Depositie onderzoek IJmond najaar 2022 (herdruk)
Kabinetsaanpak Klimaatbeleid
Brief regering
Nummer: 2023D12698, datum: 2023-03-28, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 5
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-32813-1194).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: V.L.W.A. Heijnen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
- Rapport RIVM stofdepositieonderzoek IJmond najaar 2022
- Beslisnota bij Kamerbrief Depositie onderzoek IJmond najaar 2022
Onderdeel van kamerstukdossier 32813 -1194 Kabinetsaanpak Klimaatbeleid.
Onderdeel van zaak 2023Z05367:
- Indiener: V.L.W.A. Heijnen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2023-04-04 15:50: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2023-04-05 10:15: Procedurevergadering Infrastructuur en Waterstaat (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2023-05-17 12:00: Leefomgeving (Commissiedebat), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2023-05-25 13:45: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2023-10-11 14:00: Externe veiligheid (Commissiedebat), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2023-10-12 10:00: Externe veiligheid (Commissiedebat), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 |
32 813 Kabinetsaanpak Klimaatbeleid
28 089 Gezondheid en milieu
Nr. 1194 HERDRUK1 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 maart 2023
Met deze brief informeer ik u over een op 28 maart 2023 gepubliceerd «Depositie onderzoek IJmond najaar 2022» van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM).
Herhaling onderzoek
In het plan van aanpak «Naar een gezonde leefomgeving in de IJmond» is eerder aangekondigd dat het onderzoek naar de depositie (neergedaald stof) van Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen (PAK) en metalen in de IJmond-regio dat in 2020 uitgevoerd is, in 2022 twee keer herhaald zou worden. Het eerste herhaalonderzoek is in het voorjaar van 2022 uitgevoerd. De resultaten hiervan zijn op 16 november 2022 aan uw Kamer gestuurd2. Bijgaand treft u de resultaten van het onderzoek van najaar 2022.
Onderzoeksresultaten en duiding RIVM
Het RIVM stelt in het rapport dat het onderzoek, net als de eerste twee onderzoeken, laat zien dat er in de IJmond grotere hoeveelheden PAK en metalen in neergedaald stof zitten dan elders in Nederland.
Wel is de hoeveelheid neergedaald ijzer in het hele gebied gedaald sinds het eerste onderzoek in 2020. Dit kan erop wijzen dat er minder ijzer wordt uitgestoten in de IJmondregio. Voor de meeste andere metalen en PAK kan op basis van dit onderzoek niet worden bepaald of de uitstoot vanaf het Tata Steel-terrein hoger of lager is dan tijdens het onderzoek in 2020. Verder zijn er geen structurele veranderingen vastgesteld. Om vast te kunnen stellen of emissies substantieel afnemen, zal de depositie van PAK en metalen over langere tijd gemeten moeten worden.
Op basis van dit onderzoek is niet te bepalen wat de afzonderlijke bijdrage van de verschillende bronnen is, zowel op het terrein van Tata Steel als daarbuiten. Momenteel lopen bij het RIVM een aantal onderzoeken naar de gezondheidseffecten van industriële emissies in de IJmondregio. In de eerste helft van dit jaar zal het RIVM hierover een combinatierapport publiceren. Ik heb dit eerder aan uw Kamer toegelicht in mijn brief van 16 januari jl.3. Ik verwacht dat het RIVM op basis van deze onderzoeken een duidelijker beeld kan schetsen van de relatie tussen de uitstoot van Tata Steel en de gezondheidseffecten voor de omwonenden.
Reactie op het rapport
Het doel van de periodieke monitoring is om een trend in de ontwikkeling van de stofdepositie in de IJmond-regio inzichtelijk te maken. Doordat nu drie keer een vergelijkbaar onderzoek is uitgevoerd kan een eerste trendlijn worden bepaald. De resultaten laten zien dat weinig tot geen zichtbare verbeteringen op dat gebied zijn geboekt. De maatregelen die Tata Steel inmiddels heeft genomen, hebben dus geen merkbaar effect op de depositie van stof in de omgeving in de periode waarin gemeten is. Maatregelen die tot een vermindering zouden moeten leiden, moeten in grote mate nog worden uitgevoerd. In mijn brief van november 2022 heb ik daar in de bijlage een overzicht van gegeven en ook in mijn brief van 16 januari 2023 heb ik hierbij stil gestaan. Met het oog daarop zijn de uitkomsten van dit derde onderzoek niet verrassend, maar benadrukken deze nogmaals de urgentie van het doorvoeren van de aangekondigde verbeteringen. Ik vind het van belang dat de omgeving van Tata Steel echt schoner wordt en zal me daarvoor blijven inzetten. Het bedrijf dient dan ook het huidige productieproces zo schoon mogelijk te krijgen en te houden, en daarbij zo snel als mogelijk de transitie naar een groene en schone staalfabriek in IJmuiden te maken, waarbij in plaats van kolen waterstof en groene elektriciteit of (tijdelijk) aardgas wordt gebruikt voor de staalproductie. Dit leidt tot sluiting van de meest vervuilende onderdelen en moet de milieu en gezondheidssituatie fors verbeteren. Het Rijk en de provincie Noord-Holland staan klaar om snel toe te werken naar een maatwerkafspraak die hieraan bijdraagt in lijn met de Expression of Principles van vorig jaar.
Andere onderzoeken
In mijn brieven van 16 november 2022 en 16 januari 2023 heb ik de verschillende andere onderzoeken die worden uitgevoerd, geschetst. Zo zal in 2023 een evaluatie van het luchtmeetnet worden uitgevoerd.
Vervolg
Ik vind het belangrijk dat de effecten op de stofdepositie van de maatregelen die nog uitgevoerd gaan worden, gemonitord blijven worden. Het RIVM geeft als aanbeveling om voor langere tijd de depositie te monitoren. Ik ga samen met de provincie Noord-Holland en het RIVM in overleg om hiervoor de meest geschikte vorm te kiezen.
Bij deze afweging zullen ook de evaluatie van het luchtmeetnet en het eerder genoemde combinatierapport van het RIVM meegenomen worden. Hierover informeer ik u op een later moment.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
V.L.W.A. Heijnen