Verslag
Raming der voor de Tweede Kamer in 2024 benodigde uitgaven, alsmede aanwijzing en raming van de ontvangsten
Verslag (initiatief)wetsvoorstel (nader)
Nummer: 2023D14785, datum: 2023-04-06, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36328-4).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: K.B. Hagen, voorzitter van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken (Ooit D66 kamerlid)
- Mede ondertekenaar: Y.C. Kling, adjunct-griffier
Onderdeel van kamerstukdossier 36328 -4 Raming der voor de Tweede Kamer in 2024 benodigde uitgaven, alsmede aanwijzing en raming van de ontvangsten.
Onderdeel van zaak 2023Z04937:
- Indiener: V.A. Bergkamp, Voorzitter van de Tweede Kamer
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2023-03-23 13:20: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2023-04-05 14:00: Raming der voor de Tweede Kamer in 2024 benodigde uitgaven, alsmede aanwijzing en raming van de ontvangsten (TK 36328) (Inbreng verslag (wetsvoorstel)), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2023-04-06 11:30: Procedurevergadering commissie Binnenlandse Zaken (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2023-06-01 11:30: Procedurevergadering commissie Binnenlandse Zaken (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2023-06-19 10:00: Raming der voor de Tweede Kamer in 2024 benodigde uitgaven, alsmede aanwijzing en raming van de ontvangsten (Wetgevingsoverleg), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 |
36 328 Raming der voor de Tweede Kamer in 2024 benodigde uitgaven, alsmede aanwijzing en raming van de ontvangsten
Nr. 4 VERSLAG
Vastgesteld 6 april 2023
De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken, belast met het voorbereidend onderzoek van de Raming van de Tweede Kamer voor het jaar 2024 (Kamerstuk 36 328, nrs. 1 t/m 3), heeft de eer als volgt Verslag uit te brengen van haar bevindingen.
Onder het voorbehoud dat het Presidium de gestelde vragen tijdig en genoegzaam zal hebben beantwoord, acht de commissie de openbare beraadslaging over de Raming voldoende voorbereid.
Inhoudsopgave | blz. | |
1. | Inleiding | 1 |
2. | Borgen en versterking van het Parlementaire proces | 2 |
3. | Integrale veiligheid | 6 |
4. | Inclusie en diversiteit | 7 |
5. | Duurzaamheid | 7 |
6. | Overig | 8 |
1. Inleiding
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de Raming der voor de Tweede Kamer in 2024 benodigde uitgaven, alsmede aanwijzing en raming van de ontvangsten, met de daarbij behorende documenten. Graag willen deze leden daarover een aantal vragen stellen.
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de Raming der voor de Tweede Kamer in 2024 benodigde uitgaven, alsmede aanwijzing en raming van de ontvangsten willen nog enkele vragen voorleggen.
Ten eerste vragen de leden van de D66-fractie zich af hoe het staat met de evaluatie van het College van onderzoek integriteit en de Regeling Toezicht en handhaving Gedragscode Leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Kan de voorzitter een gedetailleerd tijdpad geven van de ontwikkelingen daaromtrent en toezeggen dat deze op zijn laatst voor de behandeling van de Raming op 19 juni aan de Kamer is toegekomen?
De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de Raming voor 2024 en de bijgevoegde stukken. Deze leden hebben daarover de volgende vragen aan het Presidium.
De leden van de SP-fractie hebben de raming voor het jaar 2024 gelezen en hebben hierover nog enkele vragen en opmerkingen. Deze zien zowel op de raming als op organisatorische vragen aangaande de Tweede Kamer.
De leden van de GroenLinks-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de ramingen van de Tweede Kamer voor het jaar 2024. Deze leden hebben op dit moment enkele vragen die zij graag aan het Presidium voorleggen.
Het lid van de BBB-fractie heeft kennisgenomen van de brief en het bijgevoegde document van betreffende de Raming Tweede Kamer 2024. Hier zijn nog een aantal vragen over.
2. Borgen en versterking van het Parlementaire proces
De leden van de VVD-fractie vragen aandacht voor de planning van plenaire debatten. Zij merken op dat zij eraan hechten dat in principe op een bepaalde dag (nu de woensdag) wetgeving wordt geagendeerd. De leden van de VVD-fractie vragen het Presidium in te gaan op de planning van plenaire debatten. Hoe gaat die planning in zijn werk, gelet op de grote hoeveelheid dertigledendebatten, andere debatten en de behandeling van wetgeving? In hoeverre wordt er bij de planning van debatten rekening mee gehouden dat het onderwerp van een dertigledendebat dan wel een gewoon debat nog niet zo lang geleden in een commissiedebat aan de orde is geweest dan wel spoedig in een commissiedebat aan de orde zal komen? Graag krijgen de leden van de VVD-fractie een reactie van het Presidium.
