Memorie van toelichting
Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2023 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)
Memorie van toelichting
Nummer: 2023D15926, datum: 2023-05-11, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36350-XVI-2).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Onderdeel van kamerstukdossier 36350 XVI-2 Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2023 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota).
Onderdeel van zaak 2023Z06757:
- Indiener: E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2023-05-16 15:30: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2023-05-24 10:15: Procedurevergadering VWS (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2023-06-01 14:00: Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2023 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota) (kamerstuk 36350-XVI) (Inbreng feitelijke vragen), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2023-06-21 10:15: Procedurevergadering VWS (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2023-07-06 01:00: Einde vergadering: STEMMINGEN (over alle resterende onderwerpen) (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022‒2023 |
36 350XVI | Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2023 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota) |
Nr. 2 |
|
A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL
Wetsartikelen 1 tot en met 3
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2023 wijzigingen aan te brengen in:
- de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;
- de begrotingsstaat inzake de agentschappen van dit ministerie;
De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E.J.Kuipers
B. BEGROTINGSTOELICHTING
1 Leeswijzer
De mutaties in deze suppletoire begroting bestaan uit herschikkingen binnen de begrotingsuitgaven, overboekingen van en naar andere begrotingshoofdstukken, financieringsverschuivingen en middelen die ten laste of ten gunste van het generale beeld aan de begroting van VWS worden toegevoegd of vrijvallen.
De gepresenteerde cijfers sluiten aan bij de Voorjaarsnota 2023, die de Minister van Financiën aan de Tweede Kamer aanbiedt (Kamerstukken II, 36 350 nr.1).
Om de leesbaarheid van de toelichting op de beleidsartikelen te bevorderen zijn de volgende uitgangspunten toegepast:
- Naast de politiek en beleidsmatig relevante mutaties worden mutaties op de instrumenten toegelicht op basis van onderstaande grenzen voor het totale mutatiebedrag voor de uitgaven en ontvangsten. Hiermee wordt aangesloten bij de RBV 2023.
- Voor wat betreft de verplichtingenmutaties wordt per artikel enkel het saldo weergegeven.
Omvang begrotingsartikel (stand ontwerpbegroting) in € miljoen | Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen) | Technische mutaties (ondergrens in € miljoen) |
< 50 | 1 | 2 |
=> 50 en < 200 | 2 | 4 |
=> 200 en < 1000 | 5 | 10 |
=> 1000 | 10 | 20 |
Voor wat betreft de uitgaven en ontvangsten behorend tot het Uitgavenplafond Zorg worden mutaties die groter zijn dan € 10 miljoen toegelicht.
In deze suppletoire begroting is de afroming van de structurele onderuitputting verwerkt op de verschillende beleidsartikelen. Dit bedraagt in totaal € 81 miljoen op de uitgaven en € 24 miljoen op de ontvangsten. De VWS-begroting wordt met deze bedragen verlaagd c.q. de ontvangsten worden met dit bedrag verhoogd. Dit sluit aan bij de motie Heinen (Kamerstukken II, 36 250, nr. 4) en de Voorjaarsnota 2023. Er kunnen nog correcties op deze verwerking plaatsvinden, temeer onderuitputting zich niet altijd op dezelfde plek manifesteert.
2 Beleid
2.1 Overzicht belangrijkste uitgavenmutaties
Vastgestelde begroting 2023 | ||
Belangrijkste suppletoire mutaties | ||
1) Ruimte begroting LCCB | 1 | ‒ 158.020 |
2) Vrijval middelen Dienst Testen | 1 | ‒ 418.500 |
3) Ruimte Coronatoegangsbewijs | 1 | ‒ 157.300 |
4) Ruimte begroting GGD | 1 | ‒ 587.380 |
5) Vaccinatiebeleid 2023 huisartsen/ziekenhuizen | 1 | ‒ 74.600 |
6) VIPP Farmacie | 2 | ‒ 18.000 |
7) Passende zorg | 2 | ‒ 9.550 |
8) Regeling post-covid | 2 | 25.000 |
9) Wonen en zorg voor ouderen | 3 | ‒ 48.300 |
10) Stimuleringsregeling E-health Thuis | 3 | ‒ 19.100 |
11) Nationaal Actieplan Dakloosheid 2023 | 3 | ‒ 55.000 |
12) Groninger Zorgakkoord | 3 | ‒ 33.500 |
13) Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten (AFBZ) | 3 | 14.499.326 |
14) Bijdrage Kosten Korting (BIKK) | 3 | ‒ 24.800 |
15) Rijksbijdrage Wlz | 3 | ‒ 1.450.000 |
16) Meerkostenregeling Oekraïne | 3 | 30.920 |
17) Bijdrage Slavernijverleden | 4 | ‒ 60.550 |
18) Sectorplanplus | 4 | ‒ 112.500 |
19) Tegemoetkomingsregeling rapport cie. de Winter | 5 | ‒ 23.302 |
20) COVID-19 STIK-regeling Sport en uitvoeringskosten | 6 | 36.000 |
21) Zorgtoeslag | 8 | 115.600 |
Stand 1e suppletoire begroting 2023 | 11.456.444 |
Toelichting
- De bijgestelde begroting van het LCCB leidt tot een lagere raming van € 158 miljoen.
- Door een lager uitvallende realisatie van het testbeleid in januari en februari en het huidige OMT advies rondom (zelf)testen zijn de ramingen bijgesteld.
- Het Corona Toegangsbewijs (CTB) wordt op dit moment niet gebruikt. De € 157,3 miljoen die hiervoor was gereserveerd valt hierdoor vrij.
- De raming voor het benodigde budget van de GGD in verband met de beheersing van het corona virus is met € 587 miljoen naar beneden bijgesteld.
- De raming voor het benodigde middelen (€ 74,6 miljoen) voor eventuele vaccinatie tegen corona door huisartsen en ziekenhuizen kan naar beneden worden bijgesteld.
- Doordat de financiering van de Kickstart Medicatieoverdracht later van start is gegaan heeft ook het programma Versnelling Informatie-uitwisseling Patiënt en Professioneel Farmacie vertraging opgelopen. De planning is dat de opschaling hiervan bij apotheken start vanaf eind 2024. Om deze reden is een kasschuif van € 18 miljoen van 2023 naar latere jaren verwerkt.
- Met een kasschuif worden de middelen in het juiste ritme geplaatst om ervoor te zorgen dat we de doelstellingen op het gebied van Passende Zorg kunnen bereiken.
- VWS draagt bij aan een collectieve regeling voor zorgmedewerkers die door covid-19 langdurig ziek zijn geworden in de eerste helft van 2020.
- Dit betreft een kasschuif van € 48,3 miljoen voor de stimuleringsregeling wonen en zorg voor ouderen. Na de zomer van 2023 zal de regeling worden opengesteld. Dankzij de kasschuif blijven de middelen beschikbaar voor de regeling in latere jaren.
- Doordat de regeling later zal worden opengesteld dan initieel beoogd is door middel van een kasschuif het budget doorgeschoven naar volgende jaren. De maximale looptijd van de projecten bedraagt drie jaar. Hierdoor zal de uitbetaling van een toegekende subsidie eind 2025 doorlopen tot 2028.
- Voor de aanpak van dakloosheid wordt in 2023 vanaf de VWS-begroting € 55 miljoen overgeheveld naar 43 centrumgemeenten. Dit leidt tot een neerwaartse bijstelling op de VWS-begroting.
- De middelen van de subsidieregeling worden door middel van een kasschuif doorgeschoven naar latere jaren.
- In de Wlz is een bepaling opgenomen dat het Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten (AFBZ) tot eind 2022 open zou blijven voor het afwikkelen van de resterende vorderingen en verplichtingen. Het uiteindelijke saldo van het AFBZ, een tekort van circa € 14,5 miljard, komt ten laste van de Rijksschatkist.
- Dit betreft een bijstelling van de bijdrage in de kosten van kortingen (BIKK) op basis van actuele ramingen van het CPB.
- Dit betreft de bijstelling van de uitgavenraming rijksbijdrage Wlz naar aanleiding van actuele ramingen van het CPB.
- Voor de verlenging van de meerkostenregeling Oekraïne aan gemeenten is € 30,9 miljoen aan extra middelen overgeboekt.
- Dit betreft de VWS-bijdrage van € 60,6 miljoen in het kader van het slavernijverleden. Deze middelen worden overgeheveld naar de begroting van BZK en leiden derhalve tot een neerwaartse bijstelling op de VWS-begroting.
- Omdat de aanvragen voor Sectorplanplus lager zijn dan het beschikbare subsidiebudget valt € 112,5 miljoen vrij.
- Voor 2023 stelt VWS € 23,3 miljoen beschikbaar voor de regeling tegemoetkoming slachtoffers jeugdzorg. Deze middelen worden van de VWS-begroting overgeheveld naar het Schadefonds Geweldsmisdrijven.
- De uitvoering van de Sport Covid-19 tegemoetkoming regeling (STIK) is met de bijbehorende € 36 miljoen doorgeschoven naar 2023.
- De raming van de uitgaven zorgtoeslag is aangepast op basis van de actuele raming van het CPB.
3 Beleidsartikelen
3.1 Artikel 1 Volksgezondheid
Budgettaire gevolgen van beleid
Uitgaven | 4.129.960 | ‒ 500 | 4.129.460 | ‒ 1.025.102 | 3.104.358 | 816.733 | 544.207 | 550.366 | 398.227 |
1. Gezondheidsbeleid | 632.744 | ‒ 500 | 632.244 | 403.881 | 1.036.125 | 425.182 | 408.715 | 346.726 | 207.889 |
Subsidies | 23.936 | 0 | 23.936 | 15.274 | 39.210 | 14.766 | 14.795 | 10.134 | 10.639 |
(Lokaal) gezondheidsbeleid | 23.663 | 0 | 23.663 | 15.274 | 38.937 | 14.766 | 14.795 | 10.134 | 10.639 |
Overige | 273 | 0 | 273 | 0 | 273 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Opdrachten | 11.419 | 0 | 11.419 | 128 | 11.547 | ‒ 150 | ‒ 121 | 0 | 0 |
(Lokaal) gezondheidsbeleid | 11.419 | 0 | 11.419 | 128 | 11.547 | ‒ 150 | ‒ 121 | 0 | 0 |
Bijdragen aan agentschappen | 166.365 | 0 | 166.365 | 2.558 | 168.923 | 21.592 | 10.052 | 10.107 | 11.674 |
Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit | 126.540 | 0 | 126.540 | ‒ 1.074 | 125.466 | ‒ 2.124 | 2.076 | 6.276 | 10.776 |
RIVM: wettelijke taken en beleidsondersteuning zorgbreed | 34.026 | 0 | 34.026 | 7.134 | 41.160 | 26.716 | 10.976 | 3.831 | 898 |
Overige | 5.799 | 0 | 5.799 | ‒ 3.502 | 2.297 | ‒ 3.000 | ‒ 3.000 | 0 | 0 |
Bijdragen aan ZBO's/RWT's | 326.225 | ‒ 500 | 325.725 | 35.717 | 361.442 | 38.062 | 34.979 | 24.535 | 6.226 |
ZonMw: programmering | 326.225 | ‒ 500 | 325.725 | 35.717 | 361.442 | 38.062 | 34.979 | 24.535 | 6.226 |
Overige | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdragen aan medeoverheden | 104.799 | 0 | 104.799 | 350.204 | 455.003 | 350.912 | 349.010 | 301.950 | 179.350 |
Aanpak Gezondheidsachterstanden | 104.659 | 0 | 104.659 | 350.204 | 454.863 | 350.912 | 349.010 | 301.950 | 179.350 |
Overige | 140 | 0 | 140 | 0 | 140 | 0 | 0 | 0 | 0 |
2. Ziektepreventie | 3.285.104 | 0 | 3.285.104 | ‒ 1.407.375 | 1.877.729 | 417.839 | 161.671 | 206.923 | 192.553 |
Subsidies | 327.209 | 0 | 327.209 | ‒ 12.597 | 314.612 | 32.400 | 28.710 | 27.550 | 27.800 |
Ziektepreventie | 18.997 | 0 | 18.997 | 1.003 | 20.000 | 6.600 | 2.910 | 1.750 | 2.000 |
Bevolkingsonderzoeken | 190.538 | 0 | 190.538 | ‒ 2.350 | 188.188 | 28.150 | 28.150 | 28.150 | 28.150 |
Vaccinaties | 117.674 | 0 | 117.674 | ‒ 11.250 | 106.424 | ‒ 2.350 | ‒ 2.350 | ‒ 2.350 | ‒ 2.350 |
Overige | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Opdrachten | 1.187.666 | 0 | 1.187.666 | ‒ 657.502 | 530.164 | 53.326 | 14.388 | 37.287 | 42.261 |
Ziektepreventie | 1.152.511 | 0 | 1.152.511 | ‒ 676.812 | 475.699 | 30.483 | ‒ 12.700 | 0 | 0 |
Pandemische paraatheid | 35.155 | 0 | 35.155 | 19.310 | 54.465 | 22.843 | 27.088 | 37.287 | 42.261 |
Overige | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdrage aan agentschappen | 467.656 | 0 | 467.656 | 8.124 | 475.780 | 80.716 | 44.202 | 50.186 | 49.192 |
RIVM: Opdrachtverlening aan kenniscentra | 223.517 | 0 | 223.517 | 29.960 | 253.477 | 35.350 | 2.826 | 3.958 | 4.358 |
RIVM: Bevolkingsonderzoeken | 48.987 | 0 | 48.987 | 494 | 49.481 | 494 | 494 | 494 | 494 |
RIVM: Vaccinaties | 146.939 | 0 | 146.939 | ‒ 20.783 | 126.156 | ‒ 3.195 | ‒ 2.738 | ‒ 1.738 | ‒ 1.738 |
Pandemische paraatheid | 48200 | 0 | 48.200 | ‒ 1547 | 46653 | 48067 | 43620 | 47472 | 46078 |
Overige | 13 | 0 | 13 | 0 | 13 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdragen aan ZBO's/RWT's | 305.000 | 0 | 305.000 | ‒ 158.020 | 146.980 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Landelijke Coördinatie COVID-19 Bestrijding | 305.000 | 0 | 305.000 | ‒ 158.020 | 146.980 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdrage aan medeoverheden | 997.573 | 0 | 997.573 | ‒ 587.380 | 410.193 | 251.397 | 74.371 | 91.900 | 73.300 |
Pandemische paraatheid | 37.295 | 0 | 37.295 | 0 | 37.295 | 43.750 | 74.371 | 91.900 | 73.300 |
Overige | 960.278 | 0 | 960.278 | ‒ 587.380 | 372.898 | 207.647 | 0 | 0 | 0 |
Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Garanties | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
3. Gezondheidsbevordering | 180.667 | 0 | 180.667 | ‒ 22.119 | 158.548 | ‒ 26.154 | ‒ 26.155 | ‒ 3.372 | ‒ 2.304 |
Subsidies | 88.950 | 0 | 88.950 | ‒ 6.380 | 82.570 | ‒ 7.789 | ‒ 7.818 | ‒ 2.768 | ‒ 2.068 |
Preventie van schadelijk middelengebruik | 31.363 | 0 | 31.363 | ‒ 3.460 | 27.903 | ‒ 4.441 | ‒ 4.470 | 30 | 30 |
Gezonde leefstijl en gezond gewicht | 28.895 | 0 | 28.895 | ‒ 3.405 | 25.490 | ‒ 2.758 | ‒ 2.758 | ‒ 2.798 | ‒ 2.098 |
Letselpreventie | 5.436 | 0 | 5.436 | 1.075 | 6.511 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bevordering van seksuele gezondheid | 19.462 | 0 | 19.462 | 0 | 19.462 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige | 3.794 | 0 | 3.794 | ‒ 590 | 3.204 | ‒ 590 | ‒ 590 | 0 | 0 |
Opdrachten | 11.743 | 0 | 11.743 | 1.713 | 13.456 | ‒ 400 | ‒ 400 | 0 | 0 |
Gezondheidsbevordering | 11.743 | 0 | 11.743 | 1.713 | 13.456 | ‒ 400 | ‒ 400 | 0 | 0 |
Overige | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdragen aan agentschappen | 5.123 | 0 | 5.123 | ‒ 506 | 4.617 | ‒ 389 | ‒ 361 | ‒ 368 | 0 |
Overige | 5.123 | 0 | 5.123 | ‒ 506 | 4.617 | ‒ 389 | ‒ 361 | ‒ 368 | 0 |
Bijdragen aan ZBO's/RWT's | 166 | 0 | 166 | 0 | 166 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige | 166 | 0 | 166 | 0 | 166 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdragen aan medeoverheden | 74.685 | 0 | 74.685 | ‒ 16.946 | 57.739 | ‒ 17.576 | ‒ 17.576 | ‒ 236 | ‒ 236 |
Gezondheidsbevordering (incl. Heroïnebehandeling) | 15.064 | 0 | 15.064 | ‒ 36 | 15.028 | ‒ 36 | ‒ 36 | ‒ 36 | ‒ 36 |
Seksuele gezondheid | 59.621 | 0 | 59.621 | ‒ 16.910 | 42.711 | ‒ 17.540 | ‒ 17.540 | ‒ 200 | ‒ 200 |
Overige | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
4. Ethiek | 31.445 | 0 | 31.445 | 511 | 31.956 | ‒ 134 | ‒ 24 | 89 | 89 |
Subsidies | 28.725 | 0 | 28.725 | 363 | 29.088 | ‒ 223 | ‒ 113 | 0 | 0 |
Abortusklinieken | 18.570 | 0 | 18.570 | 476 | 19.046 | ‒ 113 | ‒ 113 | 0 | 0 |
Medische Ethiek | 10.155 | 0 | 10.155 | ‒ 113 | 10.042 | ‒ 110 | 0 | 0 | 0 |
Opdrachten | 362 | 0 | 362 | 59 | 421 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Medische Ethiek | 362 | 0 | 362 | 59 | 421 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdragen aan agentschappen | 2.358 | 0 | 2.358 | 89 | 2.447 | 89 | 89 | 89 | 89 |
CIBG: Uitvoeringstaken medische ethiek | 2.358 | 0 | 2.358 | 89 | 2.447 | 89 | 89 | 89 | 89 |
Ontvangsten | 33.903 | 0 | 33.903 | 0 | 33.903 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige | 33.903 | 0 | 33.903 | 0 | 33.903 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Toelichting
1. Gezondheidsbeleid
Subsidies
(Lokaal) gezondheidsbeleid
De middelen voor suïcidepreventie (€ 16,6 miljoen) zijn overgeheveld
vanuit artikel 2 Curatieve Zorg. Vanuit de ministeries van BZK en JenV
zijn bijdragen overgeboekt voor de financiering van de opleiding tot
forensisch arts (€ 2,6 miljoen). Vanuit de coalitiemiddelen voor Mentale
Gezondheid zijn middelen overgeheveld naar artikel 5 Jeugd voor onder
andere mentaal gezond in het onderwijs (€ 1,6 miljoen). Voor de
financiering van 3 extra opleidingsplaatsen van jeugdgezondheidsartsen
is € 0,7 miljoen overgeheveld naar artikel 4 Zorgbreed Beleid. De
overige mutaties bedragen per saldo minus € 1,6 miljoen. Meerjarig is
€ 11,5 miljoen aanvullend beschikbaar voor suïcidepreventie.
