[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Memorie van toelichting

Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2023 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)

Memorie van toelichting

Nummer: 2023D15926, datum: 2023-05-11, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36350-XVI-2).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 36350 XVI-2 Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2023 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota).

Onderdeel van zaak 2023Z06757:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2022‒2023
36 350XVI Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2023 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)
Nr. 2

MEMORIE VAN TOELICHTING

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikelen 1 tot en met 3

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2023 wijzigingen aan te brengen in:

  1. de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;
  2. de begrotingsstaat inzake de agentschappen van dit ministerie;

De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E.J.Kuipers

B. BEGROTINGSTOELICHTING

1 Leeswijzer

De mutaties in deze suppletoire begroting bestaan uit herschikkingen binnen de begrotingsuitgaven, overboekingen van en naar andere begrotingshoofdstukken, financieringsverschuivingen en middelen die ten laste of ten gunste van het generale beeld aan de begroting van VWS worden toegevoegd of vrijvallen.

De gepresenteerde cijfers sluiten aan bij de Voorjaarsnota 2023, die de Minister van Financiën aan de Tweede Kamer aanbiedt (Kamerstukken II, 36 350 nr.1).

Om de leesbaarheid van de toelichting op de beleidsartikelen te bevorderen zijn de volgende uitgangspunten toegepast:

  1. Naast de politiek en beleidsmatig relevante mutaties worden mutaties op de instrumenten toegelicht op basis van onderstaande grenzen voor het totale mutatiebedrag voor de uitgaven en ontvangsten. Hiermee wordt aangesloten bij de RBV 2023.
  2. Voor wat betreft de verplichtingenmutaties wordt per artikel enkel het saldo weergegeven.
Omvang begrotingsartikel (stand ontwerpbegroting) in € miljoen Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen) Technische mutaties (ondergrens in € miljoen)
< 50 1 2
=> 50 en < 200 2 4
=> 200 en < 1000 5 10
=> 1000 10 20

Voor wat betreft de uitgaven en ontvangsten behorend tot het Uitgavenplafond Zorg worden mutaties die groter zijn dan € 10 miljoen toegelicht.

In deze suppletoire begroting is de afroming van de structurele onderuitputting verwerkt op de verschillende beleidsartikelen. Dit bedraagt in totaal € 81 miljoen op de uitgaven en € 24 miljoen op de ontvangsten. De VWS-begroting wordt met deze bedragen verlaagd c.q. de ontvangsten worden met dit bedrag verhoogd. Dit sluit aan bij de motie Heinen (Kamerstukken II, 36 250, nr. 4) en de Voorjaarsnota 2023. Er kunnen nog correcties op deze verwerking plaatsvinden, temeer onderuitputting zich niet altijd op dezelfde plek manifesteert.

2 Beleid

2.1 Overzicht belangrijkste uitgavenmutaties

Vastgestelde begroting 2023
Belangrijkste suppletoire mutaties
1) Ruimte begroting LCCB 1 ‒ 158.020
2) Vrijval middelen Dienst Testen 1 ‒ 418.500
3) Ruimte Coronatoegangsbewijs 1 ‒ 157.300
4) Ruimte begroting GGD 1 ‒ 587.380
5) Vaccinatiebeleid 2023 huisartsen/ziekenhuizen 1 ‒ 74.600
6) VIPP Farmacie 2 ‒ 18.000
7) Passende zorg 2 ‒ 9.550
8) Regeling post-covid 2 25.000
9) Wonen en zorg voor ouderen 3 ‒ 48.300
10) Stimuleringsregeling E-health Thuis 3 ‒ 19.100
11) Nationaal Actieplan Dakloosheid 2023 3 ‒ 55.000
12) Groninger Zorgakkoord 3 ‒ 33.500
13) Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten (AFBZ) 3 14.499.326
14) Bijdrage Kosten Korting (BIKK) 3 ‒ 24.800
15) Rijksbijdrage Wlz 3 ‒ 1.450.000
16) Meerkostenregeling Oekraïne 3 30.920
17) Bijdrage Slavernijverleden 4 ‒ 60.550
18) Sectorplanplus 4 ‒ 112.500
19) Tegemoetkomingsregeling rapport cie. de Winter 5 ‒ 23.302
20) COVID-19 STIK-regeling Sport en uitvoeringskosten 6 36.000
21) Zorgtoeslag 8 115.600
Stand 1e suppletoire begroting 2023 11.456.444

Toelichting

  1. De bijgestelde begroting van het LCCB leidt tot een lagere raming van € 158 miljoen.
  2. Door een lager uitvallende realisatie van het testbeleid in januari en februari en het huidige OMT advies rondom (zelf)testen zijn de ramingen bijgesteld.
  3. Het Corona Toegangsbewijs (CTB) wordt op dit moment niet gebruikt. De € 157,3 miljoen die hiervoor was gereserveerd valt hierdoor vrij.
  4. De raming voor het benodigde budget van de GGD in verband met de beheersing van het corona virus is met € 587 miljoen naar beneden bijgesteld.
  5. De raming voor het benodigde middelen (€ 74,6 miljoen) voor eventuele vaccinatie tegen corona door huisartsen en ziekenhuizen kan naar beneden worden bijgesteld.
  6. Doordat de financiering van de Kickstart Medicatieoverdracht later van start is gegaan heeft ook het programma Versnelling Informatie-uitwisseling Patiënt en Professioneel Farmacie vertraging opgelopen. De planning is dat de opschaling hiervan bij apotheken start vanaf eind 2024. Om deze reden is een kasschuif van € 18 miljoen van 2023 naar latere jaren verwerkt.
  7. Met een kasschuif worden de middelen in het juiste ritme geplaatst om ervoor te zorgen dat we de doelstellingen op het gebied van Passende Zorg kunnen bereiken.
  8. VWS draagt bij aan een collectieve regeling voor zorgmedewerkers die door covid-19 langdurig ziek zijn geworden in de eerste helft van 2020.
  9. Dit betreft een kasschuif van € 48,3 miljoen voor de stimuleringsregeling wonen en zorg voor ouderen. Na de zomer van 2023 zal de regeling worden opengesteld. Dankzij de kasschuif blijven de middelen beschikbaar voor de regeling in latere jaren.
  10. Doordat de regeling later zal worden opengesteld dan initieel beoogd is door middel van een kasschuif het budget doorgeschoven naar volgende jaren. De maximale looptijd van de projecten bedraagt drie jaar. Hierdoor zal de uitbetaling van een toegekende subsidie eind 2025 doorlopen tot 2028.
  11. Voor de aanpak van dakloosheid wordt in 2023 vanaf de VWS-begroting € 55 miljoen overgeheveld naar 43 centrumgemeenten. Dit leidt tot een neerwaartse bijstelling op de VWS-begroting.
  12. De middelen van de subsidieregeling worden door middel van een kasschuif doorgeschoven naar latere jaren.
  13. In de Wlz is een bepaling opgenomen dat het Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten (AFBZ) tot eind 2022 open zou blijven voor het afwikkelen van de resterende vorderingen en verplichtingen. Het uiteindelijke saldo van het AFBZ, een tekort van circa € 14,5 miljard, komt ten laste van de Rijksschatkist.
  14. Dit betreft een bijstelling van de bijdrage in de kosten van kortingen (BIKK) op basis van actuele ramingen van het CPB.
  15. Dit betreft de bijstelling van de uitgavenraming rijksbijdrage Wlz naar aanleiding van actuele ramingen van het CPB.
  16. Voor de verlenging van de meerkostenregeling Oekraïne aan gemeenten is € 30,9 miljoen aan extra middelen overgeboekt.
  17. Dit betreft de VWS-bijdrage van € 60,6 miljoen in het kader van het slavernijverleden. Deze middelen worden overgeheveld naar de begroting van BZK en leiden derhalve tot een neerwaartse bijstelling op de VWS-begroting.
  18. Omdat de aanvragen voor Sectorplanplus lager zijn dan het beschikbare subsidiebudget valt € 112,5 miljoen vrij.
  19. Voor 2023 stelt VWS € 23,3 miljoen beschikbaar voor de regeling tegemoetkoming slachtoffers jeugdzorg. Deze middelen worden van de VWS-begroting overgeheveld naar het Schadefonds Geweldsmisdrijven.
  20. De uitvoering van de Sport Covid-19 tegemoetkoming regeling (STIK) is met de bijbehorende € 36 miljoen doorgeschoven naar 2023.
  21. De raming van de uitgaven zorgtoeslag is aangepast op basis van de actuele raming van het CPB.

3 Beleidsartikelen

3.1 Artikel 1 Volksgezondheid

Budgettaire gevolgen van beleid

Uitgaven 4.129.960 ‒ 500 4.129.460 ‒ 1.025.102 3.104.358 816.733 544.207 550.366 398.227
1. Gezondheidsbeleid 632.744 ‒ 500 632.244 403.881 1.036.125 425.182 408.715 346.726 207.889
Subsidies 23.936 0 23.936 15.274 39.210 14.766 14.795 10.134 10.639
(Lokaal) gezondheidsbeleid 23.663 0 23.663 15.274 38.937 14.766 14.795 10.134 10.639
Overige 273 0 273 0 273 0 0 0 0
Opdrachten 11.419 0 11.419 128 11.547 ‒ 150 ‒ 121 0 0
(Lokaal) gezondheidsbeleid 11.419 0 11.419 128 11.547 ‒ 150 ‒ 121 0 0
Bijdragen aan agentschappen 166.365 0 166.365 2.558 168.923 21.592 10.052 10.107 11.674
Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit 126.540 0 126.540 ‒ 1.074 125.466 ‒ 2.124 2.076 6.276 10.776
RIVM: wettelijke taken en beleidsondersteuning zorgbreed 34.026 0 34.026 7.134 41.160 26.716 10.976 3.831 898
Overige 5.799 0 5.799 ‒ 3.502 2.297 ‒ 3.000 ‒ 3.000 0 0
Bijdragen aan ZBO's/RWT's 326.225 ‒ 500 325.725 35.717 361.442 38.062 34.979 24.535 6.226
ZonMw: programmering 326.225 ‒ 500 325.725 35.717 361.442 38.062 34.979 24.535 6.226
Overige 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Bijdragen aan medeoverheden 104.799 0 104.799 350.204 455.003 350.912 349.010 301.950 179.350
Aanpak Gezondheidsachterstanden 104.659 0 104.659 350.204 454.863 350.912 349.010 301.950 179.350
Overige 140 0 140 0 140 0 0 0 0
2. Ziektepreventie 3.285.104 0 3.285.104 ‒ 1.407.375 1.877.729 417.839 161.671 206.923 192.553
Subsidies 327.209 0 327.209 ‒ 12.597 314.612 32.400 28.710 27.550 27.800
Ziektepreventie 18.997 0 18.997 1.003 20.000 6.600 2.910 1.750 2.000
Bevolkingsonderzoeken 190.538 0 190.538 ‒ 2.350 188.188 28.150 28.150 28.150 28.150
Vaccinaties 117.674 0 117.674 ‒ 11.250 106.424 ‒ 2.350 ‒ 2.350 ‒ 2.350 ‒ 2.350
Overige 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Opdrachten 1.187.666 0 1.187.666 ‒ 657.502 530.164 53.326 14.388 37.287 42.261
Ziektepreventie 1.152.511 0 1.152.511 ‒ 676.812 475.699 30.483 ‒ 12.700 0 0
Pandemische paraatheid 35.155 0 35.155 19.310 54.465 22.843 27.088 37.287 42.261
Overige 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Bijdrage aan agentschappen 467.656 0 467.656 8.124 475.780 80.716 44.202 50.186 49.192
RIVM: Opdrachtverlening aan kenniscentra 223.517 0 223.517 29.960 253.477 35.350 2.826 3.958 4.358
RIVM: Bevolkingsonderzoeken 48.987 0 48.987 494 49.481 494 494 494 494
RIVM: Vaccinaties 146.939 0 146.939 ‒ 20.783 126.156 ‒ 3.195 ‒ 2.738 ‒ 1.738 ‒ 1.738
Pandemische paraatheid 48200 0 48.200 ‒ 1547 46653 48067 43620 47472 46078
Overige 13 0 13 0 13 0 0 0 0
Bijdragen aan ZBO's/RWT's 305.000 0 305.000 ‒ 158.020 146.980 0 0 0 0
Landelijke Coördinatie COVID-19 Bestrijding 305.000 0 305.000 ‒ 158.020 146.980 0 0 0 0
Bijdrage aan medeoverheden 997.573 0 997.573 ‒ 587.380 410.193 251.397 74.371 91.900 73.300
Pandemische paraatheid 37.295 0 37.295 0 37.295 43.750 74.371 91.900 73.300
Overige 960.278 0 960.278 ‒ 587.380 372.898 207.647 0 0 0
Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Overige 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Garanties 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Overige 0 0 0 0 0 0 0 0 0
3. Gezondheidsbevordering 180.667 0 180.667 ‒ 22.119 158.548 ‒ 26.154 ‒ 26.155 ‒ 3.372 ‒ 2.304
Subsidies 88.950 0 88.950 ‒ 6.380 82.570 ‒ 7.789 ‒ 7.818 ‒ 2.768 ‒ 2.068
Preventie van schadelijk middelengebruik 31.363 0 31.363 ‒ 3.460 27.903 ‒ 4.441 ‒ 4.470 30 30
Gezonde leefstijl en gezond gewicht 28.895 0 28.895 ‒ 3.405 25.490 ‒ 2.758 ‒ 2.758 ‒ 2.798 ‒ 2.098
Letselpreventie 5.436 0 5.436 1.075 6.511 0 0 0 0
Bevordering van seksuele gezondheid 19.462 0 19.462 0 19.462 0 0 0 0
Overige 3.794 0 3.794 ‒ 590 3.204 ‒ 590 ‒ 590 0 0
Opdrachten 11.743 0 11.743 1.713 13.456 ‒ 400 ‒ 400 0 0
Gezondheidsbevordering 11.743 0 11.743 1.713 13.456 ‒ 400 ‒ 400 0 0
Overige 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Bijdragen aan agentschappen 5.123 0 5.123 ‒ 506 4.617 ‒ 389 ‒ 361 ‒ 368 0
Overige 5.123 0 5.123 ‒ 506 4.617 ‒ 389 ‒ 361 ‒ 368 0
Bijdragen aan ZBO's/RWT's 166 0 166 0 166 0 0 0 0
Overige 166 0 166 0 166 0 0 0 0
Bijdragen aan medeoverheden 74.685 0 74.685 ‒ 16.946 57.739 ‒ 17.576 ‒ 17.576 ‒ 236 ‒ 236
Gezondheidsbevordering (incl. Heroïnebehandeling) 15.064 0 15.064 ‒ 36 15.028 ‒ 36 ‒ 36 ‒ 36 ‒ 36
Seksuele gezondheid 59.621 0 59.621 ‒ 16.910 42.711 ‒ 17.540 ‒ 17.540 ‒ 200 ‒ 200
Overige 0 0 0 0 0 0 0 0 0
4. Ethiek 31.445 0 31.445 511 31.956 ‒ 134 ‒ 24 89 89
Subsidies 28.725 0 28.725 363 29.088 ‒ 223 ‒ 113 0 0
Abortusklinieken 18.570 0 18.570 476 19.046 ‒ 113 ‒ 113 0 0
Medische Ethiek 10.155 0 10.155 ‒ 113 10.042 ‒ 110 0 0 0
Opdrachten 362 0 362 59 421 0 0 0 0
Medische Ethiek 362 0 362 59 421 0 0 0 0
Bijdragen aan agentschappen 2.358 0 2.358 89 2.447 89 89 89 89
CIBG: Uitvoeringstaken medische ethiek 2.358 0 2.358 89 2.447 89 89 89 89
Ontvangsten 33.903 0 33.903 0 33.903 0 0 0 0
Overige 33.903 0 33.903 0 33.903 0 0 0 0

Toelichting

1. Gezondheidsbeleid


Subsidies

(Lokaal) gezondheidsbeleid
De middelen voor suïcidepreventie (€ 16,6 miljoen) zijn overgeheveld vanuit artikel 2 Curatieve Zorg. Vanuit de ministeries van BZK en JenV zijn bijdragen overgeboekt voor de financiering van de opleiding tot forensisch arts (€ 2,6 miljoen). Vanuit de coalitiemiddelen voor Mentale Gezondheid zijn middelen overgeheveld naar artikel 5 Jeugd voor onder andere mentaal gezond in het onderwijs (€ 1,6 miljoen). Voor de financiering van 3 extra opleidingsplaatsen van jeugdgezondheidsartsen is € 0,7 miljoen overgeheveld naar artikel 4 Zorgbreed Beleid. De overige mutaties bedragen per saldo minus € 1,6 miljoen. Meerjarig is € 11,5 miljoen aanvullend beschikbaar voor suïcidepreventie.

Bijdragen aan agentschappen

Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit

Vanaf 2025 worden er middelen vanuit het ministerie van LNV overgeheveld naar de NVWA. Deze middelen zijn enerzijds bedoeld om de NVWA verder te versterken en anderzijds voldoende middelen ter beschikking te stellen die aansluiten bij de taken van de NVWA. Dit betreft € 2,1 miljoen in 2025, € 6,3 miljoen in 2026 en € 10,8 miljoen in 2027.

RIVM: wettelijke taken en beleidsondersteuning zorgbreed
Het budget is verhoogd met € 5,7 miljoen voor additionele opdrachten die aan het RIVM zijn verstrekt. Dit betreft opdrachten op het terrein van het programma Risicoschatting en beoordeling voor beleid (€ 1,5 miljoen), het programma Sport (€ 0,5 miljoen) en het programma Volksgezondheid en Zorg (€ 3,7 miljoen). Voor de compensatie van de concernorganisaties voor de sterk gestegen tarieven door de hoge inflatie wordt € 1,4 miljoen beschikbaar gesteld. Meerjarig zijn middelen beschikbaar gesteld voor het programma covid-19 bij het RIVM voor corona gerelateerde werkzaamheden. Dit wordt in de komende jaren afgeschaald zodat budgetten in lijn komen met de reguliere infectieziektebestrijding.

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

ZonMw: programmering
Voor de uitvoering van opdrachten/programma's door ZonMw zijn meerjarig middelen beschikbaar gesteld. Binnen de begroting van VWS is per saldo in totaal € 20,3 miljoen overgeheveld in 2023. Binnen artikel 1 Volksgezondheid betreft het middelen voor de programma's Alcoholonderzoek (€ 2,0 miljoen) en Microplastics en gewasbescherming (€ 2,0 miljoen). Vanuit artikel 2 Curatieve Zorg betreft het middelen voor het programma Oncode (€ 1,6 miljoen) en voor een correctie van een kasschuif voor Leefstijlgeneeskunde (€ 6,3 miljoen). Vanuit artikel 3 Langdurige Zorg en ondersteuning betreft het middelen voor de programma's IOC-regeling ouderenzorg (€ 1,9 miljoen) en Richtlijnen palliatieve zorg (€ 0,9 miljoen). Vanuit artikel 6 Sport betreft het middelen voor het programma Sportinnovator (€ 3,1 miljoen). Vanuit artikel 10 Apparaat Kerndepartement betreft het middelen voor het programma Leefomgeving (€ 2,5 miljoen).

Voor de compensatie van de concernorganisaties voor de sterk gestegen tarieven door de hoge inflatie wordt € 3,9 miljoen beschikbaar gesteld. De overige mutaties bedragen per saldo € 2,9 miljoen.

Bijdragen aan medeoverheden

Aanpak Gezondheidsachterstanden
Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA)
De financiering van deze meerjarige specifieke uitkering is gecentraliseerd op artikel 1 Volksgezondheid. Daartoe is per saldo € 202,3 miljoen binnen de begroting van VWS overgeheveld naar dit instrument. Binnen artikel 1 betreft het middelen voor Opgroeien in een Kansrijke Omgeving & Vroegsignalering alcoholproblematiek (€ 2,5 miljoen) en Aanpak overgewicht en obesitas (€ 17,5 miljoen). Vanuit artikel 3 Langdurige Zorg en ondersteuning betreft het middelen voor Eén tegen Eenzaamheid (€ 10,0 miljoen), Wijkaanpak sociale basis, inclusief stimuleren woonvormen (€ 36,5 miljoen), Valpreventie (€ 21,5 miljoen) en Mantelzorg (Respijtzorg) (€ 10,0 miljoen). Vanuit artikel 6 Sport betreft het middelen voor het Sportakkoord (€ 13,0 miljoen) en de Brede Regeling Combinatiefunctie (€ 87,7 miljoen). Vanuit artikel 10 Apparaat Kerndepartement betreft het middelen voor de Leefomgeving (€ 3,6 miljoen).

Daarnaast zijn door het ministerie van OCW middelen overgeheveld voor de Brede regeling combinatiefuncties (€ 1,7 miljoen).


