A-brief over het project ‘Uitbreiding afmeercapaciteit’ in de Nieuwe Haven Den Helder
Materieelprojecten
Brief regering
Nummer: 2023D15127, datum: 2023-04-11, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 4
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-27830-394).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C.A. van der Maat, staatssecretaris van Defensie
Onderdeel van kamerstukdossier 27830 -394 Materieelprojecten.
Onderdeel van zaak 2023Z06370:
- Indiener: C.A. van der Maat, staatssecretaris van Defensie
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Defensie
- 2023-04-18 16:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2023-04-20 10:45: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Defensie
- 2023-05-17 13:50: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 |
27 830 Materieelprojecten
Nr. 394 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 april 2023
Inleiding
Om toekomstige dreigingen op en vanuit zee het hoofd te kunnen bieden, voorziet de Defensienota 2022 (Kamerstuk 36 124) in een ingrijpende modernisering van de vloot van de Koninklijke Marine. Deze modernisering betreft de vervanging van vrijwel de gehele huidige vloot, naast de reeds in gang gezette verwerving van het Combat Support Ship (CSS). De marine van de toekomst kan niet zonder een moderne haven met voldoende capaciteit om de schepen af te kunnen meren en te onderhouden.
Met deze brief informeer ik u over het project «Uitbreiding afmeercapaciteit» van de marinehaven in Den Helder. Het project voorziet in de realisatie van 750 meter aanvullende kaderuimte in de Nieuwe Haven. Onderdeel hiervan is landaanwinning van ongeveer 12.000 vierkante meter. De uitbreiding is nodig door de komst van het CSS en omdat de toekomstige schepen groter zijn dan de huidige generatie. Tegelijkertijd zijn veiligheidseisen veranderd waardoor het naast elkaar afmeren van marineschepen met veel munitie aan boord is beperkt.
Dit project houdt rekening met de nu in voorbereiding zijnde vervangings- en uitbreidingsprojecten tot 2035 (zie relatie met andere projecten). Eventuele verdere uitbreiding van de afmeercapaciteit in de toekomst zal worden meegenomen bij de modernisering van de marinehaven als onderdeel van de uitwerking van het Strategisch Vastgoedplan 2022 (Kamerstuk 36 124, nr. 12).
De Nieuwe Haven
De Nieuwe Haven speelt als Rijkszee- en Marinehaven een cruciale rol in de gereedstelling en ondersteuning van de marineschepen. De Koninklijke Marine beschikt over twee thuishavens, te weten de Nieuwe Haven in Den Helder en Marinebasis Parera op Curaçao. Behalve Zr.Ms. Pelikaan, het ondersteuningsvaartuig in het Caribisch Gebied dat is gestationeerd op Curaçao, hebben vrijwel alle varende operationele eenheden hun thuishaven in de Nieuwe Haven. Vanuit deze haven wordt brede ondersteuning gegeven aan de vloot van de Marine (waaronder instandhouding en dienstverlening). De Nieuwe Haven biedt ook ruimte aan de ketenpartners zoals de Kustwacht en Rijkswaterstaat.
Behoefte
De geplande modernisering van de vloot voorziet in de komst van het CSS Zr.Ms. Den Helder, dit betreft een uitbreiding van de vloot en de vervanging van onder meer de huidige mijnenbestrijdingsvaartuigen, LC-fregatten en M-fregatten door grotere schepen. Uitbreiding van de afmeercapaciteit van de haven in Den Helder is noodzakelijk om deze grotere schepen af te kunnen laten meren volgens de vigerende wet- en regelgeving.
De afmeercapaciteit wordt voorzien van beveiliging en biedt ruimte voor het laden en lossen van goederen en brandstof en voor het uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden.
Relatie met andere projecten
Dit project heeft een relatie met de verwerving van het CSS waarover ik uw Kamer op 19 december 2019 heb geïnformeerd (Kamerstuk 27 830, nr. 300). De komst van het CSS maakt het tekort aan afmeercapaciteit duidelijk. Het probleem neemt gaandeweg toe met de moderniserings- en vervangingsprojecten in voorbereiding voor de huidige mijnenbestrijdingsvaartuigen, de hulpvaartuigen, de M-fregatten, de onderzeeboten, de LC-fregatten, de amfibische transportschepen en de patrouilleschepen. Deze veelal grotere schepen, vergeleken met de huidige generatie, moeten kunnen worden afgemeerd.
Dit project heeft raakvlakken met de gesprekken die Defensie op dit moment voert met de gemeente Den Helder, de provincie Noord-Holland en de defensie-industrie over de kansen om diverse regionale, maatschappelijke en defensiebelangen aan elkaar te koppelen.
Risico’s
Voor het project zijn de juridisch-planologische inpassing en de tijdige beschikbaarheid van de benodigde vergunningen als risico’s geïdentificeerd, alsmede de beschikbare capaciteit in de vastgoedketen. In dit kader wordt extra voorbereidingstijd voor onderzoeken en procedures op het gebied van ruimtelijke ordening ingepland. Om restrisico’s af te dekken en om onder andere kosten van eventuele wijzigingen en vertragingen te dekken is binnen het projectbudget een risicoreservering opgenomen.
Financiële aspecten
Het projectbudget van dit nieuwe vastgoedproject, inclusief risicoreservering, bedraagt tussen de 100 miljoen euro en 250 miljoen euro. Deze investering komt ten laste van het investeringsbudget van Defensie. De ramingen zijn op basis van de bestaande normen en kostenkengetallen (prijspeil 2022).
Vooruitblik
Na afloop van het project «Uitbreiding afmeercapaciteit» beschikken CZSK en Defensie over een haven met voldoende afmeercapaciteit in Den Helder voor de vloot, waarbij rekening is gehouden met de nu in voorbereiding zijnde vervangings- en uitbreidingsprojecten tot 2035 (exclusief eventuele toekomstige behoeften). Daarmee draagt dit project bij aan een technologisch hoogwaardig en toekomstbestendig CZSK.
Om te bepalen op welke manier de realisatie en de exploitatie worden uitgevoerd, is voor dit infrastructuurproject een sourcing-onderzoek verplicht, daarmee wordt bepaald welke contractvorm de meeste kwalitatieve en kwantitatieve meerwaarde oplevert. Vervolgens start de verwervingsvoorbereidingsfase, waarin parallel de bouw-voorbereidende werkzaamheden worden uitgevoerd en de behoeftestelling verder wordt geconcretiseerd, zodat uitvraag aan de markt mogelijk is. Aansluitend start de realisatiefase. Naar verwachting zal de bouw ongeveer vier jaar in beslag nemen. Op basis van de huidige planning kan de uitbreiding van de afmeercapaciteit eind 2029 worden opgeleverd. Vanwege het projectvolume en vanwege de beperkte complexiteit van het project, ben ik voornemens het Defensie Ondersteuningscommando te mandateren voor dit project.
De Tweede Kamer zal over de voortgang van dit project worden geïnformeerd via het Defensiematerieelbegrotingsfonds, het jaarverslag en het Defensie Projectenoverzicht.
De Staatssecretaris van Defensie,
C.A. van der Maat