Bijdragen aan agentschappen
Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit
Vanaf 2025 worden er middelen vanuit het ministerie van LNV overgeheveld naar de NVWA. Deze middelen zijn enerzijds bedoeld om de NVWA verder te versterken en anderzijds voldoende middelen ter beschikking te stellen die aansluiten bij de taken van de NVWA. Dit betreft € 2,1 miljoen in 2025, € 6,3 miljoen in 2026 en € 10,8 miljoen in 2027.
RIVM: wettelijke taken en beleidsondersteuning
zorgbreed
Het budget is verhoogd met € 5,7 miljoen voor additionele opdrachten die
aan het RIVM zijn verstrekt. Dit betreft opdrachten op het terrein van
het programma Risicoschatting en beoordeling voor beleid
(€ 1,5 miljoen), het programma Sport (€ 0,5 miljoen) en het programma
Volksgezondheid en Zorg (€ 3,7 miljoen). Voor de compensatie van de
concernorganisaties voor de sterk gestegen tarieven door de hoge
inflatie wordt € 1,4 miljoen beschikbaar gesteld. Meerjarig zijn
middelen beschikbaar gesteld voor het programma covid-19 bij het RIVM
voor corona gerelateerde werkzaamheden. Dit wordt in de komende jaren
afgeschaald zodat budgetten in lijn komen met de reguliere
infectieziektebestrijding.
Bijdragen aan ZBO's/RWT's
ZonMw: programmering
Voor de uitvoering van opdrachten/programma's door ZonMw zijn meerjarig
middelen beschikbaar gesteld. Binnen de begroting van VWS is per saldo
in totaal € 20,3 miljoen overgeheveld in 2023. Binnen artikel
1 Volksgezondheid betreft het middelen voor de programma's
Alcoholonderzoek (€ 2,0 miljoen) en Microplastics en gewasbescherming
(€ 2,0 miljoen). Vanuit artikel 2 Curatieve Zorg betreft het middelen
voor het programma Oncode (€ 1,6 miljoen) en voor een correctie van een
kasschuif voor Leefstijlgeneeskunde (€ 6,3 miljoen). Vanuit artikel
3 Langdurige Zorg en ondersteuning betreft het middelen voor de
programma's IOC-regeling ouderenzorg (€ 1,9 miljoen) en Richtlijnen
palliatieve zorg (€ 0,9 miljoen). Vanuit artikel 6 Sport betreft het
middelen voor het programma Sportinnovator (€ 3,1 miljoen). Vanuit
artikel 10 Apparaat Kerndepartement betreft het middelen voor het
programma Leefomgeving (€ 2,5 miljoen).
Voor de compensatie van de concernorganisaties voor de sterk gestegen
tarieven door de hoge inflatie wordt € 3,9 miljoen beschikbaar gesteld.
De overige mutaties bedragen per saldo € 2,9 miljoen.
Bijdragen aan medeoverheden
Aanpak Gezondheidsachterstanden
Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA)
De financiering van deze meerjarige specifieke uitkering is
gecentraliseerd op artikel 1 Volksgezondheid. Daartoe is per saldo
€ 202,3 miljoen binnen de begroting van VWS overgeheveld naar dit
instrument. Binnen artikel 1 betreft het middelen voor Opgroeien in een
Kansrijke Omgeving & Vroegsignalering alcoholproblematiek
(€ 2,5 miljoen) en Aanpak overgewicht en obesitas (€ 17,5 miljoen).
Vanuit artikel 3 Langdurige Zorg en ondersteuning betreft het middelen
voor Eén tegen Eenzaamheid (€ 10,0 miljoen), Wijkaanpak sociale basis,
inclusief stimuleren woonvormen (€ 36,5 miljoen), Valpreventie
(€ 21,5 miljoen) en Mantelzorg (Respijtzorg) (€ 10,0 miljoen). Vanuit
artikel 6 Sport betreft het middelen voor het Sportakkoord
(€ 13,0 miljoen) en de Brede Regeling Combinatiefunctie
(€ 87,7 miljoen). Vanuit artikel 10 Apparaat Kerndepartement betreft het
middelen voor de Leefomgeving (€ 3,6 miljoen).
Daarnaast zijn door het ministerie van OCW middelen overgeheveld voor de
Brede regeling combinatiefuncties (€ 1,7 miljoen).
Intergraal zorgakkoord (IZA)
Om de doelen van het IZA te realiseren is voor gemeenten jaarlijks
maximaal € 150 miljoen beschikbaar om op basis van regioplannen een
bijdrage te kunnen leveren aan het IZA. Langs de weg van regiobeelden en
regioplannen wordt een regionale preventie-infrastructuur ingericht en
gewerkt aan deze doelstellingen.
De overige mutaties bedragen per saldo minus € 1,4 miljoen.
2. Ziektepreventie
Subsidies
Bevolkingsonderzoeken
Voor bevolkingsonderzoeken vindt er vanaf 2024 een overheveling plaats voor de Tweede Termijn Structureel Echoscopisch Onderzoek van € 27,7 miljoen en Verbrede inzet zelfafnameset bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker van € 2,8 miljoen. Daarnaast is vanwege de verwachte onderuitputting structureel ongeveer € 2,3 miljoen ingeboekt op dit artikelonderdeel.
Vaccinaties
Op advies van de Gezondheidsraad wordt bij de vaccinatie tegen HPV voor
mensen van 15 jaar en ouder overgegaan van drie naar twee doses. De
kosten voor de inhaalcampagne van deze doelgroep zijn hierdoor
€ 8,9 miljoen lager dan eerder was begroot. Deze middelen worden ingezet
voor de aanpassingen van het schema van het Rijksvaccinatieprogramma. De
overige mutaties bedragen per saldo minus € 2,4 miljoen.
Opdrachten
Ziektepreventie
Voor de opdrachtverlening voor Intravacc in het kader van het
vijfjarenprogramma is € 11,0 miljoen overgeheveld naar het instrument
opdrachten Pandemische paraatheid. De overige mutaties bedragen per
saldo € 1,4 miljoen.
Als gevolg van de endemische fase van COVID-19 is minder inzet nodig voor de bestrijding van het virus. Door het sluiten van de teststraten is er minder budget voor Dienst Testen nodig (€ 418,5 miljoen). Verder wordt er geen inzet meer verwacht van het coronatoegangsbewijs (€ 157,3 miljoen ) en is er minder geld nodig voor de vaccinatie tegen COVID-19 door uitvoerders anders dan de GGD'en, zoals huisartsen en ziekenhuizen (€ 74,6 miljoen). Daarnaast hoeven er geen middelen meer gereserveerd te worden voor testanalyses in opdracht van huisartsen en het handhaven van een quarantaineplicht (€ 13 miljoen).
Pandemische paraatheid
Het kabinet stelt een toekomstige pandemische paraatheid voor op een
‘nieuw en toekomstbestendig’ niveau. Voor 2023 en voor de jaren
erna zijn bij de Voorjaarsnota structureel aanvullende middelen
beschikbaar gekomen ter verdere versterking van de pandemische
paraatheid. De middelen hiervoor zijn opgenomen in dit beleidsartikel
voor de versterkte publieke gezondheid, en de beleidsartikelen 2, 3,
4 en 9 voor goed voorbereide zorg en versterkte leveringszekerheid. Voor
de versterkte publieke gezondheidszorg en infectieziektebestrijding is
bij de Voorjaarsnota 2022 en Augustusbrief 2022 € 28 miljoen aan dit
beleidsartikel toegevoegd en wordt bij de Voorjaarsnota 2023 op dit
instrument € 7 miljoen toegevoegd voor 2023.
Deze aanvullende middelen van € 7 miljoen worden aangewend voor internationale aansluiting van het RIVM, bijdrage aan het Pandemic Fund en versterking van de pandemische paraatheid in het Caribisch deel van het Koninkrijk. Ook voor de jaren erna zijn bij de Voorjaarsnota structureel aanvullende middelen beschikbaar gekomen ter verdere versterking van de pandemische paraatheid. Deze middelen zijn naast de eerder genoemde onderdelen ook beschikbaar gesteld voor verdere versterking van de kennisbasis, het stimuleren van innovaties (nationaal en internationaal) en versterking van de internationale samenwerking.
Bijdrage aan agentschappen
RIVM: Opdrachtverlening aan kenniscentra
Voor de aanschaf van vaccins voor de inhaalcampagne HPV-vaccinatie 18–26
jaar is € 19,0 miljoen overgeheveld van het instrument RIVM:
Vaccinaties. Voor het RIVM programma Pandemische paraatheid is
€ 6,7 miljoen overgeheveld naar het instrument Pandemische paraatheid.
Vanuit artikel 4 Zorgbreed beleid is € 3,0 miljoen overgeheveld voor de
uitvoering van de opdracht Invoering bevolkingsonderzoeken kanker
Caribisch Nederland. Voor de compensatie van de concernorganisaties voor
de sterk gestegen tarieven door de hoge inflatie wordt € 4,2 miljoen
beschikbaar gesteld. Het budget is verhoogd met € 0,6 miljoen als gevolg
van het doorvoeren van vier wijzigingen in de leeftijd waarop
vaccinaties in het Rijksvaccinatieprogramma aangeboden worden. Het
budget is verlaagd met € 2,8 miljoen door lagere implementatie- en
uitvoeringskosten NIPT. De overige mutaties bedragen per saldo minus
€ 0,7 miljoen. Daarnaast is er voor 2024 € 29 miljoen beschikbaar voor
het RIVM covid vaccinatieprogramma.
RIVM: Vaccinaties
Voor de aanschaf van vaccins voor de inhaalcampagne HPV-vaccinatie 18–26
jaar is € 19,0 miljoen overgeheveld van het instrument RIVM: Vaccinaties
naar het instrument RIVM: Opdrachtverlening aan
kenniscentra. De overige mutaties bedragen per saldo
minus € 1,8 miljoen.
Pandemische paraatheid
Bij de Voorjaarsnota 2022 en Miljoenennota 2022 is reeds € 40 miljoen
toegevoegd aan dit beleidsartikel. Met deze eerste suppletoire begroting
wordt € 8 miljoen toegevoegd. Deze middelen worden aangewend voor het
Nationaal actieplan versterken zoönosebeleid en versterking van
infectieziektebestrijding. De beschikbare middelen vanaf 2024 worden
daarnaast ingezet op de versterking van de Landelijke Functionaliteit
Infectieziektebestrijding (LFI), verdere versterking van de
infectieziektebestrijding en versterking IV/ICT bij het RIVM.
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
Landelijke Coördinatie COVID-19 Bestrijding (LCCB)
Als gevolg van de endemische fase van COVID-19 is minder inzet van de
LCCB nodig dan eerder begroot, in totaal kan ruim € 158 miljoen
vrijvallen. Er blijven middelen beschikbaar voor het zetten van
basisvaccinaties tegen COVID-19, conform het OMT-V advies. Voor een
eventuele vaccinatieronde voor kwettsbaren in het najaar zijn vooralsnog
geen middelen beschikbaar gesteld. Mocht het OMT-V in een nieuw advies
dit adviseren, zal hierover afzonderlijke (financiële) besluitvorming
plaatsvinden.
Bijdrage aan medeoverheden
Pandemische paraatheid
De versterking van de GGD'en is essentieel om de pandemische paraatheid te kunnen bewerkstelligen: kwetsbaarheden in de medisch-operationele processen op regionaal niveau moeten worden weggewerkt om daadwerkelijk bij te kunnen dragen in de landelijke operatie. Hier is € 37,3 miljoen voor beschikbaar gesteld bij de Miljoenennota 2022. Vanaf 2024 zijn meerjarig middelen beschikbaar gesteld ten behoeve van de reeds benoemde versterking van de GGD-en en voor de versterking van IV/ICT bij de GGD'en.
Overige (COVID-19)
Als gevolg van de endemische fase van COVID-19 is minder inzet van de
GGD’en in de covidbestrijding nodig dan eerder begroot, in totaal kan
ruim € 587 miljoen vrijvallen. Er blijven middelen beschikbaar voor de
basisvaccinatie tegen COVID-19, conform het OMT-V advies. Voor een
eventuele vaccinatieronde in het najaar zijn vooralsnog geen middelen
beschikbaar gesteld. Mocht het OMT-V in een nieuw advies dit adviseren,
zal hierover afzonderlijke (financiële) besluitvorming plaatsvinden.
3. Gezondheidsbevordering
Bijdragen aan medeoverheden
Seksuele gezondheid
Onder dit instrument was in de ontwerpbegroting € 16,9 miljoen opgenomen
voor Aanpak overgewicht en obesitas voor de periode 2023 tot en met
2025. Deze middelen worden overgeheveld naar het artikelonderdeel
Gezondheidsbeleid, instrument Aanpak Gezondheidsachterstanden.
