanden geldt. Ter illustratie zien we bij de Wet op de Nederlandse organisatie voor wetenschappelijk onderzoek: «NWO kan geen subsidies verlenen op CN; wordt nu opgepakt in een verzamelwet» (zie wetgevingsoverzicht). Bij andere regelgeving zien we dat ervoor wordt gekozen om het met Europees Nederlandse wetgeving samen te voegen. Deze leden vragen aan de Staatssecretaris welke redenen eraan ten grondslag liggen om voor specifieke regelgeving of voor het samenvoegen te kiezen.
De leden van de D66-fractie constateren dat het tijdpad voor de implementatie van de 49 wetsvoorstellen uit het overzicht onduidelijk is. Deze leden merken op dat bij een aantal wetsvoorstellen «Ambtelijke voorbereiding» staat genoteerd en dat vinden deze leden erg vaag. Deze leden vragen of de Staatssecretaris kan duiden wat het gewenste tijdpad is om zowel de eerste als ook de tweede tranche van achterstallige wetgeving van kracht te laten zijn in Caribisch Nederland?
De leden van de D66-fractie trekken een voorzichtige conclusie dat de inhaalslag van de achterstallige wet- en regelgeving nog jaren kan duren. Deze leden vragen aan de Staatssecretaris of er een manier is om in één keer in alle Nederlandse wetgeving van toepassing te laten verklaren voor Caribisch Nederland. Deze leden vragen via welke hogere wetgeving dit kan worden uitgevoerd en of de Staatssecretaris de juridische scenario’s uiteen kan zetten.
De leden van de D66-fractie hebben in de beslisnota kennisgenomen van het verzoek van de Stuurgroep Caribische delen van het Koninkrijk (hierna Stuurgroep CdKNL), dat de uitgangspunten van de toepassing van het principe comply or explain nadere bespreking behoeft. Deze leden merken op dat dit ook geldt voor de uitvoering van de motie Wuite (Kamerstuk 36 200 IV, nr. 13). Deze leden vragen de Staatssecretaris wat de analyse is van de Stuurgroep en welke kansen, knelpunten en/of bezwaren zij heeft met betrekking tot de toepassing van het principe comply or explain. Deze leden zien deze analyse graag zo spoedig mogelijk tegemoet.
Tot slot constateren de leden van de D66-fractie dat de bewustwording en het consequent toepassen van het principe comply or explain nog onvoldoende terugkomt in het beleid en de informatievoorziening van de rijksoverheid. Deze leden zijn van mening dat Caribisch Nederland nog te vaak wordt vergeten. Deze leden vragen aan de Staatssecretaris op welke wijze zij de komende tijd invulling zal geven aan haar coördinerende en aanjagende rol bij haar collega bewindspersonen, om de bewustwording en toepassing te vergroten en de inhaalslag voor zowel deel I als deel II in te lopen.
Inbreng leden van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de Staatssecretaris en het wetgevingsoverzicht in het kader van comply or explain (Kamerstuk 36 200 IV, nr. 44). Deze leden onderschrijven het uitgangspunt comply or explain, maar hebben over de brief en de lijst van prioritaire onderwerpen enkele vragen.
De Staatssecretaris geeft een overzicht van prioritaire (kader)wetgeving, onder meer waar het achterstallig onderhoud betreft. De leden van de CDA-fractie vragen de Staatssecretaris aan te geven in welke gevallen er sprake is van achterstallig onderhoud. Deze leden constateren dat verreweg de meeste prioritaire onderwerpen nog in ambtelijke voorbereiding zijn. Zijn deze onderwerpen in voorbereiding omdat ze prioriteit hebben of staan ze op de lijst prioritaire onderwerpen omdat ze in voorbereiding zijn? Deze leden vragen wanneer de Kamer een uiteenzetting van de Staatssecretaris tegemoet kan zien over de uitgangspunten bij de toepassing van het principe van comply or explain, nu de Stuurgroep Caribische delen van het Koninkrijk (CdKNL) van mening is dat die nadere bespreking behoeven.
De leden van de CDA-fractie stellen het op prijs dat de lijst prioritaire onderwerpen per onderwerp een toelichting bevat. Deze leden vinden die toelichting in sommige gevallen te beknopt en daardoor cryptisch. Als voorbeeld noemen deze leden de toelichting bij de Sanctiewet modernisering. Wie heeft welke aanbevelingen gedaan en wat moet worden verstaan onder toekomstbestendiger? Ook ontbreekt in de meeste gevallen een tijdpad.