Intergraal zorgakkoord (IZA)

Om de doelen van het IZA te realiseren is voor gemeenten jaarlijks maximaal € 150 miljoen beschikbaar om op basis van regioplannen een bijdrage te kunnen leveren aan het IZA. Langs de weg van regiobeelden en regioplannen wordt een regionale preventie-infrastructuur ingericht en gewerkt aan deze doelstellingen.

De overige mutaties bedragen per saldo minus € 1,4 miljoen.

2. Ziektepreventie


Subsidies

Bevolkingsonderzoeken

Voor bevolkingsonderzoeken vindt er vanaf 2024 een overheveling plaats voor de Tweede Termijn Structureel Echoscopisch Onderzoek van € 27,7 miljoen en Verbrede inzet zelfafnameset bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker van € 2,8 miljoen. Daarnaast is vanwege de verwachte onderuitputting structureel ongeveer € 2,3 miljoen ingeboekt op dit artikelonderdeel.

Vaccinaties
Op advies van de Gezondheidsraad wordt bij de vaccinatie tegen HPV voor mensen van 15 jaar en ouder overgegaan van drie naar twee doses. De kosten voor de inhaalcampagne van deze doelgroep zijn hierdoor € 8,9 miljoen lager dan eerder was begroot. Deze middelen worden ingezet voor de aanpassingen van het schema van het Rijksvaccinatieprogramma. De overige mutaties bedragen per saldo minus € 2,4 miljoen.

Opdrachten

Ziektepreventie
Voor de opdrachtverlening voor Intravacc in het kader van het vijfjarenprogramma is € 11,0 miljoen overgeheveld naar het instrument opdrachten Pandemische paraatheid. De overige mutaties bedragen per saldo € 1,4 miljoen.

Als gevolg van de endemische fase van COVID-19 is minder inzet nodig voor de bestrijding van het virus. Door het sluiten van de teststraten is er minder budget voor Dienst Testen nodig (€ 418,5 miljoen). Verder wordt er geen inzet meer verwacht van het coronatoegangsbewijs (€ 157,3 miljoen ) en is er minder geld nodig voor de vaccinatie tegen COVID-19 door uitvoerders anders dan de GGD'en, zoals huisartsen en ziekenhuizen (€ 74,6 miljoen). Daarnaast hoeven er geen middelen meer gereserveerd te worden voor testanalyses in opdracht van huisartsen en het handhaven van een quarantaineplicht (€ 13 miljoen).

Pandemische paraatheid
Het kabinet stelt een toekomstige pandemische paraatheid voor op een ‘nieuw en toekomstbestendig’ niveau. Voor 2023 en voor de jaren erna zijn bij de Voorjaarsnota structureel aanvullende middelen beschikbaar gekomen ter verdere versterking van de pandemische paraatheid. De middelen hiervoor zijn opgenomen in dit beleidsartikel voor de versterkte publieke gezondheid, en de beleidsartikelen 2, 3, 4 en 9 voor goed voorbereide zorg en versterkte leveringszekerheid. Voor de versterkte publieke gezondheidszorg en infectieziektebestrijding is bij de Voorjaarsnota 2022 en Augustusbrief 2022 € 28 miljoen aan dit beleidsartikel toegevoegd en wordt bij de Voorjaarsnota 2023 op dit instrument € 7 miljoen toegevoegd voor 2023.

Deze aanvullende middelen van € 7 miljoen worden aangewend voor internationale aansluiting van het RIVM, bijdrage aan het Pandemic Fund en versterking van de pandemische paraatheid in het Caribisch deel van het Koninkrijk. Ook voor de jaren erna zijn bij de Voorjaarsnota structureel aanvullende middelen beschikbaar gekomen ter verdere versterking van de pandemische paraatheid. Deze middelen zijn naast de eerder genoemde onderdelen ook beschikbaar gesteld voor verdere versterking van de kennisbasis, het stimuleren van innovaties (nationaal en internationaal) en versterking van de internationale samenwerking. 

Bijdrage aan agentschappen

RIVM: Opdrachtverlening aan kenniscentra
Voor de aanschaf van vaccins voor de inhaalcampagne HPV-vaccinatie 18–26 jaar is € 19,0 miljoen overgeheveld van het instrument RIVM: Vaccinaties. Voor het RIVM programma Pandemische paraatheid is € 6,7 miljoen overgeheveld naar het instrument Pandemische paraatheid. Vanuit artikel 4 Zorgbreed beleid is € 3,0 miljoen overgeheveld voor de uitvoering van de opdracht Invoering bevolkingsonderzoeken kanker Caribisch Nederland. Voor de compensatie van de concernorganisaties voor de sterk gestegen tarieven door de hoge inflatie wordt € 4,2 miljoen beschikbaar gesteld. Het budget is verhoogd met € 0,6 miljoen als gevolg van het doorvoeren van vier wijzigingen in de leeftijd waarop vaccinaties in het Rijksvaccinatieprogramma aangeboden worden. Het budget is verlaagd met € 2,8 miljoen door lagere implementatie- en uitvoeringskosten NIPT. De overige mutaties bedragen per saldo minus € 0,7 miljoen. Daarnaast is er voor 2024 € 29 miljoen beschikbaar voor het RIVM covid vaccinatieprogramma.

RIVM: Vaccinaties
Voor de aanschaf van vaccins voor de inhaalcampagne HPV-vaccinatie 18–26 jaar is € 19,0 miljoen overgeheveld van het instrument RIVM: Vaccinaties naar het instrument RIVM: Opdrachtverlening aan kenniscentra. De overige mutaties bedragen per saldo minus € 1,8 miljoen.

Pandemische paraatheid
Bij de Voorjaarsnota 2022 en Miljoenennota 2022 is reeds € 40 miljoen toegevoegd aan dit beleidsartikel. Met deze eerste suppletoire begroting wordt € 8 miljoen toegevoegd. Deze middelen worden aangewend voor het Nationaal actieplan versterken zoönosebeleid en versterking van infectieziektebestrijding. De beschikbare middelen vanaf 2024 worden daarnaast ingezet op de versterking van de Landelijke Functionaliteit Infectieziektebestrijding (LFI), verdere versterking van de infectieziektebestrijding en versterking IV/ICT bij het RIVM.

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

Landelijke Coördinatie COVID-19 Bestrijding (LCCB)
Als gevolg van de endemische fase van COVID-19 is minder inzet van de LCCB nodig dan eerder begroot, in totaal kan ruim € 158 miljoen vrijvallen. Er blijven middelen beschikbaar voor het zetten van basisvaccinaties tegen COVID-19, conform het OMT-V advies. Voor een eventuele vaccinatieronde voor kwettsbaren in het najaar zijn vooralsnog geen middelen beschikbaar gesteld. Mocht het OMT-V in een nieuw advies dit adviseren, zal hierover afzonderlijke (financiële) besluitvorming plaatsvinden.

Bijdrage aan medeoverheden

Pandemische paraatheid

De versterking van de GGD'en is essentieel om de pandemische paraatheid te kunnen bewerkstelligen: kwetsbaarheden in de medisch-operationele processen op regionaal niveau moeten worden weggewerkt om daadwerkelijk bij te kunnen dragen in de landelijke operatie. Hier is € 37,3 miljoen voor beschikbaar gesteld bij de Miljoenennota 2022. Vanaf 2024 zijn meerjarig middelen beschikbaar gesteld ten behoeve van de reeds benoemde versterking van de GGD-en en voor de versterking van IV/ICT bij de GGD'en.

Overige (COVID-19)
Als gevolg van de endemische fase van COVID-19 is minder inzet van de GGD’en in de covidbestrijding nodig dan eerder begroot, in totaal kan ruim € 587 miljoen vrijvallen. Er blijven middelen beschikbaar voor de basisvaccinatie tegen COVID-19, conform het OMT-V advies. Voor een eventuele vaccinatieronde in het najaar zijn vooralsnog geen middelen beschikbaar gesteld. Mocht het OMT-V in een nieuw advies dit adviseren, zal hierover afzonderlijke (financiële) besluitvorming plaatsvinden.

3. Gezondheidsbevordering


Bijdragen aan medeoverheden

Seksuele gezondheid
Onder dit instrument was in de ontwerpbegroting € 16,9 miljoen opgenomen voor Aanpak overgewicht en obesitas voor de periode 2023 tot en met 2025. Deze middelen worden overgeheveld naar het artikelonderdeel Gezondheidsbeleid, instrument Aanpak Gezondheidsachterstanden.

3.2 Artikel 2 Curatieve Zorg

Budgettaire gevolgen van beleid

0
Uitgaven 3.849.237 500 3.849.737 ‒ 30.339 3.819.398 113.796 249.483 291.542 301.291
1. Kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid van de zorg 488.490 500 488.990 ‒ 76.133 412.857 10.375 66.563 93.824 53.505
Subsidies 360.300 500 360.800 ‒ 24.656 336.144 11.256 58.128 85.025 51.952
Medisch specialistische zorg 77.616 500 78.116 ‒ 6.736 71.380 ‒ 927 4.073 4.073 4.073
Curatieve ggz 30.022 0 30.022 ‒ 17.456 12.566 ‒ 14.650 ‒ 15.400 ‒ 10.539 ‒ 11.589
Eerste lijnszorg 14.739 0 14.739 16.650 31.389 29.600 31.350 34.800 20.300
Lichaamsmateriaal 24.225 0 24.225 ‒ 650 23.575 ‒ 650 ‒ 650 ‒ 650 ‒ 650
Medische producten 213.698 0 213.698 ‒ 16.464 197.234 ‒ 2.117 38.755 57.341 39.818
Overige 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Opdrachten 78.039 0 78.039 ‒ 22.394 55.645 ‒ 2.381 7.435 7.799 553
Medisch specialistische zorg 5.637 0 5.637 2.310 7.947 4.746 4.082 3.946 1.000
Curatieve ggz 2.388 0 2.388 772 3.160 200 200 2.000 2.000
Eerste lijnszorg 48.831 0 48.831 ‒ 27.841 20.990 ‒ 11.127 ‒ 2.127 ‒ 2.127 ‒ 2.127
Lichaamsmateriaal 2.364 0 2.364 0 2.364 0 0 0 0
Medische producten 18.819 0 18.819 2.365 21.184 3.800 5.280 3.980 ‒ 320
Overige 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Bijdragen aan agentschappen 50.151 0 50.151 ‒ 30.083 20.068 1.000 1.000 1.000 1.000
aCBG 6.214 0 6.214 636 6.850 1.000 1.000 1.000 1.000
aCBG 0 0 0 0 0 0 0 0 0
CIBG 43.937 0 43.937 ‒ 30.719 13.218 0 0 0 0
Overige 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Bijdragen aan ZBO's/RWT's 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Overige 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Bijdragen aan medeoverheden 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Overige 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties 0 0 0 1.000 1.000 500 0 0 0
Overige 0 0 0 1.000 1.000 500 0 0 0
Garanties 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Overige 0 0 0 0 0 0 0 0 0
3. Ondersteuning van het zorgstelsel 3.360.747 0 3.360.747 45.794 3.406.541 103.421 182.920 197.718 247.786
Subsidies 134.650 0 134.650 9.673 144.323 27.173 3.373 ‒ 127 ‒ 127
Stichting Klachten en Geschillen Zorgverzekeringen 1.396 0 1.396 0 1.396 0 0 0 0
Regeling medisch noodzakelijke zorg onverzekerden 68.062 0 68.062 4.873 72.935 3.873 ‒ 2.127 ‒ 2.127 ‒ 2.127
Regeling veelbelovende zorg 31.480 0 31.480 0 31.480 0 0 0 0
Medisch-specialistische zorg 22.123 0 22.123 2.000 24.123 2.000 2.000 2.000 2.000
Curatieve ggz 512 0 512 0 512 0 0 0 0
Eerste lijnszorg 11.066 0 11.066 2.300 13.366 2.100 3.500 0 0
Overige 11 0 11 500 511 19.200 0 0 0
Bekostiging 3.130.308 0 3.130.308 0 3.130.308 14.800 79.500 98.700 158.600
Rijksbijdrage Zorgverzekeringsfonds voor financiering van verzekerden 18- 3.078.200 0 3.078.200 0 3.078.200 14.800 79.500 98.700 158.600
Onverzekerbare vreemdelingen 52.108 0 52.108 0 52.108 0 0 0 0
Overige 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Inkomensoverdrachten 25.081 0 25.081 ‒ 26 25.055 ‒ 26 ‒ 26 ‒ 26 ‒ 26
Overgangsregeling FLO/VUT ouderenregeling ambulancepersoneel 24.955 0 24.955 0 24.955 0 0 0 0
Overige 126 0 126 ‒ 26 100 ‒ 26 ‒ 26 ‒ 26 ‒ 26
Opdrachten 54.325 0 54.325 4.473 58.798 60.403 100.453 99.350 89.455
Risicoverevening 2.073 0 2.073 0 2.073 0 0 0 0
Uitvoering zorgverzekeringstelsel 19.745 0 19.745 ‒ 9.256 10.489 ‒ 1.200 322 1.046 929
Medisch-specialistische zorg 14.096 0 14.096 ‒ 4.900 9.196 2.200 0 0 0
Curatieve ggz 1.330 0 1.330 201 1.531 0 0 0 0
Eerste lijnszorg 554 0 554 202 756 0 0 0 0
Passende zorg 14.130 0 14.130 4.166 18.296 44.958 88.886 86.804 85.526
Overige 2.397 0 2.397 14.060 16.457 14.445 11.245 11.500 3.000
Bijdrage aan agentschappen 8.749 0 8.749 30.719 39.468 0 0 0 0
CJIB: Onverzekerden en wanbetalers 8.749 0 8.749 0 8.749 0 0 0 0
Overige 0 0 0 30.719 30.719 0 0 0 0
Bijdragen aan ZBO's/RWT's 7.634 0 7.634 955 8.589 1.071 ‒ 380 ‒ 179 ‒ 116
SVB: Onverzekerden 6.540 0 6.540 0 6.540 0 0 0 0
Overige 1.094 0 1.094 955 2.049 1.071 ‒ 380 ‒ 179 ‒ 116
Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken 0 0 0 0 0 0 0 0 0
VenJ: Bijdrage C2000 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Ontvangsten 65.055 0 65.055 24.000 89.055 24.000 24.000 24.000 24.000
Overige 65.055 0 65.055 24.000 89.055 24.000 24.000 24.000 24.000

Toelichting

1. Kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid van de zorg

Subsidies

Curatieve GGZ

Er is een bedrag van € 16,6 miljoen in 2023 overgeboekt naar artikel 1 Volksgezondheid in verband met de beleidsmatige overheveling van het dossier suïcidepreventie. Tezamen met een aantal andere kleine mutaties vallen de uitgaven € 17,5 miljoen lager uit in 2023. Meerjarig wordt structureel € 13,2 miljoen overgeheveld naar artikel 1 voor suïcidepreventie.

Eerste Lijnszorg

Er zijn binnen de begroting middelen beschikbaar gesteld voor een subsidieregeling ten behoeve van investeringen in de wijkverpleging. De Subsidieregeling Ondersteuning Wijkverpleging (SOW) kan onder meer gebruikt worden om tijd vrij te maken voor intervisie, voor projecten gericht op samenwerking of om administratieve lasten te verminderen. De beschikbare middelen waren aanvankelijk geraamd als opdracht, maar zijn uiteindelijk in de vorm van een subsidie verstrekt aan de RVO die de subsidieregeling uitvoert. Het beschikbare budget voor de subsidieregeling in 2023 van € 26 miljoen is daartoe overgeheveld naar het budget subsidies eerstelijnszorg. Daarnaast is voor de SOW-regeling besloten geen vierde loket meer te openen vanwege het eerdere gebrek aan belangstelling uit het veld voor deze regeling. Hierdoor valt er in 2023 € 14 miljoen vrij. In het kader van het IZA is € 2,1 miljoen in 2023 beschikbaar voor het Programma kennisinfrastructuur academische werkplaatsen huisartsengeneeskunde. Daarnaast is er sprake van een aantal kleinere mutaties. Per saldo leiden deze wijzigingen tot een verhoging van het budget voor subsidies eerstelijnszorg in 2023 (totaal € 16,7 miljoen). Meerjarig is in 2024 tot en met 2027 aanvullend budget beschikbaar om de doelstellingen uit het IZA te ondersteunen (respectievelijk € 30,1 miljoen, € 31,9 miljoen, € 35,3 miljoen en € 20,3 miljoen).

Medische Producten

Er is sprake van vertraging bij het programma Versnelling Informatie-uitwisseling Patiënt en Professioneel Farmacie (VIPP Farmacie), met name doordat de Kickstart Medicatieoverdracht vier maanden later van start is gegaan dan gepland in verband met noodzakelijke gesprekken en afstemming over de subsidievoorwaarden. De planning is dat de opschaling vanaf eind 2024 bij apotheken van start gaat. Om de beschikbare middelen in lijn te brengen met de actuele planning is een kasschuif van € 18,0 miljoen van 2023 en € 14,0 miljoen van 2024 naar 2027. Daardoor is de verhoging in 2027 € 32 miljoen in totaal.

In 2022 is voor PharmaNL in totaal € 78,8 miljoen toegekend uit het Nationaal Groeifonds. Hiervan is € 17,4 miljoen beschikbaar voor 2023. PharmaNL geeft een duurzame impuls aan het benutten van het economisch potentieel van innovatieve farmaceutische producten en productietechnologieën. In 2023 start de uitvoering van dit project en verleent VWS hiervoor een subsidie aan Pivot Park van ten hoogste € 3,4 miljoen. Om de beschikbare middelen te laten aansluiten bij het actuele projectplan en de liquiditeitsprognose van Pivot Park is een kasschuif van € 3,1 miljoen in 2023 en € 5,0 miljoen in 2024 naar latere jaren verwerkt.

In 2023 komt incidenteel € 9,5 miljoen beschikbaar voor een ondersteuningsregeling voor de eerstelijns leveranciers van medische producten apotheken en leveranciers van hulpmiddelen. De invulling wordt afgestemd met de beroepsgroep en vertegenwoordigers. Hierdoor zullen leveranciers weerbaarder worden bij het toenemend aantal tekorten en de omgang met getroffen patiënten.

Vanuit de aanvullende post standaardisatie gegevensuitwisseling is in totaal € 114,0 miljoen, waarvan € 3,1 miljoen in 2023, toegekend voor medicatieoverdracht in de keten. In 2024 bedraagt dit € 17,2 miljoen, in 2025 € 37,7 miljoen en in 2026 € 56 miljoen. De beschikbaar gestelde middelen zijn bedoeld voor ondersteuning/coördinatie, verdere ICT-ontwikkeling, aanvullende beproeving (van onderdelen die nog niet gereed waren voor de Kickstart), en een eerste beperkte opschaling na de Kickstart. De implementatie van medicatieoverdracht zal uiteindelijk leiden tot de beschikbaarheid van actuele en volledige medicatieoverzichten en toedienlijsten voor zorgverleners en patiënten/cliënten.

Vanuit de aanvullende post van het ministerie van Financiën voor Transformatiemiddelen IZA en Passende Zorg is meerjarig in totaal € 48,0 miljoen voor de jaren 2024 tot en met 2027, waarvan € 1,2 miljoen in 2023, toegekend voor doelmatigheidsonderzoek geneesmiddelen. De kosten van dure intramurale geneesmiddelen groeien momenteel harder dan de afgesproken kaders voor de MSZ. Door het uitvoeren van landelijk doelmatigheidsonderzoek met dure geneesmiddelen die reeds opgenomen zijn in het verzekerde pakket kan deze kostengroei gereduceerd worden.

Vanuit de beschikbare middelen voor Pallas in 2023 is € 3,5 miljoen overgeheveld naar het apparaatsbudget ten behoeve van de programmaorganisatie.

Tezamen met een aantal kleinere mutaties en aansluitend bij de motie Heinen en de Voorjaarsnota 2023 rekening houdend met onderuitputting, wordt het budget subsidies Medische Producten in 2023 met € 16,5 miljoen verlaagd.

Opdrachten

Eerste Lijnszorg

Zoals eerder toegelicht onder subsidies eerstelijnszorg is dit budget met € 26 miljoen in 2023, en € 9 miljoen in 2024, verlaagd als gevolg van een technische overheveling van de beschikbare middelen voor de uitvoering van de subsidieregeling Ondersteuning Wijkverpleging (SOW) naar het budget subsidies eerstelijnszorg. Vanwege de verwachte onderuitputting en de genoemde mutatie wordt het budget subsidies eerstelijnszorg in 2023 met € 27,8 miljoen verlaagd.

Bijdrage aan Agentschappen

CIBG

De bijdrage aan het agentschap CIBG voor het uitvoeren van de activiteiten in het kader van het Landelijk Consortium Hulpmiddelen van € 30,7 miljoen is overgeboekt naar de bijdrage aan agentschappen op artikelonderdeel 3 Ondersteuning van het zorgstelsel.