3.2 Artikel 2 Curatieve Zorg
Budgettaire gevolgen van beleid
0 | |||||||||
Uitgaven | 3.849.237 | 500 | 3.849.737 | ‒ 30.339 | 3.819.398 | 113.796 | 249.483 | 291.542 | 301.291 |
1. Kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid van de zorg | 488.490 | 500 | 488.990 | ‒ 76.133 | 412.857 | 10.375 | 66.563 | 93.824 | 53.505 |
Subsidies | 360.300 | 500 | 360.800 | ‒ 24.656 | 336.144 | 11.256 | 58.128 | 85.025 | 51.952 |
Medisch specialistische zorg | 77.616 | 500 | 78.116 | ‒ 6.736 | 71.380 | ‒ 927 | 4.073 | 4.073 | 4.073 |
Curatieve ggz | 30.022 | 0 | 30.022 | ‒ 17.456 | 12.566 | ‒ 14.650 | ‒ 15.400 | ‒ 10.539 | ‒ 11.589 |
Eerste lijnszorg | 14.739 | 0 | 14.739 | 16.650 | 31.389 | 29.600 | 31.350 | 34.800 | 20.300 |
Lichaamsmateriaal | 24.225 | 0 | 24.225 | ‒ 650 | 23.575 | ‒ 650 | ‒ 650 | ‒ 650 | ‒ 650 |
Medische producten | 213.698 | 0 | 213.698 | ‒ 16.464 | 197.234 | ‒ 2.117 | 38.755 | 57.341 | 39.818 |
Overige | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Opdrachten | 78.039 | 0 | 78.039 | ‒ 22.394 | 55.645 | ‒ 2.381 | 7.435 | 7.799 | 553 |
Medisch specialistische zorg | 5.637 | 0 | 5.637 | 2.310 | 7.947 | 4.746 | 4.082 | 3.946 | 1.000 |
Curatieve ggz | 2.388 | 0 | 2.388 | 772 | 3.160 | 200 | 200 | 2.000 | 2.000 |
Eerste lijnszorg | 48.831 | 0 | 48.831 | ‒ 27.841 | 20.990 | ‒ 11.127 | ‒ 2.127 | ‒ 2.127 | ‒ 2.127 |
Lichaamsmateriaal | 2.364 | 0 | 2.364 | 0 | 2.364 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Medische producten | 18.819 | 0 | 18.819 | 2.365 | 21.184 | 3.800 | 5.280 | 3.980 | ‒ 320 |
Overige | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdragen aan agentschappen | 50.151 | 0 | 50.151 | ‒ 30.083 | 20.068 | 1.000 | 1.000 | 1.000 | 1.000 |
aCBG | 6.214 | 0 | 6.214 | 636 | 6.850 | 1.000 | 1.000 | 1.000 | 1.000 |
aCBG | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
CIBG | 43.937 | 0 | 43.937 | ‒ 30.719 | 13.218 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdragen aan ZBO's/RWT's | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdragen aan medeoverheden | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties | 0 | 0 | 0 | 1.000 | 1.000 | 500 | 0 | 0 | 0 |
Overige | 0 | 0 | 0 | 1.000 | 1.000 | 500 | 0 | 0 | 0 |
Garanties | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
3. Ondersteuning van het zorgstelsel | 3.360.747 | 0 | 3.360.747 | 45.794 | 3.406.541 | 103.421 | 182.920 | 197.718 | 247.786 |
Subsidies | 134.650 | 0 | 134.650 | 9.673 | 144.323 | 27.173 | 3.373 | ‒ 127 | ‒ 127 |
Stichting Klachten en Geschillen Zorgverzekeringen | 1.396 | 0 | 1.396 | 0 | 1.396 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Regeling medisch noodzakelijke zorg onverzekerden | 68.062 | 0 | 68.062 | 4.873 | 72.935 | 3.873 | ‒ 2.127 | ‒ 2.127 | ‒ 2.127 |
Regeling veelbelovende zorg | 31.480 | 0 | 31.480 | 0 | 31.480 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Medisch-specialistische zorg | 22.123 | 0 | 22.123 | 2.000 | 24.123 | 2.000 | 2.000 | 2.000 | 2.000 |
Curatieve ggz | 512 | 0 | 512 | 0 | 512 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Eerste lijnszorg | 11.066 | 0 | 11.066 | 2.300 | 13.366 | 2.100 | 3.500 | 0 | 0 |
Overige | 11 | 0 | 11 | 500 | 511 | 19.200 | 0 | 0 | 0 |
Bekostiging | 3.130.308 | 0 | 3.130.308 | 0 | 3.130.308 | 14.800 | 79.500 | 98.700 | 158.600 |
Rijksbijdrage Zorgverzekeringsfonds voor financiering van verzekerden 18- | 3.078.200 | 0 | 3.078.200 | 0 | 3.078.200 | 14.800 | 79.500 | 98.700 | 158.600 |
Onverzekerbare vreemdelingen | 52.108 | 0 | 52.108 | 0 | 52.108 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Inkomensoverdrachten | 25.081 | 0 | 25.081 | ‒ 26 | 25.055 | ‒ 26 | ‒ 26 | ‒ 26 | ‒ 26 |
Overgangsregeling FLO/VUT ouderenregeling ambulancepersoneel | 24.955 | 0 | 24.955 | 0 | 24.955 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige | 126 | 0 | 126 | ‒ 26 | 100 | ‒ 26 | ‒ 26 | ‒ 26 | ‒ 26 |
Opdrachten | 54.325 | 0 | 54.325 | 4.473 | 58.798 | 60.403 | 100.453 | 99.350 | 89.455 |
Risicoverevening | 2.073 | 0 | 2.073 | 0 | 2.073 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Uitvoering zorgverzekeringstelsel | 19.745 | 0 | 19.745 | ‒ 9.256 | 10.489 | ‒ 1.200 | 322 | 1.046 | 929 |
Medisch-specialistische zorg | 14.096 | 0 | 14.096 | ‒ 4.900 | 9.196 | 2.200 | 0 | 0 | 0 |
Curatieve ggz | 1.330 | 0 | 1.330 | 201 | 1.531 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Eerste lijnszorg | 554 | 0 | 554 | 202 | 756 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Passende zorg | 14.130 | 0 | 14.130 | 4.166 | 18.296 | 44.958 | 88.886 | 86.804 | 85.526 |
Overige | 2.397 | 0 | 2.397 | 14.060 | 16.457 | 14.445 | 11.245 | 11.500 | 3.000 |
Bijdrage aan agentschappen | 8.749 | 0 | 8.749 | 30.719 | 39.468 | 0 | 0 | 0 | 0 |
CJIB: Onverzekerden en wanbetalers | 8.749 | 0 | 8.749 | 0 | 8.749 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige | 0 | 0 | 0 | 30.719 | 30.719 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdragen aan ZBO's/RWT's | 7.634 | 0 | 7.634 | 955 | 8.589 | 1.071 | ‒ 380 | ‒ 179 | ‒ 116 |
SVB: Onverzekerden | 6.540 | 0 | 6.540 | 0 | 6.540 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige | 1.094 | 0 | 1.094 | 955 | 2.049 | 1.071 | ‒ 380 | ‒ 179 | ‒ 116 |
Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
VenJ: Bijdrage C2000 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Ontvangsten | 65.055 | 0 | 65.055 | 24.000 | 89.055 | 24.000 | 24.000 | 24.000 | 24.000 |
Overige | 65.055 | 0 | 65.055 | 24.000 | 89.055 | 24.000 | 24.000 | 24.000 | 24.000 |
Toelichting
1. Kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid van de zorg
Subsidies
Curatieve GGZ
Er is een bedrag van € 16,6 miljoen in 2023 overgeboekt naar artikel 1 Volksgezondheid in verband met de beleidsmatige overheveling van het dossier suïcidepreventie. Tezamen met een aantal andere kleine mutaties vallen de uitgaven € 17,5 miljoen lager uit in 2023. Meerjarig wordt structureel € 13,2 miljoen overgeheveld naar artikel 1 voor suïcidepreventie.
Eerste Lijnszorg
Er zijn binnen de begroting middelen beschikbaar gesteld voor een subsidieregeling ten behoeve van investeringen in de wijkverpleging. De Subsidieregeling Ondersteuning Wijkverpleging (SOW) kan onder meer gebruikt worden om tijd vrij te maken voor intervisie, voor projecten gericht op samenwerking of om administratieve lasten te verminderen. De beschikbare middelen waren aanvankelijk geraamd als opdracht, maar zijn uiteindelijk in de vorm van een subsidie verstrekt aan de RVO die de subsidieregeling uitvoert. Het beschikbare budget voor de subsidieregeling in 2023 van € 26 miljoen is daartoe overgeheveld naar het budget subsidies eerstelijnszorg. Daarnaast is voor de SOW-regeling besloten geen vierde loket meer te openen vanwege het eerdere gebrek aan belangstelling uit het veld voor deze regeling. Hierdoor valt er in 2023 € 14 miljoen vrij. In het kader van het IZA is € 2,1 miljoen in 2023 beschikbaar voor het Programma kennisinfrastructuur academische werkplaatsen huisartsengeneeskunde. Daarnaast is er sprake van een aantal kleinere mutaties. Per saldo leiden deze wijzigingen tot een verhoging van het budget voor subsidies eerstelijnszorg in 2023 (totaal € 16,7 miljoen). Meerjarig is in 2024 tot en met 2027 aanvullend budget beschikbaar om de doelstellingen uit het IZA te ondersteunen (respectievelijk € 30,1 miljoen, € 31,9 miljoen, € 35,3 miljoen en € 20,3 miljoen).
Medische Producten
Er is sprake van vertraging bij het programma Versnelling Informatie-uitwisseling Patiënt en Professioneel Farmacie (VIPP Farmacie), met name doordat de Kickstart Medicatieoverdracht vier maanden later van start is gegaan dan gepland in verband met noodzakelijke gesprekken en afstemming over de subsidievoorwaarden. De planning is dat de opschaling vanaf eind 2024 bij apotheken van start gaat. Om de beschikbare middelen in lijn te brengen met de actuele planning is een kasschuif van € 18,0 miljoen van 2023 en € 14,0 miljoen van 2024 naar 2027. Daardoor is de verhoging in 2027 € 32 miljoen in totaal.
In 2022 is voor PharmaNL in totaal € 78,8 miljoen toegekend uit het Nationaal Groeifonds. Hiervan is € 17,4 miljoen beschikbaar voor 2023. PharmaNL geeft een duurzame impuls aan het benutten van het economisch potentieel van innovatieve farmaceutische producten en productietechnologieën. In 2023 start de uitvoering van dit project en verleent VWS hiervoor een subsidie aan Pivot Park van ten hoogste € 3,4 miljoen. Om de beschikbare middelen te laten aansluiten bij het actuele projectplan en de liquiditeitsprognose van Pivot Park is een kasschuif van € 3,1 miljoen in 2023 en € 5,0 miljoen in 2024 naar latere jaren verwerkt.
In 2023 komt incidenteel € 9,5 miljoen beschikbaar voor een ondersteuningsregeling voor de eerstelijns leveranciers van medische producten apotheken en leveranciers van hulpmiddelen. De invulling wordt afgestemd met de beroepsgroep en vertegenwoordigers. Hierdoor zullen leveranciers weerbaarder worden bij het toenemend aantal tekorten en de omgang met getroffen patiënten.
Vanuit de aanvullende post standaardisatie gegevensuitwisseling is in totaal € 114,0 miljoen, waarvan € 3,1 miljoen in 2023, toegekend voor medicatieoverdracht in de keten. In 2024 bedraagt dit € 17,2 miljoen, in 2025 € 37,7 miljoen en in 2026 € 56 miljoen. De beschikbaar gestelde middelen zijn bedoeld voor ondersteuning/coördinatie, verdere ICT-ontwikkeling, aanvullende beproeving (van onderdelen die nog niet gereed waren voor de Kickstart), en een eerste beperkte opschaling na de Kickstart. De implementatie van medicatieoverdracht zal uiteindelijk leiden tot de beschikbaarheid van actuele en volledige medicatieoverzichten en toedienlijsten voor zorgverleners en patiënten/cliënten.
Vanuit de aanvullende post van het ministerie van Financiën voor Transformatiemiddelen IZA en Passende Zorg is meerjarig in totaal € 48,0 miljoen voor de jaren 2024 tot en met 2027, waarvan € 1,2 miljoen in 2023, toegekend voor doelmatigheidsonderzoek geneesmiddelen. De kosten van dure intramurale geneesmiddelen groeien momenteel harder dan de afgesproken kaders voor de MSZ. Door het uitvoeren van landelijk doelmatigheidsonderzoek met dure geneesmiddelen die reeds opgenomen zijn in het verzekerde pakket kan deze kostengroei gereduceerd worden.
Vanuit de beschikbare middelen voor Pallas in 2023 is € 3,5 miljoen overgeheveld naar het apparaatsbudget ten behoeve van de programmaorganisatie.
Tezamen met een aantal kleinere mutaties en aansluitend bij de motie Heinen en de Voorjaarsnota 2023 rekening houdend met onderuitputting, wordt het budget subsidies Medische Producten in 2023 met € 16,5 miljoen verlaagd.
Opdrachten
Eerste Lijnszorg
Zoals eerder toegelicht onder subsidies eerstelijnszorg is dit budget met € 26 miljoen in 2023, en € 9 miljoen in 2024, verlaagd als gevolg van een technische overheveling van de beschikbare middelen voor de uitvoering van de subsidieregeling Ondersteuning Wijkverpleging (SOW) naar het budget subsidies eerstelijnszorg. Vanwege de verwachte onderuitputting en de genoemde mutatie wordt het budget subsidies eerstelijnszorg in 2023 met € 27,8 miljoen verlaagd.
Bijdrage aan Agentschappen
CIBG
De bijdrage aan het agentschap CIBG voor het uitvoeren van de activiteiten in het kader van het Landelijk Consortium Hulpmiddelen van € 30,7 miljoen is overgeboekt naar de bijdrage aan agentschappen op artikelonderdeel 3 Ondersteuning van het zorgstelsel.
3. Ondersteuning van het zorgstelsel
Subsidies
Overige
In 2024 wordt € 18,7 miljoen aanvullend beschikbaar gesteld voor de uitbetaling van de zorgbonus Zvw-pgb. Het saldo van de overige mutaties in 2024 telt op tot een totaal van € 19,2 miljoen.
Bekostiging
Rijksbijdrage Zorgverzekeringsfonds voor financiering van verzekerden 18-
Meerjarig is een bijstelling verwerkt op de Rijksbijdrage aan het Zorgverzekeringsfonds voor de financiering van verzekerden onder de 18. Dit is gebaseerd op de CEP raming van het CPB. Deze reeks loopt op van € 14,8 miljoen in 2024 naar € 158,6 miljoen in 2027.
Opdrachten
Passende Zorg
Een deel van de op de aanvullende post bij Financiën gereserveerde middelen voor passende zorg wordt overgeheveld naar de VWS-begroting om uitvoering te geven aan het coalitieakkoord. Met deze middelen worden stappen gezet om de beweging naar passende zorg te maken door in te zetten op doelmatigheidsonderzoek en ruimte te bieden om kennis uit deze onderzoeken te implementeren. Daarnaast vergroten we de capaciteit van het Zorginstituut, waardoor meer duidingen van verzekerde aanspraken mogelijk worden. Tevens gaan we verder met het verbeteren en verbreden van de toets op het basispakket.
In totaal is in 2023 € 4,2 miljoen beschikbaar. In 2024 is € 45,0 miljoen beschikbaar oplopend tot € 85,5 miljoen in 2027.
Overige
Voor de behandeling van bezwaar- en beroepszaken volgend uit de crisisregelingen zorgbonus en COZO-banen zijn zowel in 2023 (€ 10 miljoen) als in 2024 (€ 5 miljoen middelen) gereserveerd. Om kennis en ervaring op het gebied van post-COVID bijeen te brengen in een expertisecentrum en voor bundeling en nader onderzoek naar de mogelijke behandeling van post-COVID is € 1,75 miljoen beschikbaar in 2023 en € 8,5 miljoen jaarlijks in de periode 2024-2026. Daarnaast is in het kader van Pandemische Paraatheid in 2023 € 0,65 miljoen beschikbaar voor onderzoek naar landelijke regie en sturing, inclusief de daarbij behorende doorzettingsmacht; voor 2024 gaat het om € 1,2 miljoen, vanaf 2025 om € 3,0 miljoen. Tezamen met een aantal kleinere mutaties valt het budget voor overige opdrachten in 2023 € 14,1 miljoen hoger uit.
Bijdrage aan agentschappen
Overige
In het kader van het Landelijk Consortium Hulpmiddelen ontvangt het agentschap CIBG een bijdrage van € 30,7 miljoen. Deze bijdrage stond eerst op artikelonderdeel 1 Kwaliteit en toegankelijkheid en is overgeheveld naar artikelonderdeel 3 Ondersteuning van het zorgstelsel.
Ontvangsten
Overige
In het kader van de verwachte onderuitputting vindt op dit budget een meerjarige mutatie van € 24 miljoen plaats (hogere ontvangsten).
