Motie van het lid Kuzu over de jaarlijkse planning van samenwerkingsactiviteiten met Israël aan de Kamer voorleggen
Goedkeuring van het op 13 oktober 2021 te Tel Aviv tot stand gekomen Verdrag tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Staat Israël inzake de status van hun strijdkrachten (Trb. 2021, 135)
Motie
Nummer: 2023D14798, datum: 2023-04-06, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36021-8).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: T. Kuzu, Tweede Kamerlid (Ooit DENK kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 36021 -8 Goedkeuring van het op 13 oktober 2021 te Tel Aviv tot stand gekomen Verdrag tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Staat Israël inzake de status van hun strijdkrachten (Trb. 2021, 135).
Onderdeel van zaak 2023Z06227:
- Indiener: T. Kuzu, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
- 2023-04-06 15:35: Goedkeuring van het op 13 oktober 2021 te Tel Aviv tot stand gekomen Verdrag tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Staat Israël inzake de status van hun strijdkrachten (Trb. 2021, 135) (36021) (Plenair debat (wetgeving)), TK
- 2023-04-11 15:00: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 |
36 021 Goedkeuring van het op 13 oktober 2021 te Tel Aviv tot stand gekomen Verdrag tussen de regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de regering van de Staat Israël inzake de status van hun strijdkrachten (Trb. 2021, 135)
Nr. 8 MOTIE VAN HET LID KUZU
Voorgesteld 6 april 2023
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het statusverdrag het juridische raamwerk vormt voor samenwerkingsactiviteiten met Israël;
constaterende dat in tegenstelling tot MoU's met autoriteiten van andere landen het MoU tussen de Ministers van Defensie van Nederland en Israël geen opsomming bevat van concrete en mogelijke activiteiten die onderwerp van samenwerking kunnen zijn;
constaterende dat het kabinet ervoor kiest om jaarlijks afspraken te maken over de in het betreffende jaar uit te voeren activiteiten op elkaars grondgebied en er met dat doel, op basis van deze voorstellen, een jaarlijks samenwerkingsplan wordt opgesteld;
overwegende dat de Kamer hiermee de mogelijkheid ontzegd wordt om het statusverdrag op een degelijke manier te beoordelen, doordat de uit te voeren activiteiten moedwillig worden verzwegen;
verzoekt de regering om de jaarlijkse planning van de activiteiten aan de Kamer voor te leggen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Kuzu