3. Ondersteuning van het zorgstelsel

Subsidies

Overige

In 2024 wordt € 18,7 miljoen aanvullend beschikbaar gesteld voor de uitbetaling van de zorgbonus Zvw-pgb. Het saldo van de overige mutaties in 2024 telt op tot een totaal van € 19,2 miljoen.

Bekostiging

Rijksbijdrage Zorgverzekeringsfonds voor financiering van verzekerden 18-

Meerjarig is een bijstelling verwerkt op de Rijksbijdrage aan het Zorgverzekeringsfonds voor de financiering van verzekerden onder de 18. Dit is gebaseerd op de CEP raming van het CPB. Deze reeks loopt op van € 14,8 miljoen in 2024 naar € 158,6 miljoen in 2027.

Opdrachten

Passende Zorg

Een deel van de op de aanvullende post bij Financiën gereserveerde middelen voor passende zorg wordt overgeheveld naar de VWS-begroting om uitvoering te geven aan het coalitieakkoord. Met deze middelen worden stappen gezet om de beweging naar passende zorg te maken door in te zetten op doelmatigheidsonderzoek en ruimte te bieden om kennis uit deze onderzoeken te implementeren. Daarnaast vergroten we de capaciteit van het Zorginstituut, waardoor meer duidingen van verzekerde aanspraken mogelijk worden. Tevens gaan we verder met het verbeteren en verbreden van de toets op het basispakket.

In totaal is in 2023 € 4,2 miljoen beschikbaar. In 2024 is € 45,0 miljoen beschikbaar oplopend tot € 85,5 miljoen in 2027.

Overige

Voor de behandeling van bezwaar- en beroepszaken volgend uit de crisisregelingen zorgbonus en COZO-banen zijn zowel in 2023 (€ 10 miljoen) als in 2024 (€ 5 miljoen middelen) gereserveerd. Om kennis en ervaring op het gebied van post-COVID bijeen te brengen in een expertisecentrum en voor bundeling en nader onderzoek naar de mogelijke behandeling van post-COVID is € 1,75 miljoen beschikbaar in 2023 en € 8,5 miljoen jaarlijks in de periode 2024-2026. Daarnaast is in het kader van Pandemische Paraatheid in 2023 € 0,65 miljoen beschikbaar voor onderzoek naar landelijke regie en sturing, inclusief de daarbij behorende doorzettingsmacht; voor 2024 gaat het om € 1,2 miljoen, vanaf 2025 om € 3,0 miljoen. Tezamen met een aantal kleinere mutaties valt het budget voor overige opdrachten in 2023 € 14,1 miljoen hoger uit.

Bijdrage aan agentschappen

Overige

In het kader van het Landelijk Consortium Hulpmiddelen ontvangt het agentschap CIBG een bijdrage van € 30,7 miljoen. Deze bijdrage stond eerst op artikelonderdeel 1 Kwaliteit en toegankelijkheid en is overgeheveld naar artikelonderdeel 3 Ondersteuning van het zorgstelsel.

Ontvangsten

Overige

In het kader van de verwachte onderuitputting vindt op dit budget een meerjarige mutatie van € 24 miljoen plaats (hogere ontvangsten).

3.3 Artikel 3 Langdurige zorg en ondersteuning

Budgettaire gevolgen van beleid

Uitgaven 16.187.863 0 16.187.863 12.780.403 28.968.266 ‒ 1.208.814 ‒ 1.556.688 110.847 323.033
1. Participatie en zelfredzaamheid van mensen met beperkingen 439.638 0 439.638 ‒ 180.056 259.582 ‒ 9.199 5.171 41.470 67.450
Subsidies 96.212 0 96.212 ‒ 40.113 56.099 ‒ 14.700 ‒ 16.564 ‒ 18.280 6.600
Toegang tot zorg en ondersteuning 9.984 0 9.984 ‒ 300 9.684 ‒ 100 0 0 0
Passende zorg en levensbrede ondersteuning 5.590 0 5.590 243 5.833 900 836 820 900
Inclusieve samenleving 71.245 0 71.245 ‒ 42.406 28.839 ‒ 15.200 ‒ 17.100 ‒ 19.100 5.700
Kennis en informatiebeleid 8.845 0 8.845 0 8.845 0 0 0 0
Overige 548 0 548 2.350 2.898 ‒ 300 ‒ 300 0 0
Opdrachten 114.722 0 114.722 31.757 146.479 29.801 6.935 5.750 3.750
Bovenregionaal gehandicaptenvervoer 62.231 0 62.231 0 62.231 0 ‒ 2.000 ‒ 2.000 ‒ 2.000
Toegang tot zorg en ondersteuning 1.783 0 1.783 500 2.283 500 500 500 0
Passende zorg en levensbrede ondersteuning 2.651 0 2.651 ‒ 100 2.551 2.350 2.350 2.350 1.850
Inclusiviteit 35.903 0 35.903 28.191 64.094 20.743 ‒ 300 400 400
Kennis, informatie en innovatiebeleid 1.566 0 1.566 0 1.566 0 0 0 0
Aanbesteden Sociaal Domein 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Overige 10.588 0 10.588 3.166 13.754 6.208 6.385 4.500 3.500
Bijdragen aan agentschappen 43.869 0 43.869 ‒ 31.200 12.669 ‒ 14.800 300 11.000 800
Overige 43.869 0 43.869 ‒ 31.200 12.669 ‒ 14.800 300 11.000 800
Bijdragen aan ZBO's/RWT's 13.329 0 13.329 0 13.329 0 0 0 0
Overige 13.329 0 13.329 0 13.329 0 0 0 0
Bijdragen aan medeoverheden 144.706 0 144.706 ‒ 133.500 11.206 ‒ 9.500 ‒ 7.500 10.000 37.500
Overige 144.706 0 144.706 ‒ 133.500 11.206 ‒ 9.500 ‒ 7.500 10.000 37.500
Storting/onttrekking begrotingsreserve 26.800 0 26.800 ‒ 7.000 19.800 0 22.000 33.000 18.800
Wonen en zorg voor ouderen 26.800 0 26.800 ‒ 7.000 19.800 0 22.000 33.000 18.800
2. Zorgdragen voor langdurige zorg tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten 15.748.225 0 15.748.225 12.960.459 28.708.684 ‒ 1.199.615 ‒ 1.561.859 69.377 255.583
Subsidies 263.332 0 263.332 ‒ 59.859 203.473 16.567 1.336 ‒ 5.184 ‒ 13.894
Zorg merkbaar beter maken 163.987 0 163.987 ‒ 46.911 117.076 18.580 2.955 ‒ 3.616 ‒ 320
Kennis, informatie en innovatiebeleid 34.535 0 34.535 ‒ 8.357 26.178 390 790 850 3.850
Palliatieve zorg en ondersteuning 64.810 0 64.810 ‒ 4.591 60.219 ‒ 2.403 ‒ 2.409 ‒ 2.418 ‒ 17.424
Overige 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Bekostiging 15.283.300 0 15.283.300 13.024.526 28.307.826 ‒ 1.210.300 ‒ 1.560.500 73.100 266.400
Bijdrage in de kosten van kortingen (BIKK) 4.883.300 0 4.883.300 ‒ 24.800 4.858.500 289.700 139.500 223.100 216.400
Bijdrage Wlz 10.400.000 0 10.400.000 ‒ 1.450.000 8.950.000 ‒ 1.500.000 ‒ 1.700.000 ‒ 150.000 50.000
Overige 0 0 0 14.499.326 14.499.326 0 0 0 0
Inkomendoverdrachten 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Overige 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Opdrachten 21.738 0 21.738 6.757 28.495 ‒ 1.066 828 6.764 7.258
Zorgdragen voor langdurige zorg 21.738 0 21.738 6.757 28.495 ‒ 1.066 828 6.764 7.258
Overige 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Bijdragen aan agentschappen 463 0 463 0 463 0 0 0 0
Overige 463 0 463 0 463 0 0 0 0
Bijdragen aan ZBO's/RWT's 168.796 0 168.796 ‒ 10.690 158.106 ‒ 4.816 ‒ 3.523 ‒ 5.303 ‒ 4.181
Uitvoeringskosten Sociale Verzekerings Bank 48.378 0 48.378 ‒ 9.915 38.463 ‒ 9.239 ‒ 9.964 ‒ 9.964 ‒ 9.964
Uitvoeringskosten Centrum Indicatiestelling Zorg 120.418 0 120.418 ‒ 775 119.643 4.423 6.441 4.661 5.783
Bijdragen aan medeoverheden 10.596 0 10.596 ‒ 275 10.321 0 0 0 0
Overige 10.596 0 10.596 ‒ 275 10.321 0 0 0 0
Ontvangsten 5.691 0 5.691 3.502 9.193 0 0 0 0
Overige 5.691 0 5.691 3.502 9.193 0 0 0 0

Toelichting

1. Participatie en zelfredzaamheid van mensen met beperkingen


Subsidies

Inclusieve samenleving

Er wordt € 29,5 miljoen verschoven van 2023 naar 2027 voor de stimuleringsregeling geclusterde woonvormen voor ouderen uit het programma wonen en zorg voor ouderen. Dit is onderdeel van een grotere kasschuif (€ 48,3 miljoen) voor deze regeling die deels ook plaatsvindt onder het artikelonderdeel 'Storting/onttrekking begrotingsreserve'. Daarnaast is er in 2023 € 9 miljoen (en structureel € 9,7 miljoen) voor valpreventie overgeheveld naar bijdragen aan medeoverheden. Deze middelen zijn onderdeel van de brede specifieke uitkering voor sport en bewegen, gezondheidsbevordering, cultuurparticipatie en de sociale basis 2023–2026. Verder wordt er € 2,7 miljoen overgeheveld van het opdrachten budget naar het subsidie budget voor de subsidie Ketenbureau I-sociaal domein. Daarnaast is vanwege verwachte onderuitputting structureel € 2,1 miljoen ingeboekt op dit artikelonderdeel. Er wordt in 2024 tevens € 3,6 miljoen gekort op het budget van de CA-maatregel intergenerationeel wonen oplopend tot structureel € 12 miljoen vanaf 2027. Dit is onderdeel van de compensatie van € 110 miljoen aan gemeenten in het kader van het Integraal Zorg Akkoord.

Opdrachten

Inclusiviteit

Voor de meerkosten die gemeenten maken ten behoeve van zorg voor Oekraïense ontheemden is € 45,9 miljoen geraamd voor 2023. Deze meerkostenregeling geldt voor de tweede helft van 2023 tot en met de eerste helft van 2024. Omdat er voor 2023 reeds € 15 miljoen staat op de VWS begroting, wordt een bedrag van € 30,9 miljoen voor de tweede helft van 2023 overgeheveld en de helft van € 45,9 miljoen voor de eerste twee kwartalen in 2024.

Verder wordt er in 2023 € 1,9 miljoen beschikbaar gesteld voor (een opdracht) IOC-Ouderzorg. Daar tegenover wordt in 2023 € 1,4 miljoen van artikelonderdeel Bijdrage aan medeoverheden overgeheveld naar dit artikelonderdeel voor opdrachten ten behoeve van de coalitieakkoord maatregel Respijtzorg.

Overig
Vanuit de Aanvullende Post van het ministerie van Financiën wordt er per 2024 circa € 6,5 miljoen (aflopend naar circa € 3 miljoen structureel) overgeboekt voor de uitvoering van de eigen bijdragen in de Wmo. Gegeven het genomen besluit in voorjaarsbesluitvorming over een andere inrichting van de eigen bijdrage in de Wmo, worden er nog nadere afspraken gemaakt over de inzet van deze middelen.

Er vindt voor 2023 een overheveling van € 10 miljoen plaats naar dit artikelonderdeel vanuit bijdrage aan agentschappen voor de eigen bijdrage Wmo. Verder wordt er voor 2023 € 2,7 miljoen overgeheveld van dit artikelonderdeel naar het artikelonderdeel subsidies voor de subsidie Ketenbureau I-sociaal domein. Daarnaast vinden er een aantal overhevelingen plaats vanuit dit budget naar andere budgetten voor onder andere personele kosten. Tenslotte is er in 2023 € 2,5 miljoen overgeheveld naar het CAK voor de uitvoering van de CA-maatregel passende eigen bijdrage huishoudelijke hulp.

Bijdragen aan agentschappen

Overig

De coalitieakoordmiddelen (€ 10 miljoen) voor de uitvoering van de eigen bijdrage Wmo zijn voor 2023 overgeheveld naar het onderdeel opdrachten op dit artikel. Daarnaast worden er in 2023 en 2024 respectievelijk € 19,1 miljoen en € 12,7 miljoen verschoven naar de jaren 2025 tot en met 2028 voor de Stimulering E-health Thuis regeling. Dit betreft een verschuiving van middelen uit het budget voor de CA-maatregel Woon-zorg combinaties en stimulering langer thuis wonen.

Bijdragen aan medeoverheden

Overig

Er wordt in 2023 € 78 miljoen beschikbaar (aflopend tot circa € 22,7 miljoen structureel) gesteld vanuit dit artikelonderdeel ten behoeve van de bredespecifieke uitkering voor sport en bewegen, gezondheidsbevordering, cultuurparticipatie en de sociale basis 2023–2026. Daarnaast wordt er in 2023 € 55 miljoen beschikbaar gesteld voor gemeenten voor de aanpak van dakloosheid en € 7 miljoen voor de pilot dakloze EU-burgers. Er is tevens in 2023 € 9 miljoen (en structureel € 9,7 miljoen) naar dit artikelonderdeel overgeheveld vanuit het artikelonderdeel subsidies voor valpreventie. Deze middelen zijn onderdeel van de € 78 miljoen die beschikbaar gesteld met de brede specifieke uitkering.

Verder wordt er vanuit de Aanvullende Post vanaf 2024 structureel € 62 miljoen overgeheveld naar dit artikelonderdeel voor de uitvoering van de CA-maatregel dak- en thuislozenopvang. Dit is onderdeel van de gehele overheveling (van structureel € 65 miljoen) vanuit de Aanvullende Post voor deze CA-maatregel. De overige € 3 miljoen is geboekt op artikelonderdelen opdrachten, subsidies en personeel. Daarnaast is vanwege onderuitputting structureel € 2,1 miljoen ingeboekt op dit artikelonderdeel.

Storting/onttrekking begrotingsreserve

Wonen en zorg voor ouderen

Voor de uitbreiding van de regeling ontmoetingsruimtes (wonen en zorg) is € 8 miljoen overgeboekt naar het ministerie van BZK. Daarnaast vindt er een technische mutatie plaats waarbij er in 2025 en 2026 respectievelijk € 22 miljoen en € 33 miljoen wordt herverdeeld van het Uitgavenplafond Zorg naar de VWS-begroting. Dit betreft de inzet van transitiemiddelen scheiden wonen en zorg ten behoeve van de stimuleringsregeling geclusterde woonvormen voor ouderen. Verder wordt er € 18,8 miljoen verschoven van 2023 naar 2027 voor deze regeling. Dit is onderdeel van een grotere kasschuif (€ 48,3 miljoen) die deels ook plaatsvindt op het artikelonderdeel 'Subsidies'. Tot slot, revolveren in 2022 de onbenutte middelen (€ 19,8 miljoen) voor de stimuleringsregeling wonen en zorg.

2. Zorgdragen voor langdurige zorg tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten


Subsidies

Zorg merkbaar beter maken 

Voor het Groninger zorgakkoord is de verwachting dat een groot deel van de begrote uitgaven 2023 in latere jaren plaats gaat vinden (€ 33,5 miljoen). Het Groninger zorgakkoord is een convenant met partijen (o.a. VWS, BZK, woningcorporaties en zorgaanbieders) die in gezamenlijkheid, aardbevingsbestendige nieuwbouw in de zorg en goede kwaliteit van de zorg in de toekomst in het aardbevingsgebied in Groningen moeten realiseren.

De pilot gespecialiseerde clientondersteuning (GCO) bestaat uit 4 (deel)pilots die in 2023 worden afgerond en voor de toekomst worden geborgd via de subsidieregeling GCO. De uitvoering van de deelpilot «naasten» wordt uitgevoerd door enkele Wlz-uitvoerders waarvoor middelen zijn overgeheveld (€ 1,4 miljoen). Dit geldt ook voor de uitvoering van Waardigheid en Trots in de regio voor de gehandicaptenzorg (€ 0,6 miljoen). Dit is jaarlijks beschikbaar tot 2026.

Verder is er tot en met 2026 meer capaciteit bij de IGJ nodig (€ 1,0 miljoen) voor toezicht op de gehandicaptenzorg. De complexer wordende zorgvragen vragen om domein overstijgende samenwerking van zorgaanbieders en dit maakt het toezicht intensiever. Door deze impuls vanuit de toekomstagenda gehandicaptenzorg heeft de inspectie de mogelijkheid om haar toezicht op de gehandicaptenzorg te intensiveren.

Daarnaast geldt voor de ambities uit de toekomstagenda gehandicaptenzorg en de transitie scheiden wonen en zorg 2023 als opstartjaar. De beschikbaar gestelde middelen worden veelal, in overleg met betrokken veldpartijen, besteedt via subsidies en (Europese) aanbestedingen die een langere aanlooptijd vragen. Gezien deze fase, zijn voor 2023 minder middelen benodigd dan vooraf geraamd, waardoor de besteding op deze posten respectievelijk € 3,5 miljoen en € 4,3 miljoen minder is dan begroot.

De overige mutaties zijn technisch van aard. Het betreffen hier middelen die elders op dit artikelonderdeel stonden maar bij eerste suppletoire wet van/naar dit instrument worden overgeheveld. Het gaat onder andere om een aantal subsidies voor eOverdracht (€ 1,8 miljoen) en inzicht in kwaliteit voor de verpleeghuiszorg (€ 1,5 miljoen). Bij eOverdracht zijn deze middelen voornamelijk bedoeld voor de ondersteuning voor de implementatie van kwaliteits- en informatiestandaard. Voor wat betreft inzicht in kwaliteit gaat het om een door het veld te ontwikkelen instrumentarium zodat zorgaanbieders van elkaar leren in hoeverre zij (kunnen) voldoen aan het kwaliteitskader verpleeghuiszorg. Op de subsidies algemeen en de subsidies ouderenzorg is een onderuitputtings mutatie van totaal ‒ € 4,2 miljoen geboekt. De overige mutaties en interne herschikkingen leiden tot een mutatie van per saldo ‒ € 1,8 miljoen.

Bekostiging

Bijdrage in de kosten van kortingen (BIKK)

De Bijdrage in de Kosten van Kortingen (BIKK) dient ter compensatie van gederfde premie-inkomsten door de toename van heffingskortingen. De raming van de BIKK is aangepast naar aanleiding van de CPB raming van de omvang van de heffingskortingen in het Centraal Economisch Plan 2023.

Bijdrage Wet langdurige zorg

De rijksbijdrage Wlz is in 2023 met € 1,45 miljard verlaagd. Op grond van de CPB-cijfers in het CEP 2023 zijn de Wlz-premie-inkomsten 2022 € 0,6 miljard hoger dan geraamd in de begroting 2023. De raming van de premie-inkomsten 2023 is € 1,5 miljard hoger dan in de begroting 2023. Uit het Financieel jaarverslag Fonds langdurige zorg 2021 blijkt verder dat het tekort in het fonds over 2021 € 0,7 miljard hoger is uitgevallen dan in de begroting 2023 werd verwacht, voornamelijk als gevolg van hogere Wlz-uitgaven. De hogere premie-inkomsten over 2022 en 2023 en het hogere fondstekort over 2021 hebben per saldo een gunstig effect op het verwachte fondstekort in 2023, waardoor de rijksbijdrage neerwaarts kan worden bijgesteld.

Afsluiting Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten (AFBZ)

Sinds 2015 wordt de langdurige zorg via de Wet langdurige zorg (Wlz) gefinancierd. Daarvoor gebeurde dat via de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). In de Wlz is geregeld dat de bij de AWBZ betrokken partijen een aantal jaren de tijd kregen om zaken af te wikkelen. In de Wlz (artikel 11.2.10) is geregeld dat het saldo van het Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten (AFBZ) naar de situatie op 1 januari van het achtste jaar na het jaar waarin de AWBZ werd ingetrokken (lees: 1 januari 2023), ten bate of ten laste van ’s Rijks schatkist komt.
In 2014 was de inschatting dat dit saldo circa € 20 miljard negatief zou bedragen. Daarna is – vooral vanwege nabetalingen van de belastingdienst – het saldo verbeterd tot € 14,5 miljard negatief. Hierover is in de VWS jaarverslagen gerapporteerd. In het jaarverslag over 2020 is al gemeld dat het saldo werd ingeschat op € 14,5 miljard negatief. Dit jaar zal via een rijksbijdrage van VWS aan het AFBZ het negatieve saldo worden overgenomen door het rijk. Daarna kan het AFBZ formeel worden opgeheven.