3.3 Artikel 3 Langdurige zorg en ondersteuning
Budgettaire gevolgen van beleid
Uitgaven | 16.187.863 | 0 | 16.187.863 | 12.780.403 | 28.968.266 | ‒ 1.208.814 | ‒ 1.556.688 | 110.847 | 323.033 |
1. Participatie en zelfredzaamheid van mensen met beperkingen | 439.638 | 0 | 439.638 | ‒ 180.056 | 259.582 | ‒ 9.199 | 5.171 | 41.470 | 67.450 |
Subsidies | 96.212 | 0 | 96.212 | ‒ 40.113 | 56.099 | ‒ 14.700 | ‒ 16.564 | ‒ 18.280 | 6.600 |
Toegang tot zorg en ondersteuning | 9.984 | 0 | 9.984 | ‒ 300 | 9.684 | ‒ 100 | 0 | 0 | 0 |
Passende zorg en levensbrede ondersteuning | 5.590 | 0 | 5.590 | 243 | 5.833 | 900 | 836 | 820 | 900 |
Inclusieve samenleving | 71.245 | 0 | 71.245 | ‒ 42.406 | 28.839 | ‒ 15.200 | ‒ 17.100 | ‒ 19.100 | 5.700 |
Kennis en informatiebeleid | 8.845 | 0 | 8.845 | 0 | 8.845 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige | 548 | 0 | 548 | 2.350 | 2.898 | ‒ 300 | ‒ 300 | 0 | 0 |
Opdrachten | 114.722 | 0 | 114.722 | 31.757 | 146.479 | 29.801 | 6.935 | 5.750 | 3.750 |
Bovenregionaal gehandicaptenvervoer | 62.231 | 0 | 62.231 | 0 | 62.231 | 0 | ‒ 2.000 | ‒ 2.000 | ‒ 2.000 |
Toegang tot zorg en ondersteuning | 1.783 | 0 | 1.783 | 500 | 2.283 | 500 | 500 | 500 | 0 |
Passende zorg en levensbrede ondersteuning | 2.651 | 0 | 2.651 | ‒ 100 | 2.551 | 2.350 | 2.350 | 2.350 | 1.850 |
Inclusiviteit | 35.903 | 0 | 35.903 | 28.191 | 64.094 | 20.743 | ‒ 300 | 400 | 400 |
Kennis, informatie en innovatiebeleid | 1.566 | 0 | 1.566 | 0 | 1.566 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Aanbesteden Sociaal Domein | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige | 10.588 | 0 | 10.588 | 3.166 | 13.754 | 6.208 | 6.385 | 4.500 | 3.500 |
Bijdragen aan agentschappen | 43.869 | 0 | 43.869 | ‒ 31.200 | 12.669 | ‒ 14.800 | 300 | 11.000 | 800 |
Overige | 43.869 | 0 | 43.869 | ‒ 31.200 | 12.669 | ‒ 14.800 | 300 | 11.000 | 800 |
Bijdragen aan ZBO's/RWT's | 13.329 | 0 | 13.329 | 0 | 13.329 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige | 13.329 | 0 | 13.329 | 0 | 13.329 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdragen aan medeoverheden | 144.706 | 0 | 144.706 | ‒ 133.500 | 11.206 | ‒ 9.500 | ‒ 7.500 | 10.000 | 37.500 |
Overige | 144.706 | 0 | 144.706 | ‒ 133.500 | 11.206 | ‒ 9.500 | ‒ 7.500 | 10.000 | 37.500 |
Storting/onttrekking begrotingsreserve | 26.800 | 0 | 26.800 | ‒ 7.000 | 19.800 | 0 | 22.000 | 33.000 | 18.800 |
Wonen en zorg voor ouderen | 26.800 | 0 | 26.800 | ‒ 7.000 | 19.800 | 0 | 22.000 | 33.000 | 18.800 |
2. Zorgdragen voor langdurige zorg tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten | 15.748.225 | 0 | 15.748.225 | 12.960.459 | 28.708.684 | ‒ 1.199.615 | ‒ 1.561.859 | 69.377 | 255.583 |
Subsidies | 263.332 | 0 | 263.332 | ‒ 59.859 | 203.473 | 16.567 | 1.336 | ‒ 5.184 | ‒ 13.894 |
Zorg merkbaar beter maken | 163.987 | 0 | 163.987 | ‒ 46.911 | 117.076 | 18.580 | 2.955 | ‒ 3.616 | ‒ 320 |
Kennis, informatie en innovatiebeleid | 34.535 | 0 | 34.535 | ‒ 8.357 | 26.178 | 390 | 790 | 850 | 3.850 |
Palliatieve zorg en ondersteuning | 64.810 | 0 | 64.810 | ‒ 4.591 | 60.219 | ‒ 2.403 | ‒ 2.409 | ‒ 2.418 | ‒ 17.424 |
Overige | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bekostiging | 15.283.300 | 0 | 15.283.300 | 13.024.526 | 28.307.826 | ‒ 1.210.300 | ‒ 1.560.500 | 73.100 | 266.400 |
Bijdrage in de kosten van kortingen (BIKK) | 4.883.300 | 0 | 4.883.300 | ‒ 24.800 | 4.858.500 | 289.700 | 139.500 | 223.100 | 216.400 |
Bijdrage Wlz | 10.400.000 | 0 | 10.400.000 | ‒ 1.450.000 | 8.950.000 | ‒ 1.500.000 | ‒ 1.700.000 | ‒ 150.000 | 50.000 |
Overige | 0 | 0 | 0 | 14.499.326 | 14.499.326 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Inkomendoverdrachten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Opdrachten | 21.738 | 0 | 21.738 | 6.757 | 28.495 | ‒ 1.066 | 828 | 6.764 | 7.258 |
Zorgdragen voor langdurige zorg | 21.738 | 0 | 21.738 | 6.757 | 28.495 | ‒ 1.066 | 828 | 6.764 | 7.258 |
Overige | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdragen aan agentschappen | 463 | 0 | 463 | 0 | 463 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige | 463 | 0 | 463 | 0 | 463 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdragen aan ZBO's/RWT's | 168.796 | 0 | 168.796 | ‒ 10.690 | 158.106 | ‒ 4.816 | ‒ 3.523 | ‒ 5.303 | ‒ 4.181 |
Uitvoeringskosten Sociale Verzekerings Bank | 48.378 | 0 | 48.378 | ‒ 9.915 | 38.463 | ‒ 9.239 | ‒ 9.964 | ‒ 9.964 | ‒ 9.964 |
Uitvoeringskosten Centrum Indicatiestelling Zorg | 120.418 | 0 | 120.418 | ‒ 775 | 119.643 | 4.423 | 6.441 | 4.661 | 5.783 |
Bijdragen aan medeoverheden | 10.596 | 0 | 10.596 | ‒ 275 | 10.321 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige | 10.596 | 0 | 10.596 | ‒ 275 | 10.321 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Ontvangsten | 5.691 | 0 | 5.691 | 3.502 | 9.193 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige | 5.691 | 0 | 5.691 | 3.502 | 9.193 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Toelichting
1. Participatie en zelfredzaamheid van mensen met beperkingen
Subsidies
Inclusieve samenleving
Er wordt € 29,5 miljoen verschoven van 2023 naar 2027 voor de stimuleringsregeling geclusterde woonvormen voor ouderen uit het programma wonen en zorg voor ouderen. Dit is onderdeel van een grotere kasschuif (€ 48,3 miljoen) voor deze regeling die deels ook plaatsvindt onder het artikelonderdeel 'Storting/onttrekking begrotingsreserve'. Daarnaast is er in 2023 € 9 miljoen (en structureel € 9,7 miljoen) voor valpreventie overgeheveld naar bijdragen aan medeoverheden. Deze middelen zijn onderdeel van de brede specifieke uitkering voor sport en bewegen, gezondheidsbevordering, cultuurparticipatie en de sociale basis 2023–2026. Verder wordt er € 2,7 miljoen overgeheveld van het opdrachten budget naar het subsidie budget voor de subsidie Ketenbureau I-sociaal domein. Daarnaast is vanwege verwachte onderuitputting structureel € 2,1 miljoen ingeboekt op dit artikelonderdeel. Er wordt in 2024 tevens € 3,6 miljoen gekort op het budget van de CA-maatregel intergenerationeel wonen oplopend tot structureel € 12 miljoen vanaf 2027. Dit is onderdeel van de compensatie van € 110 miljoen aan gemeenten in het kader van het Integraal Zorg Akkoord.
Opdrachten
Inclusiviteit
Voor de meerkosten die gemeenten maken ten behoeve van zorg voor Oekraïense ontheemden is € 45,9 miljoen geraamd voor 2023. Deze meerkostenregeling geldt voor de tweede helft van 2023 tot en met de eerste helft van 2024. Omdat er voor 2023 reeds € 15 miljoen staat op de VWS begroting, wordt een bedrag van € 30,9 miljoen voor de tweede helft van 2023 overgeheveld en de helft van € 45,9 miljoen voor de eerste twee kwartalen in 2024.
Verder wordt er in 2023 € 1,9 miljoen beschikbaar gesteld voor (een
opdracht) IOC-Ouderzorg. Daar tegenover wordt in 2023 € 1,4 miljoen van
artikelonderdeel Bijdrage aan medeoverheden overgeheveld naar dit
artikelonderdeel voor opdrachten ten behoeve van de coalitieakkoord
maatregel Respijtzorg.
Overig
Vanuit de Aanvullende Post van het ministerie van Financiën wordt er per
2024 circa € 6,5 miljoen (aflopend naar circa € 3 miljoen structureel)
overgeboekt voor de uitvoering van de eigen bijdragen in de Wmo. Gegeven
het genomen besluit in voorjaarsbesluitvorming over een andere
inrichting van de eigen bijdrage in de Wmo, worden er nog nadere
afspraken gemaakt over de inzet van deze middelen.
Er vindt voor 2023 een overheveling van € 10 miljoen plaats naar dit artikelonderdeel vanuit bijdrage aan agentschappen voor de eigen bijdrage Wmo. Verder wordt er voor 2023 € 2,7 miljoen overgeheveld van dit artikelonderdeel naar het artikelonderdeel subsidies voor de subsidie Ketenbureau I-sociaal domein. Daarnaast vinden er een aantal overhevelingen plaats vanuit dit budget naar andere budgetten voor onder andere personele kosten. Tenslotte is er in 2023 € 2,5 miljoen overgeheveld naar het CAK voor de uitvoering van de CA-maatregel passende eigen bijdrage huishoudelijke hulp.
Bijdragen aan agentschappen
Overig
De coalitieakoordmiddelen (€ 10 miljoen) voor de uitvoering van de eigen bijdrage Wmo zijn voor 2023 overgeheveld naar het onderdeel opdrachten op dit artikel. Daarnaast worden er in 2023 en 2024 respectievelijk € 19,1 miljoen en € 12,7 miljoen verschoven naar de jaren 2025 tot en met 2028 voor de Stimulering E-health Thuis regeling. Dit betreft een verschuiving van middelen uit het budget voor de CA-maatregel Woon-zorg combinaties en stimulering langer thuis wonen.
Bijdragen aan medeoverheden
Overig
Er wordt in 2023 € 78 miljoen beschikbaar (aflopend tot circa € 22,7 miljoen structureel) gesteld vanuit dit artikelonderdeel ten behoeve van de bredespecifieke uitkering voor sport en bewegen, gezondheidsbevordering, cultuurparticipatie en de sociale basis 2023–2026. Daarnaast wordt er in 2023 € 55 miljoen beschikbaar gesteld voor gemeenten voor de aanpak van dakloosheid en € 7 miljoen voor de pilot dakloze EU-burgers. Er is tevens in 2023 € 9 miljoen (en structureel € 9,7 miljoen) naar dit artikelonderdeel overgeheveld vanuit het artikelonderdeel subsidies voor valpreventie. Deze middelen zijn onderdeel van de € 78 miljoen die beschikbaar gesteld met de brede specifieke uitkering.
Verder wordt er vanuit de Aanvullende Post vanaf 2024 structureel
€ 62 miljoen overgeheveld naar dit artikelonderdeel voor de uitvoering
van de CA-maatregel dak- en thuislozenopvang. Dit is onderdeel van de
gehele overheveling (van structureel € 65 miljoen) vanuit de Aanvullende
Post voor deze CA-maatregel. De overige € 3 miljoen is geboekt op
artikelonderdelen opdrachten, subsidies en personeel. Daarnaast is
vanwege onderuitputting structureel € 2,1 miljoen ingeboekt op dit
artikelonderdeel.
Storting/onttrekking begrotingsreserve
Wonen en zorg voor ouderen
Voor de uitbreiding van de regeling ontmoetingsruimtes (wonen en
zorg) is € 8 miljoen overgeboekt naar het ministerie van BZK. Daarnaast
vindt er een technische mutatie plaats waarbij er in 2025 en 2026
respectievelijk € 22 miljoen en € 33 miljoen wordt herverdeeld van het
Uitgavenplafond Zorg naar de VWS-begroting. Dit betreft de inzet van
transitiemiddelen scheiden wonen en zorg ten behoeve van de
stimuleringsregeling geclusterde woonvormen voor ouderen. Verder wordt
er € 18,8 miljoen verschoven van 2023 naar 2027 voor deze regeling. Dit
is onderdeel van een grotere kasschuif (€ 48,3 miljoen) die deels ook
plaatsvindt op het artikelonderdeel 'Subsidies'. Tot slot, revolveren in
2022 de onbenutte middelen (€ 19,8 miljoen) voor de stimuleringsregeling
wonen en zorg.
2. Zorgdragen voor langdurige zorg tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten
Subsidies
Zorg merkbaar beter maken
Voor het Groninger zorgakkoord is de verwachting dat een groot deel
van de begrote uitgaven 2023 in latere jaren plaats gaat vinden
(€ 33,5 miljoen). Het Groninger zorgakkoord is een convenant met
partijen (o.a. VWS, BZK, woningcorporaties en zorgaanbieders) die in
gezamenlijkheid, aardbevingsbestendige nieuwbouw in de zorg en goede
kwaliteit van de zorg in de toekomst in het aardbevingsgebied in
Groningen moeten realiseren.
De pilot gespecialiseerde clientondersteuning (GCO) bestaat uit
4 (deel)pilots die in 2023 worden afgerond en voor de toekomst worden
geborgd via de subsidieregeling GCO. De uitvoering van de deelpilot
«naasten» wordt uitgevoerd door enkele Wlz-uitvoerders waarvoor middelen
zijn overgeheveld (€ 1,4 miljoen). Dit geldt ook voor de uitvoering van
Waardigheid en Trots in de regio voor de gehandicaptenzorg
(€ 0,6 miljoen). Dit is jaarlijks beschikbaar tot 2026.
Verder is er tot en met 2026 meer capaciteit bij de IGJ nodig
(€ 1,0 miljoen) voor toezicht op de gehandicaptenzorg. De complexer
wordende zorgvragen vragen om domein overstijgende samenwerking van
zorgaanbieders en dit maakt het toezicht intensiever. Door deze impuls
vanuit de toekomstagenda gehandicaptenzorg heeft de inspectie de
mogelijkheid om haar toezicht op de gehandicaptenzorg te
intensiveren.
Daarnaast geldt voor de ambities uit de toekomstagenda
gehandicaptenzorg en de transitie scheiden wonen en zorg 2023 als
opstartjaar. De beschikbaar gestelde middelen worden veelal, in overleg
met betrokken veldpartijen, besteedt via subsidies en (Europese)
aanbestedingen die een langere aanlooptijd vragen. Gezien deze fase,
zijn voor 2023 minder middelen benodigd dan vooraf geraamd, waardoor de
besteding op deze posten respectievelijk € 3,5 miljoen en € 4,3 miljoen
minder is dan begroot.
De overige mutaties zijn technisch van aard. Het betreffen hier
middelen die elders op dit artikelonderdeel stonden maar bij eerste
suppletoire wet van/naar dit instrument worden overgeheveld. Het gaat
onder andere om een aantal subsidies voor eOverdracht (€ 1,8 miljoen) en
inzicht in kwaliteit voor de verpleeghuiszorg (€ 1,5 miljoen). Bij
eOverdracht zijn deze middelen voornamelijk bedoeld voor de
ondersteuning voor de implementatie van kwaliteits- en
informatiestandaard. Voor wat betreft inzicht in kwaliteit gaat het om
een door het veld te ontwikkelen instrumentarium zodat zorgaanbieders
van elkaar leren in hoeverre zij (kunnen) voldoen aan het
kwaliteitskader verpleeghuiszorg. Op de subsidies algemeen en de
subsidies ouderenzorg is een onderuitputtings mutatie van totaal ‒ €
4,2 miljoen geboekt. De overige mutaties en interne herschikkingen
leiden tot een mutatie van per saldo ‒ € 1,8 miljoen.
