Rapport Waterbeschikbaarheid voor de bereiding van drinkwater tot 2030 - knelpunten en oplossingsrichtingen
Waterbeleid
Brief regering
Nummer: 2023D13642, datum: 2023-04-03, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-27625-622).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat (Ooit VVD kamerlid)
- RIVM Rapport Waterbeschikbaarheid voor de bereiding van drinkwater tot 2030 knelpunten en oplossingsrichtingen
- Beslisnota bij Kamerbrief inzake Rapport Waterbeschikbaarheid voor de bereiding van drinkwater tot 2030 - knelpunten en oplossingsrichtingen
Onderdeel van kamerstukdossier 27625 -622 Waterbeleid.
Onderdeel van zaak 2023Z05772:
- Indiener: M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2023-04-05 10:15: Procedurevergadering Infrastructuur en Waterstaat (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2023-04-05 18:55: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2023-04-20 12:00: Rapport Waterbeschikbaarheid voor de bereiding van drinkwater tot 2030 - knelpunten en oplossingsrichtingen (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2023-06-07 10:00: Water (Commissiedebat), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2023-06-08 15:00: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 |
27 625 Waterbeleid
Nr. 622 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 april 2023
Met deze brief ontvangt uw Kamer het onderzoek aan dat recent is uitgevoerd door het RIVM over de waterbeschikbaarheid voor de drinkwatervoorziening tot 2030. De studie onderschrijft de signalen van de drinkwaterbedrijven1 dat op korte termijn additionele inzet van bronnen nodig is.
Om te kunnen voldoen aan de vraag naar drinkwater zijn drinkwaterbedrijven op zoek naar mogelijkheden om de bestaande bronnen volledig in te zetten, en om te zoeken naar nieuwe bronnen voor drinkwater2.
Ook wordt, zoals toegezegd in de brief van 13 december 20223, in deze brief ingegaan op de motie van het lid Van der Plas4 die het kabinet verzoekt om te onderzoeken of, en zo ja hoe, het filteren van zeewater tot drinkwater in tijden van droogte mogelijk is en de motie van het lid Minhas5 die de regering verzoekt te onderzoeken in welke mate ontzilting van zout water een rol kan spelen bij het op peil houden van de drinkwatervoorziening.
Met de Beleidsnota Drinkwater 2021 (Kamerstuk 27 625, nr. 530) heeft het Rijk de voorkeur voor het gebruik van zoet grondwater als preferente bron voor drinkwater losgelaten.
Het is daarmee aan de drinkwaterbedrijven om na te gaan met welke bronnen en technieken zij, gegeven de lokale omstandigheden kunnen voorzien in de drinkwatervraag.
De RIVM-studie geeft inzicht in de beschikbaarheid van bronnen voor de vraag naar drinkwater nu en in de toekomst. Om aan de vraag te kunnen blijven voldoen, zal ca. 102 miljoen m3 extra winningscapaciteit gerealiseerd moeten zijn in 2030. In sommige provincies staan de winningen nu al zo onder druk, dat drinkwaterbedrijven weinig ruimte hebben om in te spelen op een piekvraag in perioden van droogte. Ook moeten soms (bedrijfs)aansluitingen geweigerd worden.
Aanbevelingen RIVM Waterbeschikbaarheid korte termijn
Het RIVM beveelt de partijen die vanuit de Beleidsnota Drinkwater samenwerken (het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW), de VNG, het IPO, de drinkwaterbedrijven en Vewin) aan om gezamenlijk na te denken over het verkrijgen van meer inzetbare bronnen voor de bereiding van drinkwater voor de korte en middellange termijn, om hiermee knelpunten in de waterbeschikbaarheid te verminderen. Om op korte termijn de extra winningscapaciteit te realiseren wordt een Actieplan Leveringszekerheid drinkwater opgesteld door de Vewin en IPO, samen met het Ministerie van IenW, om de waterbeschikbaarheid voor de levering van drinkwater in de periode tussen 2023 tot 2030 te waarborgen.
