Appreciatie van de moties van het lid Van der Plas c.s. over het vaker opleveren van nieuwbouwwoningen met turfvrije tuinaarde (Kamerstuk 27625-618) en van de leden Van der Plas en Stoffer over groene parkeerplaatsen een prominente rol laten spelen bij de gebiedsinrichting (Kamerstuk 27625-617)
Waterbeleid
Brief regering
Nummer: 2023D13747, datum: 2023-04-03, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-27625-621).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: H.M. de Jonge, minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
Onderdeel van kamerstukdossier 27625 -621 Waterbeleid.
Onderdeel van zaak 2023Z05811:
- Indiener: H.M. de Jonge, minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2023-04-05 18:55: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2023-04-20 11:30: Procedurevergadering commissie Binnenlandse Zaken (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2023-10-05 13:40: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 |
27 625 Waterbeleid
Nr. 621 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR VOLKSHUISVESTING EN RUIMTELIJKE ORDENING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 april 2023
Tijdens het Notaoverleg Water en bodem sturend op 27 maart 2023 zijn er twee moties ingediend, waarvan de Minister van IenW mij heeft gevraagd deze van een appreciatie te voorzien.
Het betreft:
1. Motie van de leden Van der Plas, Stoffer en Van Esch (Kamerstuk 27 625, nr. 618) over het vaker opleveren van nieuwwoningen met turfvrije tuinaarde.
2. Motie van de leden Van der Plas en Stoffer (Kamerstuk 27 625, nr. 617) over groene parkeerplaatsen een prominente rol laten spelen bij gebiedsinrichting.
Motie over het vaker opleveren van nieuwbouwwoningen met turfvrije tuinaarde
Appreciatie: oordeel Tweede Kamer
Deze motie verzoekt het kabinet in gesprek te gaan met de bouwsector om te kijken of het mogelijk is om nieuwbouwwoningen vaker te laten opleveren met turfvrije tuinaarde in plaats van met zand in de voor- en achtertuin.
Op 23 maart jongstleden heb ik samen met mijn collega’s van IenW en voor NenS de landelijke maatlat voor een groene klimaatadaptieve gebouwde omgeving (Kamerstuk 32 813, nr. 1195) naar uw Kamer gezonden. Hierin is groen een belangrijk middel voor klimaatadaptatie, gezondheid en biodiversiteitsherstel. In de overleggen over groen en klimaatadaptief bouwen, die ik samen met mijn collega’s van IenW en voor NenS heb met de bouwsector (o.a. met het Platform Klimaatadaptief bouwen met de natuur), zal dit verzoek worden ingebracht. In de verzamelbrief Groen in en om de stad die u voor de zomer ontvangt, kom ik hier samen met mijn collega’s van IenW en voor NenS op terug.
Motie over groene parkeerplaatsen een prominente rol laten spelen bij gebiedsinrichting
Appreciatie: oordeel Tweede Kamer
Deze motie verzoekt de regering om groene parkeerplaatsen een prominente rol te laten spelen bij de gebiedsinrichting en daarbij rekening te houden met een toegankelijke parkeerplaats voor ouderen en mensen met een beperking.
Als kabinet gaan we niet over de gebiedsinrichting op lokaal niveau. De afweging om groene parkeerplaatsen aan te leggen is aan gemeenten. Wel zie ik het belang van groen in de stedelijke omgeving voor zowel klimaatadaptie, gezondheid als biodiversiteit. Dit bevorder ik samen met mijn collega’s van IenW, VWS en voor NenS, onder andere door middel van de programmatische aanpak Groen in en om de stad als onderdeel van het programma Mooi Nederland.
Groene parkeerplekken zijn een mogelijke maatregel om aan de landelijke maatlat voor een groene klimaatadaptieve gebouwde omgeving te voldoen. Echter met welke maatregelen aan de landelijke maatlat wordt voldaan, is een afweging die gemeenten moeten maken. Gemeenten hebben benadrukt dat de keuze voor maatregelen een locatie specifieke uitwerking betreft.
De Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening,
H.M. de Jonge