Bekostiging
Bijdrage in de kosten van kortingen (BIKK)
De Bijdrage in de Kosten van Kortingen (BIKK) dient ter compensatie van gederfde premie-inkomsten door de toename van heffingskortingen. De raming van de BIKK is aangepast naar aanleiding van de CPB raming van de omvang van de heffingskortingen in het Centraal Economisch Plan 2023.
Bijdrage Wet langdurige zorg
De rijksbijdrage Wlz is in 2023 met € 1,45 miljard verlaagd. Op grond van de CPB-cijfers in het CEP 2023 zijn de Wlz-premie-inkomsten 2022 € 0,6 miljard hoger dan geraamd in de begroting 2023. De raming van de premie-inkomsten 2023 is € 1,5 miljard hoger dan in de begroting 2023. Uit het Financieel jaarverslag Fonds langdurige zorg 2021 blijkt verder dat het tekort in het fonds over 2021 € 0,7 miljard hoger is uitgevallen dan in de begroting 2023 werd verwacht, voornamelijk als gevolg van hogere Wlz-uitgaven. De hogere premie-inkomsten over 2022 en 2023 en het hogere fondstekort over 2021 hebben per saldo een gunstig effect op het verwachte fondstekort in 2023, waardoor de rijksbijdrage neerwaarts kan worden bijgesteld.
Afsluiting Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten (AFBZ)
Sinds 2015 wordt de langdurige zorg via de Wet langdurige zorg (Wlz)
gefinancierd. Daarvoor gebeurde dat via de Algemene Wet Bijzondere
Ziektekosten (AWBZ). In de Wlz is geregeld dat de bij de AWBZ betrokken
partijen een aantal jaren de tijd kregen om zaken af te wikkelen. In de
Wlz (artikel 11.2.10) is geregeld dat het saldo van het Algemeen Fonds
Bijzondere Ziektekosten (AFBZ) naar de situatie op 1 januari van het
achtste jaar na het jaar waarin de AWBZ werd ingetrokken (lees:
1 januari 2023), ten bate of ten laste van ’s Rijks schatkist
komt.
In 2014 was de inschatting dat dit saldo circa € 20 miljard negatief zou
bedragen. Daarna is – vooral vanwege nabetalingen van de belastingdienst
– het saldo verbeterd tot € 14,5 miljard negatief. Hierover is in de VWS
jaarverslagen gerapporteerd. In het jaarverslag over 2020 is al gemeld
dat het saldo werd ingeschat op € 14,5 miljard negatief. Dit jaar zal
via een rijksbijdrage van VWS aan het AFBZ het negatieve saldo worden
overgenomen door het rijk. Daarna kan het AFBZ formeel worden opgeheven.
Het verstrekken van een rijksbijdrage aan het AFBZ heeft geen invloed op de hoogte van het EMU-saldo, omdat zowel het Rijk als het AFBZ tot de overheid behoren. Het is dus een onderlinge betaling binnen de overheid. Ook de overheidsschuld wordt niet beïnvloed. Het AFBZ doet aan «schatkistbankieren». Het Rijk had als het ware € 14,5 miljard uitgeleend aan het AFBZ en scheldt die lening nu kwijt.
VWS heeft op 10 maart 2023 het door het Zorginstituut Nederland opgestelde en door de externe accountant van het Zorginstituut goedgekeurde eindverslag van het AFBZ ontvangen. Via de in deze suppletoire wet opgenomen rijksbijdrage van circa € 14,5 miljard wordt het in dat eindverslag gemelde saldo overgenomen. Op dit moment voert de Audit Dienst Rijk (ADR) nog een review uit op het eindverslag. Dit kan in theorie nog leiden tot wijzigingen. Indien dit tot een ander saldo leidt, zal de aanpassing worden verwerkt in de tweede suppletoire wet van VWS.
Bijdragen aan ZBO's/RWT's
Uitvoeringskosten Sociale Verzekerings Bank
Het structureel beheer van het PGB2.0-systeem wordt vanaf 1 oktober 2022
tot en met in ieder geval 2025 nog door VWS uitgevoerd en nog niet
overgedragen aan de Sociale Verzekeringsbank (SVB). Het deel van de
regieorganisatie en het structureel beheer wat door VWS uitgevoerd gaat
worden (circa € 8,9 miljoen), wordt om deze reden overgeheveld van het
artikelonderdeel Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s naar artikelonderdelen
Opdrachten en Eigen Personeel (artikel 10). Hiervan wordt er
respectievelijk circa € 7,6 miljoen en € 1,3 miljoen overgeheveld naar
artikelonderdelen Opdrachten en Eigen Personeel.
3.4 Artikel 4 Zorgbreed beeld
Budgettaire gevolgen van beleid
Uitgaven | 1.505.574 | 0 | 1.505.574 | ‒ 51.894 | 1.453.680 | 89.024 | 57.509 | 54.382 | 14.414 |
1. Positie cliënt en transparantie van zorg | 56.354 | 0 | 56.354 | 10.477 | 66.831 | 8.180 | ‒ 1.000 | ‒ 4.761 | ‒ 13.801 |
Subsidies | 36.990 | 0 | 36.990 | 7.795 | 44.785 | 8.044 | ‒ 1.136 | ‒ 4.911 | ‒ 13.951 |
Patiënten- en gehandicaptenorganisaties | 17.000 | 0 | 17.000 | ‒ 52 | 16.948 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Transparantie van zorg | 19.740 | 0 | 19.740 | 7.797 | 27.537 | 7.894 | ‒ 1.286 | ‒ 5.061 | ‒ 14.101 |
Overige | 250 | 0 | 250 | 50 | 300 | 150 | 150 | 150 | 150 |
Opdrachten | 10.202 | 0 | 10.202 | 2.682 | 12.884 | 136 | 136 | 150 | 150 |
Ondersteuning cliëntorganisaties | 4.000 | 0 | 4.000 | 0 | 4.000 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Transparantie van zorg | 3.356 | 0 | 3.356 | 0 | 3.356 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige | 2.846 | 0 | 2.846 | 2.682 | 5.528 | 136 | 136 | 150 | 150 |
Bijdragen aan agentschappen | 9.162 | 0 | 9.162 | 0 | 9.162 | 0 | 0 | 0 | 0 |
CIBG | 9.162 | 0 | 9.162 | 0 | 9.162 | 0 | 0 | 0 | 0 |
2. Opleidingen, beroepenstructuur en arbeidsmarkt | 929.954 | 0 | 929.954 | ‒ 92.611 | 837.343 | 19.165 | 6.932 | 9.056 | ‒ 1.789 |
Subsidies | 902.190 | 0 | 902.190 | ‒ 96.813 | 805.377 | 15.865 | 3.629 | 5.752 | ‒ 5.093 |
Opleidingen, beroepenstructuur en arbeidsmarkt | 902.190 | 0 | 902.190 | ‒ 97.513 | 804.677 | 15.865 | 3.629 | 5.752 | ‒ 5.093 |
Overige | 0 | 0 | 0 | 700 | 700 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Opdrachten | 16.316 | 0 | 16.316 | 900 | 17.216 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Opleidingen, beroepenstructuur en arbeidsmarkt | 16.316 | 0 | 16.316 | 900 | 17.216 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdragen aan agentschappen | 11.448 | 0 | 11.448 | 3.302 | 14.750 | 3.300 | 3.303 | 3.304 | 3.304 |
CIBG | 11.448 | 0 | 11.448 | 3.302 | 14.750 | 3.300 | 3.303 | 3.304 | 3.304 |
Bijdragen aan ZBO's/RWT's | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
ZiNL | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
3. Informatiebeleid | 85.555 | 0 | 85.555 | 13.236 | 98.791 | 51.721 | 42.431 | 40.126 | 23.336 |
Subsidies | 36.012 | 0 | 36.012 | 10.998 | 47.010 | 38.805 | 37.805 | 36.350 | 22.200 |
Informatiebeleid | 27.504 | 0 | 27.504 | 9.178 | 36.682 | 32.755 | 31.755 | 30.300 | 22.200 |
Maatschappelijke diensttijd | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige | 8.508 | 0 | 8.508 | 1.820 | 10.328 | 6.050 | 6.050 | 6.050 | 0 |
Opdrachten | 28.612 | 0 | 28.612 | 13.046 | 41.658 | 19.796 | 16.736 | 15.886 | 13.246 |
Informatiebeleid | 22.309 | 0 | 22.309 | 13.476 | 35.785 | 16.866 | 14.096 | 13.246 | 13.246 |
Overige | 6.303 | 0 | 6.303 | ‒ 430 | 5.873 | 2.930 | 2.640 | 2.640 | 0 |
Bijdragen aan agentschappen | 20.931 | 0 | 20.931 | ‒ 10.808 | 10.123 | ‒ 6.880 | ‒ 12.110 | ‒ 12.110 | ‒ 12.110 |
Informatiebeleid | 20.931 | 0 | 20.931 | ‒ 10.808 | 10.123 | ‒ 6.880 | ‒ 12.110 | ‒ 12.110 | ‒ 12.110 |
Overige | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdragen aan ZBO's/RWT's | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
4. Inrichting Zorgstelsel | 266.968 | 0 | 266.968 | 7.466 | 274.434 | 315 | 265 | 265 | ‒ 1.756 |
Subsidies | 400 | 0 | 400 | 0 | 400 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Programma's Zorgstelsel | 400 | 0 | 400 | 0 | 400 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Opdrachten | 564 | 0 | 564 | 0 | 564 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Programma's Zorgstelsel | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige | 564 | 0 | 564 | 0 | 564 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdragen aan ZBO's/RWT's | 266.004 | 0 | 266.004 | 7.466 | 273.470 | 315 | 265 | 265 | ‒ 1.756 |
CAK | 122.097 | 0 | 122.097 | 4.163 | 126.260 | 0 | 0 | 0 | 0 |
NZa | 67.100 | 0 | 67.100 | ‒ 262 | 66.838 | ‒ 56 | ‒ 106 | ‒ 106 | ‒ 2.127 |
Zorginstituut Nederland | 74.182 | 0 | 74.182 | 3.565 | 77.747 | 371 | 371 | 371 | 371 |
CSZ | 1.600 | 0 | 1.600 | 0 | 1.600 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige | 1.025 | 0 | 1.025 | 0 | 1.025 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdragen aan medeoverheden | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
EZK: ACM | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Begrotingsreserve | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
5. Zorg, welzijn en jeugdzorg op Caribisch Nederland | 166.743 | 0 | 166.743 | 9.538 | 176.281 | 9.643 | 8.881 | 9.696 | 8.424 |
Subsidies | 4.641 | 0 | 4.641 | ‒ 590 | 4.051 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Zorg en Welzijn | 4.641 | 0 | 4.641 | ‒ 590 | 4.051 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bekostiging | 0 | 0 | 0 | 167.709 | 167.709 | 160.083 | 165.060 | 168.444 | 170.318 |
Zorg en Welzijn | 0 | 0 | 0 | 167.709 | 167.709 | 160.083 | 165.060 | 168.444 | 170.318 |
Opdrachten | 158.183 | 0 | 158.183 | ‒ 159.183 | ‒ 1.000 | ‒ 150.360 | ‒ 156.092 | ‒ 158.649 | ‒ 161.789 |
Zorg | 141.958 | 0 | 141.958 | ‒ 142.958 | ‒ 1.000 | ‒ 134.135 | ‒ 138.867 | ‒ 141.424 | ‒ 144.564 |
Welzijn | 16.225 | 0 | 16.225 | ‒ 16.225 | 0 | ‒ 16.225 | ‒ 17.225 | ‒ 17.225 | ‒ 17.225 |
Bijdragen aan medeoverheden | 3.919 | 0 | 3.919 | 1.602 | 5.521 | ‒ 80 | ‒ 87 | ‒ 99 | ‒ 105 |
Overige | 3.919 | 0 | 3.919 | 1.602 | 5.521 | ‒ 80 | ‒ 87 | ‒ 99 | ‒ 105 |
Ontvangsten | 11.153 | 0 | 11.153 | 0 | 11.153 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Wanbetalers en onverzekerden | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige | 11.153 | 0 | 11.153 | 0 | 11.153 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Toelichting
1. Positie cliënt en transparantie van zorg
Subsidies
Transparantie van zorg
De mutatie betreft hoofdzakelijk een overheveling van middelen voor de volgende fase van het programma Uitkomstgerichte Zorg vanuit de middelen voor Passende Zorg die bij de begroting 2023 op artikel 2 waren geraamd. Het gaat om jaarlijks € 8 miljoen in de periode 2023-2026. Meerjarig is aanvullend het budget vanaf 2027 met € 14 miljoen verlaagd in verband met afspraken die zijn gemaakt in het IZA.
2. Opleidingen, beroepenstructuur en arbeidsmarkt
Subsidies
Opleidingen, beroepenstructuur en arbeidsmarkt
Op dit artikelonderdeel hebben mutaties plaatsgevonden van in totaal ruim € 97 miljoen. Hieronder worden de grootste mutaties nader toegelicht.
Subsidie sectorplanplus
Het animo voor het vierde en laatste tijdvak van SectorplanPlus
2017-2022 is bijzonder groot geweest. Voor het vierde en laatste tijdvak
van SectorplanPlus 2017-2022 is voor meer deelnemers een aanvraag gedaan
dan voor de eerste drie tijdvakken samen. Echter, niet alle aanvragen
worden ook daadwerkelijk gerealiseerd, bijvoorbeeld omdat opleidingen
niet doorgaan of een kortere doorlooptijd kennen dan bij aanvraag
opgegeven. Inmiddels is de activiteitenperiode voorbij en is het loket
voor het indienen van verantwoordingstukken gesloten. Op dit moment is
penvoerder RegioPlus ten behoeve van het opstellen van de
subsidieverantwoording bezig met het controleren van de ingediende
verantwoordingstukken bij de aanvragen. Op basis van de informatie
daaruit ontvangen heeft RegioPlus aangegeven dat de subsidierealisatie
maximaal op circa € 140 miljoen zal uitkomen. Daartoe is niet alle in
2023 gereserveerde budget voor de bevoorschotting nodig en kan
€ 112,5 miljoen vrijvallen. De definitieve verantwoording verwachten we
uiterlijk 31 december 2023.
Subsidieregeling behoud langdurig zieke zorgmedewerkers
De aanvragen voor de subsidieregeling behoud langdurig zieke
zorgmedewerkers zijn lager dan verwacht, waardoor de uitgaven
€ 13 miljoen lager zijn dan begroot.
Slavernijverleden
Het kabinet heeft in 2022 besloten tot excuses voor het
slavernijverleden. In het verlengde daarvan zijn voor de komende jaren
middelen gereserveerd voor diverse maatregelen en plannen samenhangend
met de nog altijd doorwerkende gevolgen van dat verleden. Op VWS-terrein
zijn dat bijvoorbeeld beleidstrajecten op het gebied van
gezondheidsverschillen bij nazaten van tot slaaf gemaakten (in Nederland
en in de Caribische gebieden). Het ministerie van VWS draagt in de
totale uitgaven ruim € 60 miljoen incidenteel bij en circa € 2,3 miljoen
structureel. Deze bedragen worden met deze eerste suppletoire begroting
overgeheveld naar het ministerie van BZK.
Duurzaamheid en zorg
Nederland verduurzaamt. Om de ambities van het kabinet te
verwezenlijk is actie op alle fronten nodig. Ook de zorgsector werkt aan
vermindering van de schadelijke impact op klimaat en milieu. In de Green
Deal 3.0 zijn concrete afspraken gemaakt om de zorg in Nederland te
verduurzamen. Met voorgestelde maatregel ondersteunt de Rijksoverheid de
sector bij het feitelijk vergroenen van de (publieke) zorg en
ondersteuning met kennis, innovatie en opschaling. De focus ligt daarbij
op het vergroenen van zorgprocessen, het bevorderen van circulariteit en
het verminderen van de milieubelasting van medicatie(gebruik). Hiervoor
is in 2023 € 6 miljoen en in 2024, 2025 en 2026 € 12 miljoen
gereserveerd.
Opleidingsakkoord wijkverpleging
Een deel van de middelen, € 20 miljoen, die op de Aanvullende Post
bij Financiën waren gereserveerd voor een opleidingsakkoord wordt
overgeheveld naar de VWS-begroting om uitvoering te geven aan het
coalitieakkoord. Met werkgevers, zorgverzekeraars en de
beroepsvereniging van verzorgenden en verpleegkundigen is op 17 maart
2023 het Investeringsakkoord Opleiden Wijkverpleging getekend. Het doel
van dit akkoord is meer en anders opleiden, zodat voorkomen wordt dat de
wijkverpleging een (nog) groter tekort aan professionals krijgt. De
middelen worden ingezet om regionale samenwerkingsorganisaties kans te
bieden om de samenwerking te starten en plannen te maken voor vernieuwde
innovatieve opleidingsstructuren.