De noodzaak tot uitbreiding en de wijze waarop deze het beste kan worden gerealiseerd zal van drinkwaterbedrijf tot drinkwaterbedrijf verschillen. Hoewel zal worden geprobeerd dit zo goed mogelijk in te passen, is het niet uitgesloten dat, om op de korte termijn de drinkwatervoorziening zeker te stellen, er maatregelen genomen moeten worden die niet bijdragen aan de ambitie om de robuustheid van het (grond)watersysteem te vergroten. Zoals vermeld in de kamerbrief Water en Bodem sturend6 zal het drinkwaterbelang daar waar nodig en onder strikte voorwaarden prioriteit moeten krijgen.
De opzet voor het Actieplan Leveringszekerheid zal besproken worden met de betrokken partijen in het Bestuurlijk Overleg Water. De Kamer zal geïnformeerd worden over de voortgang in aanloop naar het WGO Water in het najaar 2023.
Onzekerheden waterbesparing
Naast het zoeken naar mogelijkheden om de bestaande bronnen volledig in te zetten en het zoeken naar nieuwe bronnen wordt ook ingezet op waterbesparing. Dat is in lijn met het gedachtegoed van Water en Bodem sturend, waarin de ambitie is neergelegd voor alle gebruikers om hun gebruik van (drink)water met 20% te reduceren. Omdat nog onbekend is hoe snel deze ambitie in de praktijk leidt tot een reductie van de drinkwatervraag, wordt voor de berekening van de benodigde leveringscapaciteit uitgegaan van het huidige drinkwatergebruik.
Opvolging andere aanbevelingen RIVM
De overige aanbevelingen die het RIVM doet, op het gebied van de waterbeschikbaarheidsdialoog, de KRW-doelstellingen, het lozen van reststromen, en de inzet van alternatieve bronnen zijn in lijn met activiteiten die al worden uitgevoerd in bijvoorbeeld de Waterbeschikbaarheidsdialoog onder het Deltaprogramma Zoet Water en de Implementatie- en Uitvoeringsagenda behorende bij de Beleidsnota Drinkwater 2021–2026 (Kamerstuk 27 625, nr. 530).
Drinkwaterwinningen worden ook beschermd door deze op te nemen in het Nationaal Waterprogramma. Bij de voorbereiding voor het volgende Nationaal Waterprogramma zal rekening gehouden worden met beoogde nieuwe winningen.
Onderzoeken naar inzet onconventionele bronnen
Een aanbeveling die het RIVM doet is om de inzet van alternatieve bronnen te onderzoeken. Dit is in lijn met het werk dat voor de Beleidsnota Drinkwater wordt uitgevoerd.
Via de eerder aangehaalde moties van de leden Van der Plas en Minhas heeft de Kamer aangegeven nader geïnformeerd te willen worden over de inzet van technieken om met behulp van ontzilting drinkwater te produceren.
Voorbeelden in binnen- en buitenland laten zien dat het technisch mogelijk is om met behulp van een ontziltingsinstallatie in de drinkwatervraag te voorzien.
De afgelopen jaren heeft het Ministerie van IenW een aantal onderzoeken uitgevoerd om de randvoorwaarden voor de inzet van onconventionele bronnen voor de drinkwatervoorziening te verkennen, en in beeld te brengen wat daarvoor nodig is. Zo worden in het RIVM-onderzoek Onconventionele bronnen voor de Nederlandse drinkwatervoorziening7 de aandachtspunten benoemd die overwogen moeten worden voor de inzet van een onconventionele bron.
Drinkwaterbronnen moeten beschermd worden tegen bedreigingen. Daarom is ook onderzoek8 gedaan naar de mogelijkheden om een juridisch beschermingsregime voor diverse onconventionele bronnen te realiseren. Daarin is ook het gebruik van brak grondwater en zeewater onderzocht. Omdat brak grondwater en zeewater ook tot de KRW-grondwater- en oppervlaktewaterlichamen behoren, betekent dit dat het instrumentarium zoals dat in het Besluit kwaliteit leefomgeving is ontwikkeld, ook passend is voor deze bronnen. Waterlichamen waar drinkwater uit gewonnen wordt, worden aangewezen in het Nationaal Waterprogramma.