Het verstrekken van een rijksbijdrage aan het AFBZ heeft geen invloed op de hoogte van het EMU-saldo, omdat zowel het Rijk als het AFBZ tot de overheid behoren. Het is dus een onderlinge betaling binnen de overheid. Ook de overheidsschuld wordt niet beïnvloed. Het AFBZ doet aan «schatkistbankieren». Het Rijk had als het ware € 14,5 miljard uitgeleend aan het AFBZ en scheldt die lening nu kwijt.

VWS heeft op 10 maart 2023 het door het Zorginstituut Nederland opgestelde en door de externe accountant van het Zorginstituut goedgekeurde eindverslag van het AFBZ ontvangen. Via de in deze suppletoire wet opgenomen rijksbijdrage van circa € 14,5 miljard wordt het in dat eindverslag gemelde saldo overgenomen. Op dit moment voert de Audit Dienst Rijk (ADR) nog een review uit op het eindverslag. Dit kan in theorie nog leiden tot wijzigingen. Indien dit tot een ander saldo leidt, zal de aanpassing worden verwerkt in de tweede suppletoire wet van VWS.

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

Uitvoeringskosten Sociale Verzekerings Bank
Het structureel beheer van het PGB2.0-systeem wordt vanaf 1 oktober 2022 tot en met in ieder geval 2025 nog door VWS uitgevoerd en nog niet overgedragen aan de Sociale Verzekeringsbank (SVB). Het deel van de regieorganisatie en het structureel beheer wat door VWS uitgevoerd gaat worden (circa € 8,9 miljoen), wordt om deze reden overgeheveld van het artikelonderdeel Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s naar artikelonderdelen Opdrachten en Eigen Personeel (artikel 10). Hiervan wordt er respectievelijk circa € 7,6 miljoen en € 1,3 miljoen overgeheveld naar artikelonderdelen Opdrachten en Eigen Personeel.

3.4 Artikel 4 Zorgbreed beeld

Budgettaire gevolgen van beleid

Uitgaven 1.505.574 0 1.505.574 ‒ 51.894 1.453.680 89.024 57.509 54.382 14.414
1. Positie cliënt en transparantie van zorg 56.354 0 56.354 10.477 66.831 8.180 ‒ 1.000 ‒ 4.761 ‒ 13.801
Subsidies 36.990 0 36.990 7.795 44.785 8.044 ‒ 1.136 ‒ 4.911 ‒ 13.951
Patiënten- en gehandicaptenorganisaties 17.000 0 17.000 ‒ 52 16.948 0 0 0 0
Transparantie van zorg 19.740 0 19.740 7.797 27.537 7.894 ‒ 1.286 ‒ 5.061 ‒ 14.101
Overige 250 0 250 50 300 150 150 150 150
Opdrachten 10.202 0 10.202 2.682 12.884 136 136 150 150
Ondersteuning cliëntorganisaties 4.000 0 4.000 0 4.000 0 0 0 0
Transparantie van zorg 3.356 0 3.356 0 3.356 0 0 0 0
Overige 2.846 0 2.846 2.682 5.528 136 136 150 150
Bijdragen aan agentschappen 9.162 0 9.162 0 9.162 0 0 0 0
CIBG 9.162 0 9.162 0 9.162 0 0 0 0
2. Opleidingen, beroepenstructuur en arbeidsmarkt 929.954 0 929.954 ‒ 92.611 837.343 19.165 6.932 9.056 ‒ 1.789
Subsidies 902.190 0 902.190 ‒ 96.813 805.377 15.865 3.629 5.752 ‒ 5.093
Opleidingen, beroepenstructuur en arbeidsmarkt 902.190 0 902.190 ‒ 97.513 804.677 15.865 3.629 5.752 ‒ 5.093
Overige 0 0 0 700 700 0 0 0 0
Opdrachten 16.316 0 16.316 900 17.216 0 0 0 0
Opleidingen, beroepenstructuur en arbeidsmarkt 16.316 0 16.316 900 17.216 0 0 0 0
Overige 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Bijdragen aan agentschappen 11.448 0 11.448 3.302 14.750 3.300 3.303 3.304 3.304
CIBG 11.448 0 11.448 3.302 14.750 3.300 3.303 3.304 3.304
Bijdragen aan ZBO's/RWT's 0 0 0 0 0 0 0 0 0
ZiNL 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Overige 0 0 0 0 0 0 0 0 0
3. Informatiebeleid 85.555 0 85.555 13.236 98.791 51.721 42.431 40.126 23.336
Subsidies 36.012 0 36.012 10.998 47.010 38.805 37.805 36.350 22.200
Informatiebeleid 27.504 0 27.504 9.178 36.682 32.755 31.755 30.300 22.200
Maatschappelijke diensttijd 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Overige 8.508 0 8.508 1.820 10.328 6.050 6.050 6.050 0
Opdrachten 28.612 0 28.612 13.046 41.658 19.796 16.736 15.886 13.246
Informatiebeleid 22.309 0 22.309 13.476 35.785 16.866 14.096 13.246 13.246
Overige 6.303 0 6.303 ‒ 430 5.873 2.930 2.640 2.640 0
Bijdragen aan agentschappen 20.931 0 20.931 ‒ 10.808 10.123 ‒ 6.880 ‒ 12.110 ‒ 12.110 ‒ 12.110
Informatiebeleid 20.931 0 20.931 ‒ 10.808 10.123 ‒ 6.880 ‒ 12.110 ‒ 12.110 ‒ 12.110
Overige 0 0 0 0 0 0 0 0
Bijdragen aan ZBO's/RWT's 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Overige 0 0 0 0 0 0 0 0 0
4. Inrichting Zorgstelsel 266.968 0 266.968 7.466 274.434 315 265 265 ‒ 1.756
Subsidies 400 0 400 0 400 0 0 0 0
Programma's Zorgstelsel 400 0 400 0 400 0 0 0 0
Opdrachten 564 0 564 0 564 0 0 0 0
Programma's Zorgstelsel 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Overige 564 0 564 0 564 0 0 0 0
Bijdragen aan ZBO's/RWT's 266.004 0 266.004 7.466 273.470 315 265 265 ‒ 1.756
CAK 122.097 0 122.097 4.163 126.260 0 0 0 0
NZa 67.100 0 67.100 ‒ 262 66.838 ‒ 56 ‒ 106 ‒ 106 ‒ 2.127
Zorginstituut Nederland 74.182 0 74.182 3.565 77.747 371 371 371 371
CSZ 1.600 0 1.600 0 1.600 0 0 0 0
Overige 1.025 0 1.025 0 1.025 0 0 0 0
Bijdragen aan medeoverheden 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Overige 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken 0 0 0 0 0 0 0 0 0
EZK: ACM 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Overige 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Begrotingsreserve 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Overige 0 0 0 0 0 0 0 0 0
5. Zorg, welzijn en jeugdzorg op Caribisch Nederland 166.743 0 166.743 9.538 176.281 9.643 8.881 9.696 8.424
Subsidies 4.641 0 4.641 ‒ 590 4.051 0 0 0 0
Zorg en Welzijn 4.641 0 4.641 ‒ 590 4.051 0 0 0 0
Bekostiging 0 0 0 167.709 167.709 160.083 165.060 168.444 170.318
Zorg en Welzijn 0 0 0 167.709 167.709 160.083 165.060 168.444 170.318
Opdrachten 158.183 0 158.183 ‒ 159.183 ‒ 1.000 ‒ 150.360 ‒ 156.092 ‒ 158.649 ‒ 161.789
Zorg 141.958 0 141.958 ‒ 142.958 ‒ 1.000 ‒ 134.135 ‒ 138.867 ‒ 141.424 ‒ 144.564
Welzijn 16.225 0 16.225 ‒ 16.225 0 ‒ 16.225 ‒ 17.225 ‒ 17.225 ‒ 17.225
Bijdragen aan medeoverheden 3.919 0 3.919 1.602 5.521 ‒ 80 ‒ 87 ‒ 99 ‒ 105
Overige 3.919 0 3.919 1.602 5.521 ‒ 80 ‒ 87 ‒ 99 ‒ 105
Ontvangsten 11.153 0 11.153 0 11.153 0 0 0 0
Wanbetalers en onverzekerden 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Overige 11.153 0 11.153 0 11.153 0 0 0 0

Toelichting

1. Positie cliënt en transparantie van zorg


Subsidies

Transparantie van zorg

De mutatie betreft hoofdzakelijk een overheveling van middelen voor de volgende fase van het programma Uitkomstgerichte Zorg vanuit de middelen voor Passende Zorg die bij de begroting 2023 op artikel 2 waren geraamd. Het gaat om jaarlijks € 8 miljoen in de periode 2023-2026. Meerjarig is aanvullend het budget vanaf 2027 met € 14 miljoen verlaagd in verband met afspraken die zijn gemaakt in het IZA.

2. Opleidingen, beroepenstructuur en arbeidsmarkt


Subsidies

Opleidingen, beroepenstructuur en arbeidsmarkt

Op dit artikelonderdeel hebben mutaties plaatsgevonden van in totaal ruim € 97 miljoen. Hieronder worden de grootste mutaties nader toegelicht.

Subsidie sectorplanplus

Het animo voor het vierde en laatste tijdvak van SectorplanPlus 2017-2022 is bijzonder groot geweest. Voor het vierde en laatste tijdvak van SectorplanPlus 2017-2022 is voor meer deelnemers een aanvraag gedaan dan voor de eerste drie tijdvakken samen. Echter, niet alle aanvragen worden ook daadwerkelijk gerealiseerd, bijvoorbeeld omdat opleidingen niet doorgaan of een kortere doorlooptijd kennen dan bij aanvraag opgegeven. Inmiddels is de activiteitenperiode voorbij en is het loket voor het indienen van verantwoordingstukken gesloten. Op dit moment is penvoerder RegioPlus ten behoeve van het opstellen van de subsidieverantwoording bezig met het controleren van de ingediende verantwoordingstukken bij de aanvragen. Op basis van de informatie daaruit ontvangen heeft RegioPlus aangegeven dat de subsidierealisatie maximaal op circa € 140 miljoen zal uitkomen. Daartoe is niet alle in 2023 gereserveerde budget voor de bevoorschotting nodig en kan € 112,5 miljoen vrijvallen. De definitieve verantwoording verwachten we uiterlijk 31 december 2023.

Subsidieregeling behoud langdurig zieke zorgmedewerkers

De aanvragen voor de subsidieregeling behoud langdurig zieke zorgmedewerkers zijn lager dan verwacht, waardoor de uitgaven € 13 miljoen lager zijn dan begroot.

Slavernijverleden

Het kabinet heeft in 2022 besloten tot excuses voor het slavernijverleden. In het verlengde daarvan zijn voor de komende jaren middelen gereserveerd voor diverse maatregelen en plannen samenhangend met de nog altijd doorwerkende gevolgen van dat verleden. Op VWS-terrein zijn dat bijvoorbeeld beleidstrajecten op het gebied van gezondheidsverschillen bij nazaten van tot slaaf gemaakten (in Nederland en in de Caribische gebieden). Het ministerie van VWS draagt in de totale uitgaven ruim € 60 miljoen incidenteel bij en circa € 2,3 miljoen structureel. Deze bedragen worden met deze eerste suppletoire begroting overgeheveld naar het ministerie van BZK.

Duurzaamheid en zorg

Nederland verduurzaamt. Om de ambities van het kabinet te verwezenlijk is actie op alle fronten nodig. Ook de zorgsector werkt aan vermindering van de schadelijke impact op klimaat en milieu. In de Green Deal 3.0 zijn concrete afspraken gemaakt om de zorg in Nederland te verduurzamen. Met voorgestelde maatregel ondersteunt de Rijksoverheid de sector bij het feitelijk vergroenen van de (publieke) zorg en ondersteuning met kennis, innovatie en opschaling. De focus ligt daarbij op het vergroenen van zorgprocessen, het bevorderen van circulariteit en het verminderen van de milieubelasting van medicatie(gebruik). Hiervoor is in 2023 € 6 miljoen en in 2024, 2025 en 2026 € 12 miljoen gereserveerd.

Opleidingsakkoord wijkverpleging

Een deel van de middelen, € 20 miljoen, die op de Aanvullende Post bij Financiën waren gereserveerd voor een opleidingsakkoord wordt overgeheveld naar de VWS-begroting om uitvoering te geven aan het coalitieakkoord. Met werkgevers, zorgverzekeraars en de beroepsvereniging van verzorgenden en verpleegkundigen is op 17 maart 2023 het Investeringsakkoord Opleiden Wijkverpleging getekend. Het doel van dit akkoord is meer en anders opleiden, zodat voorkomen wordt dat de wijkverpleging een (nog) groter tekort aan professionals krijgt. De middelen worden ingezet om regionale samenwerkingsorganisaties kans te bieden om de samenwerking te starten en plannen te maken voor vernieuwde innovatieve opleidingsstructuren.

Regeling zorgmedewerkers post-COVID

Het kabinet wil een specifieke groep zorgmedewerkers met langdurige post-COVID klachten aanvullend financieel ondersteunen. Daarvoor wordt een regeling opgesteld. Zorgmedewerkers vallende onder de afbakening kunnen een bedrag van € 15.000 ontvangen. In de begroting is in totaal een bedrag van € 35 miljoen (inclusief uitvoeringskosten) beschikbaar gesteld, waarvan € 25 miljoen is gedekt vanuit de prijsbijstelling.

Tot slot is in lijn met motie Heinen onderuitputting ingeboekt voor € 11,2 miljoen op dit instrument.


Pandemische Paraatheid

In 2024 is een bedrag van € 10 miljoen beschikbaar gesteld voor de BAZ voor de flexibele inzet en opschaling van zorgpersoneel uit de middelen voor Pandemische Paraatheid.

3. Informatiebeleid


Subsidies

Informatiebeleid

Vanuit de bij het coalitieakkoord beschikbaar gestelde middelen voor Standaardisatie Gegevensuitwisseling is een bedrag van € 9,6 miljoen beschikbaar in 2023. Hiervan wordt € 0,9 miljoen ingezet in het kader van activiteiten voor de EHDS en € 6,4 miljoen in het kader van de Persoonlijke Gezondheidsomgeving (PGO) en € 2,3 miljoen in het kader van Eenheid van Taal. Voor informatie beleid is meerjarig een aanvullend bedrag van tussen de € 35 miljoen en € 24 miljoen beschikbaar voor de Persoonlijke GezondheidsOmgeving en EHDS vanuit Gegevensuitwisseling.

Daarnaast is het subsidiebudget per saldo met € 1,6 miljoen opgehoogd voor inzet van Nictiz. Conform motie Heinen en de Voorjaarsnota 2023 is de onderuitputting verwerkt door de begroting met € 2 miljoen te verlagen.

Overige

Voor uitvoering van het Integraal Zorgakkoord (IZA) is een incidenteel budget beschikbaar gesteld van ongeveer € 1,8 miljoen in 2023 en jaarlijks € 6 miljoen in 2024-2026. Deze middelen worden onder meer ingezet voor het instellen van het Nationaal platform voor digitale zorgtransformatie en voor inzet van de Vliegwielcoalitie.

Opdrachten

Informatiebeleid

Vanaf het instrument Bijdrage aan agentschappen is een instrumentwijziging van ongeveer € 9,1 miljoen doorgezet bedoeld voor ToegangVerleningService (TVS). Structureel vind onder andere daardoor een ophoging van het budget plaats van ongeveer € 13,2 miljoen. Daarnaast is het opdrachtenbudget incidenteel met € 0,7 miljoen verlaagd als gevolg van diverse kleine mutaties, onder meer bestaande uit een bijdrage aan Zorg Instituut Nederland (ZiNL) voor activiteiten in het kader van de Wegiz en een bijdrage aan het ministerie van EZK voor de NL AI Coalitie werkgroep Gezondheid en Zorg.

Voor afrekening van het corona-gerelateerde DigiD-gebruik door de GGD GHOR over 2021 is een incidenteel budget van ongeveer € 3,9 miljoen beschikbaar gesteld. Daarnaast is het opdrachtenbudget voor diverse covid-19-applicaties in 2023 per saldo met € 4,5 miljoen verlaagd.

Vanuit de bij het coalitieakkoord beschikbaar gestelde middelen voor Standaardisatie Gegevensuitwisseling is een bedrag van € 5,6 miljoen beschikbaar in 2023, waarvan € 4,0 miljoen zal worden ingezet in het kader van de verdere ontwikkeling van Eenheid van Taal (ook in 2024). Tevens zijn vanaf 2024 middelen voorzien voor Normering en Certificering.

Overige

Voor uitvoering van het Integraal Zorgakkoord (IZA) is een incidenteel budget beschikbaar gesteld van ongeveer € 1,1 miljoen in 2023 oplopend tot € 2,6 miljoen in 2026. Deze middelen worden onder meer ingezet voor het vergroten van kennis en bekendheid bij patiënten en zorgprofessionals rondom digitale/hybride zorg en voor het verbeteren van digitale vaardigheden en gezondheidsvaardigheden van patiënten.

Als gevolg van diverse kleine mutaties is het opdrachtenbudget van programma Innovatie en Zorgvernieuwing in 2023 per saldo met € 1,5 miljoen verlaagd.

Bijdrage aan agentschappen

Informatiebeleid

Vanuit het instrument Bijdrage aan agentschappen is voor ongeveer € 11,6 miljoen structureel overgeheveld naar opdrachten voor ToegangVerleningService (TVS). Daarnaast is er structureel budget (€ 1,5 miljoen) beschikbaar gesteld voor kostenstijgingen van het CIBG.

Binnen de mutaties voor informatiebeleid wordt een bedrag van € 0,2 miljoen (2023) en € 4 miljoen (2024) verklaard door een overheveling vanuit de aanvullende post in het kader van Standaardisatie Gegevensuitwisseling. Deze middelen zullen ingezet worden ten behoeve van het CIBG voor de ontwikkeling van de generieke functie Identificatie en Authenticatie.

Het budget voor diverse covid-19-applicaties is in 2023 verlaagd met € 1,3 miljoen. Tot slot is vanwege de onderuitputting € 2 miljoen verwerkt op dit instrument.

5. Zorg, welzijn en jeugdzorg op Caribisch Nederland


Bekostiging


Op het instrument Bekostiging is het budget opgehoogd met € 167,7 miljoen in 2023 oplopend tot € 170,3 miljoen in 2027. Dit is als volgt opgebouwd:

Zorg en Welzijn

Vanaf het instrument Opdrachten heeft een instrumentwijziging plaatsgevonden van € 153,5 miljoen in 2023 oplopend tot € 162 miljoen in 2027. De uitgaven die voortkomen uit contracten en declaraties op grond van de ‘Regeling aanspraak zorgverzekering BES’ en ‘Besluit zorgverzekering BES’ voldoen namelijk aan de criteria van het instrument Bekostiging. Daarnaast is als gevolg van een wisselkoerstegenvaller EUR/USD een aanvullend budget beschikbaar gesteld van € 14,2 miljoen in 2023 aflopend tot € 8,3 miljoen in 2027.

Opdrachten


Op het instrument Opdrachten is het budget structureel met € 159 miljoen verlaagd. Dit is als volgt opgebouwd:

Zorg

Naar het instrument Bekostiging heeft een instrumentwijziging plaatsgevonden van opdrachten naar bekostiging van € 137,9 miljoen in 2023 oplopend tot € 145,1 miljoen in 2027. Daarnaast heeft voor invoering van bevolkingsonderzoeken naar borst-, baarmoederhals- en darmkanker in Caribisch Nederland een budgetoverheveling van ongeveer € 3 miljoen in de jaren 2023 tot en met 2025 plaatsgevonden naar begrotingsartikel Volksgezondheid (artikel 1). Daarnaast hebben in 2023 vanaf het instrument Opdrachten diverse kleinere mutaties plaatsgevonden van per saldo € 1,1 miljoen. Tevens is vanwege de onderuitputting en conform de Voorjaarsnota 2023 € 2 miljoen verwerkt.

Voor uitvoering van het coalitieakkoord is in het kader van ‘Pandemische Paraatheid’ een aanvullend budget beschikbaar gesteld van € 1 miljoen in 2023 oplopend tot € 2,5 miljoen structureel vanaf 2026.

Welzijn

Naar het instrument Bekostiging heeft een instrumentwijziging plaatsgevonden van opdrachten naar bekostiging van € 15,6 miljoen in 2023 oplopend tot € 17 miljoen in 2027. Voor de JOGG-aanpak op de BES-eilanden heeft een structurele budgetoverheveling ad € 0,3 miljoen plaatsgevonden naar begrotingsartikel Volksgezondheid (artikel 1). Tot slot heeft in 2023 een incidentele instrumentwijziging plaatsgevonden ad € 0,3 miljoen naar het instrument Bijdragen aan medeoverheden, in het kader van het sport en preventieakkoord.