Regeling zorgmedewerkers post-COVID
Het kabinet wil een specifieke groep zorgmedewerkers met langdurige post-COVID klachten aanvullend financieel ondersteunen. Daarvoor wordt een regeling opgesteld. Zorgmedewerkers vallende onder de afbakening kunnen een bedrag van € 15.000 ontvangen. In de begroting is in totaal een bedrag van € 35 miljoen (inclusief uitvoeringskosten) beschikbaar gesteld, waarvan € 25 miljoen is gedekt vanuit de prijsbijstelling.
Tot slot is in lijn met motie Heinen onderuitputting ingeboekt voor € 11,2 miljoen op dit instrument.
Pandemische Paraatheid
In 2024 is een bedrag van € 10 miljoen beschikbaar gesteld voor de BAZ voor de flexibele inzet en opschaling van zorgpersoneel uit de middelen voor Pandemische Paraatheid.
3. Informatiebeleid
Subsidies
Informatiebeleid
Vanuit de bij het coalitieakkoord beschikbaar gestelde middelen voor Standaardisatie Gegevensuitwisseling is een bedrag van € 9,6 miljoen beschikbaar in 2023. Hiervan wordt € 0,9 miljoen ingezet in het kader van activiteiten voor de EHDS en € 6,4 miljoen in het kader van de Persoonlijke Gezondheidsomgeving (PGO) en € 2,3 miljoen in het kader van Eenheid van Taal. Voor informatie beleid is meerjarig een aanvullend bedrag van tussen de € 35 miljoen en € 24 miljoen beschikbaar voor de Persoonlijke GezondheidsOmgeving en EHDS vanuit Gegevensuitwisseling.
Daarnaast is het subsidiebudget per saldo met € 1,6 miljoen opgehoogd voor inzet van Nictiz. Conform motie Heinen en de Voorjaarsnota 2023 is de onderuitputting verwerkt door de begroting met € 2 miljoen te verlagen.
Overige
Voor uitvoering van het Integraal Zorgakkoord (IZA) is een incidenteel budget beschikbaar gesteld van ongeveer € 1,8 miljoen in 2023 en jaarlijks € 6 miljoen in 2024-2026. Deze middelen worden onder meer ingezet voor het instellen van het Nationaal platform voor digitale zorgtransformatie en voor inzet van de Vliegwielcoalitie.
Opdrachten
Informatiebeleid
Vanaf het instrument Bijdrage aan agentschappen is een instrumentwijziging van ongeveer € 9,1 miljoen doorgezet bedoeld voor ToegangVerleningService (TVS). Structureel vind onder andere daardoor een ophoging van het budget plaats van ongeveer € 13,2 miljoen. Daarnaast is het opdrachtenbudget incidenteel met € 0,7 miljoen verlaagd als gevolg van diverse kleine mutaties, onder meer bestaande uit een bijdrage aan Zorg Instituut Nederland (ZiNL) voor activiteiten in het kader van de Wegiz en een bijdrage aan het ministerie van EZK voor de NL AI Coalitie werkgroep Gezondheid en Zorg.
Voor afrekening van het corona-gerelateerde DigiD-gebruik door de GGD GHOR over 2021 is een incidenteel budget van ongeveer € 3,9 miljoen beschikbaar gesteld. Daarnaast is het opdrachtenbudget voor diverse covid-19-applicaties in 2023 per saldo met € 4,5 miljoen verlaagd.
Vanuit de bij het coalitieakkoord beschikbaar gestelde middelen voor Standaardisatie Gegevensuitwisseling is een bedrag van € 5,6 miljoen beschikbaar in 2023, waarvan € 4,0 miljoen zal worden ingezet in het kader van de verdere ontwikkeling van Eenheid van Taal (ook in 2024). Tevens zijn vanaf 2024 middelen voorzien voor Normering en Certificering.
Overige
Voor uitvoering van het Integraal Zorgakkoord (IZA) is een incidenteel budget beschikbaar gesteld van ongeveer € 1,1 miljoen in 2023 oplopend tot € 2,6 miljoen in 2026. Deze middelen worden onder meer ingezet voor het vergroten van kennis en bekendheid bij patiënten en zorgprofessionals rondom digitale/hybride zorg en voor het verbeteren van digitale vaardigheden en gezondheidsvaardigheden van patiënten.
Als gevolg van diverse kleine mutaties is het opdrachtenbudget van programma Innovatie en Zorgvernieuwing in 2023 per saldo met € 1,5 miljoen verlaagd.
Bijdrage aan agentschappen
Informatiebeleid
Vanuit het instrument Bijdrage aan agentschappen is voor ongeveer € 11,6 miljoen structureel overgeheveld naar opdrachten voor ToegangVerleningService (TVS). Daarnaast is er structureel budget (€ 1,5 miljoen) beschikbaar gesteld voor kostenstijgingen van het CIBG.
Binnen de mutaties voor informatiebeleid wordt een bedrag van € 0,2 miljoen (2023) en € 4 miljoen (2024) verklaard door een overheveling vanuit de aanvullende post in het kader van Standaardisatie Gegevensuitwisseling. Deze middelen zullen ingezet worden ten behoeve van het CIBG voor de ontwikkeling van de generieke functie Identificatie en Authenticatie.
Het budget voor diverse covid-19-applicaties is in 2023 verlaagd met € 1,3 miljoen. Tot slot is vanwege de onderuitputting € 2 miljoen verwerkt op dit instrument.
5. Zorg, welzijn en jeugdzorg op Caribisch Nederland
Bekostiging
Op het instrument Bekostiging is het budget opgehoogd met
€ 167,7 miljoen in 2023 oplopend tot € 170,3 miljoen in 2027. Dit is als
volgt opgebouwd:
Zorg en Welzijn
Vanaf het instrument Opdrachten heeft een instrumentwijziging plaatsgevonden van € 153,5 miljoen in 2023 oplopend tot € 162 miljoen in 2027. De uitgaven die voortkomen uit contracten en declaraties op grond van de ‘Regeling aanspraak zorgverzekering BES’ en ‘Besluit zorgverzekering BES’ voldoen namelijk aan de criteria van het instrument Bekostiging. Daarnaast is als gevolg van een wisselkoerstegenvaller EUR/USD een aanvullend budget beschikbaar gesteld van € 14,2 miljoen in 2023 aflopend tot € 8,3 miljoen in 2027.
Opdrachten
Op het instrument Opdrachten is het budget structureel met € 159 miljoen
verlaagd. Dit is als volgt opgebouwd:
Zorg
Naar het instrument Bekostiging heeft een instrumentwijziging plaatsgevonden van opdrachten naar bekostiging van € 137,9 miljoen in 2023 oplopend tot € 145,1 miljoen in 2027. Daarnaast heeft voor invoering van bevolkingsonderzoeken naar borst-, baarmoederhals- en darmkanker in Caribisch Nederland een budgetoverheveling van ongeveer € 3 miljoen in de jaren 2023 tot en met 2025 plaatsgevonden naar begrotingsartikel Volksgezondheid (artikel 1). Daarnaast hebben in 2023 vanaf het instrument Opdrachten diverse kleinere mutaties plaatsgevonden van per saldo € 1,1 miljoen. Tevens is vanwege de onderuitputting en conform de Voorjaarsnota 2023 € 2 miljoen verwerkt.
Voor uitvoering van het coalitieakkoord is in het kader van ‘Pandemische Paraatheid’ een aanvullend budget beschikbaar gesteld van € 1 miljoen in 2023 oplopend tot € 2,5 miljoen structureel vanaf 2026.
Welzijn
Naar het instrument Bekostiging heeft een instrumentwijziging plaatsgevonden van opdrachten naar bekostiging van € 15,6 miljoen in 2023 oplopend tot € 17 miljoen in 2027. Voor de JOGG-aanpak op de BES-eilanden heeft een structurele budgetoverheveling ad € 0,3 miljoen plaatsgevonden naar begrotingsartikel Volksgezondheid (artikel 1). Tot slot heeft in 2023 een incidentele instrumentwijziging plaatsgevonden ad € 0,3 miljoen naar het instrument Bijdragen aan medeoverheden, in het kader van het sport en preventieakkoord.
3.5 Artikel 5 Jeugd
Budgettaire gevolgen van beleid
Verplichtingen | 124.575 | 0 | 124.575 | 47.644 | 172.219 | 62.530 | 97.221 | 3.106 | 3.106 |
Uitgaven | 124.575 | 0 | 124.575 | 17.261 | 141.836 | 92.913 | 97.221 | 3.106 | 3.106 |
3. Effectief en efficiënt werkend jeugdstelsel | 124.575 | 0 | 124.575 | 17.261 | 141.836 | 92.913 | 97.221 | 3.106 | 3.106 |
Subsidies | 87.711 | 0 | 87.711 | 7.653 | 95.364 | 87.407 | 91.715 | ‒ 2.400 | ‒ 2.400 |
Kennis en informatiebeleid | 13.054 | 0 | 13.054 | 0 | 13.054 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Jeugdbeleid | 46.044 | 0 | 46.044 | ‒ 1.247 | 44.797 | 87.407 | 91.715 | ‒ 2.400 | ‒ 2.400 |
Jeugdstelsel | 28.613 | 0 | 28.613 | 8.900 | 37.513 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Opdrachten | 10.182 | 0 | 10.182 | 4.225 | 14.407 | 123 | 123 | 123 | 123 |
Kennis en informatiebeleid | 2.337 | 0 | 2.337 | 0 | 2.337 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Jeugdbeleid | 7.307 | 0 | 7.307 | 4.177 | 11.484 | 75 | 75 | 75 | 75 |
Jeugdstelsel | 538 | 0 | 538 | 48 | 586 | 48 | 48 | 48 | 48 |
Overige | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdragen aan agentschappen | 1.439 | 0 | 1.439 | 0 | 1.439 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige | 1.439 | 0 | 1.439 | 0 | 1.439 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdragen aan medeoverheden | 25.000 | 0 | 25.000 | 5.383 | 30.383 | 5.383 | 5.383 | 5.383 | 5.383 |
Overige | 25.000 | 0 | 25.000 | 5.383 | 30.383 | 5.383 | 5.383 | 5.383 | 5.383 |
Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken | 243 | 0 | 243 | 0 | 243 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige | 243 | 0 | 243 | 0 | 243 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Ontvangsten | 2.085 | 0 | 2.085 | 0 | 2.085 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige | 2.085 | 0 | 2.085 | 0 | 2.085 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Toelichting
3. Effectief en efficiënt werkend jeugdstelsel
Subsidies
Jeugdbeleid
Gemeenten en Rijk hebben een principeakkoord bereikt over het financiële kader voor de Hervormingsagenda Jeugd. Als het principeakkoord wordt omgezet in een definitief akkoord op de Hervormingsagenda komt voor jeugdzorg aanvullend € 1,5 miljard in 2024 en € 954 miljoen in 2025 beschikbaar. Deze middelen worden via het Gemeentefonds beschikbaar gesteld. Een beperkt deel van deze middelen betreft investeringen en uitvoeringskosten van de Hervormingsagenda die vanuit de VWS-begroting worden ingezet. Dit betreft € 91 miljoen in 2024 en € 95 miljoen in 2025.
Jeugdstelsel
Met de VNG is afgesproken om ook in 2022 € 10 miljoen vanuit het Gemeentefonds beschikbaar te stellen ten behoeve van de subsidieregeling continuïteit van cruciale jeugdzorg. Hiervan is € 1,1 miljoen reeds aangevraagd en verleend aan tijdelijke liquiditeitssteun. Middels een kasschuif van € 8,9 miljoen blijven de resterende middelen ook in 2023 volledig beschikbaar voor deze regeling.
Opdrachten
Jeugdbeleid
Vanwege de onvoorziene groepsgewijze terugkeer, is ook in 2023 behoefte aan observatie van minderjarige terugkeerders. Voor 2023 gaat het om een benodigd budget van € 3,6 miljoen.
De overige mutaties op dit hoofdbudget, betreffen diverse overboekingen en mutaties t.b.v. (inter)departementale samenwerkingen op het gebied van jeugdhulp, waaronder een eindejaarsmarge 2022 ad. € 0,4 miljoen.
Bijdragen aan medeoverheden
Overige
Voor het verlenen van de SPUK randvoorwaardelijke functies Jeugdhulp is € 5,4 miljoen vanuit het Gemeentefonds overgeboekt naar de begroting van VWS. Dit budget wordt ingezet voor de functies voor plaatsingscoördinatie gesloten jeugdhulp en academische centra kinder- en jeugdpsychiatrie. Deze zijn eerder via een decentrale uitkering aan gemeenten verleend, maar zullen vanaf 2023 vanuit VWS via een SPUK verleend worden.
3.6 Artikel 6 Sport en bewegen
Budgettaire gevolgen van beleid
Uitgaven | 524.177 | 213.000 | 737.177 | ‒ 59.974 | 677.203 | ‒ 112.935 | ‒ 115.108 | ‒ 109.347 | ‒ 9.755 |
1. Passend sport- en beweegaanbod | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Subsidies | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Passend sport- en beweegaanbod | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
4. Sport verenigt Nederland | 524.177 | 213.000 | 737.177 | ‒ 59.974 | 677.203 | ‒ 112.935 | ‒ 115.108 | ‒ 109.347 | ‒ 9.755 |
Subsidies | 221.220 | 0 | 221.220 | 21.827 | 243.047 | ‒ 14.483 | ‒ 14.461 | ‒ 18.530 | ‒ 3.518 |
Sportakkoord | 120.359 | 0 | 120.359 | 30.121 | 150.480 | ‒ 4.465 | ‒ 4.590 | ‒ 8.350 | 620 |
Duurzame en toegankelijke sportaccommodaties | 79.013 | 0 | 79.013 | ‒ 2.350 | 76.663 | ‒ 2.350 | ‒ 2.350 | ‒ 2.350 | ‒ 2.350 |
Kennis en innovatie | 21.848 | 0 | 21.848 | ‒ 5.944 | 15.904 | ‒ 7.668 | ‒ 7.521 | ‒ 7.830 | ‒ 1.788 |
Inkomensoverdrachten | 15.045 | 0 | 15.045 | 3.700 | 18.745 | 3.700 | 1.500 | 1.500 | 1.500 |
Financiële voorziening topsporters | 15.045 | 0 | 15.045 | 3.700 | 18.745 | 3.700 | 1.500 | 1.500 | 1.500 |
Opdrachten | 5.750 | 0 | 5.750 | 2.764 | 8.514 | 40 | 40 | 40 | 0 |
Sportakkoord | 5.523 | 0 | 5.523 | 2.764 | 8.287 | 40 | 40 | 40 | 0 |
Kennis en innovatie | 227 | 0 | 227 | 0 | 227 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdragen aan ZBO's/RWT's | 3.049 | 0 | 3.049 | 110 | 3.159 | ‒ 17 | ‒ 12 | ‒ 12 | ‒ 12 |
Dopingautoriteit | 3.049 | 0 | 3.049 | 110 | 3.159 | ‒ 17 | ‒ 12 | ‒ 12 | ‒ 12 |
Bijdragen aan medeoverheden | 189.535 | 213.000 | 402.535 | 1.750 | 404.285 | ‒ 12.050 | ‒ 12.050 | ‒ 2.350 | ‒ 2.350 |
Duurzame en toegankelijke sportaccommodaties | 189.535 | 213.000 | 402.535 | 1.750 | 404.285 | ‒ 12.050 | ‒ 12.050 | ‒ 2.350 | ‒ 2.350 |
Sportakkoord | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties | 3.525 | 0 | 3.525 | ‒ 3.025 | 500 | ‒ 3.025 | ‒ 3.025 | ‒ 3.025 | ‒ 3.025 |
Dopingbestrijding | 325 | 0 | 325 | 175 | 500 | 175 | 175 | 175 | 175 |
Organisaties in de Sport | 3.200 | 0 | 3.200 | ‒ 3.200 | 0 | ‒ 3.200 | ‒ 3.200 | ‒ 3.200 | ‒ 3.200 |
Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken | 86.053 | 0 | 86.053 | ‒ 87.100 | ‒ 1.047 | ‒ 87.100 | ‒ 87.100 | ‒ 86.970 | ‒ 2.350 |
Sportakkoord | 86.053 | 0 | 86.053 | ‒ 87.100 | ‒ 1.047 | ‒ 87.100 | ‒ 87.100 | ‒ 86.970 | ‒ 2.350 |
Ontvangsten | 38.740 | 0 | 38.740 | 9.100 | 47.840 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige | 38.740 | 0 | 38.740 | 9.100 | 47.840 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Toelichting
4. Sport verenigt Nederland
Subsidies
Sportakkoord
De uitvoering en verantwoording van een aantal beleidsprogramma's op het
gebied van Sport vinden via andere artikelonderdelen op de VWS-begroting
plaats. Dit betreft de Brede Regeling Combinatiefuncties, de SPUK Lokaal
Sportakkoord en de bijdrage aan VeiligheidNL (€ 15,6 miljoen). Ook
vinden er een aantal overhevelingen plaats naar het juiste instrument
(€ 9,5 miljoen). Het betreft hier in het bijzonder het uitvoeren van de
motie Heerema (versterken bonden) en het voortzetten van de aanpak
discriminatie en racisme in de sport. Daarnaast is voor de afwikkeling
van subsidies een bedrag van € 2,0 miljoen doorgeschoven naar 2023.