Kamercommissies houden commissiedebatten, maar organiseren daarnaast ook werkbezoeken, rondetafelgesprekken en technische briefings. Afgesproken is dat, willen deze bijeenkomsten doorgang vinden, er een minimumaantal leden bij aanwezig moet zijn. Leden wordt dan ook gevraagd zich van tevoren daarvoor op te geven. Wat zijn de ervaringen met het van tevoren opgeven? Voldoet dit aanmeldsysteem, zo vragen de leden van de VVD-fractie. Een aanmeldsysteem wordt ook wel gebruikt bij het opgeven van spreektijden voor debatten in commissies. Ook hier vragen de leden van de VVD-fractie of dit van tevoren opgeven van indicatieve spreektijden, met name geldt dit voor wetgevingsoverleggen, voldoet. Zou het overigens voor commissiedebatten te overwegen zijn dat leden van tevoren (digitaal) aangeven of zij aan een commissiedebat willen deelnemen of niet, zodat van tevoren duidelijk is hoeveel sprekers er zijn? Dat gebeurt nu niet. Waarom niet? Dan zou er in zo’n commissiedebat flexibeler met spreektijden kunnen worden omgegaan. Gaarne krijgen de leden van de VVD-fractie een reactie van het Presidium.
Leden hebben niet alleen nationaal een taak, maar ook internationaal doordat sommige leden deel uitmaken van Nederlandse delegaties, zoals bijvoorbeeld delegaties naar de Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa, de NAVO Parlementaire Assemblee en de Benelux Parlementaire Assemblee. Het gaat hier om officiële Kamerdelegaties. Deze buitenlandse verplichtingen brengen met zich mee dat deze leden niet altijd bij stemmingen in de Kamer aanwezig kunnen zijn. Waarom is er voor deze leden niet een gegarandeerde pairmogelijkheid? Het komt de leden van de VVD-fractie voor dat er voor deze leden een gegarandeerde pairmogelijkheid zou moeten zijn. Het gaat immers om een officiële buitenlandse verplichting. Zou het Presidium daarnaar willen kijken en met een oplossing voor deze situatie willen komen? Graag krijgen de leden van de VVD-fractie een reactie van het Presidium.
De leden van de VVD-fractie vragen aandacht voor de wijze waarop het Reglement van Orde van de Kamer wordt gewijzigd. De leden van de VVD-fractie vragen het Presidium toe te lichten hoe een wijziging van het Reglement van Orde van de Kamer tot stand komt. De Kamer stemt in meerderheid over een wijziging, dat is helder. Wat niet helder is, is wie c.q. welk gremium bevoegd is om een wijziging te initiëren en uit te werken. Hoe is de procedure hiervan? Wat is in dezen de rol, bevoegdheid en verantwoordelijkheid van het Presidium? Wat is de rol, bevoegdheid en verantwoordelijkheid van een individueel lid? Wat is de rol, bevoegdheid en verantwoordelijkheid van de commissie voor de Werkwijze? Hoe kan structuur in dit proces worden aangebracht? Graag krijgen de leden van de VVD-fractie een reactie van het Presidium.
Met betrekking tot de commissie voor de Werkwijze vragen de leden van de VVD-fractie wat de precieze bevoegdheden zijn van deze commissie. Klopt het dat over inhoudelijke voorstellen die bij de commissie voor de Werkwijze in behandeling zijn niet kan worden gestemd, maar dat dat aan de Kamer als geheel is? Hoe verhouden het Presidium van de Kamer, de commissie voor de Werkwijze en de Kamer als geheel zich tot elkaar? Graag krijgen de leden van de VVD-fractie een reactie van het Presidium.
In november 2022 heeft de Werkgroep Effectief Opereren in crisissituaties onder leiding van het lid Sneller (D66) verslag uitgebracht. Daarin staan aanbevelingen, gericht aan het Presidium. De leden van de VVD-fractie zijn benieuwd naar het vervolg van dit rapport. Hoe gaat dit verder? Moet het Reglement van Orde dan wel een andere regeling worden aangepast? Zo ja, op welke termijn kan de Kamer daartoe een voorstel tegemoetzien?