3.5 Artikel 5 Jeugd

Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 124.575 0 124.575 47.644 172.219 62.530 97.221 3.106 3.106
Uitgaven 124.575 0 124.575 17.261 141.836 92.913 97.221 3.106 3.106
3. Effectief en efficiënt werkend jeugdstelsel 124.575 0 124.575 17.261 141.836 92.913 97.221 3.106 3.106
Subsidies 87.711 0 87.711 7.653 95.364 87.407 91.715 ‒ 2.400 ‒ 2.400
Kennis en informatiebeleid 13.054 0 13.054 0 13.054 0 0 0 0
Jeugdbeleid 46.044 0 46.044 ‒ 1.247 44.797 87.407 91.715 ‒ 2.400 ‒ 2.400
Jeugdstelsel 28.613 0 28.613 8.900 37.513 0 0 0 0
Overige 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Opdrachten 10.182 0 10.182 4.225 14.407 123 123 123 123
Kennis en informatiebeleid 2.337 0 2.337 0 2.337 0 0 0 0
Jeugdbeleid 7.307 0 7.307 4.177 11.484 75 75 75 75
Jeugdstelsel 538 0 538 48 586 48 48 48 48
Overige 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Bijdragen aan agentschappen 1.439 0 1.439 0 1.439 0 0 0 0
Overige 1.439 0 1.439 0 1.439 0 0 0 0
Bijdragen aan medeoverheden 25.000 0 25.000 5.383 30.383 5.383 5.383 5.383 5.383
Overige 25.000 0 25.000 5.383 30.383 5.383 5.383 5.383 5.383
Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken 243 0 243 0 243 0 0 0 0
Overige 243 0 243 0 243 0 0 0 0
Ontvangsten 2.085 0 2.085 0 2.085 0 0 0 0
Overige 2.085 0 2.085 0 2.085 0 0 0 0

Toelichting

3. Effectief en efficiënt werkend jeugdstelsel

Subsidies

Jeugdbeleid

Gemeenten en Rijk hebben een principeakkoord bereikt over het financiële kader voor de Hervormingsagenda Jeugd. Als het principeakkoord wordt omgezet in een definitief akkoord op de Hervormingsagenda komt voor jeugdzorg aanvullend € 1,5 miljard in 2024 en € 954 miljoen in 2025 beschikbaar. Deze middelen worden via het Gemeentefonds beschikbaar gesteld. Een beperkt deel van deze middelen betreft investeringen en uitvoeringskosten van de Hervormingsagenda die vanuit de VWS-begroting worden ingezet. Dit betreft € 91 miljoen in 2024 en € 95 miljoen in 2025.

Jeugdstelsel

Met de VNG is afgesproken om ook in 2022 € 10 miljoen vanuit het Gemeentefonds beschikbaar te stellen ten behoeve van de subsidieregeling continuïteit van cruciale jeugdzorg. Hiervan is € 1,1 miljoen reeds aangevraagd en verleend aan tijdelijke liquiditeitssteun. Middels een kasschuif van € 8,9 miljoen blijven de resterende middelen ook in 2023 volledig beschikbaar voor deze regeling.

Opdrachten

Jeugdbeleid

Vanwege de onvoorziene groepsgewijze terugkeer, is ook in 2023 behoefte aan observatie van minderjarige terugkeerders. Voor 2023 gaat het om een benodigd budget van € 3,6 miljoen.

De overige mutaties op dit hoofdbudget, betreffen diverse overboekingen en mutaties t.b.v. (inter)departementale samenwerkingen op het gebied van jeugdhulp, waaronder een eindejaarsmarge 2022 ad. € 0,4 miljoen.

Bijdragen aan medeoverheden

Overige

Voor het verlenen van de SPUK randvoorwaardelijke functies Jeugdhulp is € 5,4 miljoen vanuit het Gemeentefonds overgeboekt naar de begroting van VWS. Dit budget wordt ingezet voor de functies voor plaatsingscoördinatie gesloten jeugdhulp en academische centra kinder- en jeugdpsychiatrie. Deze zijn eerder via een decentrale uitkering aan gemeenten verleend, maar zullen vanaf 2023 vanuit VWS via een SPUK verleend worden.

3.6 Artikel 6 Sport en bewegen

Budgettaire gevolgen van beleid

Uitgaven 524.177 213.000 737.177 ‒ 59.974 677.203 ‒ 112.935 ‒ 115.108 ‒ 109.347 ‒ 9.755
1. Passend sport- en beweegaanbod 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Subsidies 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Passend sport- en beweegaanbod 0 0 0 0 0 0 0 0 0
4. Sport verenigt Nederland 524.177 213.000 737.177 ‒ 59.974 677.203 ‒ 112.935 ‒ 115.108 ‒ 109.347 ‒ 9.755
Subsidies 221.220 0 221.220 21.827 243.047 ‒ 14.483 ‒ 14.461 ‒ 18.530 ‒ 3.518
Sportakkoord 120.359 0 120.359 30.121 150.480 ‒ 4.465 ‒ 4.590 ‒ 8.350 620
Duurzame en toegankelijke sportaccommodaties 79.013 0 79.013 ‒ 2.350 76.663 ‒ 2.350 ‒ 2.350 ‒ 2.350 ‒ 2.350
Kennis en innovatie 21.848 0 21.848 ‒ 5.944 15.904 ‒ 7.668 ‒ 7.521 ‒ 7.830 ‒ 1.788
Inkomensoverdrachten 15.045 0 15.045 3.700 18.745 3.700 1.500 1.500 1.500
Financiële voorziening topsporters 15.045 0 15.045 3.700 18.745 3.700 1.500 1.500 1.500
Opdrachten 5.750 0 5.750 2.764 8.514 40 40 40 0
Sportakkoord 5.523 0 5.523 2.764 8.287 40 40 40 0
Kennis en innovatie 227 0 227 0 227 0 0 0 0
Overige 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Bijdragen aan ZBO's/RWT's 3.049 0 3.049 110 3.159 ‒ 17 ‒ 12 ‒ 12 ‒ 12
Dopingautoriteit 3.049 0 3.049 110 3.159 ‒ 17 ‒ 12 ‒ 12 ‒ 12
Bijdragen aan medeoverheden 189.535 213.000 402.535 1.750 404.285 ‒ 12.050 ‒ 12.050 ‒ 2.350 ‒ 2.350
Duurzame en toegankelijke sportaccommodaties 189.535 213.000 402.535 1.750 404.285 ‒ 12.050 ‒ 12.050 ‒ 2.350 ‒ 2.350
Sportakkoord 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties 3.525 0 3.525 ‒ 3.025 500 ‒ 3.025 ‒ 3.025 ‒ 3.025 ‒ 3.025
Dopingbestrijding 325 0 325 175 500 175 175 175 175
Organisaties in de Sport 3.200 0 3.200 ‒ 3.200 0 ‒ 3.200 ‒ 3.200 ‒ 3.200 ‒ 3.200
Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken 86.053 0 86.053 ‒ 87.100 ‒ 1.047 ‒ 87.100 ‒ 87.100 ‒ 86.970 ‒ 2.350
Sportakkoord 86.053 0 86.053 ‒ 87.100 ‒ 1.047 ‒ 87.100 ‒ 87.100 ‒ 86.970 ‒ 2.350
Ontvangsten 38.740 0 38.740 9.100 47.840 0 0 0 0
Overige 38.740 0 38.740 9.100 47.840 0 0 0 0

Toelichting

4. Sport verenigt Nederland

Subsidies

Sportakkoord
De uitvoering en verantwoording van een aantal beleidsprogramma's op het gebied van Sport vinden via andere artikelonderdelen op de VWS-begroting plaats. Dit betreft de Brede Regeling Combinatiefuncties, de SPUK Lokaal Sportakkoord en de bijdrage aan VeiligheidNL (€ 15,6 miljoen). Ook vinden er een aantal overhevelingen plaats naar het juiste instrument (€ 9,5 miljoen). Het betreft hier in het bijzonder het uitvoeren van de motie Heerema (versterken bonden) en het voortzetten van de aanpak discriminatie en racisme in de sport. Daarnaast is voor de afwikkeling van subsidies een bedrag van € 2,0 miljoen doorgeschoven naar 2023. Vanuit andere departementen is er € 0,6 miljoen ontvangen in verband met toevoegingen aan sportbeleid (Jeugdsportfonds en Strandbewaking). Conform motie Heinen en de Voorjaarsnota 2023 bedragen zijn de uitgaven € 2,4 miljoen naar beneden bijgesteld vanwege de onderuitputting op de VWS-begroting.

Om in 2023 een financiële bijdrage te kunnen leveren aan de organisatie van het evenement European Para Championships 2023, is binnen het evenementenbudget een bedrag van € 5,0 miljoen beschikbaar gesteld.

In 2022 was voorzien dat de subsidieregeling Topsportwedstrijden en topsportevenementen inkomstenderving kaartverkoop COVID-19 (STIK) zou worden uitgevoerd om de gemiste ticketinkomsten van topsportcompetities en -evenementen te compenseren. De notificatieprocedure bij de Europese Commissie heeft ervoor gezorgd dat de uitvoering van deze regeling van € 36 miljoen is doorgeschoven naar 2023.

Kennis en Innovatie
De uitvoering en verantwoording van een aantal beleidsprogramma's vinden via andere artikelonderdelen van de VWS-begroting plaats. Dit betreft het Onderzoeksprogramma Sport, Sportinnovator en RIVM (€ 4,0 miljoen). Voor de voortzetting van de aanpak racisme en discriminatie in de Sport is € 2,5 miljoen overgeheveld naar het instrument subsidies Sportakkoord. Daarnaast heeft nog een beperkt aantal kleine mutaties (0,6 miljoen) tussen de subsidie instrumenten Sportakkoord en Kennis en Innovatie plaatsgevonden.

Bijdrage medeoverheden

Duurzame en toegankelijke sportaccommodaties
Om de vaststellingen van de SPUK-regelingen 2021 en de uitvoeringskosten die hiervoor nodig zijn af te ronden, heeft een ophoging plaats gevonden van € 9,1 miljoen vanuit de hogere ontvangstenraming. Daarnaast is voor het uitvoeren van de motie Heerema inzake het versterken van bonden, een bedrag van € 5,0 miljoen overgeheveld naar het instrument subsidies. Conform motie Heinen en de Voorjaarsnota 2023 zijn de uitgaven € 2,4 miljoen naar beneden bijgesteld vanwege de onderuitputting op de VWS-begroting.

Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken

Sportakkoord
De uitvoering en verantwoording van de Brede Regeling Combinatiefuncties en het Lokaal Sportakkoord als onderdeel van de brede specifieke uitkering sport en bewegen, gezondheid en sociale basis 2023 ‒ 2026, vindt plaats via artikel 1. Dit betreft een overheveling van € 84,8 miljoen naar artikel 1. Conform motie Heinen en de Voorjaarsnota 2023 zijn de uitgaven € 2,4 miljoen naar beneden bijgesteld vanwege de onderuitputting op de VWS-begroting.

Ontvangsten

De ontvangstenraming wordt verhoogd met € 9,1 miljoen en heeft betrekking op de specifieke uitkering stimulering sport (SPUK Sport). De hogere ontvangstenraming volgt uit de afrekeningen met gemeenten die een hoger bedrag aan voorschot hadden ontvangen dan de werkelijk gemaakte kosten.

3.7 Artikel 7 Oorlogsgetroffenen en Herinnering WOII

Budgettaire gevolgen van beleid

Uitgaven 206.209 0 206.209 5.161 211.370 2.469 175 ‒ 5.944 ‒ 6.698
1. De zorg- en dienstverlening aan verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen WOII en de herinnering aan WO II 28.693 0 28.693 580 29.273 3 18 0 0
Subsidies 27.629 0 27.629 580 28.209 3 18 0 0
Nationaal Comité 6.150 0 6.150 1.800 7.950 0 0 0 0
Nationale herinneringscentra 2.700 0 2.700 171 2.871 150 150 0 0
Collectieve Erkenning Indisch Nederland 1.069 0 1.069 0 1.069 0 0 0 0
Zorg- en dienstverlening 6.549 0 6.549 0 6.549 0 0 0 0
Overige 11.161 0 11.161 ‒ 1.391 9.770 ‒ 147 ‒ 132 0 0
Bekostiging 400 0 400 0 400 0 0 0 0
Overige 400 0 400 0 400 0 0 0 0
Opdrachten 438 0 438 0 438 0 0 0 0
Overige 438 0 438 0 438 0 0 0 0
Bijdragen aan ZBO's/RWT's 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Overige 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties 226 0 226 0 226 0 0 0 0
Overige 226 0 226 0 226 0 0 0 0
Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Overige 0 0 0 0 0 0 0 0 0
2. Pensioenen en uitkeringen voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen WO II 177.516 0 177.516 4.581 182.097 2.466 157 ‒ 5.944 ‒ 6.698
Inkomensoverdrachten 167.753 0 167.753 4.581 172.334 2.466 157 ‒ 5.944 ‒ 6.698
Wetten en regelingen verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen 167.753 0 167.753 4.581 172.334 2.466 157 ‒ 5.944 ‒ 6.698
Bijdragen aan ZBO's/RWT's 9.763 0 9.763 0 9.763 0 0 0 0
SVB 8.863 0 8.863 0 8.863 0 0 0 0
PUR 900 0 900 0 900 0 0 0 0
Overige 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Ontvangsten 2.901 0 2.901 0 2.901 0 0 0 0
Overige 2.901 0 2.901 0 2.901 0 0 0 0

2. Pensioenen en uitkeringen voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen WO II

Inkomensoverdrachten

Wetten en regelingen verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen
De tegenvaller in 2023 tot en met 2025 is ontstaan door de verhoging van het minimumloon in 2023. De oorlogspensioenen op grond van de wetten en regelingen Verzetsdeelnemers & Oorlogsgetroffenen zijn gekoppeld aan het minimumloon, waardoor de SVB meer budget nodig heeft om de uitkeringen te bekostigen.

3.8 Artikel 8 Tegemoetkoming specifieke kosten

Budgettaire gevolgen van beleid

Uitgaven 8.321.849 0 8.321.849 115.600 8.437.449 87.200 250.700 330.300 1.093.800
Inkomensoverdrachten 8.321.849 0 8.321.849 115.600 8.437.449 87.200 250.700 330.300 1.093.800
Zorgtoeslag 8.253.900 0 8.253.900 115.600 8.369.500 87.200 250.700 330.300 1.093.800
Tegemoetkoming specifieke zorgkosten 67.949 0 67.949 0 67.949 0 0 0 0
Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg) 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Ontvangsten 0 0 0 0 0 0 0 0
Overige 0 0 0 0 0 0 0 0 0

Toelichting

1. Inkomensoverdrachten


Zorgtoeslag

De uitgavenraming voor de zorgtoeslag worden in 2023 met € 115,6 miljoen verhoogd. Dit heeft ook een meerjarige doorwerking. Deze verhoging is het gevolg van de verwerking van het Centraal Economisch Plan van het CPB en uit de verwerking van de voorlopige inschatting van de premiestijging 2024, die voor één twaalfde neerslaat in december 2023.

4 Niet-beleidsartikelen

4.1 Artikel 9 Algemeen

Budgettaire gevolgen van beleid

Uitgaven 29.254 0 29.254 615 29.869 873 1.079 ‒ 808 ‒ 741
1. Internationale samenwerking 8.429 0 8.429 2.100 10.529 2.358 2.664 877 944
Opdrachten 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Overige 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Bijdragen aan agentschappen 1.175 0 1.175 0 1.175 0 0 0 0
Overige 1.175 0 1.175 0 1.175 0 0 0 0
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties 7.254 0 7.254 2.100 9.354 2.358 2.664 877 944
World Health Organization 2.693 0 2.693 50 2.743 0 0 0 0
EMA 3.577 0 3.577 1.800 5.377 1.928 2.234 877 944
Overige 984 0 984 250 1.234 430 430 0 0
2. verzameluitkering 0 0 0 200 200 200 100 0 0
Bijdragen aan medeoverheden 0 0 0 200 200 200 100 0 0
Overige 0 0 0 200 200 200 100 0 0
3. Eigenaarsbijdrage RIVM 15.825 0 15.825 ‒ 1.685 14.140 ‒ 1.685 ‒ 1.685 ‒ 1.685 ‒ 1.685
Bekostiging 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Overige 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Bijdragen aan agentschappen 15.825 0 15.825 ‒ 1.685 14.140 ‒ 1.685 ‒ 1.685 ‒ 1.685 ‒ 1.685
Eigenaarsbijdrage RIVM 15.825 0 15.825 ‒ 1.685 14.140 ‒ 1.685 ‒ 1.685 ‒ 1.685 ‒ 1.685
Eigenaarsbijdrage aCBG 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Eigenaarsbijdrage CIBG 0 0 0 0 0 0 0 0 0
4. Begrotingsreserve achterborg WFZ-garanties 5.000 0 5.000 0 5.000 0 0 0 0
Garanties 5.000 0 5.000 0 5.000 0 0 0 0
Overige 5.000 0 5.000 0 5.000 0 0 0 0
Ontvangsten 0 0 0 1.500 1.500 0 0 0 0
Overige 0 0 0 1.500 1.500 0 0 0 0

4.2 Artikel 10 Apparaat Kerndepartement

Apparaatsuitgaven departement Budgettaire gevolgen

Uitgaven 556.993 0 556.993 68.941 625.934 65.281 47.358 38.886 33.225
Personele uitgaven 445.859 0 445.859 49.697 495.556 54.497 36.854 29.978 24.317
eigen personeel 374.203 0 374.203 10.326 384.529 32.787 21.408 20.597 16.615
inhuur externen 68.787 0 68.787 39.371 108.158 21.710 15.446 9.381 7.702
overige personele uitgaven 2.869 0 2.869 0 2.869 0 0 0 0
Materiële uitgaven 111.134 0 111.134 19.244 130.378 10.784 10.504 8.908 8.908
ICT 22.673 0 22.673 5.903 28.576 2.250 2.245 535 535
bijdrage aan SSO's 58.762 0 58.762 9.143 67.905 7.011 7.011 7.011 7.011
overige materiële uitgaven 29.699 0 29.699 4.198 33.897 1.523 1.248 1.362 1.362
Ontvangsten 8.594 0 8.594 2.400 10.994 0 0 0 0
Overige 8.594 0 8.594 2.400 10.994 0 0 0 0
Totaal apparaatsuitgaven Ministerie 556.993 0 556.993 68.941 625.934 65.281 47.358 38.886 33.225
Personele uitgaven 329.548 0 329.548 47.993 377.541 53.202 35.404 28.528 24.317
eigen personeel 260.375 0 260.375 9.567 269.942 31.492 19.958 19.147 16.615
inhuur externen 66.562 0 66.562 38.426 104.988 21.710 15.446 9.381 7.702
overige personele uitgaven 2.611 0 2.611 0 2.611 0 0 0 0
Materiële uitgaven 79.149 0 79.149 17.360 96.509 10.665 10.385 8.789 8.789
ICT 10.476 0 10.476 5.185 15.661 2.250 2.245 535 535
bijdrage aan SSO's 54.413 0 54.413 9.143 63.556 7.011 7.011 7.011 7.011
overige materiële uitgaven 14.260 0 14.260 3.032 17.292 1.404 1.129 1.243 1.243
Personele uitgaven inspecties 90.333 0 90.333 1.510 91.843 1.295 1.450 1.450 0
eigen personeel 88.964 0 88.964 1.510 90.474 1.295 1.450 1.450 0
inhuur externen 1.111 0 1.111 0 1.111 0 0 0 0
overige personele uitgaven 258 0 258 0 258 0 0 0 0
Materiële uitgaven inspecties 22.771 0 22.771 1.052 23.823 119 119 119 119
ICT 8.493 0 8.493 933 9.426 0 0 0 0
bijdrage aan SSO's 3.950 0 3.950 0 3.950 0 0 0 0
overige materiële uitgaven 10.328 0 10.328 119 10.447 119 119 119 119
Personele uitgaven SCP en raden 25.978 0 25.978 194 26.172 0 0 0 0
eigen personeel 24.864 0 24.864 ‒ 751 24.113 0 0 0 0
inhuur externen 1.114 0 1.114 945 2.059 0 0 0 0
overige personele uitgaven 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Materiële uitgaven SCP en raden 9.214 0 9.214 832 10.046 0 0 0 0
ICT 3.704 0 3.704 ‒ 215 3.489 0 0 0 0
bijdrage aan SSO's 399 0 399 0 399 0 0 0 0
overige materiële uitgaven 5.111 0 5.111 1.047 6.158 0 0 0 0

Toelichting apparaatsuitgaven kerndepartement


Personele uitgaven kerndepartement

De personele uitgaven voor het kerndepartement worden middels deze suppletoire begroting met per saldo € 48,0 miljoen opwaarts bijgesteld, tot € 377,5 miljoen. Voor 2023 wordt het budget voor uitgaven voor eigen personeel verhoogd met € 9,6 miljoen en er is een toename in uitgaven ten behoeve van inhuur externen met € 38,4 miljoen. Voor 2024 en verder bedraagt de stijging voor personele uitgaven kerndepartement € 53,2 miljoen (2024) met een aflopende stijging van € 24,3 miljoen in 2027.