Vanuit andere departementen is er € 0,6 miljoen ontvangen in verband met
toevoegingen aan sportbeleid (Jeugdsportfonds en Strandbewaking).
Conform motie Heinen en de Voorjaarsnota 2023 bedragen zijn de uitgaven
€ 2,4 miljoen naar beneden bijgesteld vanwege de onderuitputting op de
VWS-begroting.
Om in 2023 een financiële bijdrage te kunnen leveren aan de organisatie van het evenement European Para Championships 2023, is binnen het evenementenbudget een bedrag van € 5,0 miljoen beschikbaar gesteld.
In 2022 was voorzien dat de subsidieregeling Topsportwedstrijden en topsportevenementen inkomstenderving kaartverkoop COVID-19 (STIK) zou worden uitgevoerd om de gemiste ticketinkomsten van topsportcompetities en -evenementen te compenseren. De notificatieprocedure bij de Europese Commissie heeft ervoor gezorgd dat de uitvoering van deze regeling van € 36 miljoen is doorgeschoven naar 2023.
Kennis en Innovatie
De uitvoering en verantwoording van een aantal beleidsprogramma's vinden
via andere artikelonderdelen van de VWS-begroting plaats. Dit betreft
het Onderzoeksprogramma Sport, Sportinnovator en RIVM (€ 4,0 miljoen).
Voor de voortzetting van de aanpak racisme en discriminatie in de Sport
is € 2,5 miljoen overgeheveld naar het instrument subsidies
Sportakkoord. Daarnaast heeft nog een beperkt aantal kleine mutaties
(0,6 miljoen) tussen de subsidie instrumenten Sportakkoord en Kennis en
Innovatie plaatsgevonden.
Bijdrage medeoverheden
Duurzame en toegankelijke sportaccommodaties
Om de vaststellingen van de SPUK-regelingen 2021 en de uitvoeringskosten
die hiervoor nodig zijn af te ronden, heeft een ophoging plaats gevonden
van € 9,1 miljoen vanuit de hogere ontvangstenraming. Daarnaast is voor
het uitvoeren van de motie Heerema inzake het versterken van bonden, een
bedrag van € 5,0 miljoen overgeheveld naar het instrument subsidies.
Conform motie Heinen en de Voorjaarsnota 2023 zijn de uitgaven
€ 2,4 miljoen naar beneden bijgesteld vanwege de onderuitputting op de
VWS-begroting.
Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken
Sportakkoord
De uitvoering en verantwoording van de Brede Regeling Combinatiefuncties
en het Lokaal Sportakkoord als onderdeel van de brede specifieke
uitkering sport en bewegen, gezondheid en sociale basis 2023 ‒ 2026,
vindt plaats via artikel 1. Dit betreft een overheveling van
€ 84,8 miljoen naar artikel 1. Conform motie Heinen en de Voorjaarsnota
2023 zijn de uitgaven € 2,4 miljoen naar beneden bijgesteld vanwege de
onderuitputting op de VWS-begroting.
Ontvangsten
De ontvangstenraming wordt verhoogd met € 9,1 miljoen en heeft betrekking op de specifieke uitkering stimulering sport (SPUK Sport). De hogere ontvangstenraming volgt uit de afrekeningen met gemeenten die een hoger bedrag aan voorschot hadden ontvangen dan de werkelijk gemaakte kosten.
3.7 Artikel 7 Oorlogsgetroffenen en Herinnering WOII
Budgettaire gevolgen van beleid
Uitgaven | 206.209 | 0 | 206.209 | 5.161 | 211.370 | 2.469 | 175 | ‒ 5.944 | ‒ 6.698 |
1. De zorg- en dienstverlening aan verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen WOII en de herinnering aan WO II | 28.693 | 0 | 28.693 | 580 | 29.273 | 3 | 18 | 0 | 0 |
Subsidies | 27.629 | 0 | 27.629 | 580 | 28.209 | 3 | 18 | 0 | 0 |
Nationaal Comité | 6.150 | 0 | 6.150 | 1.800 | 7.950 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Nationale herinneringscentra | 2.700 | 0 | 2.700 | 171 | 2.871 | 150 | 150 | 0 | 0 |
Collectieve Erkenning Indisch Nederland | 1.069 | 0 | 1.069 | 0 | 1.069 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Zorg- en dienstverlening | 6.549 | 0 | 6.549 | 0 | 6.549 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige | 11.161 | 0 | 11.161 | ‒ 1.391 | 9.770 | ‒ 147 | ‒ 132 | 0 | 0 |
Bekostiging | 400 | 0 | 400 | 0 | 400 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige | 400 | 0 | 400 | 0 | 400 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Opdrachten | 438 | 0 | 438 | 0 | 438 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige | 438 | 0 | 438 | 0 | 438 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdragen aan ZBO's/RWT's | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties | 226 | 0 | 226 | 0 | 226 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige | 226 | 0 | 226 | 0 | 226 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
2. Pensioenen en uitkeringen voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen WO II | 177.516 | 0 | 177.516 | 4.581 | 182.097 | 2.466 | 157 | ‒ 5.944 | ‒ 6.698 |
Inkomensoverdrachten | 167.753 | 0 | 167.753 | 4.581 | 172.334 | 2.466 | 157 | ‒ 5.944 | ‒ 6.698 |
Wetten en regelingen verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen | 167.753 | 0 | 167.753 | 4.581 | 172.334 | 2.466 | 157 | ‒ 5.944 | ‒ 6.698 |
Bijdragen aan ZBO's/RWT's | 9.763 | 0 | 9.763 | 0 | 9.763 | 0 | 0 | 0 | 0 |
SVB | 8.863 | 0 | 8.863 | 0 | 8.863 | 0 | 0 | 0 | 0 |
PUR | 900 | 0 | 900 | 0 | 900 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Ontvangsten | 2.901 | 0 | 2.901 | 0 | 2.901 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige | 2.901 | 0 | 2.901 | 0 | 2.901 | 0 | 0 | 0 | 0 |
2. Pensioenen en uitkeringen voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen WO II
Inkomensoverdrachten
Wetten en regelingen verzetsdeelnemers en
oorlogsgetroffenen
De tegenvaller in 2023 tot en met 2025 is ontstaan door de verhoging van
het minimumloon in 2023. De oorlogspensioenen op grond van de wetten en
regelingen Verzetsdeelnemers & Oorlogsgetroffenen zijn gekoppeld aan
het minimumloon, waardoor de SVB meer budget nodig heeft om de
uitkeringen te bekostigen.
3.8 Artikel 8 Tegemoetkoming specifieke kosten
Budgettaire gevolgen van beleid
Uitgaven | 8.321.849 | 0 | 8.321.849 | 115.600 | 8.437.449 | 87.200 | 250.700 | 330.300 | 1.093.800 |
Inkomensoverdrachten | 8.321.849 | 0 | 8.321.849 | 115.600 | 8.437.449 | 87.200 | 250.700 | 330.300 | 1.093.800 |
Zorgtoeslag | 8.253.900 | 0 | 8.253.900 | 115.600 | 8.369.500 | 87.200 | 250.700 | 330.300 | 1.093.800 |
Tegemoetkoming specifieke zorgkosten | 67.949 | 0 | 67.949 | 0 | 67.949 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Overige | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Toelichting
1. Inkomensoverdrachten
Zorgtoeslag
De uitgavenraming voor de zorgtoeslag worden in 2023 met € 115,6 miljoen verhoogd. Dit heeft ook een meerjarige doorwerking. Deze verhoging is het gevolg van de verwerking van het Centraal Economisch Plan van het CPB en uit de verwerking van de voorlopige inschatting van de premiestijging 2024, die voor één twaalfde neerslaat in december 2023.
4 Niet-beleidsartikelen
4.1 Artikel 9 Algemeen
Budgettaire gevolgen van beleid
Uitgaven | 29.254 | 0 | 29.254 | 615 | 29.869 | 873 | 1.079 | ‒ 808 | ‒ 741 |
1. Internationale samenwerking | 8.429 | 0 | 8.429 | 2.100 | 10.529 | 2.358 | 2.664 | 877 | 944 |
Opdrachten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdragen aan agentschappen | 1.175 | 0 | 1.175 | 0 | 1.175 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige | 1.175 | 0 | 1.175 | 0 | 1.175 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties | 7.254 | 0 | 7.254 | 2.100 | 9.354 | 2.358 | 2.664 | 877 | 944 |
World Health Organization | 2.693 | 0 | 2.693 | 50 | 2.743 | 0 | 0 | 0 | 0 |
EMA | 3.577 | 0 | 3.577 | 1.800 | 5.377 | 1.928 | 2.234 | 877 | 944 |
Overige | 984 | 0 | 984 | 250 | 1.234 | 430 | 430 | 0 | 0 |
2. verzameluitkering | 0 | 0 | 0 | 200 | 200 | 200 | 100 | 0 | 0 |
Bijdragen aan medeoverheden | 0 | 0 | 0 | 200 | 200 | 200 | 100 | 0 | 0 |
Overige | 0 | 0 | 0 | 200 | 200 | 200 | 100 | 0 | 0 |
3. Eigenaarsbijdrage RIVM | 15.825 | 0 | 15.825 | ‒ 1.685 | 14.140 | ‒ 1.685 | ‒ 1.685 | ‒ 1.685 | ‒ 1.685 |
Bekostiging | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdragen aan agentschappen | 15.825 | 0 | 15.825 | ‒ 1.685 | 14.140 | ‒ 1.685 | ‒ 1.685 | ‒ 1.685 | ‒ 1.685 |
Eigenaarsbijdrage RIVM | 15.825 | 0 | 15.825 | ‒ 1.685 | 14.140 | ‒ 1.685 | ‒ 1.685 | ‒ 1.685 | ‒ 1.685 |
Eigenaarsbijdrage aCBG | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Eigenaarsbijdrage CIBG | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
4. Begrotingsreserve achterborg WFZ-garanties | 5.000 | 0 | 5.000 | 0 | 5.000 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Garanties | 5.000 | 0 | 5.000 | 0 | 5.000 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige | 5.000 | 0 | 5.000 | 0 | 5.000 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 1.500 | 1.500 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige | 0 | 0 | 0 | 1.500 | 1.500 | 0 | 0 | 0 | 0 |
4.2 Artikel 10 Apparaat Kerndepartement
Apparaatsuitgaven departement Budgettaire gevolgen
Uitgaven | 556.993 | 0 | 556.993 | 68.941 | 625.934 | 65.281 | 47.358 | 38.886 | 33.225 |
Personele uitgaven | 445.859 | 0 | 445.859 | 49.697 | 495.556 | 54.497 | 36.854 | 29.978 | 24.317 |
eigen personeel | 374.203 | 0 | 374.203 | 10.326 | 384.529 | 32.787 | 21.408 | 20.597 | 16.615 |
inhuur externen | 68.787 | 0 | 68.787 | 39.371 | 108.158 | 21.710 | 15.446 | 9.381 | 7.702 |
overige personele uitgaven | 2.869 | 0 | 2.869 | 0 | 2.869 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Materiële uitgaven | 111.134 | 0 | 111.134 | 19.244 | 130.378 | 10.784 | 10.504 | 8.908 | 8.908 |
ICT | 22.673 | 0 | 22.673 | 5.903 | 28.576 | 2.250 | 2.245 | 535 | 535 |
bijdrage aan SSO's | 58.762 | 0 | 58.762 | 9.143 | 67.905 | 7.011 | 7.011 | 7.011 | 7.011 |
overige materiële uitgaven | 29.699 | 0 | 29.699 | 4.198 | 33.897 | 1.523 | 1.248 | 1.362 | 1.362 |
Ontvangsten | 8.594 | 0 | 8.594 | 2.400 | 10.994 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige | 8.594 | 0 | 8.594 | 2.400 | 10.994 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal apparaatsuitgaven Ministerie | 556.993 | 0 | 556.993 | 68.941 | 625.934 | 65.281 | 47.358 | 38.886 | 33.225 |
Personele uitgaven | 329.548 | 0 | 329.548 | 47.993 | 377.541 | 53.202 | 35.404 | 28.528 | 24.317 |
eigen personeel | 260.375 | 0 | 260.375 | 9.567 | 269.942 | 31.492 | 19.958 | 19.147 | 16.615 |
inhuur externen | 66.562 | 0 | 66.562 | 38.426 | 104.988 | 21.710 | 15.446 | 9.381 | 7.702 |
overige personele uitgaven | 2.611 | 0 | 2.611 | 0 | 2.611 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Materiële uitgaven | 79.149 | 0 | 79.149 | 17.360 | 96.509 | 10.665 | 10.385 | 8.789 | 8.789 |
ICT | 10.476 | 0 | 10.476 | 5.185 | 15.661 | 2.250 | 2.245 | 535 | 535 |
bijdrage aan SSO's | 54.413 | 0 | 54.413 | 9.143 | 63.556 | 7.011 | 7.011 | 7.011 | 7.011 |
overige materiële uitgaven | 14.260 | 0 | 14.260 | 3.032 | 17.292 | 1.404 | 1.129 | 1.243 | 1.243 |
Personele uitgaven inspecties | 90.333 | 0 | 90.333 | 1.510 | 91.843 | 1.295 | 1.450 | 1.450 | 0 |
eigen personeel | 88.964 | 0 | 88.964 | 1.510 | 90.474 | 1.295 | 1.450 | 1.450 | 0 |
inhuur externen | 1.111 | 0 | 1.111 | 0 | 1.111 | 0 | 0 | 0 | 0 |
overige personele uitgaven | 258 | 0 | 258 | 0 | 258 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Materiële uitgaven inspecties | 22.771 | 0 | 22.771 | 1.052 | 23.823 | 119 | 119 | 119 | 119 |
ICT | 8.493 | 0 | 8.493 | 933 | 9.426 | 0 | 0 | 0 | 0 |
bijdrage aan SSO's | 3.950 | 0 | 3.950 | 0 | 3.950 | 0 | 0 | 0 | 0 |
overige materiële uitgaven | 10.328 | 0 | 10.328 | 119 | 10.447 | 119 | 119 | 119 | 119 |
Personele uitgaven SCP en raden | 25.978 | 0 | 25.978 | 194 | 26.172 | 0 | 0 | 0 | 0 |
eigen personeel | 24.864 | 0 | 24.864 | ‒ 751 | 24.113 | 0 | 0 | 0 | 0 |
inhuur externen | 1.114 | 0 | 1.114 | 945 | 2.059 | 0 | 0 | 0 | 0 |
overige personele uitgaven | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Materiële uitgaven SCP en raden | 9.214 | 0 | 9.214 | 832 | 10.046 | 0 | 0 | 0 | 0 |
ICT | 3.704 | 0 | 3.704 | ‒ 215 | 3.489 | 0 | 0 | 0 | 0 |
bijdrage aan SSO's | 399 | 0 | 399 | 0 | 399 | 0 | 0 | 0 | 0 |
overige materiële uitgaven | 5.111 | 0 | 5.111 | 1.047 | 6.158 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Toelichting apparaatsuitgaven kerndepartement
Personele uitgaven kerndepartement
De personele uitgaven voor het kerndepartement worden middels deze
suppletoire begroting met per saldo € 48,0 miljoen opwaarts bijgesteld,
tot € 377,5 miljoen. Voor 2023 wordt het budget voor uitgaven voor eigen
personeel verhoogd met € 9,6 miljoen en er is een toename in uitgaven
ten behoeve van inhuur externen met € 38,4 miljoen. Voor 2024 en verder
bedraagt de stijging voor personele uitgaven kerndepartement
€ 53,2 miljoen (2024) met een aflopende stijging van € 24,3 miljoen in
2027.
