Uitstel beantwoording vragen van de leden Van Nispen en Leijten over de gevolgen voor mensen als de Staat blijft procederen
Mededeling (uitstel antwoord)
Nummer: 2023D13901, datum: 2023-04-03, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20222023-2128).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming
- Mede namens: H.G.J. Bruins Slot, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (Ooit CDA kamerlid)
Onderdeel van zaak 2023Z04265:
- Gericht aan: F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming
- Gericht aan: H.G.J. Bruins Slot, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Indiener: M. van Nispen, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: R.M. Leijten, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
2128
Vragen van de leden Van Nispen en Leijten (beiden SP) aan de Ministers voor Rechtsbescherming en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de gevolgen voor mensen als de Staat blijft procederen (ingezonden 13 maart 2023).
Mededeling van Minister Weerwind (Rechtsbescherming), mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (ontvangen 3 april 2023).
Vraag 1
Kent u het redactioneel commentaar van M. Scheltema, «Procederen tegen de burger. Maakt het recht van de burger een vijand?»?1
Vraag 2
Wat is uw reactie op de observatie dat tegenover de redenen van de Staat om in hoger beroep te gaan tegen mensen die in eerste aanleg gelijk kregen bij de rechter, zoals mogelijke precedentwerking en rechtseenheid, de belangen van de mensen die het betreft staan? Realiseert u zich voldoende dat het voor mensen die gewonnen hebben bij de rechter tot enorme financiële en mentale belasting leidt en dat het belang van het individu niet zomaar kan wijken voor het «algemeen belang» van een hoger beroep, als daar al sprake van is?
Vraag 3
Op welke wijze gaat u scherper afwegen of een hoger beroep ook echt noodzakelijk is en geen onevenredige gevolgen heeft voor de mensen die het betreft?
Vraag 4
Wat vindt u van het voorstel dat er voortaan ook anders kan worden omgegaan met de mensen tegen wie hoger beroep wordt ingesteld, om hen in ieder geval niet met de negatieve gevolgen hiervan op te zadelen? Bijvoorbeeld door in ieder geval de advocaat van de betrokkene te betalen en de positieve gevolgen van de gewonnen rechtszaak in stand te laten voor de mensen, ongeacht de uitkomst in hoger beroep?
Vraag 5
Bent u reeds begonnen met de uitvoering van de motie Leijten/Ellian2 die vraagt om een reflectie over de rol van de Staat als procespartij, om het vertrouwen in overheidsinstanties te herwinnen? Hoe gaat u dit aanpakken?
Mededeling
Hierbij deel ik u, mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, mede dat de schriftelijke vragen van de leden Van Nispen en Leijten (beiden SP), van uw Kamer aan de Minister voor Rechtsbescherming over de gevolgen voor mensen als de Staat blijft procederen (ingezonden 13 maart 2023) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen.
Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.