Sinds juni 2022 is er in de Kamer een nieuw toezeggingenregistratiesysteem. De leden van de VVD-fractie vragen zich af wat de ervaringen daarmee tot nu toe zijn. In hoeverre voldoet dit systeem of zijn er verbeteringen nodig? Gaarne krijgen zij een reactie van het Presidium.
In 2021 is er een werkgroep informatie-afspraken onder leiding van het lid Inge van Dijk (CDA) ingesteld. Kan het Presidium aangeven wanneer deze werkgroep met haar rapport komt? Graag krijgen de leden van de VVD-fractie een reactie van het Presidium.
De leden van de D66-fractie lezen dat er nog een eindrapportage van de werkgroep «Versterking functies Tweede Kamer» komt. Daarover zijn de leden positief, en zij vragen zich af wat daar nog van verwacht wordt. Het is positief om te lezen dat het «rapport Versterking functies Tweede Kamer» heeft bijgedragen aan het verbeteren van het functioneren van de Tweede Kamer. Kan er inzicht gegeven worden in welke aanbevelingen al te hand zijn genomen uit dat rapport, en welke verwacht worden nog verder opgepakt te worden door het Presidium? Verwacht de Voorzitter uit het eindrapport nog voorstellen of suggesties die het Presidium ter hand zal nemen? In de vorige vergadering van de commissie voor de Werkwijze heeft de Voorzitter aangegeven nogmaals met Ministers in gesprek te gaan over het vaker overnemen van moties in plaats van oordeel Kamer te verstrekken. De hoeveelheid moties lijkt dit jaar opnieuw toe te nemen ten opzichte van de ruim 4000 van vorig parlementair jaar. De werkgroep «Versterking functies Tweede Kamer» beveelt ook aan om terughoudendheid te betrachten met het indienen van moties. Kan de Voorzitter toelichten hoe haar gesprekken met Ministers hierover lopen tot nu toe, en welke stappen zij hier nog voorziet? Ook valt het deze leden op dat op een aantal beleidsterreinen de hoeveelheid aangevraagde dertigleden-debatten weer aanzienlijk toeneemt. Bijvoorbeeld op zorg staan er nu al tot het eind van het parlementair jaar dertigleden-debatten op de agenda. Hoe kijkt de Voorzitter hier tegenaan?
De leden van de D66-fractie zijn positief gestemd over het feit dat woensdagwettendag naar aanleiding van de motie van de leden Paternotte en Bisschop (Kamerstuk 35 992, nr. 5), zijn vaste intrede op de Kameragenda heeft gemaakt. De leden zijn verheugd dat de Voorzitter voornemens is om dit uitgangspunt te handhaven in de aankomende periode. Tegelijk geeft de Voorzitter aan dat het niet altijd strookt met de wens van de Kamer en/of de agenda van bewindspersonen. Kan de Voorzitter hier aangeven wat zij van de Kamerleden nodig heeft om woensdagwettendag verder te bestendigen? En deelt zij de mening van de leden van de D66-fractie dat formalisering van dit gebruik juist voor ruimte in elk geval in de agenda’s van bewindspersonen kan zorgen? Welke voornemens heeft de Voorzitter hier om woensdagwettendag te bestendigen en waar nodig te formaliseren?
Ten derde lezen de leden van de D66-fractie enkele punten over de Wet open overheid, waar de Kamer sinds vorig jaar ook onder valt. De Wet open overheid vinden deze leden zeer belangrijk, en willen dan ook dat deze zo goed als mogelijk uitgevoerd kan worden. Zij begrijpen dat openbaarmaking veel capaciteit vraagt. Dat is een vraag die in de vorige Raming ook aan de orde is geweest. Klopt het dat de Kamer op dit moment vooral bezig is met passieve openbaarmakingen? Is de Voorzitter voornemens om vaker actief informatie te delen. Juist omwille van de capaciteit. Ervaring leert dat hoeveelheid verzoeken om passief beschikbare informatie vaak afnemen op het moment dat er meer informatie actief beschikbaar wordt gesteld. Is dit een overweging die de Voorzitter heeft gemaakt? Welke stappen is zij voornemens te zetten op het punt van actieve informatiedeling? Acht de Voorzitter meer actieve informatiedeling wenselijk?