Eigen personeel

Voor de uitgaven aan eigen personeel van de Programmadirectie Medische Isotopen (PMI) wordt incidenteel € 3,4 miljoen aan het budget toegevoegd. Voor de uitvoering van het IZA is tot en met 2026 € 0,5 miljoen aanvullend budget noodzakelijk. Ten behoeve van de uitvoering van Standaardisatie gegevensuitwisseling wordt voor de komende jaren het budget verhoogd met € 1,3 miljoen (2023), oplopend naar € 3,2 miljoen in 2027. Om het budget in overeenstemming te brengen met de goedgekeurde formatie wordt bij een tweetal directies het budget voor 2023 verhoogd met in totaal € 3,0 miljoen. Richting 2027 stijgt dit door naar € 5,0 miljoen. Ten behoeve van de Werkkostenregeling stijgen de uitgaven met € 1,4 miljoen structureel. Voor uitgaven welke betrekking hebben op 2022, maar waar in 2023 de factuur is ontvangen en wordt betaald, wordt voor € 1,3 miljoen een beroep op de eindejaarsmarge gedaan. Het negatieve wisselkoerseffect euro/dollar leidt tot hogere personele uitgaven van € 0,4 miljoen, aflopend naar € 0,2 miljoen in 2027. Er is sprake van structureel hogere uitgaven aan juridische inzet, dit betreft zowel reguliere inzet, als corona gerelateerd, De mutatie bedraagt in totaal structureel € 1,4 miljoen, met een incidentele oploop naar € 3,4 miljoen in 2024 t/m 2026.

Voor de uitvoering van subsidieregelingen door DUS-I wordt voor 2023 vanuit opdrachtgevers voor € 3 miljoen aan budget voor eigen personeel overgeheveld. Hiervan is € 1,7 miljoen afkomstig vanuit het ministerie van OCW. Om budgetten welke vanuit de coalitieakkoord-middelen eerder aan de begroting van VWS waren toegevoegd naar het artikelonderdeel over te hevelen waar uiteindelijk de uitgaven op verantwoord gaan worden, vindt een aantal correcties plaats. Hierdoor is voor 2023 tot en met 2025 sprake van een mutatie van per saldo € 5,2 miljoen naar diverse onderdelen op artikel 1.

Vanwege de interne doorbelasting van banen in het kader van de Banenafspraak vindt vanuit diverse directies een incidentele overheveling plaats van € 0,6 miljoen naar het budget voor uitgaven aan SSO's. Bij een aantal directies is voor 2023 sprake van de overheveling van budget van eigen personeel naar inhuur externen. Dit zorgt voor een mutatie van in totaal € 6 miljoen.

De keuze om het structureel beheer van het programma PGB2.0 de komende jaren nog door VWS te laten uitvoeren leidt tot een meerjarige mutatie van € 1,3 miljoen vanuit het opdrachtenbudget op artikel 3.

Er is sprake van hogere ontvangsten (€ 2,4 miljoen), die via een desaldering aan het uitgavenbudget worden toegevoegd. Het betreft hier de ontvangsten pseudopremies Eigen Risicodragerschap (ERD). Zie ook de toelichting bij de Ontvangsten.


Ten behoeve van de uitgaven voor eigen personeel voor aan coronagerelateerde directies vindt een mutatie plaats van € 17 miljoen (2024) en € 5,7 miljoen (2025).

Ten slotte leidt een groot aantal kleinere mutaties tot een bijstelling van per saldo € 2,0 miljoen (2023) oplopend tot een structurele reeks van € 4,1 miljoen.

Inhuur externen

Voor uitgaven welke betrekking hebben op 2022, maar waar in 2023 de factuur is ontvangen en wordt betaald, wordt voor € 9,4 miljoen een beroep op de eindejaarsmarge gedaan. De uitvoering van beleidsthema's uit het coalitieakkoord (o.m. Standaardisatie gegevensuitwisseling) leidt tot een meerjarige uitgavenverhoging van circa € 4,6 miljoen voor 2023 en 2024, aflopend naar € 3,2 miljoen voor 2027. Coronagerelateerde kosten leiden per saldo tot een bijstelling met € 3,4 miljoen voor 2023 en € 5,3 miljoen in 2024. De uitgaven voor inhuur ten behoeve van Archivering Hotspot COVID komen in 2023 € 2,2 miljoen hoger uit, voor de begeleiding bij de aanbesteding van het nieuwe inkoopsysteem is incidenteel € 0,5 miljoen nodig. Voor externe inhuur mb.t. Pandemische paraatheid is er sprake van hogere uitgaven van € 1 miljoen in 2023. Dit bedrag loopt de komende jaren op tot € 5 miljoen structureel in 2025.

De keuze om het structureel beheer van het programma PGB2.0 de komende jaren nog door VWS te laten uitvoeren leidt voor 2023 tot een mutatie van € 8,1 miljoen, waarvan € 7,3 miljoen vanuit het opdrachtenbudget op artikel 3. wordt overgeheveld. Voor 2024 en 2025 is sprake van een overheveling van € 7,7 miljoen resp. € 5,2 miljoen.

Vanuit het ministerie van OCW wordt ten behoeve van de uitvoering van subsidieregelingen door DUS-I € 7,1 miljoen aan het budget 2023 voor inhuur externen toegevoegd. Voor 2024 tot en met 2026 loopt deze bijstelling af van € 2 miljoen naar € 1,1 miljoen.

Bij een aantal directies is sprake van de overheveling van budget van eigen personeel naar inhuur externen. Dit leidt tot een eenmalige ophoging van het budget voor inhuur externen met in totaal € 6 miljoen. De interne overheveling van budget in het kader van de Informatiehuishouding (IHH/POK) zorgt voor een incidentele afname van het budget met € 3,4 miljoen (2023). Tenslotte is sprake van een aantal kleinere mutaties welke leiden tot een meerjarige verlaging van het budget met € 0,5 miljoen.

Materiële uitgaven kerndepartement

De materiële uitgaven voor het kerndepartement worden middels deze suppletoire begroting met per saldo € 17,4 miljoen opwaarts bijgesteld, tot € 96,5 miljoen. Het budget voor uitgaven voor ICT wordt € 5,2 miljoen verhoogd, dat ten behoeve van SSO's met € 9,1 miljoen en op het budget voor overige materiële uitgaven is sprake van een toename van € 3,0 miljoen.

ICT

Voor de uitvoering van regelingen door DUS-I wordt vanuit het ministerie van OCW incidenteel € 2,6 miljoen overgeheveld. Voor de noodzakelijke uitgaven 2023 voor corona-applicaties is € 2,6 miljoen nodig. Voor overige corona gerelateerde uitgaven wordt het budget voor 2024 en 2025 verhoogd met € 1,5 miljoen. De interne herverdeling van de middelen ten behoeve van de Woo aan dienstonderdelen leidt voor 2023 tot een afname van het budget voor ICT met € 0,6 miljoen en voor 2024 en verder tot een structurele toename van € 0,2 miljoen. Een aantal kleinere mutaties leiden per saldo tot een toename met € 0,6 miljoen in 2023, aflopend naar € 0,3 miljoen in 2027.

Bijdrage SSO's

In verband met doorbelasting vanuit het ministerie van BZK vindt voor 2023 een overheveling plaats van € 1 miljoen, structureel bedraagt dit € 0,6 miljoen. Als gevolg van stijgende tarieven nemen de overheadkosten toe, zodoende wordt het budget ten behoeve van bijdrage aan SSO's structureel verhoogd met € 6 miljoen. Daarnaast is er ook door de uitbreiding van het personeelsbestand sprake van structureel hogere uitgaven aan overheadkosten (€ 0,8 miljoen). Voor uitgaven welke betrekking hebben op 2022, maar waar in 2023 de factuur is ontvangen en wordt betaald, wordt voor € 1,2 miljoen een beroep op de eindejaarsmarge gedaan. In verband met de voorbereidingskosten Archivering Hotspot COVID wordt het budget voor 2023 verhoogd met € 0,9 miljoen en structureel met € 0,3 miljoen. Diverse kleinere mutaties leiden tot hogere uitgaven van € 1,2 miljoen, waarvan € 0,5 miljoen structureel.

Overige materiële uitgaven

Voor de organisatie van het World Local Production Forum wordt het budget voor 2023 verhoogd met € 1 miljoen. De structurele doorbelasting van Prowebsites leidt tot € 0,75 miljoen hogere uitgaven. Voor de externe begeleiding en advisering m.b.t. Rividis wordt € 0,9 miljoen aan het budget toegevoegd (2023). Voor uitgaven welke betrekking hebben op 2022, maar waar in 2023 de factuur is ontvangen en wordt betaald, wordt een beroep op de eindejaarsmarge gedaan (€ 1,1 miljoen). Ten behoeve van diverse ontwikkelingen van het Financieel Dienstencentrum (FDC) vindt een incidentele overheveling van € 1 miljoen plaats naar het ministerie van SZW. Overige mutaties leiden tot een bijstelling met € 0,3 miljoen voor 2023 oplopend tot ca. € 0,5 miljoen in latere jaren.

Ontvangsten

Er is sprake van hogere ontvangsten (€ 2,4 miljoen), die via een desaldering aan het uitgavenbudget worden toegevoegd. Het betreft hier de ontvangsten pseudopremies Eigen Risicodragerschap (ERD). Zie ook de toelichting bij uitgaven voor Eigen personeel kerndepartement.

4.3 Artikel 11 Nog onverdeeld

Budgettaire gevolgen Nog onverdeeld

Verplichtingen 25.000 0 25.000 326.628 351.628 357.017 307.649 288.556 288.561
Uitgaven 25.000 0 25.000 333.143 358.143 315.674 288.099 293.418 313.935
Nog onverdeeld 25.000 0 25.000 333.143 358.143 315.674 288.099 293.418 313.935
Loonbijstelling 0 0 0 306.507 306.507 287.044 281.572 284.336 296.706
Prijsbijstelling 25.000 0 25.000 16.964 41.964 35.009 33.051 28.138 30.080
Overige 0 0 0 9.672 9.672 ‒ 6.379 ‒ 26.524 ‒ 19.056 ‒ 12.851
Ontvangsten 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Overige 0 0 0 0 0 0 0 0 0

Toelichting

Loonbijstelling

Deze mutatie betreft de toevoeging van de loonbijstelling tranche 2023.

Prijsbijstelling

Deze mutatie betreft de toevoeging van de resterende prijsbijstelling tranche 2023. Binnen deze mutatie heeft in 2023 een overboeking van € 31,6 miljoen van de VWS-begroting naar premiegefinancieerde zorguitgaven plaats gevonden. Meerjarig loopt deze overboeking op tot € 51 miljoen in 2027.

5 Agentschappen

5.1 Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM)

Baten
- Omzet 639.000 43.500 682.500
waarvan omzet moederdepartement 510.000 31.000 541.000
waarvan omzet overige departementen 103.000 1.000 104.000
waarvan omzet derden 26.000 11.500 37.500
Rentebaten
Vrijval voorzieningen
Bijzondere baten
Totaal baten 639.000 43.500 682.500
Lasten
Apparaatskosten 630.500 42.500 673.000
- Personele kosten 252.000 45.000 297.000
waarvan eigen personeel 213.000 14.000 227.000
waarvan inhuur externen 25.000 31.500 56.500
waarvan overige personele kosten 14.000 ‒ 500 13.500
- Materiële kosten 378.500 ‒ 2.500 376.000
waarvan apparaat ICT 35.000 ‒ 6.000 29.000
waarvan bijdrage aan SSO's 6.500 5.500 12.000
waarvan overige materiële kosten 337.000 ‒ 2.000 335.000
Rentelasten
Afschrijvingskosten 8.500 8.500
- Materieel 8.500 8.500
waarvan apparaat ICT 6.300 ‒ 800 5.500
waarvan overige materiële afschrijvingskosten 2.200 300 2.500
- Immaterieel
Overige lasten 1.000 1.000
waarvan dotaties voorzieningen 1.000 1.000
waarvan bijzondere lasten
Totaal lasten 639.000 43.500 682.500
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening
Agentschapsdeel Vpb-lasten
Saldo van baten en lasten

Toelichting

De mutaties hebben betrekking op de oprichting van de Landelijke Functionaliteit Infectieziektebestrijding (€ 19,5 miljoen), de verkregen additionele middelen uit de OCW Kennisbasis (€ 3,5 miljoen), de indexatie van de voorzieningen herstelkosten en de dubbele huurlasten in verband met de overgang naar De Uithof (€ 1,0 miljoen). Dit betreft een bedrag van € 21,5 miljoen voor inflatie gerelateerde onderdelen.

1. Rekening courant RHB 1 januari +  depositorekeningen 44.225 211.774 255.999
Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+) 639.000 43.500 682.500
Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-) ‒ 641.500 ‒ 32.500 ‒ 674.000
2. Totaal operationele kasstroom ‒ 2.500 11.000 8.500
Totaal investeringen (-/-) ‒ 15.000 8.700 ‒ 6.300
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)
3. Totaal investeringskasstroom ‒ 15.000 8.700 ‒ 6.300
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)
Eenmalige storting door moederdepartement (+)
Aflossingen op leningen (-/-) ‒ 1.500 1.500
Beroep op leenfaciliteit (+) 15.000 ‒ 15.000
4. Totaal financieringskasstroom 13.500 ‒ 13.500
5. Rekening courant RHB 31 december (=1+2+3+4) 40.225 217.974 258.199

Toelichting

De mutaties hebben betrekking op het in overeenstemming brengen van de beginstand Rijkshoofdboekhouding (RHB) per 1 januari 2023 met de stand van de RHB per 31 december 2022, het in lijn brengen van de operationele kasstroom op de mutaties in de staat van baten en lasten en een lagere verwachte omvang van de investeringen dan in de oorspronkelijk vastgestelde begroting zoals opgenomen in de agentschapsparagraaf RIVM. Er wordt in 2023 geen beroep gedaan op de leenfaciliteit.

6 Financieel Beeld Zorg

6.1 Inleiding

Het Financieel Beeld Zorg (FBZ) geeft een actueel beeld van de zorguitgaven en de ontwikkeling van het Uitgavenplafond Zorg. In deze eerste suppletoire begroting 2023 worden de budgettaire ontwikkelingen voor de jaren 2023-2027 vanaf de stand ontwerpbegroting 2023 toegelicht binnen de Zorgverzekeringswet (Zvw), de Wet langdurige zorg (Wlz) en de begrotingsgefinancierde zorguitgaven.

Het FBZ bestaat uit de volgende onderdelen:

  1. Paragraaf 6.1: Inleiding
  2. Paragraaf 6.2: Ontwikkeling van de netto zorguitgaven en het Uitgavenplafond Zorg.

    In deze paragraaf wordt ingegaan op de ontwikkeling van de netto zorguitgaven, de ontwikkeling van het Uitgavenplafond Zorg en de toetsing van de netto zorguitgaven aan het Uitgavenplafond Zorg.

  3. Paragraaf 6.3: Verticale ontwikkeling van de zorguitgaven

    In deze paragraaf wordt de verticale ontwikkeling van de Zvw, Wlz en begrotingsgefinancierde zorguitgaven toegelicht.

Verdieping van de zorguitgaven in deelsectoren

Het verdiepingshoofdstuk wordt integraal als open data beschikbaar gesteld op: Overzicht Datasets | Ministerie van Financiën - Rijksoverheid (rijksfinancien.nl) . Hierin worden de financiële bijstellingen per sector tussen de ontwerpbegroting 2023 en de 1e suppletoire begroting 2023 voor de jaren 2023-2027 gepresenteerd en toegelicht.

6.2 Ontwikkeling van de netto zorguitgaven en het Uitgavenplafond Zorg

In deze paragraaf wordt ingegaan op de ontwikkeling van de netto zorguitgaven, de ontwikkeling van het Uitgavenplafond Zorg en de toetsing van de netto zorguitgaven aan het Uitgavenplafond Zorg.

6.2.1 Ontwikkeling van de netto zorguitgaven

De netto zorguitgaven zijn de bruto zorguitgaven verminderd met de ontvangsten (eigen risico Zvw en eigen bijdragen Wlz).

In tabel 1 is vanaf de stand ontwerpbegroting 2023 de ontwikkeling van de netto zorguitgaven voor de jaren 2023-2027 op hoofdlijnen te zien.

1 Netto zorguitgaven ontwerpbegroting 2023 89.432 95.011 99.587 104.969 109.905
2 Bijstellingen ‒ 420 1.781 2.284 3.182 4.248
Zorgverzekeringswet 201 2.024 2.258 2.713 3.073
Wet langdurige zorg ‒ 270 493 717 1.139 1.595
Begrotingsgefinancierd ‒ 351 ‒ 736 ‒ 691 ‒ 671 ‒ 420
3 Netto zorguitgaven stand 1e suppletoire begroting 2023 (= 1+2) 89.012 96.791 101.871 108.151 114.152
1 Door afronding kan de som der delen afwijken van het totaal.
Bron: VWS

Toelichting

Ten opzichte van de stand ontwerpbegroting 2023 zijn de netto zorguitgaven in 2023 neerwaarts bijgesteld met € 0,4 miljard en vanaf 2024 opwaarts bijgesteld met € 1,8 miljard oplopend tot € 4,2 miljard in 2027.

In paragraaf 6.3 wordt de ontwikkeling van de netto zorguitgaven verder toegelicht.

6.2.2 Ontwikkeling van het Uitgavenplafond Zorg

Het Uitgavenplafond Zorg is bij de start van het kabinet Rutte IV voor de periode 2022-2025 vastgesteld bij Startnota (Kamerstukken II, 35 788, nr. B). Bij de Voorjaarsnota 2022 zijn de Uitgavenplafonds herijkt en definitief vastgesteld (Kamerstukken II, 36 120, nr. 1). Gedurende deze kabinetsperiode wordt het Uitgavenplafond alleen nog aangepast voor loon- en prijsontwikkelingen, overboekingen tussen de Uitgavenplafonds en maatregelen in verband met corona.

In tabel 2 is de ontwikkeling van het Uitgavenplafond Zorg vanaf de stand ontwerpbegroting 2023 te zien.

1 Uitgavenplafond Zorg stand ontwerpbegroting 2023 89.956 95.187 99.876
2 Bijstellingen ‒ 322 1.673 2.337
- Waarvan loon- en prijsontwikkeling ‒ 114 2.007 2.804
- Waarvan overboekingen tussen Uitgavenplafonds ‒ 206 ‒ 333 ‒ 467
- Waarvan maatregelen corona ‒ 3
3 Uitgavenplafond Zorg stand 1e suppletoire begroting 2023 (= 1+2) 89.634 96.860 102.214
1 Als gevolg van afronding kan de som der delen afwijken van het totaal.
Bron: VWS

Toelichting

Loon- en prijsontwikkeling

Het Uitgavenplafond Zorg is op basis van actuele macro-economische inzichten van het Centraal Planbureau (CPB) inzake de verwachte loon- en prijsontwikkeling in 2023 neerwaarts bijgesteld met € 0,1 miljard en vanaf 2024 opwaarts bijgesteld met € 2 miljard oplopend tot € 2,8 miljard in 2025. De neerwaartse bijstelling in 2023 met € 0,1 miljard is het gevolg van de jaarlijkse technische aanpassing van de grondslag van de loon- en prijsontwikkeling. De grondslag is nu verlegd van de stand ontwerpbegroting 2022 naar de stand ontwerpbegroting 2023. Er is sprake van een kleine neerwaartse bijstelling van de grondslag en daarmee een kleine neerwaartse bijstelling van de loon- en prijs­bijstelling in 2023. De totale loon- en prijsbijstelling voor 2023 die aan de Zvw, Wlz en Wmo beschermd wonen wordt toebedeeld, komt met deze correctie uit op € 6,3 miljard.

Overboekingen tussen de Uitgavenplafonds

Het Uitgavenplafond Zorg is verlaagd met € 206 miljoen in 2023, oplopend tot € 467 miljoen in 2025, als gevolg van diverse overboekingen tussen het Uitgavenplafond Zorg en de VWS-begroting (Uitgavenplafond Rijksbegroting). Het gaat hierbij om de onderstaande overboekingen:

  1. Overheveling op basis van IZA

    Op basis van het Integraal Zorg Akkoord ( IZA) wordt vanaf 2023 € 150 miljoen structureel beschikbaar gesteld voor gemeenten om bij te dragen aan de IZA-doelstellingen. Voornemen is om deze middelen door middel van een specifieke uitkering beschikbaar te stellen aan gemeenten.