De leden van de CDA-fractie missen in de toelichting bij de prioritaire onderwerpen de inbreng van het lokaal bestuur op Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Alleen in de toelichting bij de gelijkebehandelingswetgeving is vermeld dat de bestuurscolleges van de drie openbare lichamen bij brief van 10 mei 2022 hebben aangegeven dat zij de gelijkebehandelingswetgeving zo snel mogelijk in- en uitgevoerd willen zien in Caribisch Nederland.
In hoeverre komen de prioriteiten van de departementen overeen met de prioriteiten van het lokaal bestuur? Kan de Staatssecretaris aangeven op grond waarvan onderwerpen op de lijst prioriteit hebben gekregen of behoren te krijgen? Welke prioritaire onderwerpen hebben belang voor het dagelijks leven van de inwoners van Caribisch Nederland?
De leden van de CDA-fractie vragen de Staatssecretaris wat de stand van zaken is van de uitvoering van het VN-verdrag Handicap in Caribisch Nederland. Bij brief van 27 november 2020 (Kamerstuk 24 170, nr. 238) kondigde de Staatssecretaris van Volksgezondheid Welzijn en Sport aan dat eerst de problemen in de praktijk zouden worden opgepakt, voordat eventuele wijzigingen in wet- en regelgeving in beeld komen. In het debat op 22 december 2022 over de implementatie van het VN-verdrag zei de Minister voor Langdurige Zorg en Sport dat voor Caribisch Nederland al een belangrijk aantal wijzigingen in gang zijn gezet, waaronder de Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte en de wijziging van de Wet tot regeling van het toezicht op krankzinnigen BES. Deze leden vragen welke belangrijke wijzigingen nog meer in gang zijn gezet.
Inbreng leden van de ChristenUnie-fractie
De leden van de ChristenUnie-fractie danken de regering voor de toegezonden stukken en het overzicht. De leden van de ChristenUnie-fractie vinden het ten principale pijnlijk dat basale zaken zoals een BSN-nummer, WW en de implementatie van verdragen in Europees Nederland wel goed zijn geregeld maar in Caribisch Nederland niet. Zij vragen of de regering het ongemak van genoemde leden deelt dat het fundamentele zaken in Caribisch Nederland – dat gewoon deel is van ons land – nog steeds niet geregeld heeft.
Het valt genoemde leden op dat een groot aantal wetten in ambtelijke voorbereiding is, ook wetten die bijvoorbeeld raken aan de BSN en een goede werkloosheidsvoorziening. Kan de regering in overleg met de eilanden tot prioritering van de wetgevingstrajecten komen, zodat de wetten die het meest impact maken op het verbeteren van de leefsituatie van mensen het eerst kunnen worden afgerond en behandeld?
De leden van de ChristenUnie-fractie merken op dat het nog vaak gebeurt dat bij wetgeving die aan de Kamer wordt toegezonden onvoldoende aandacht is voor het al dan niet doorwerken van deze wetgeving op de BES. Zij vragen de regering andermaal om bij nieuwe wetgeving werking op de BES als uitgangspunt te hanteren, en hier enkel beargumenteerd en in overleg met de eilandsbesturen van af te wijken. In het bijzonder vragen zij hoe binnen de regering de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties bij nieuwe wetgeving scherp is of dit voldoende is gebeurd.
De leden van de ChristenUnie-fractie lezen dat het arbeidsongeschiktheidsstelsel van Caribisch Nederland aanmerkelijk afwijkt van Europees Nederland. Zij vragen de regering toe te lichten waarom uiteenlopen van beide stelsels onvermijdelijk is, op welke plekken deze verschillen zitten en vooral hoe de rechtsbescherming van iemand die arbeidsongeschikt is op de BES zich momenteel verhoudt tot de rechtsbescherming van iemand die die arbeidsongeschikt is in Europees Nederland.
II. Antwoord / Reactie van de Staatssecretaris
III. Volledige agenda
Comply or explain: wetgevingsoverzicht.36 200 IV, nr. 44 – Brief regering d.d. 22-12-2022, Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, A.C. van Huffelen