Recent heeft de Kamer een debat gevoerd over het openbaar maken van het door fracties gevoerde arbeidsomstandighedenbeleid. Die wijziging van het Reglement van Orde is aangenomen op 14 februari jl. Kan de Voorzitter iets zeggen over de inwerkingtreding van deze wijziging? Vanaf welke datum gaat deze wijziging van kracht? Heeft de Kamer al een centrale online plek ingericht waar fracties deze informatie openbaar kunnen maken? Hebben fracties deze informatie inmiddels openbaar gemaakt, of aangegeven dat zij voornemens zijn dat te doen? Zo niet, welke instrumenten heeft het Presidium tot haar beschikking om deze wijziging te handhaven? Dit is uiteraard ook een vraag geweest in het debat omtrent deze wijziging, en de leden vragen zich af of daar inmiddels een passend antwoord op is gevonden?
Het Presidium heeft een pilot gestart om de ambtelijke ondersteuning te versterken met een aantal beleidsjuristen, met als doel het bieden van politiek-neutrale inhoudelijke advisering aan de Kamer en de commissies bij de behandeling van wetsvoorstellen van de regering en bij de evaluatie van recent in werking getreden wetgeving. De leden van de CDA-fractie vragen het Presidium deze pilot nader toe te lichten. Om welke dienstverlening gaat het precies? En op welke wijze wordt de effectiviteit van deze pilot beoordeeld?
De leden van de CDA-fractie vragen wat precies wordt bedoeld met de zin: «De commissie [voor de Verzoekschriften en Burgerinitiatieven] is inmiddels bezig hoe ze haar stimulerende en coördinerende rol vorm kan geven.». Welke doelen heeft de commissie zich gesteld? Hoe kan de Kamer als geheel profijt hebben van een betere vindbaarheid van de commissie?
De leden van de CDA-fractie vragen wat wordt bedoeld met «het verschil tussen het huidige personeelsbestand en het gewenste personeelsbestand».
De Voorzitter heeft in haar overleg met de Minister-President onderstreept dat het voortijdig bekend maken van informatie aan de media aanleiding kan zijn om de betrokken bewindspersoon te vragen tijdens het eerstvolgende mondelinge vragenuur in de Kamer verantwoording af te leggen. De leden van de CDA-fractie vragen hoeveel keer de Voorzitter al gebruik heeft gemaakt van deze mogelijkheid.
Deze leden verwachten dat de werkgroep informatie-afspraken Tweede Kamer op korte termijn haar resultaten zal presenteren. Zij rekenen erop dat de aanbevelingen ook van de kant van het kabinet met hoge prioriteit zullen worden behandeld. Deze leden vragen de Voorzitter hierin een stevige rol te pakken en de Kamer te helpen meer aan het stuur te komen.
De leden van de CDA-fractie vragen welke vruchten zij kunnen plukken van het programma Verbetering Informatiehuishouding Tweede Kamer (VITK). Wat wordt bedoeld met modernisering van de werkplek? Deze leden vragen op welke wijze gebruikers worden betrokken bij verbeteringen in de informatiehuishouding en modernisering van de werkplek. Deze leden hebben goede ervaringen met de wijze waarop verbeteringen in het informatiesysteem Parlis worden doorgevoerd in overleg met een klankbordgroep van gebruikers.
De leden van de CDA-fractie vragen op welke wijze de ambtelijke organisatie van de Tweede Kamer betrokken is geweest bij een beoordeling van de uitvoerbaarheid in de praktijk van de Wet open overheid. Deze leden vragen het Presidium nader in te gaan op de inleiding van prof. Johan Wolleswinkel, «De open Tweede Kamer: tussen openbaarheid en transparantie», op 30 november 2022 in het kader van de Week van de Informatie.
«De planning en de samenloop van de parlementaire enquêtes wordt nauwlettend in de gaten gehouden.» De leden van de CDA-fractie vragen wat daarmee precies wordt bedoeld en wie hierop kan worden aangesproken.
De leden van de SP-fractie willen allereerst, gezien de roerige tijden die de Kamerorganisatie kent, hun waardering uitspreken voor het werk van de ondersteunde staf kamermedewerkers. De leden van de SP-fractie vragen in dit kader naar de huidige stand van zaken met betrekking tot de griffie-organisatie. De leden van de SP-fractie hechten belang aan ervaring binnen de Kamerorganisatie en ervaring met de werkzaamheden van de griffie, en vragen in dat kader of het Presidium het wenselijk acht dat een nieuw aan te stellen griffier beschikt over deze vaardigheden en kennis en niet noodzakelijkerwijs van de Algemene Bestuursdienst hoeft te komen? Kan de voorzitter aangeven hoe zij samen met de waarnemend griffier zorg voor draagt dat er draagvlak wordt gezocht voor een nieuwe griffier?