  2. Overheveling 20-wekenecho

    De Tweede Termijn Structureel Echoscopisch Onderzoek (TTSEO) ofwel de 20-wekenecho wordt momenteel bekostigd uit de Zvw. Het Zorginstituut heeft geadviseerd om deze prenatale screening zonder medische indicatie niet meer binnen het Zvw-pakket te financieren. Vanaf 1 januari 2024 wordt daarom de TTSEO aangeboden via het landelijke programma prenatale screening en bekostigd via de rijksbegroting. Daarvoor wordt vanaf het jaar 2024 een bedrag van € 27,7 miljoen structureel overgeheveld vanuit het Uitgavenplafond Zorg naar de VWS-begroting.

  3. Transitiemiddelen scheiden wonen en zorg

    Dit betreft de overheveling van € 22 miljoen in 2025 naar de VWS-begroting voor de inzet van een aanvullend deel van de transitiemiddelen scheiden wonen en zorg ten behoeve van het realiseren van geclusterde woonvormen voor ouderen. Dit is onderdeel van het programma ‘Wonen en zorg voor ouderen’ van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK).

  4. Pandemische paraatheid/onderdeel Zorg

    Dit betreft de overheveling van middelen vanuit de aanvullende post van het ministerie van Financiën (Uitgavenplafond Rijksbegroting), naar het Uitgavenplafond Zorg (€ 5,5 miljoen in 2023, € 28,7 miljoen in 2024 en € 33,1 miljoen in 2025) voor de Zvw en Wlz.

  5. Overboekingen coalitieakkoord-maatregelen

    Dit betreft de overheveling van verschillende intensiveringsmiddelen op basis van het coalitieakkoord vanuit de aanvullende post van het ministerie van Financiën (Uitgavenplafond Zorg) naar de VWS-begroting (Uitgavenplafond Rijksbegroting):

    - Standaardisatie gegevensuitwisseling (€ 24,3 miljoen in 2023, € 70,1 miljoen in 2024 en € 81,4 miljoen in 2025).

    - Juiste zorg op de juiste plek (transformatiemiddelen) (€ 22,7 miljoen in 2023, € 73,9 miljoen in 2024 en € 74,7 miljoen in 2025).

    - Passende zorg als norm in Zvw (investeringsmiddelen) (€ 6,5 miljoen in 2023, € 36,5 miljoen in 2024 en € 84,9 miljoen in 2025).

  6. Ramingsbijstelling Wlz

    Dit betreft een neerwaartse bijstelling van de Wlz-uitgaven op de begroting die mogelijk is zonder het Wlz-kader bij te stellen. Voor 2023 en 2024 betreft dit een deel van de dekking van de intensivering op VG7 (gehandicap­ tenzorg). Voor 2025 en volgende jaren betreft dit een deel van de dekking voor de compensatie aan gemeenten voor de hoger dan geraamde aanzuigende werking voor het abonnementstarief.

  7. Het restant betreft diverse kleinere overboekingen.

    Maatregelen corona

    Het Uitgavenplafond Zorg is in 2023 per saldo met € 2,7 miljoen verlaagd als gevolg van de onderstaande corona maateregel:

  8. Niet geleverde pgb-zorg

    Door het Zorginstituut is op basis van de rapportages van de Wlz-uitvoerders en de NZa geconstateerd dat er sprake is van lagere uitgaven van € 3,5 miljoen voor de compensatie voor niet geleverde pgb-zorg. De ontvangstenraming wordt met deze mutatie bijgesteld.

  9. Er is een bedrag van € 0,8 miljoen in 2023 overgeboekt vanuit de VWS-begroting naar het Uitgavenplafond Zorg ten behoeve van de zorg, welzijn en jeugdzorg op Caribisch Nederland.

6.2.3 Toetsing van de netto zorguitgaven aan het Uitgavenplafond Zorg

In deze paragraaf wordt getoetst of de verwachte netto zorguitgaven binnen het vastgestelde Uitgavenplafond Zorg blijven gedurende de huidige kabinetsperiode.

Tabel 3 laat de toetsing van de netto zorguitgaven aan het Uitgavenplafond Zorg zien voor de jaren 2022-2025.

A Netto zorguitgaven
1 Stand ontwerpbegroting 2023 89.432 95.011 99.587
2 Bijstellingen ‒ 420 1.781 2.284
3 Stand 1e suppletoire begroting 2023 89.012 96.791 101.871
B Uitgavenplafond Zorg
4 Stand ontwerpbegroting 2023 89.956 95.187 99.876
5 Bijstellingen ‒ 322 1.673 2.337
6 Stand 1e suppletoire begroting 2023 89.634 96.860 102.214
C + Overschrijding/- Onderschrijding
7 Stand ontwerpbegroting 2023 (= 1-4) ‒ 524 ‒ 177 ‒ 289
8 Bijstelling bij 1e suppletoire begroting 2023 (=9-7) ‒ 98 108 ‒ 53
9 Stand 1e suppletoire begroting 2023 (= 3-6 ) ‒ 622 ‒ 69 ‒ 342
1 Als gevolg van afronding kan de som der delen afwijken van het totaal.

Toelichting

Ten opzichte van de ontwerpbegroting 2023 is er sprake van een toename van de onderschrijding met € 98 miljoen in 2023, een afname van € 108 miljoen in 2024 en een toename van € 53 miljoen in 2025 (regel 8). 

De stand van de onderschrijding van het Uitgavenplafond Zorg bij de 1e suppletoire begroting 2023 bedraagt daarmee € 622 miljoen in 2023, € 69 miljoen in 2024 en € 342 miljoen in 2025 (regel 9).

De bijstellingen van de netto zorguitgaven en het Uitgavenplafond Zorg zijn opgenomen in de paragrafen 6.2.1 (tabel 1) en 6.2.2 (tabel 2).

6.3 Verticale ontwikkeling van de zorguitgaven en -ontvangsten

De verticale toelichting geeft een cijfermatig overzicht van de budgettaire veranderingen voor de jaren 2023 tot en met 2027, sinds het opstellen van de ontwerpbegroting 2023.

De afzonderlijke posten worden toegelicht als het hiermee gepaard gaande bedrag hoger is dan € 10 miljoen.

6.3.1 Verticale ontwikkeling van de Zvw-uitgaven en -ontvangsten

Tabel 4 laat vanaf de stand ontwerpbegroting 2023 de verticale ontwikkeling van de zorguitgaven en -ontvangsten op basis van de Zvw zien. Onder de tabel is een toelichting van de verschillende mutaties opgenomen.

Bruto Zvw-uitgaven ontwerpbegroting 2023 58.946,5 61.829,8 64.673,3 67.566,1 70.607,8
Bijstellingen
Autonoom ‒ 16,8 1.307,8 1.761,2 2.282,6 2.819,3
Actualisering Zvw-uitgaven (zie tabel 4A) 54,8 54,8 54,8 54,8 54,8
Loon- en prijsontwikkeling ‒ 71,6 1.253,1 1.706,4 2.227,8 2.764,6
Beleidsmatig 217,7 737,5 523,0 461,1 289,0
Overheveling 20-wekenecho 0,0 ‒ 27,7 ‒ 27,7 ‒ 27,7 ‒ 27,7
GVS-modernisering 140,0 140,0 0,0 0,0 0,0
Dekking GVS: Overschot LPO genees- en hulpmiddelen ‒ 140,0 0,0 0,0 0,0 0,0
Resterende groeiruimte Zvw 0,0 ‒ 88,5 0,0 0,0 0,0
Besparingsverlies maatregel sturing op doelmatigheid via de tarieven 0,0 60,0 0,0 0,0 0,0
Paramedische herstelzorg covid 21,0 50,0 0,0 0,0 0,0
MTVP (Meer Tijd Voor de Patiënt): kader huisartsen 0,0 0,0 0,0 2,7 20,1
MTVP (Meer Tijd Voor de Patiënt): extra huisartsen opleiden 0,0 0,0 0,0 30,3 48,9
Pandemische paraatheid, onderdeel Zorg 1,0 17,4 20,6 16,1 16,1
Overboeking prijsbijstelling 31,6 75,5 64,5 50,9 0,0
Inzet prijsbijstelling voor knelpunten ‒ 31,6 ‒ 75,5 ‒ 64,5 ‒ 50,9 0,0
IZA-transformatiemiddelen premie (coalitieakkoordmiddelen Integraal Zorgakkoord en Juiste zorg op de juiste plek) 195,7 586,4 595,3 584,9 377,5
MSZ opleidingen 0,7 1,1 1,1 1,1 0,4
Maatregelen buiten IZA 0,0 0,0 ‒ 65,0 ‒ 145,0 ‒ 145,0
Overig beleidsmatig ‒ 0,7 ‒ 1,2 ‒ 1,3 ‒ 1,3 ‒ 1,3
Totaal bijstellingen 200,9 2.045,4 2.284,2 2.743,7 3.108,4
Bruto Zvw-uitgaven 1e suppletoire begroting 2023 59.147,3 63.875,2 66.957,5 70.309,8 73.716,1
Zvw-ontvangsten ontwerpbegroting 2023 3.338,1 3.389,4 3.366,5 3.519,3 3.673,6
Bijstellingen
Autonoom 0,0 21,8 26,1 30,3 35,3
Actualisering opbrengst eigen risico Zvw 0,0 21,8 26,1 30,3 35,3
Totaal bijstellingen 0,0 21,8 26,1 30,3 35,3
Zvw-ontvangsten 1e suppletoire begroting 2023 3.338,1 3.411,2 3.392,6 3.549,6 3.708,9
Netto Zvw-uitgaven ontwerpbegroting 2023 55.608,4 58.440,4 61.306,8 64.046,8 66.934,2
Bijstellingen in de netto Zvw-uitgaven 200,9 2.023,5 2.258,1 2.713,4 3.073,1
Netto Zvw-uitgaven 1e suppletoire begroting 2023 55.809,3 60.464,0 63.564,9 66.760,2 70.007,2
1 Door afronding kan de som der delen afwijken van het totaal.
Bron: VWS, Zorginstituut Nederland en NZa.

Toelichting

Uitgaven

Autonoom

Actualisering Zvw-uitgaven

Eerstelijnszorg ‒ 24,6 ‒ 24,6 ‒ 24,6 ‒ 24,6 ‒ 24,6
Tweedelijnszorg ‒ 50,2 ‒ 50,2 ‒ 50,2 ‒ 50,2 ‒ 50,2
Geneesmiddelen 117,0 117,0 117,0 117,0 117,0
Ziekenvervoer 12,6 12,6 12,6 12,6 12,6
Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2023 54,8 54,8 54,8 54,8 54,8
Bron: VWS, Zorginstituut Nederland en NZa.

In tabel 4A is de post ‘Actualisering Zvw-uitgaven' uit tabel 4 naar sectoren uitgesplitst. Op basis van gegevens uit de vierde kwartaalrapportage 2022 van het Zorginstituut en informatie van de NZa zijn de Zvw-uitgaven 2020-2022 geactualiseerd. De actualisatie leidt tot een structurele doorwerking van per saldo € 55 miljoen hogere uitgaven voor de niet-IZA-sectoren. Bij de IZA-sectoren bepalen de in het IZA overeengekomen kaders de hoogte van de uitgaven onder het Uitgavenplafond Zorg; voor deze sectoren worden actualisatiecijfers daarom incidenteel verwerkt. Een toelichting per sector is te vinden in het verdiepings­hoofdstuk van het Financieel Beeld Zorg (FBZ), dat als open data beschikbaar wordt gesteld.

Loon- en prijsontwikkeling

De raming van de loon- en prijsontwikkeling is voor 2024 en verder aangepast op basis van actuele macro-economische inzichten van het Centraal Planbureau (CPB). De neerwaartse bijstelling in 2023 met € 71,6 miljoen is het gevolg van de jaarlijkse technische aanpassing van de grondslag van de loon- en prijsontwikkeling. De grondslag is nu verlegd van de stand ontwerpbegroting 2022 naar de stand ontwerpbegroting 2023. Er is sprake van een kleine neerwaartse bijstelling van de grondslag en daarmee een kleine neerwaartse bijstelling van de loon- en prijsbijstelling in 2023. De totale loon- en prijsbijstelling voor 2023 die aan de Zvw wordt toebedeeld, komt met deze correctie uit op € 4,2 miljard.

Beleidsmatig

Overheveling 20-wekenecho

De Tweede Termijn Structureel Echoscopisch Onderzoek (TTSEO) ofwel de 20-wekenecho wordt momenteel bekostigd uit de Zvw. Het Zorginstituut heeft geadviseerd om deze prenatale screening zonder medische indicatie niet meer binnen het Zvw-pakket te financieren. Vanaf 1 januari 2024 wordt daarom de TTSEO aangeboden via het landelijke programma prenatale screening en bekostigd via de begroting. Daarvoor wordt vanaf het jaar 2024 een bedrag van € 27,7 miljoen structureel overgeheveld vanuit het Uitgavenplafond Zorg naar de VWS-begroting.

GVS-modernisering

Dit betreft een besparingsverlies vanwege het niet uitvoeren de maatregel modernisering geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS).

Dekking GVS: Overschot LPO genees- en hulpmiddelen

Het besparingsverlies dat ontstaat bij de maatregel modernisering GVS wordt in 2023 gedekt uit het overschot van de loon- en prijsontwikkeling genees- en hulpmiddelen.

Resterende groeiruimte Zvw

Na de verwerking van de meerjarige financiële afspraken in het Integraal Zorgakkoord (IZA) en rekening houdend met de reguliere verdeling van de groeiruimte en taakstellingen voor de niet-IZA sectoren, resteert voor 2024 incidenteel € 88,5 miljoen groeiruimte op de sector Nominaal en onverdeeld Zvw.

Besparingsverlies maatregel sturing op doelmatigheid via de tarieven

De uitwerking van de coalitieakkoord-maatregel over het verhogen van de doelmatigheid door normatieve elementen toe te voegen aan de tariefstelling in Zvw-sectoren met vaste of maximumtarieven loopt vertraging op, waardoor een besparingsverlies ontstaat van € 60 miljoen in 2024.

Paramedische herstelzorg covid

De regeling paramedische herstelzorg wordt verlengd tot 1 januari 2025, zodat ook de patiënten die sinds het najaar 2022 besmet zijn, gebruik kunnen maken van deze regeling. De Voorwaardelijke Toelating tot het Zvw-pakket van deze regeling wordt verlengd tot 1 januari 2025, tegelijkertijd wordt duiding en advies van het Zorginstituut verwacht over de effectiviteit van paramedische herstelzorg en zal het besluit worden genomen of de zorg instroomt in het basispakket per 1 januari 2025. De voorwaardelijke toelating tot 1 januari 2025 leidt tot kosten in de paramedische sectoren die worden geraamd op € 21 miljoen in 2023 en € 50 miljoen in 2024.

MTVP (Meer Tijd Voor de Patiënt): kader huisartsen/extra huisartsen opleiden

De middelen die op de aanvullende post bij het ministerie van Financiën zijn gereserveerd voor Meer Tijd Voor de Patiënt worden overgeheveld naar de Zvw om het aantal opleidingsplekken voor huisartsen stevig te vergroten. Een deel van de middelen wordt voorlopig gereserveerd op nominaal en onverdeeld Zvw. Het doel hiervan is dat er meer tijd komt in de spreekkamer van de huisarts.

Pandemische paraatheid/onderdeel Zorg

Overheveling vanaf de aanvullende post van het ministerie van Financiën van middelen voor pandemische paraatheid (onderdeel Zorg) op basis van het coalitieakkoord. Het betreft middelen:

  1. voor onderhoud en opslag van in ziekenhuizen aanwezige inventaris en apparatuur voor IC-opschaling boven de operationele basiscapaciteit van 1.150 IC-bedden;
  2. om voldoende reservecapaciteit te realiseren voor medisch vervoer om snel te kunnen opschalen tijdens een pandemie;
  3. voor de versterking van de regionale coördinatiestructuur door onderzoek en organisatie van regiobeelden en regioplannen in ROAZ-regio’s (Regionaal Overleg Acute Zorgketen);
  4. voor de versterking van de regionale coördinatiestructuur door overname van COVID-activiteiten met betrekking tot continuïteit van zorg van GGD GHOR (de brancheorganisatie van gemeentelijke gezondheidsdiensten en geneeskundige hulpverleningsorganisaties in de regio) door ROAZ en Landelijk Netwerk Acute Zorg (LNAZ).

Overboeking prijsbijstelling

Dit betreft de overheveling van middelen voor prijsbijstelling vanuit de begrotingsgefinancierde zorguitgaven.

Inzet prijsbijstelling voor knelpunten

De overgehevelde middelen voor prijsbijstelling worden intertemporeel ingezet als (onderdeel van de) dekking voor het besparingsverlies bij de maatregel sturing op doelmatigheid via de tarieven, GVS-modernisering en paramedische herstelzorg covid binnen de Zvw (zie hiervoor) en voor de EMB-regeling en VG7 (gehandicaptenzorg) binnen de Wlz (zie paragraaf 6.3.2).

IZA-transformatiemiddelen premie (coalitieakkoordmiddelen Integraal Zorgakkoord en Juiste zorg op de juiste plek)

Middelen die op de aanvullende post bij het ministerie van Financiën stonden gereserveerd voor het Integraal Zorgakkoord en Juiste zorg op de juiste plek worden naar het premiegefinancierde Uitgavenplafond zorg overgeheveld om uitvoering te geven aan het coalitieakkoord en het Integraal Zorgakkoord. IZA-partijen kunnen transformatieplannen indienen bij de marktleider zorgverzekeraar om aanspraak te maken op deze middelen. Het transformatieplan moet dan voldoen aan het beoordelingskader voor impactvolle transformaties. Bij de vaststelling van het macroprestatiebedrag 2023 is rekening gehouden met een bedrag van € 280 miljoen aan transformatiemiddelen, een deel hiervan was bij ontwerpbegroting 2023 nog niet budgettair verwerkt. Middels de mutatie ad € 196 miljoen in 2023 wordt dat alsnog gedaan.

MSZ opleidingen

Vanuit de middelen die op de aanvullende post bij het ministerie van Financiën (Uitgavenplafond Zorg) zijn gereserveerd voor het Integraal Zorgakkoord en Juiste zorg op de juiste Plek wordt budget toegevoegd aan de beschikbaarheidbijdrage medische vervolgopleidingen voor de ontwikkeling van de medisch-specialistische vervolgopleidingen.

Maatregelen buiten IZA

Het Integraal Zorgakkoord (IZA) beperkt reeds de volumegroei van de meeste Zvw-actoren. Deze taakstelling zal nader worden ingevuld met een maatregel buiten het IZA.

Overig beleidsmatig

Deze post is het saldo van kleine beleidsmatige mutaties.

Ontvangsten

Autonoom

Actualisering opbrengst eigen risico Zvw

De raming van de opbrengsten eigen risico 2024-2027 is aangepast op basis van actuele macro-economische inzichten van het Centraal Planbureau (CPB).

6.3.2 Verticale ontwikkeling van de Wlz-uitgaven en -ontvangsten

Tabel 5 laat vanaf de stand ontwerpbegroting 2023 de verticale ontwikkeling van de zorguitgaven en -ontvangsten op basis van de Wlz zien. Onder de tabel is een toelichting van de verschillende mutaties opgenomen.

Bruto Wlz-uitgaven ontwerpbegroting 2023 33.519,2 35.570,9 37.618,4 40.249,5 42.615,4
Bijstellingen
Autonoom ‒ 27,7 725,4 1.072,1 1.547,3 2.035,0
Actualisering Wlz-uitgaven ‒ 8,1 ‒ 5,4 ‒ 3,8 ‒ 2,3 ‒ 2,2
Loon- en prijsontwikkeling ‒ 19,6 730,8 1.075,9 1.549,6 2.037,3
Beleidsmatig ‒ 132,0 ‒ 122,4 ‒ 240,9 ‒ 251,8 ‒ 277,0
Transitiemiddelen scheiden wonen en zorg 0,0 0,0 ‒ 22,0 ‒ 33,0 0,0
Overheveling IZA doelstellingen ‒ 150,0 ‒ 150,0 ‒ 150,0 ‒ 150,0 ‒ 150,0
EMB-regeling 0,0 5,0 5,0 5,0 0,0
VG7 (gehandicaptenzorg) 40,0 40,0 0,0 0,0 0,0
Ramingsbijstelling Wlz ‒ 27,5 ‒ 27,5 ‒ 55,0 ‒ 55,0 ‒ 55,0
Pandemische paraatheid/Zorg 3,5 9,5 10,5 10,5 8,0
Maatregelen Wmo 0,0 0,0 0,0 30,0 30,0
Maatwerk PGB 0,0 0,0 ‒ 30,0 ‒ 60,0 ‒ 110,0
Overig beleidsmatig 2,0 0,6 0,6 0,7 0,0
Technisch ‒ 108,6 ‒ 108,6 ‒ 108,6 ‒ 108,7 ‒ 108,7
Loon- en prijsindexatie Wmo beschermd wonen ‒ 108,6 ‒ 108,6 ‒ 108,6 ‒ 108,7 ‒ 108,7
Totaal bijstellingen ‒ 268,3 494,4 722,6 1.186,7 1.649,3
,
Bruto Wlz-uitgaven 1e suppletoire begroting 2023 33.251,0 36.065,3 38.341,1 41.436,2 44.264,8
Wlz-ontvangsten ontwerpbegroting 2023 2.155,5 2.231,2 2.437,8 2.537,5 2.619,4
Bijstellingen
Autonoom 1,3 1,4 5,6 47,3 54,7
Actualisatie eigen bijdragen Wlz 1,3 1,4 5,6 47,3 54,7
Totaal bijstellingen 1,3 1,4 5,6 47,3 54,7
Wlz-ontvangsten 1e suppletoire begroting 2023 2.156,8 2.232,6 2.443,4 2.584,8 2.674,1
Netto Wlz-uitgaven ontwerpbegroting 2023 31.363,7 33.339,7 35.180,6 37.712,0 39.996,0
Bijstellingen in de netto Wlz-uitgaven ‒ 269,6 493,0 717,0 1.139,4 1.594,6
Netto Wlz-uitgaven 1e suppletoire begroting 2023 31.094,1 33.832,7 35.897,7 38.851,4 41.590,7
1 Door afronding kan de som der delen afwijken van het totaal.
Bron: VWS, Zorginstituut Nederland en NZa.