Toepassing van ontzilting
De toepassing van ontziltingstechnieken is staande praktijk op Caribisch Nederland. Dit omdat er op de eilanden geen zoete oppervlaktewateren of grondwaterlichamen zijn die aangewend kunnen worden om in de drinkwaterbehoefte te voorzien. De energieprijs heeft hierdoor een grote invloed op het drinkwatertarief in Caribisch Nederland.9 Ook Texel is tussen 1973 en 1987 met behulp van ontzilting voorzien van drinkwater.10
Om diverse redenen wordt de toepassing van ontzilting verkend door drinkwaterbedrijven in Europees Nederland. Op dit moment wordt zowel in Zuid-Holland als in Noord-Brabant de inzet van ontzilting ten behoeve van de drinkwatervoorziening onderzocht. Gezien de daarvoor benodigde planvorming, investeringen en infrastructuur wordt niet verwacht dat dit voor 2030 bij zal dragen in het aanbod van drinkwater.
Beschikbaarheid van energie voor ontzilting
Het toepassen van ontzilting voor de productie van drinkwater is technisch goed uitvoerbaar. Wel gaat dit gepaard met een fors grotere energievraag ten opzichte van het gebruik van zoet water als bron. Voor conventionele bronnen is de energievraag 0,1–0,2 kWh/m3 voor het zuiveringsproces. Voor het produceren van drinkwater uit zeewater moet rekening gehouden worden met een energiebehoefte voor de zuivering van ongeveer 4 kWh/m3.
De beschikbaarheid van voldoende energie is randvoorwaardelijk voor het realiseren van een ontziltingsinstallatie. Bijkomend dilemma is dat voor een optimaal functionerende drinkwaterzuivering het wenselijk is om zo constant mogelijk drinkwater te produceren. Dit betekent een continue extra vraag aan elektriciteit van het elektriciteitsnet. Op dit moment is het net echter op veel plekken vol. Op die plekken is het niet mogelijk om een nieuwe elektriciteitsaansluiting aan te vragen of de bestaande aansluiting te vergroten. Deze congestieproblematiek kan een obstakel vormen voor de inzet van ontzilting.
De Minister voor Klimaat en Energie heeft op 21 december 2022 de Kamer geïnformeerd over het Landelijk Actieprogramma Netcongestie11, hieraan staan de acties beschreven die op de korte termijn worden uitgevoerd om de problemen op het elektriciteitsnet te verminderen.
Concluderend
Bestuursorganen hebben op grond van de Drinkwaterwet de plicht om zorg te dragen voor de duurzame veiligstelling van de drinkwatervoorziening. Om op korte termijn de door het RIVM in beeld gebrachte opgave van ongeveer 102 miljoen m3 extra winningscapaciteit te realiseren wordt een Actieplan Leveringszekerheid drinkwater opgesteld door de Vewin en IPO samen met het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat om de waterbeschikbaarheid voor de levering van drinkwater in de periode tussen 2023 tot 2030 te waarborgen.
Toepassing van ontzilting om te voorzien in de drinkwatervraag is technisch gezien mogelijk. Het is aan de drinkwaterbedrijven om na te gaan of zij op met behulp van deze techniek in een deel van de drinkwatervraag willen gaan voorzien. Gezien de benodigde planvorming, investeringen en infrastructuur en de beperkte ruimte op het energienet zal ontzilting niet op de korte termijn een significante bijdrage kunnen leveren in het voldoen in de structurele drinkwatervraag.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
M.G.J. Harbers
https://www.vewin.nl/nieuws/paginas/Drinkwatersector_slaat_alarm_zonder_actie_meer_knelpunten_levering_drinkwater__1295.aspx.↩︎
In deze brief en het rapport van het RIVM wordt met drinkwater bedoeld: alle leveringen via het drinkwaternet waarbij water van drinkwaterkwaliteit wordt geleverd, onafhankelijk van de bestemming.↩︎
Kamerstuk 27 625, nr. 596.↩︎
Kamerstuk 36 200 XII, nr. 32.↩︎
Kamerstuk 36 200 XII, nr. 15.↩︎
Kamerstuk 27 625, nr. 592.↩︎
https://www.rivm.nl/publicaties/onconventionele-bronnen-voor-nederlandse-drinkwatervoorziening-aandachtspunten-voor.↩︎
https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2022/03/31/beschermingsregime-voor-alternatieve-bronnen-voor-drinkwater.↩︎
Bijlage bij Kamerstuk 27 625, nr. 557.↩︎
H2O artikel 1988 nr 5 Ontziltingsinstallatie op Texel vervangen door zinker, https://edepot.wur.nl/382156.↩︎
Kamerstuk 29 023, nr. 385.↩︎