De leden van de SP-fractie vragen naar de taken van de griffier en of het klopt dat de voormalig griffier overleg heeft gepleegd met de secretaris-generaal van een of meerdere ministeries? Zo ja, met welk oogpunt hebben deze gesprekken plaatsgevonden? Kan de voorzitter aangeven hoe vaak die gesprekken hebben plaatsgevonden en met welk mandaat?
De leden van de SP-fractie hechten veel waarde aan transparantie en openbaarheid van bestuur. Zij vragen in dat naar de stand van zaken met betrekking tot het implementeren van de Wet open overheid (Woo). Kan er een overzicht gegeven worden waarin wordt weergegeven hoeveel Woo-verzoeken er zijn binnen gekomen, hoeveel er afgehandeld zijn en bij hoeveel van de verzoeken de termijn voor afhandeling overschreden is? Daarnaast vragen de leden of ambtelijke stukken die ter voorbereiding door Kamerleden kunnen worden gebruikt, zoals bijvoorbeeld stafnotities, onder de Woo vallen? Kan worden toegelicht waarom dit wel of niet het geval is?
Het lid van de BBB-fractie constateert dat in de geleidende brief staat dat de ambtelijke organisatie verder wordt uitgebreid. Hiervoor wil de stafdienst HR van de Tweede Kamer inzetten op een strategische personeelsplanning. Er wordt een grote aanpak uitgerold waar vervolgens een cijfermatige aanpak uitkomt dat het mogelijk maakt om op basis van data, beleid te ontwikkelen. Waarom moet er op cijfermatige manier inzicht verkregen worden in personeelstekorten? Als er te weinig mensen zijn om alle vacatures op te vullen, dan zijn er toch gewoon te weinig mensen? Wat is precies het nut van een heel cijfermatige aanpak?
Verder valt te lezen dat het Presidium later in 2023 met resultaten komt van een werkgroep over de informatievoorziening van de Kamer. Dit lid hoopt dat hieruit komt dat de informatievoorziening van de Kamer een stuk beter moet. Is het Presidium dit met BBB eens?
Over digitaliseren staat ook veel beschreven. Is hier ook een langetermijnvisie op?
3. Integrale veiligheid
In het kader van sociale veiligheid in de Tweede Kamer lopen twee onderzoeken. Het onderzoek naar aanleiding van binnengekomen anonieme brieven wordt gedaan door Bureau Hoffman, het andere onderzoek naar sociale veiligheid binnen de Kamer wordt uitgevoerd door de Universiteit Utrecht. De leden van de VVD-fractie vragen het Presidium wanneer de rapporten klaar zijn en naar de Kamer worden gestuurd. Hoe ziet het vervolgtraject eruit? Hoe staat het overigens met de invulling van de in het najaar van 2022 ontstane vacatures in het managementteam van de Kamer? Graag krijgen de leden van de VVD-fractie een reactie van het Presidium.
De afgelopen periode waren er klachten over de parkeergarage onder het gebouw (B67) van de Kamer. Soms is de toegang tot de parkeergarage geblokkeerd door bestelwagens en vrachtauto’s. Kamerleden kunnen dan de parkeergarage niet inrijden. Gelet op de veiligheid van de Leden is dat een onwenselijke situatie. Ook de indeling van de parkeergarage was een punt van aandacht. De leden van de VVD-fractie vragen of beide problemen zijn opgelost. Wat wordt er gedaan om de problemen te verhelpen? Graag krijgen deze leden een reactie van het Presidium.
De leden van de CDA-fractie vragen op welke wijze het beveiligings- en veiligheidsbewustzijn van de Kamerbewoners is vergroot.
De leden van de CDA-fractie delen het uitgangspunt van het Presidium, dat de Tweede Kamer een plek moet zijn waar medewerkers hun werk op een prettige en veilige manier kunnen uitvoeren en zich durven uitspreken als zij zich zorgen maken. Wat is de stand van zaken van het onderzoek naar sociale veiligheid binnen de Tweede Kamer, zo vragen deze leden.
4. Inclusie en diversiteit
De leden van de CDA-fractie zijn blij dat de Tweede Kamer verbeteringen blijft doorvoeren op het gebied van de toegankelijkheid van het gebouw. Deze leden vragen of er bij ontruiming(soefeningen) voldoende kennis is om mensen met een beperking op een snelle en veilige manier uit het gebouw te loodsen.
De leden van de CDA-fractie constateren dat de Kamer het tweede jaarverslag van het College van onderzoek integriteit nog niet heeft ontvangen. Deze leden vragen het Presidium naar de stand van zaken, mede gelet op de aanloopproblemen waarmee het college te kampen heeft gehad.
