Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over het verslag informele bijeenkomst van EU transport- en energieministers op 27-28 februari 2023 (Kamerstuk 21501-33-1009)
Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie
Inbreng verslag schriftelijk overleg
Nummer: 2023D13224, datum: 2023-03-30, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiƫle HTML versie (nds-tk-2023D13224).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: T.C. (Tjeerd) de Groot, voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat (Ooit D66 kamerlid)
- Mede ondertekenaar: N. Wiendels, adjunct-griffier
Onderdeel van zaak 2023Z04297:
- Indiener: M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- : Tweeminutendebat informele Transportraad van 27 en 28 februari 2023 (21501-33-1005) (Plenair debat (tweeminutendebat)), TK
- 2023-03-21 15:30: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2023-03-22 11:30: Procedurevergadering Infrastructuur en Waterstaat (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2023-03-30 12:00: Verslag informele bijeenkomst van EU transport- en energieministers op 27-28 februari 2023 (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2023-09-07 13:45: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (š origineel)
2023D13224 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat hebben verschillende fracties de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over het Verslag informele bijeenkomst van EU transport- en energieministers op 27-28Ā februari 2023 (Kamerstuk 21Ā 501-33, nr.Ā 1009)
De voorzitter van de commissie,
Tjeerd de Groot
De adjunct-griffier van de commissie,
Wiendels
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Inleiding
De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het verslag van de informele bijeenkomst van EU transport- en energieministers op 27-28Ā februari 2023 (hierna: het verslag). Zij hebben hierbij hebben nog enkele vragen.
De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van het verslag. Zij hebben daarbij nog enkele vragen.
VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben gezien dat er zo snel mogelijk een politiek akkoord is bereikt op ReFuelEU luchtvaart en ReFuelEU maritiem. Deze leden willen weten wat de impact van dit akkoord is op de concurrentiepositie van Nederland en in hoeverre er met dit akkoord oneerlijke concurrentie wordt tegengegaan met landen aan de randen van de Europese Unie (EU). Deze leden willen weten hoe de luchtvaart en de scheepvaart worden meegenomen in de verduurzaming van brandstoffen en op welke wijze er draagvlak wordt gehaald. De Rotterdamse haven raffineert een groot deel van de brandstoffen voor de scheepvaart en de luchtvaart in de EU. Deze leden willen tevens weten hoe de Rotterdamse haven wordt meegenomen in de verduurzaming van brandstoffen en op welke specifieke locaties in de Rotterdamse haven tot 2030 en 2050 er duurzame brandstoffen gaan worden geraffineerd. Dit hebben deze leden tevens gevraagd in het reeds gevoerde schriftelijke overleg over de geannoteerde agenda van de Informele Transportraad en op deze vragen willen deze leden graag uitgebreidere antwoorden.
De leden van de VVD-fractie lezen dat er tijdens de bijeenkomst veel gesproken is over de modal shift van wegvervoer naar het spoor. Deze leden willen weten waarom de modal shift van weg- en spoorvervoer naar het water niet is besproken. Deze leden willen weten in hoeverre de binnen- en kustvaart een uitkomst kunnen bieden voor deze modal shift. Ook willen deze leden weten in hoeverre andere vormen van vervoer, zoals pijpleidingen, zijn opgebracht.
De leden van de VVD-fractie lezen dat het belang van duurzame brandstoffen in de luchtvaart is besproken en dat door een paar lidstaten werd benadrukt dat EU-investeringen belangrijk zijn, aangezien er rekening mee moet worden gehouden dat er lidstaten minder ver zijn. Deze leden willen weten of de Minister voorstander is van deze investeringen. Ook willen deze leden weten of er dan ook door de Minister projecten in de Nederlandse zeehavens worden ingediend die vanuit de EU kunnen worden gefinancierd.
De leden van de VVD-fractie lezen dat door de Minister is ingebracht dat we waarborgen moeten inbouwen tegen oneerlijke concurrentie met landen aan de randen van de EU. Deze leden willen weten wat de reactie was van de Europese Commissie (EC) op deze inbreng. Ook willen deze leden weten welke concrete vervolgstappen hieruit zijn voortgekomen. Deze leden willen weten welke andere lidstaten ditzelfde punt opbrachten.
De leden van de VVD-fractie lezen dat in het overleg is benoemd dat met betrekking tot EU-financiering de herstelfondsen ook gebruikt kunnen worden voor het verbeteren van de elektrificatie in lidstaten. Deze leden willen weten wat de positie van de Minister hierin is. Ook willen deze leden weten of de Minister ook gebruik wil gaan maken van deze herstelfondsen. Deze leden willen weten om hoeveel financiering het hier gaat. Ook willen deze leden weten of de Minister projecten op het oog heeft die in aanmerking komen voor deze herstelfondsen en om welke bedragen het hier gaat.
D66-fractie
De leden van de D66-fractie lezen dat de Minister meer informatie heeft gevraagd over het verduurzamen van zakelijke autoās. Deze leden vragen de Minister dat verder te verhelderen. Ziet de EC juridische bezwaren ten aanzien van het invoeren van een zakelijke vlootnorm? Daarnaast vragen deze leden naar de inzet die de Minister heeft gepleegd rond de Duitse Ā«last-minuteĀ»-blokkade van het uitfaseren van de verbrandingsmotor in autoās in 2035. Vindt de Minister het gepast dat Duitsland in zoān laat stadium een draai maakt? Hoe kan dat in de toekomst worden voorkomen? Wat vindt hij van het compromis?
Daarnaast vragen deze leden of op Europees niveau in kaart wordt gebracht welke vraag ontstaat naar biogrondstoffen in onder andere vervoer. Is hier voldoende aanbod? Welke gevolgen heeft dit mogelijk voor de natuur elders in de wereld? Welke garanties en waarborgen zijn er tegen fraude of onwenselijke ontwikkelingen op het gebied van landgebruik en natuur?
De leden van de D66-fractie vragen de Minister van Economische Zaken en Klimaat te reflecteren op het nieuwe akkoord ten aanzien van de doelstelling van 42,5% voor hernieuwbare energie. Kan de Minister daarnaast reflecteren op het opnemen van roze waterstof in de richtlijn en de voorwaarden waaronder dit meetelt.
De leden van de D66-fractie vragen de Minister van Infrastructuur en Waterstaat om een nadere duiding van de genoemde succesverhalen rond belastingvoordelen en deelautoās. Welke lessen worden hieruit getrokken voor Nederland en heeft de Minister voor Nederland bruikbare ideeĆ«n opgedaan? Zo ja, welke?