[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

36195, bijgewerkt t/m nr. 12 (NvW d.d. 11 april 2023)

Voorstel van wet van de leden Nijboer en Grinwis tot wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en de Overgangswet nieuw Burgerlijk Wetboek in verband met het afschaffen van tijdelijke huurcontracten voor zelfstandige woonruimten (Wet vaste huurcontracten)

Bijgewerkte tekst

Nummer: 2023D15285, datum: 2023-04-11, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2022Z17177:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Bijgewerkt t/m nr. 12 (NvW d.d. 11 april 2023)



	36 195	Voorstel van wet van de leden Nijboer en Grinwis tot wijziging
van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en de Overgangswet nieuw
Burgerlijk Wetboek in verband met het afschaffen van tijdelijke
huurcontracten voor zelfstandige woonruimten (Wet vaste huurcontracten)







Nr. 2	VOORSTEL VAN WET



	

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins
van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om
tijdelijke huurcontracten voor zelfstandige woonruimten af te schaffen;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State
gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden
en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I  =  \* MERGEFORMAT   

Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 249 vervallen het tweede lid alsmede de aanduiding “1.”
voor het eerste lid.

B

Artikel 271, eerste lid, komt te luiden: 

1. In afwijking van artikel 228 lid 1 eindigt een voor bepaalde tijd
aangegane huur in geval van:

a. een woonruimte voor zover deze als zelfstandige woning is verhuurd,
een woonwagen, een standplaats of een ligplaats, of

b. een woonruimte voor zover deze als niet zelfstandige woning is
verhuurd, en het een langer dan vijf jaar aangegane huur betreft, niet
door het enkele verloop van de huurtijd; zij kan door elk van beide
partijen worden opgezegd tegen een voor de betaling van de huurprijs
overeengekomen dag, niet vallend voor het verstrijken van de bepaalde
tijd. Op een voor bepaalde tijd voor de duur van vijf jaar of korter
aangegane huur ingeval van een woonruimte voor zover deze als niet
zelfstandige woning is verhuurd is artikel 228 lid 1 onverkort van
toepassing, mits de verhuurder niet eerder dan drie maanden maar
uiterlijk een maand voordat die bepaalde tijd is verstreken, de huurder
over de dag waarop die huur verstrijkt schriftelijk informeert. Indien
de verhuurder de verplichting, bedoeld in de tweede volzin, niet nakomt,
wordt de huurovereenkomst na het verstrijken van de bepaalde tijd,
bedoeld in die volzin, voor onbepaalde tijd verlengd. De voor bepaalde
tijd aangegane huur, bedoeld in de tweede volzin, kan door de huurder
voor het verstrijken van de bepaalde tijd worden opgezegd tegen een voor
betaling van de huurprijs overeengekomen dag. Indien na afloop van een
voor bepaalde tijd van vijf jaar of korter aangegane huur met dezelfde
huurder aansluitend opnieuw een huurovereenkomst wordt aangegaan, wordt
deze laatste overeenkomst opgevat als een verlenging voor onbepaalde
tijd van eerstgenoemde huurovereenkomst.

C

Na artikel 274f wordt een artikel ingevoegd, luidende: 

Artikel 274g 

Onder eigen gebruik in de zin van artikel 274 lid 1 onder c wordt mede
begrepen het verstrekken van woonruimte aan een woningzoekende die een
bloed- of aanverwantschap in de eerste graad heeft met de eigenaar,
waarbij het belang van deze woningzoekende om de woonruimte te bewonen
zwaarder weegt dan het belang van de huurder om het gehuurde te blijven
bewonen.

ARTIKEL II

Artikel 208ha van de Overgangswet nieuw Burgerlijk Wetboek wordt als
volgt gewijzigd: 

1. Voor de tekst wordt de aanduiding “1.” geplaatst. 

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende: 

2. De artikelen 249 en 271 van Boek 7, zoals deze luidden voor het
tijdstip van inwerkingtreding van de Wet vaste huurcontracten, blijven
van toepassing op huurovereenkomsten die voor het in werking treden van
die wet zijn gesloten.

ARTIKEL III

Onze Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening zendt binnen
vijf jaar na de inwerkingtreding van deze wet aan de Staten-Generaal een
verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de
praktijk. 

ARTIKEL IV

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen
tijdstip.

ARTIKEL V

	Deze wet wordt aangehaald als: Wet vaste huurcontracten.

	Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad   =  \* MERGEFORMAT   zal
worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en
ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand
zullen houden.

Gegeven

De Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening,

De Minister voor Rechtsbescherming,

	

 

 

 PAGE    

 PAGE   1