5. Duurzaamheid
De leden van de CDA-fractie missen in de paragraaf over duurzaamheid het aspect «groen in de stad». Deze leden herinneren aan de Initiatiefnota van de leden Bromet en Boswijk over groen in de stad (Kamerstuk 35 742, nr. 2). Deze leden zijn van mening dat de overheid zelf het goede voorbeeld moet geven door de mogelijkheden te verkennen welke daken van de gebouwen die onder het Rijksvastgoedbedrijf vallen op korte termijn vergroend kunnen worden en dit dan ook daadwerkelijk te realiseren. In het notaoverleg heeft de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties laten weten dat het Rijksvastgoedbedrijf onderzoekt onder welke voorwaarden groene daken voor rijksgebouwen mogelijk zijn. Wat is de stand van zaken met betrekking tot de tijdelijke huisvesting van de Tweede Kamer?
De leden van de CDA-fractie constateren dat er in 2022 veel meer commissievergaderingen hebben plaatsgevonden dan in voorgaande jaren (blz. 6). Deze leden vragen of de Kamer in de tijdelijke huisvesting over voldoende zaalruimte beschikt. Wordt bij de plannen voor de renovatie van het Binnenhof rekening gehouden met een toenemend aantal commissievergaderingen?
Deze leden vragen, of het aantal procedurebesluiten via e-mail in 2019 correct is weergegeven in het staafdiagram. Klopt het aantal niet of klopt de weergave in het diagram niet?
De leden van de CDA-fractie constateren dat er van de 185 verzoekschriften die de Kamer in 2022 heeft ontvangen, slechts 2 behandeld zijn. Kan het Presidium die score toelichten?
Deze leden zeggen het Presidium dank voor het overzicht van wetenschappelijke publicaties per commissie (blz. 13–14), waarbij aan elke publicatie een korte duiding is toegevoegd.
De leden van de CDA-fractie zeggen het Presidium dank voor het overzicht van moties gericht aan het Presidium en de stand van zaken met betrekking tot de uitvoering daarvan. Deze leden constateren dat bij uiteenlopende debatten moties worden ingediend, die zijn geadresseerd aan het Presidium. Daarom vragen deze leden de tekst van een motie aan te vullen met informatie over het debat waarin deze motie is ingediend en de datum. Met die informatie wordt het overzicht beter bruikbaar.
6. Overig
De leden van de SP-fractie vragen voorts naar de kosten die gemaakt worden voor de beveiliging en verbouwing. Kunt u aangeven in hoeverre vallen hier ook kosten onder de gemaakt worden voor en/of door Nieuwspoort? Zijn er andere gedeelde kosten met Nieuwspoort die op de begroting van de Tweede Kamer staan en zo ja, welke zijn dit en om wat voor bedragen gaat dit?
De leden van de SP-fractie vragen waarom er in 2025 een verlaging van de apparaatsuitgaven in de raming staat. Ook willen zij weten waarom de «diverse ontvangsten» lager geraamd zijn.
De leden van de GroenLinks-fractie lezen in de meerjarenramingen dat voor de jaren 2027 en 2028 hetzelfde bedrag staat voor fractiekosten als voor het jaar 2024. Deze leden vragen wat de reden is dat voor deze jaren hetzelfde bedrag wordt geraamd, terwijl de kans groot is dat door indexering deze bedragen hoger zullen zijn?
In de toelichting op de raming staat dat de regering de raming opneemt in de begrotingsstaten voor de Staten-Generaal, tenzij de regering evident zwaarwegende redenen ziet om dit niet te doen. Voor zover de leden van de GroenLinks-fractie zich kunnen herinneren is dit recentelijk niet voorgekomen. Is dit in het verdere verleden weleens voorgekomen, zo vragen deze leden?
De leden van de GroenLinks-fractie constateren dat in het tijdelijke Kamergebouw regelmatig alle vergaderzalen gereserveerd zijn en het voor fracties lastig is om een vergaderzaal te reserveren. Tegelijkertijd zijn gereserveerde zalen ook met enige regelmaat leeg. Kan het Presidium aangeven of het huidige aantal vergaderzalen toereikend is en of het reserveringsbeleid duidelijk genoeg is om te voorkomen dat zalen wel gereserveerd zijn, maar niet gebruikt worden?
De voorzitter van de commissie,
Hagen
De adjunct-griffier van de commissie,
Kling