Uitvoering van de gewijzigde motie van de leden Van der Molen en Koerhuis over een tijdpad voor Nederlandse luchtvaartmaatschappijen en luchthavens voor het delen van fatsoenslijsten (Kamerstuk 31936-1019)
Luchtvaartbeleid
Brief regering
Nummer: 2023D13685, datum: 2023-04-03, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-31936-1054).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 31936 -1054 Luchtvaartbeleid.
Onderdeel van zaak 2023Z05789:
- Indiener: M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2023-04-05 18:55: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2023-04-19 10:15: Procedurevergadering Infrastructuur en Waterstaat (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2023-09-06 14:00: Vliegveiligheid (Commissiedebat), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2023-09-07 09:30: Extra procedurevergadering commissie Infrastructuur en Waterstaat (groslijst controversieel verklaren) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2023-09-07 13:45: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 |
31 936 Luchtvaartbeleid
Nr. 1054 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 april 2023
Tijdens het Commissiedebat Luchtvaart van 6 oktober 2022 is aan de leden Koerhuis (VVD) en Graus (PVV) toegezegd1 dat de Kamer wordt geïnformeerd over de stand van zaken rondom de gegevensuitwisseling van misdragende passagiers tussen luchtvaartmaatschappijen. Vervolgens is het kabinet met de motie van de leden Van der Molen en Koerhuis2 verzocht in overleg te gaan met de Nederlandse luchtvaartmaatschappijen en luchthavens over een tijdpad voor het zo snel als mogelijk delen van zwarte lijsten. Zoals is aangegeven tijdens het Tweeminutendebat Luchtvaart van 21 december 2022 (Handelingen II 2022/23, nr. 38, item 11) is het Ministerie van IenW in overleg met de luchtvaartmaatschappijen om tot een dergelijke tijdpad te komen. Met deze brief wordt u geïnformeerd over de uitkomsten en worden de motie en de toezegging afgedaan.
Allereerst is het belangrijk te benadrukken dat de problematiek rondom misdragende passagiers de volledige aandacht heeft van het Ministerie van IenW. Om deze reden is het ministerie actief betrokken bij het Platform Unruly Passengers (PUP) waarbinnen publieke en private partijen actief samenwerken om deze problematiek het hoofd te bieden. Hierbij wordt naar het gehele ketenproces van vluchten- en passagiersafhandeling gekeken. Daarbij wordt nagedacht over maatregelen die kunnen bijdragen aan het terugbrengen van het aantal misdragende passagiers. Hier valt te denken aan een recent door de Koninklijke Marechaussee (KMar) ontwikkeld digitaal aangifteformulier voor overtredingen door passagiers (aan boord).
Ook de luchtvaartmaatschappijen zetten zich gezamenlijk in voor de aanpak van misdragende passagiers. Zo wordt onder andere geïnvesteerd in training van grond- en cabinepersoneel om tijdig in te grijpen bij misdragingen. Dit wordt gedaan in nauwe samenwerking met de luchthavens en de Kmar. De Nederlandse luchtvaartmaatschappijen hebben daarnaast een stappenplan opgesteld dat beschrijft welke (vervolg)stappen noodzakelijk zijn om zwarte lijsten met unruly passengers onderling te kunnen gaan delen. In de brief van 5 september 20223 is al aangegeven dat voor de luchtvaartmaatschappijen KLM en Transavia voor eind van 2022 mogelijk zou worden om de zwarte lijsten onderling te delen. Dit is inmiddels gerealiseerd. Op basis van die ervaring en kennis kan nu het gezamenlijke stappenplan worden doorlopen.
Met het doorlopen van het stappenplan moet blijken in hoeverre het delen van de zwarte lijsten significant bijdraagt aan het terugbrengen van het aantal misdragende passagiers. Vanuit de verantwoordelijkheid voor luchtvaartveiligheid is het Ministerie van IenW nauw betrokken bij de uitvoering van dit stappenplan.
Stappenplan Nederlandse luchtvaartmaatschappijen voor delen zwarte lijsten
Naast KLM en Transavia deelt ook TUI binnen haar organisatie met andere Europese dochtermaatschappijen zwarte lijsten. Deze privacygevoelige informatie kan namelijk op dit moment enkel binnen dezelfde moederorganisatie van deze luchtvaartmaatschappijen worden gedeeld. Onderstaand stappenplan beschrijft wat er nodig is om ook tussen Nederlandse luchtvaartmaatschappijen van verschillende moederorganisaties zwarte lijsten te kunnen delen.
Stap 1
De eerste stap van het stappenplan betreft het in beeld brengen van het effect van het delen van zwarte lijsten bij KLM/Transavia en TUI. Op basis van data-analyse zal door de luchtvaartmaatschappijen worden onderzocht in welke mate het delen van zwarte lijsten bijdraagt aan het terugbrengen van het aantal misdragende passagiers en wat daarbij bepalende elementen zijn. Naar verwachting is dit onderzoek in het vierde kwartaal van 2023 gereed.
Stap 2
Parallel aan de eerdergenoemde stap wordt door de luchtvaartmaatschappijen beoordeeld of de kwalificatie van de overtredingen geharmoniseerd kan worden. Hierbij zullen de «levels of threat 4 van de International Civil Aviation Organization (ICAO) als uitgangspunt worden genomen. Naar verwachting zal deze stap in het vierde kwartaal van 2023 uitgevoerd zijn.
Stap 3
Naar aanleiding van bovenstaande analyses zal met de Autoriteit Persoonsgegevens een gesprek plaatsvinden over de concrete invulling van de vergunningseisen. Naar verwachting wordt deze stap in het vierde kwartaal van 2023 uitgevoerd.
Stap 4
Vervolgens zullen de Nederlandse luchtvaartmaatschappijen op basis van deze analyses bepalen of het bedrijfsmatig opportuun is om de zwarte lijsten onderling te delen. Hierbij wordt de effectiviteit van het delen van de zwarte lijsten afgezet tegen de daarvoor benodigde middelen en inzet. Deze laatste stap zal waarschijnlijk in het eerste kwartaal van 2024 afgerond zijn.
Het Ministerie van IenW zal de uitvoering van dit stappenplan voor het delen van de zwarte lijsten op de voet volgen en waar nodig dit proces ondersteunen en aanjagen.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
M.G.J. Harbers