Toelichting

Uitgaven

Autonoom

Actualisering Wlz-uitgaven

Op basis van de vierde kwartaalrapportage van het Zorginstituut zijn de uitgaven Wlz buiten contracteerruimte en de beheerskosten geactualiseerd. De uitgaven Wlz buiten contracteerruimte betreffen onder andere de hulpmiddelen, de tandheelkundige zorg en de beschikbaarheidbijdrage opleidingen Wlz. De ramingen zijn neerwaarts bijgesteld met in totaal € 8,1 miljoen in 2023 aflopend tot 2,2 miljoen in 2027.

Loon- en prijsontwikkeling

De raming van de loon- en prijsontwikkeling is voor 2024 en verder aangepast op basis van actuele macro-economische inzichten van het Centraal Planbureau (CPB). De neerwaartse bijstelling in 2023 met €19,6 miljoen is het gevolg van de jaarlijkse technische aanpassing van de grondslag van de loon- en prijsontwikkeling. De grondslag is nu verlegd van de stand ontwerpbegroting 2022 naar de stand ontwerpbegroting 2023. Deze wijziging kent een kleine neerwaartse bijstelling van de grondslag en daarmee een kleine neerwaartse bijstelling van de loon- en prijsbijstelling in 2023. De totale loon- en prijsbijstelling voor 2023 die aan Wlz wordt toebedeeld, komt met deze correctie uit op € 2,0 miljard.

Beleidsmatig

Transitiemiddelen scheiden wonen en zorg

Dit betreft de overheveling van in totaal € 55 miljoen (€ 22 miljoen in 2025 en € 33 miljoen in 2026) naar de VWS-begroting voor de inzet van een aanvullend deel van de transitiemiddelen scheiden wonen en zorg ten behoeve van het realiseren van geclusterde woonvormen voor ouderen. Dit is onderdeel van het programma ‘Wonen en zorg voor ouderen’ van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). Hiermee komt de totale inzet voor geclusterde woonvormen op € 312 miljoen.

Overheveling IZA doelstellingen

Vanuit het Integraal Zorgakkoord (IZA) wordt er € 150 miljoen structureel beschikbaar gesteld voor gemeenten om bij te dragen aan de IZA-doelstellingen. Het voornemen is om deze middelen door middel van een specifieke uitkering beschikbaar te stellen aan gemeenten. Om dit te realiseren zijn de benodigde middelen overgeheveld van het Uitgavenplafond Zorg naar de VWS-begroting.

EMB-regeling

Sinds 2019 is voor leerlingen die met een EMB (ernstig meervoudige beperking) staan ingeschreven in het speciaal onderwijs een tijdelijke regeling van kracht. De regeling helpt EMB-scholen om snel en effectief zorg te organiseren in de klassen met leerlingen met een EMB. De bestaande regeling wordt verlengd voor de jaren 2024 tot en met 2026 zodat er, tot een structurele oplossing is vormgegeven, een passende tijdelijke oplossing is.

VG7 (gehandicaptenzorg)

De compensatie voor geleverde VG7-zorg in de gehandicaptenzorg leidt ertoe dat in toenemende mate aanbieders terughoudend zijn met het leveren van deze zorg. Het kostprijsonderzoek van de NZa leidt niet eerder dan in 2025 tot herijkte tarieven. Om in 2023 en 2024 de compensatie voor geleverde VG7 zorg te kunnen verhogen, wordt de contracteerruimte in de Wlz met € 40 miljoen verhoogd. Hierdoor hebben zorgkantoren de ruimte om, door middel van maatwerkafspraken een lager kortingspercentage af te spreken met aanbieders, waardoor de vergoeding voor de geleverde gehandicaptenzorg hoger wordt.

Ramingsbijstelling Wlz

Dit betreft een neerwaartse bijstelling van de Wlz-uitgaven op de begroting die mogelijk is zonder het Wlz-kader bij te stellen. Voor 2023 en 2024 betreft dit een deel van de dekking van de intensivering op VG7 (gehandicaptenzorg). Voor 2025 en volgende jaren betreft dit een deel van de dekking voor de compensatie aan gemeenten voor de hoger dan geraamde aanzuigende werking voor het abonnementstarief. In het kader van het Integraal Zorgakkoord (IZA) is afgesproken dat de hoger dan geraamde aanzuigende werking van het abonnementstarief in de Wmo 2015 per 2025 door het Rijk wordt gecompenseerd. Deze compensatie betreft € 110 miljoen vanaf 2025. Hiervan wordt € 55 miljoen gedekt uit de overdekking op het Wlz-budget. Deze middelen worden overgeheveld naar het gemeentefonds.

Pandemische paraatheid/Zorg

Dit betreft de overheveling vanaf de Aanvullende post van het ministerie van Financiën van middelen voor pandemische paraatheid (onderdeel Zorg) op basis van het coalitieakkoord. Het betreft middelen:

  1. om een adequate RAOZ coördinatiestructuur voor langdurige zorg per ROAZ-regio in te richten;
  2. voor het opleiden, trainen en oefenen in de langdurige zorg ter voorbereiding op crises en rampen.

Maatregelen Wmo

Voor de uitvoering van de Wmo zijn middelen beschikbaar.

Maatwerk PGB

Pgb-houders die zelf Wlz-zorg inkopen krijgen momenteel een maximumbedrag op basis van een zorgprofiel toegekend. Het komt niet vaak voor dat cliënten het volledige ter beschikking gestelde bedrag opmaken. Deze maatregel heeft als doel het pgb-budget in de Wlz beter aan te laten sluiten op de daadwerkelijke zorgvraag van cliënten. De doelmatigheidswinst is geschat op 4% van de uitgaven en kent een ingroeiperiode vanwege het overgangsrecht van de bestaande budgethouders. De maatregel levert structureel € 110 miljoen op, inclusief € 5 miljoen uitvoeringskosten.

Overig beleidsmatig

Deze post is het saldo van kleine beleidsmatige mutaties.

Technisch

Loon- en prijsindexatie Wmo beschermd wonen

Dit betreft het overboeken van de loon- en prijsindexatie naar het budget voor beschermd wonen in het gemeentefonds.

Ontvangsten

Autonoom

Actualisatie eigen bijdragen Wlz

Dit betreft de actualisering van de opbrengst eigen bijdragen Wlz op basis van de vierde kwartaalrapportage van het Zorginstituut.

6.3.3 Verticale ontwikkeling begrotingsgefinancierde zorguitgaven

Bij de begrotingsgefinancierde zorguitgaven gaat het met name om middelen die op grond van de Wmo beschermd wonen onder het Uitgavenplafond Zorg beschikbaar zijn. Naast de Wmo beschermd wonen vallen enkele andere begrotingsgefinancierde posten onder de zorguitgaven. Tot deze categorie behoren een deel van de uitgaven voor zorgopleidingen, de uitgaven voor zorg, jeugd en welzijn in Caribisch Nederland, de subsidie(regelingen) NIPT, abortusklinieken, overgang integrale tarieven medische-specialistische zorg (MSZ) en kwaliteit, transparantie en patiëntveiligheid. Deze uitgaven worden op de begrotingsartikelen 1, 2, 3 en 4 verantwoord en toegelicht. Ten slotte zijn op de aanvullende post van het Ministerie van Financiën een aantal maatregelen uit de Startnota opgenomen, die onder de zorguitgaven vallen.

In tabel 6 wordt de ontwikkeling van de begrotingsgefinancierde zorguitgaven weergegeven. De bijstellingen voor beschermd wonen en de aanvullende post van het Ministerie van Financiën worden respectievelijk in tabel 6A en tabel 6B gespecificeerd en toegelicht.

Bruto begrotingsgefinancierde zorguitgaven ontwerpbegroting 2023 2.459,9 3.230,6 3.100,0 3.210,1 2.974,7
Bijstellingen
Beschermd wonen (gemeentefonds), zie tabel 6A 108,6 108,6 108,6 108,7 108,7
Aanvullende post Financiën, zie tabel 6B ‒ 406,5 ‒ 794,3 ‒ 758,8 ‒ 777,0 ‒ 597,2
Autonoom ‒ 22,6 22,8 21,6 45,3 66,9
Loon- en prijsontwikkeling ‒ 22,6 22,8 21,6 45,3 66,9
Beleidsmatig ‒ 27,4 ‒ 72,9 ‒ 62,6 ‒ 47,9 1,5
Zorg, jeugd en welzijn in Caribisch Nederland (Artikel 4) 4,1 2,5 1,6 2,0 0,9
Zorgopleidingen (Artikel 4) ‒ 0,5 0,3 0,5 1,1 1,1
Overboeking prijsbijstelling ‒ 31,6 ‒ 75,5 ‒ 64,5 ‒ 50,9
Overig 0,4 ‒ 0,2 ‒ 0,2 ‒ 0,1 ‒ 0,4
Totaal bijstellingen ‒ 348,0 ‒ 735,8 ‒ 691,1 ‒ 671,0 ‒ 420,1
Bruto begrotingsgefinancierde zorguitgaven 1e suppletoire begroting 2023 2.111,9 2.494,8 2.408,8 2.539,2 2.554,5
Ontvangsten ontwerpbegroting 2023 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
Bijstelling ontvangsten langdurige zorg en ondersteuning (Artikel 3) 3,5 0,0 0,0 0,0 0,0
Ontvangsten 1e suppletoire begroting 2023 3,5 0,0 0,0 0,0 0,0
Netto begrotingsgefinancierde zorguitgaven ontwerpbegroting 2023 2.459,9 3.230,6 3.100,0 3.210,1 2.974,7
Bijstellingen in de netto begrotingsgefinancierde zorguitgaven ‒ 351,5 ‒ 735,8 ‒ 691,1 ‒ 671,0 ‒ 420,1
Netto begrotingsgefinancierde zorguitgaven 1e suppletoire begroting 2023 2.108,4 2.494,8 2.408,8 2.539,2 2.554,5
1 Als gevolg van afronding kan de som der delen afwijken van het totaal.
Bron: VWS.

In tabel 6A wordt de ontwikkeling van de zorguitgaven Wmo beschermd wonen gepresenteerd en toegelicht.

Netto uitgaven beschermd wonen ontwerpbegroting 2023 1.532,9 1.533,4 1.534,0 1.534,6 1.534,6
Bijstellingen
Technisch 108,6 108,6 108,6 108,7 108,7
Loon- en prijsindexatie Wmo beschermd wonen 108,6 108,6 108,6 108,7 108,7
Totaal bijstellingen 108,6 108,6 108,6 108,7 108,7
Netto uitgaven beschermd wonen 1e suppletoire begroting 2023 1.641,5 1.642,0 1.642,6 1.643,3 1.643,3
1 Als gevolg van afronding kan de som der delen afwijken van het totaal.
Bron: VWS.

Toelichting

Technisch

Loon- en prijsindexatie Wmo beschermd wonen

Dit betreft het toevoegen van de loon- en prijsindexatie 2023 op het budget voor beschermd wonen in het gemeentefonds.

In tabel 6B wordt de verticale ontwikkeling van de zorguitgaven op de aanvullende post van het Ministerie van Financiën gepresenteerd en toegelicht. De middelen maken onderdeel uit van het Uitgavenplafond Zorg. In de tabel zijn de middelen uit de Startnota opgenomen die overgeheveld zijn naar het Uitgavenplafond Zorg (Zvw en Wlz) en de VWS-begroting opgenomen en toegelicht. Daarnaast zijn er enkele overige bijstellingen in de tabel verwerkt.

Netto Zorguitgaven aanvullende post Financiën ontwerpbegroting 2023 411,1 1.122,8 944,3 1.001,2 776,2
Bijstellingen
Beleidsmatig
Overhevelingen naar het Uitgavenplafond Zorg ‒ 196,4 ‒ 587,5 ‒ 596,4 ‒ 619,0 ‒ 446,9
MTVP (Meer Tijd Voor de Patiënt): extra huisartsen opleiden 0,0 0,0 0,0 ‒ 30,3 ‒ 48,9
MTVP (Meer Tijd Voor de Patiënt): kader huisartsen 0,0 0,0 0,0 ‒ 2,7 ‒ 20,1
Integraal Zorgakkoord (transformatiemiddelen) ‒ 263,5 ‒ 262,0 ‒ 261,5
Juiste zorg op de juiste plek (transformatiemiddelen) ‒ 195,7 ‒ 322,9 ‒ 333,3 ‒ 323,4 ‒ 377,5
Juiste zorg op de juiste plek (transformatiemiddelen/opleidingen medisch specialisten) ‒ 0,7 ‒ 1,1 ‒ 1,1 ‒ 1,1 ‒ 0,4
Overhevelingen naar de VWS-begroting ‒ 59,6 ‒ 190,1 ‒ 229,9 ‒ 257,9 ‒ 150,7
Standaardisatie gegevensuitwisseling ‒ 24,3 ‒ 70,1 ‒ 81,4 ‒ 96,6 ‒ 32,2
Juiste zorg op de juiste plek (transformatiemiddelen) ‒ 19,3 ‒ 83,5 ‒ 73,2 ‒ 83,0 ‒ 29,6
Passende zorg als norm in Zvw (investeringsmiddelen) ‒ 16,0 ‒ 36,5 ‒ 75,4 ‒ 75,2 ‒ 85,8
Meer opleiden physician assistants/verpleegkundig specialisten 0,0 0,0 0,0 ‒ 3,0 ‒ 3,0
Overige ‒ 150,5 ‒ 16,6 67,6 99,8 0,4
Kasschuif: vertraging standaardisatie gegevensuitwisseling ‒ 135,0 0,0 67,5 67,5 0,0
Kasschuif: Passende zorg ‒ 15,6 ‒ 16,7 0,0 32,3 0,0
Loon- en prijsbijstelling 0,0 0,1 0,1 0,1 0,4
Totaal bijstellingen ‒ 406,5 ‒ 794,3 ‒ 758,8 ‒ 777,0 ‒ 597,2
Netto zorguitgaven aanvullende post Financiën 1e suppletoire begroting 2023 4,5 328,5 185,5 224,2 179,0
1 Als gevolg van afronding kan de som der delen afwijken van het totaal.
Bron: VWS.

Toelichting

Beleidsmatig

Overhevelingen naar het Uitgavenplafond Zorg

MTVP (Meer Tijd Voor de Patiënt): extra huisartsen opleiden/kader huisartsen

De middelen die op de aanvullende post bij het ministerie van Financiën zijn gereserveerd voor Meer Tijd Voor de Patiënt worden overge­ heveld naar de Zvw om het aantal opleidingsplekken voor huisartsen stevig te vergroten en om het uitgavenkader voor huisartsenzorg te kunnen verhogen. Het doel hiervan is dat er meer tijd komt in de spreekkamer van de huisarts.

Integraal Zorgakkoord (transformatiemiddelen)

De middelen die op de aanvullende post bij het ministerie van Financiën (Uitgavenplafond Zorg) stonden gereserveerd voor het Integraal Zorgakkoord en Juiste zorg op de juiste plek worden naar het Uitgavenplafond zorg overgeheveld om uitvoering te geven aan het coalitieakkoord en het Integraal Zorgakkoord. IZA-partijen kunnen transformatieplannen indienen bij de marktleider zorgverzekeraar om aanspraak te maken op deze middelen. Het transformatieplan moet dan voldoen aan het beoordelingskader voor impactvolle transformaties. Bij de vaststelling van het macroprestatiebedrag 2023 is rekening gehouden met een bedrag van € 280 miljoen aan transformatiemiddelen, een deel hiervan was nog niet budgettair verwerkt. Middels de mutatie van € 196 miljoen in 2023 wordt dat gedaan.

Juiste zorg op de juiste plek (transformatiemiddelen)

Deze post wordt samen overgeheveld met de middelen van het Integraal Zorgakkoord, ten behoeve van dezelfde doelen.

Juiste zorg op de juiste plek (transformatiemiddelen/ opleidingen medisch specialisten)

Vanuit de middelen die op de aanvullende post bij het ministerie van Financiën zijn gereserveerd voor het Integraal Zorgakkoord en Juiste Zorg op de Juiste Plek wordt budget toegevoegd aan de beschikbaarheidbijdrage medische vervolgopleidingen voor de ontwikkeling van de medisch-specialistische vervolgopleidingen.

Overhevelingen naar de VWS-begroting

Standaardisatie gegevensuitwisseling

Middelen die op de aanvullende post bij het ministerie van Financiën zijn gereserveerd voor de standaardisatie van gegevensuitwisseling worden overgeheveld naar de VWS-begroting (Uitgavenplafond Rijksbegroting); zie de artikelsgewijze toelichting op de begrotingsartikelen.

Juiste zorg op de juiste plek (transformatiemiddelen)

Een deel van de middelen die op de aanvullende post bij het ministerie van Financiën zijn gereserveerd voor het IZA wordt uitgegeven via de VWS-begroting, omdat in een aantal gevallen financiering via VWS logischer is dan via een zorgverzekeraar. De middelen worden ingezet om randvoorwaarden te creëren voor impactvolle transformaties.

Passende zorg als norm in Zvw (investeringsmiddelen)

Een deel van de op de aanvullende post bij het ministerie van Financiën gereserveerde middelen voor passende zorg wordt overgeheveld naar de VWS-begroting om uitvoering te geven aan het coalitieakkoord. Met deze middelen worden stappen gezet met de beweging naar passende zorg door fors in te zetten op doelmatigheidsonderzoek. Daarnaast vergroten we de capaciteit van het Zorginstituut, waardoor meer duidingen van verzekerde aanspraken mogelijk worden. Ten slotte zetten we in op implementatie, zodat de kennis uit de doelmatigheidsstudies in de praktijk kan worden gebracht. Tegelijkertijd gaan we verder met het verbeteren en verbreden van de toets op het basispakket.

Meer opleiden physician assistants/verpleegkundig specialisten

Vanuit de middelen die op de aanvullende post bij het ministerie van Financiën zijn gereserveerd voor Meer Tijd Voor de Patiënt wordt budget overgeheveld naar de VWS-begroting (Uitgavenplafond Rijksbegroting) om het opleiden van physican assistants/verpleegkundig specialisten in de praktijk te stimuleren.

Overige

Kasschuif: vertraging standaardisatie gegevensuitwisseling

Met deze schuif worden de middelen in het juiste kasritme geplaatst om de doelstellingen op het gebied van standaardisatie gegevensuitwisseling te kunnen bereiken.

Kasschuif: Passende zorg

Met deze schuif worden de middelen in het juiste kasritme geplaatst om de doelstellingen op het gebied van passende zorg te kunnen bereiken.

Loon- en prijsbijstelling

Dit betreft de verwerking van de loon- en prijsbijstelling op de aanvullende post van Financiën.

In tabel 6C is de stand van de middelen op de aanvullende post van het Ministerie van Financiën opgenomen na verwerking van de overhevelingen naar het Uitgavenplafond Zorg (Zvw en Wlz), de VWS-begroting en de overige bijstellingen.

Standaardisatie gegevensuitwisseling 0,0 328,4 185,4 170,7 167,8
Valpreventie bij 65-plussers 4,5 0,0 0,0 0,0 0,0
Passende zorg als norm in Zvw (investeringsmiddelen) 0,0 0,0 0,0 53,4 5,5
Loon- en prijsbijstelling 0,0 0,1 0,1 0,1 5,7
Stand aanvullende post Financiën 1e suppletoire begroting 2023 4,5 328,5 185,5 224,2 179,0
1 Door afronding kan de som der delen afwijken van het totaal.
Bron: VWS.