Eigen personeel
Voor de uitgaven aan eigen personeel van de Programmadirectie
Medische Isotopen (PMI) wordt incidenteel € 3,4 miljoen aan het budget
toegevoegd. Voor de uitvoering van het IZA is tot en met 2026
€ 0,5 miljoen aanvullend budget noodzakelijk. Ten behoeve van de
uitvoering van Standaardisatie gegevensuitwisseling wordt voor de
komende jaren het budget verhoogd met € 1,3 miljoen (2023), oplopend
naar € 3,2 miljoen in 2027. Om het budget in overeenstemming te brengen
met de goedgekeurde formatie wordt bij een tweetal directies het budget
voor 2023 verhoogd met in totaal € 3,0 miljoen. Richting 2027 stijgt dit
door naar € 5,0 miljoen. Ten behoeve van de Werkkostenregeling stijgen
de uitgaven met € 1,4 miljoen structureel. Voor uitgaven welke
betrekking hebben op 2022, maar waar in 2023 de factuur is ontvangen en
wordt betaald, wordt voor € 1,3 miljoen een beroep op de eindejaarsmarge
gedaan. Het negatieve wisselkoerseffect euro/dollar leidt tot hogere
personele uitgaven van € 0,4 miljoen, aflopend naar € 0,2 miljoen in
2027. Er is sprake van structureel hogere uitgaven aan juridische inzet,
dit betreft zowel reguliere inzet, als corona gerelateerd, De mutatie
bedraagt in totaal structureel € 1,4 miljoen, met een incidentele oploop
naar € 3,4 miljoen in 2024 t/m 2026.
Voor de uitvoering van subsidieregelingen door DUS-I wordt voor 2023
vanuit opdrachtgevers voor € 3 miljoen aan budget voor eigen personeel
overgeheveld. Hiervan is € 1,7 miljoen afkomstig vanuit het ministerie
van OCW. Om budgetten welke vanuit de coalitieakkoord-middelen eerder
aan de begroting van VWS waren toegevoegd naar het artikelonderdeel over
te hevelen waar uiteindelijk de uitgaven op verantwoord gaan worden,
vindt een aantal correcties plaats. Hierdoor is voor 2023 tot en met
2025 sprake van een mutatie van per saldo € 5,2 miljoen naar diverse
onderdelen op artikel 1.
Vanwege de interne doorbelasting van banen in het kader van de
Banenafspraak vindt vanuit diverse directies een incidentele
overheveling plaats van € 0,6 miljoen naar het budget voor uitgaven aan
SSO's. Bij een aantal directies is voor 2023 sprake van de overheveling
van budget van eigen personeel naar inhuur externen. Dit zorgt voor een
mutatie van in totaal € 6 miljoen.
De keuze om het structureel beheer van het programma PGB2.0 de
komende jaren nog door VWS te laten uitvoeren leidt tot een meerjarige
mutatie van € 1,3 miljoen vanuit het opdrachtenbudget op artikel
3.
Er is sprake van hogere ontvangsten (€ 2,4 miljoen), die via een desaldering aan het uitgavenbudget worden toegevoegd. Het betreft hier de ontvangsten pseudopremies Eigen Risicodragerschap (ERD). Zie ook de toelichting bij de Ontvangsten.
Ten behoeve van de uitgaven voor eigen personeel voor aan
coronagerelateerde directies vindt een mutatie plaats van € 17 miljoen
(2024) en € 5,7 miljoen (2025).
Ten slotte leidt een groot aantal kleinere mutaties tot een
bijstelling van per saldo € 2,0 miljoen (2023) oplopend tot een
structurele reeks van € 4,1 miljoen.
Inhuur externen
Voor uitgaven welke betrekking hebben op 2022, maar waar in 2023 de
factuur is ontvangen en wordt betaald, wordt voor € 9,4 miljoen een
beroep op de eindejaarsmarge gedaan. De uitvoering van beleidsthema's
uit het coalitieakkoord (o.m. Standaardisatie gegevensuitwisseling)
leidt tot een meerjarige uitgavenverhoging van circa € 4,6 miljoen voor
2023 en 2024, aflopend naar € 3,2 miljoen voor 2027. Coronagerelateerde
kosten leiden per saldo tot een bijstelling met € 3,4 miljoen voor 2023
en € 5,3 miljoen in 2024. De uitgaven voor inhuur ten behoeve van
Archivering Hotspot COVID komen in 2023 € 2,2 miljoen hoger uit, voor de
begeleiding bij de aanbesteding van het nieuwe inkoopsysteem is
incidenteel € 0,5 miljoen nodig. Voor externe inhuur mb.t. Pandemische
paraatheid is er sprake van hogere uitgaven van € 1 miljoen in 2023. Dit
bedrag loopt de komende jaren op tot € 5 miljoen structureel in
2025.
De keuze om het structureel beheer van het programma PGB2.0 de
komende jaren nog door VWS te laten uitvoeren leidt voor 2023 tot een
mutatie van € 8,1 miljoen, waarvan € 7,3 miljoen vanuit het
opdrachtenbudget op artikel 3. wordt overgeheveld. Voor 2024 en 2025 is
sprake van een overheveling van € 7,7 miljoen resp. € 5,2 miljoen.
Vanuit het ministerie van OCW wordt ten behoeve van de uitvoering van
subsidieregelingen door DUS-I € 7,1 miljoen aan het budget 2023 voor
inhuur externen toegevoegd. Voor 2024 tot en met 2026 loopt deze
bijstelling af van € 2 miljoen naar € 1,1 miljoen.
Bij een aantal directies is sprake van de overheveling van budget van
eigen personeel naar inhuur externen. Dit leidt tot een eenmalige
ophoging van het budget voor inhuur externen met in totaal € 6 miljoen.
De interne overheveling van budget in het kader van de
Informatiehuishouding (IHH/POK) zorgt voor een incidentele afname van
het budget met € 3,4 miljoen (2023). Tenslotte is sprake van een aantal
kleinere mutaties welke leiden tot een meerjarige verlaging van het
budget met € 0,5 miljoen.
Materiële uitgaven kerndepartement
De materiële uitgaven voor het kerndepartement worden middels deze
suppletoire begroting met per saldo € 17,4 miljoen opwaarts bijgesteld,
tot € 96,5 miljoen. Het budget voor uitgaven voor ICT wordt
€ 5,2 miljoen verhoogd, dat ten behoeve van SSO's met € 9,1 miljoen en
op het budget voor overige materiële uitgaven is sprake van een toename
van € 3,0 miljoen.
ICT
Voor de uitvoering van regelingen door DUS-I wordt vanuit het
ministerie van OCW incidenteel € 2,6 miljoen overgeheveld. Voor de
noodzakelijke uitgaven 2023 voor corona-applicaties is € 2,6 miljoen
nodig. Voor overige corona gerelateerde uitgaven wordt het budget voor
2024 en 2025 verhoogd met € 1,5 miljoen. De interne herverdeling van de
middelen ten behoeve van de Woo aan dienstonderdelen leidt voor 2023 tot
een afname van het budget voor ICT met € 0,6 miljoen en voor 2024 en
verder tot een structurele toename van € 0,2 miljoen. Een aantal
kleinere mutaties leiden per saldo tot een toename met € 0,6 miljoen in
2023, aflopend naar € 0,3 miljoen in 2027.
Bijdrage SSO's
In verband met doorbelasting vanuit het ministerie van BZK vindt voor
2023 een overheveling plaats van € 1 miljoen, structureel bedraagt dit
€ 0,6 miljoen. Als gevolg van stijgende tarieven nemen de overheadkosten
toe, zodoende wordt het budget ten behoeve van bijdrage aan SSO's
structureel verhoogd met € 6 miljoen. Daarnaast is er ook door de
uitbreiding van het personeelsbestand sprake van structureel hogere
uitgaven aan overheadkosten (€ 0,8 miljoen). Voor uitgaven welke
betrekking hebben op 2022, maar waar in 2023 de factuur is ontvangen en
wordt betaald, wordt voor € 1,2 miljoen een beroep op de eindejaarsmarge
gedaan. In verband met de voorbereidingskosten Archivering Hotspot COVID
wordt het budget voor 2023 verhoogd met € 0,9 miljoen en structureel met
€ 0,3 miljoen. Diverse kleinere mutaties leiden tot hogere uitgaven van
€ 1,2 miljoen, waarvan € 0,5 miljoen structureel.
Overige materiële uitgaven
Voor de organisatie van het World Local Production Forum wordt het budget voor 2023 verhoogd met € 1 miljoen. De structurele doorbelasting van Prowebsites leidt tot € 0,75 miljoen hogere uitgaven. Voor de externe begeleiding en advisering m.b.t. Rividis wordt € 0,9 miljoen aan het budget toegevoegd (2023). Voor uitgaven welke betrekking hebben op 2022, maar waar in 2023 de factuur is ontvangen en wordt betaald, wordt een beroep op de eindejaarsmarge gedaan (€ 1,1 miljoen). Ten behoeve van diverse ontwikkelingen van het Financieel Dienstencentrum (FDC) vindt een incidentele overheveling van € 1 miljoen plaats naar het ministerie van SZW. Overige mutaties leiden tot een bijstelling met € 0,3 miljoen voor 2023 oplopend tot ca. € 0,5 miljoen in latere jaren.
Ontvangsten
Er is sprake van hogere ontvangsten (€ 2,4 miljoen), die via een desaldering aan het uitgavenbudget worden toegevoegd. Het betreft hier de ontvangsten pseudopremies Eigen Risicodragerschap (ERD). Zie ook de toelichting bij uitgaven voor Eigen personeel kerndepartement.
4.3 Artikel 11 Nog onverdeeld
Budgettaire gevolgen Nog onverdeeld
Verplichtingen | 25.000 | 0 | 25.000 | 326.628 | 351.628 | 357.017 | 307.649 | 288.556 | 288.561 |
Uitgaven | 25.000 | 0 | 25.000 | 333.143 | 358.143 | 315.674 | 288.099 | 293.418 | 313.935 |
Nog onverdeeld | 25.000 | 0 | 25.000 | 333.143 | 358.143 | 315.674 | 288.099 | 293.418 | 313.935 |
Loonbijstelling | 0 | 0 | 0 | 306.507 | 306.507 | 287.044 | 281.572 | 284.336 | 296.706 |
Prijsbijstelling | 25.000 | 0 | 25.000 | 16.964 | 41.964 | 35.009 | 33.051 | 28.138 | 30.080 |
Overige | 0 | 0 | 0 | 9.672 | 9.672 | ‒ 6.379 | ‒ 26.524 | ‒ 19.056 | ‒ 12.851 |
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Toelichting
Loonbijstelling
Deze mutatie betreft de toevoeging van de loonbijstelling tranche
2023.
Prijsbijstelling
Deze mutatie betreft de toevoeging van de resterende prijsbijstelling tranche 2023. Binnen deze mutatie heeft in 2023 een overboeking van € 31,6 miljoen van de VWS-begroting naar premiegefinancieerde zorguitgaven plaats gevonden. Meerjarig loopt deze overboeking op tot € 51 miljoen in 2027.
5 Agentschappen
5.1 Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM)
Baten | |||
- Omzet | 639.000 | 43.500 | 682.500 |
waarvan omzet moederdepartement | 510.000 | 31.000 | 541.000 |
waarvan omzet overige departementen | 103.000 | 1.000 | 104.000 |
waarvan omzet derden | 26.000 | 11.500 | 37.500 |
Rentebaten | ‒ | ‒ | ‒ |
Vrijval voorzieningen | ‒ | ‒ | ‒ |
Bijzondere baten | ‒ | ‒ | ‒ |
Totaal baten | 639.000 | 43.500 | 682.500 |
Lasten | |||
Apparaatskosten | 630.500 | 42.500 | 673.000 |
- Personele kosten | 252.000 | 45.000 | 297.000 |
waarvan eigen personeel | 213.000 | 14.000 | 227.000 |
waarvan inhuur externen | 25.000 | 31.500 | 56.500 |
waarvan overige personele kosten | 14.000 | ‒ 500 | 13.500 |
- Materiële kosten | 378.500 | ‒ 2.500 | 376.000 |
waarvan apparaat ICT | 35.000 | ‒ 6.000 | 29.000 |
waarvan bijdrage aan SSO's | 6.500 | 5.500 | 12.000 |
waarvan overige materiële kosten | 337.000 | ‒ 2.000 | 335.000 |
Rentelasten | ‒ | ‒ | ‒ |
Afschrijvingskosten | 8.500 | ‒ | 8.500 |
- Materieel | 8.500 | ‒ | 8.500 |
waarvan apparaat ICT | 6.300 | ‒ 800 | 5.500 |
waarvan overige materiële afschrijvingskosten | 2.200 | 300 | 2.500 |
- Immaterieel | ‒ | ‒ | ‒ |
Overige lasten | ‒ | 1.000 | 1.000 |
waarvan dotaties voorzieningen | ‒ | 1.000 | 1.000 |
waarvan bijzondere lasten | ‒ | ‒ | ‒ |
Totaal lasten | 639.000 | 43.500 | 682.500 |
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening | ‒ | ‒ | ‒ |
Agentschapsdeel Vpb-lasten | ‒ | ‒ | ‒ |
Saldo van baten en lasten | ‒ | ‒ | ‒ |
Toelichting
De mutaties hebben betrekking op de oprichting van de Landelijke Functionaliteit Infectieziektebestrijding (€ 19,5 miljoen), de verkregen additionele middelen uit de OCW Kennisbasis (€ 3,5 miljoen), de indexatie van de voorzieningen herstelkosten en de dubbele huurlasten in verband met de overgang naar De Uithof (€ 1,0 miljoen). Dit betreft een bedrag van € 21,5 miljoen voor inflatie gerelateerde onderdelen.
1. | Rekening courant RHB 1 januari + depositorekeningen | 44.225 | 211.774 | 255.999 |
Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+) | 639.000 | 43.500 | 682.500 | |
Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-) | ‒ 641.500 | ‒ 32.500 | ‒ 674.000 | |
2. | Totaal operationele kasstroom | ‒ 2.500 | 11.000 | 8.500 |
Totaal investeringen (-/-) | ‒ 15.000 | 8.700 | ‒ 6.300 | |
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) | ‒ | ‒ | ‒ | |
3. | Totaal investeringskasstroom | ‒ 15.000 | 8.700 | ‒ 6.300 |
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-) | ‒ | ‒ | ‒ | |
Eenmalige storting door moederdepartement (+) | ‒ | ‒ | ‒ | |
Aflossingen op leningen (-/-) | ‒ 1.500 | 1.500 | ‒ | |
Beroep op leenfaciliteit (+) | 15.000 | ‒ 15.000 | ‒ | |
4. | Totaal financieringskasstroom | 13.500 | ‒ 13.500 | ‒ |
5. | Rekening courant RHB 31 december (=1+2+3+4) | 40.225 | 217.974 | 258.199 |
Toelichting
De mutaties hebben betrekking op het in overeenstemming brengen van de beginstand Rijkshoofdboekhouding (RHB) per 1 januari 2023 met de stand van de RHB per 31 december 2022, het in lijn brengen van de operationele kasstroom op de mutaties in de staat van baten en lasten en een lagere verwachte omvang van de investeringen dan in de oorspronkelijk vastgestelde begroting zoals opgenomen in de agentschapsparagraaf RIVM. Er wordt in 2023 geen beroep gedaan op de leenfaciliteit.
6 Financieel Beeld Zorg
6.1 Inleiding
Het Financieel Beeld Zorg (FBZ) geeft een actueel beeld van de zorguitgaven en de ontwikkeling van het Uitgavenplafond Zorg. In deze eerste suppletoire begroting 2023 worden de budgettaire ontwikkelingen voor de jaren 2023-2027 vanaf de stand ontwerpbegroting 2023 toegelicht binnen de Zorgverzekeringswet (Zvw), de Wet langdurige zorg (Wlz) en de begrotingsgefinancierde zorguitgaven.
Het FBZ bestaat uit de volgende onderdelen:
- Paragraaf 6.1: Inleiding
Paragraaf 6.2: Ontwikkeling van de netto zorguitgaven en het Uitgavenplafond Zorg.
In deze paragraaf wordt ingegaan op de ontwikkeling van de netto zorguitgaven, de ontwikkeling van het Uitgavenplafond Zorg en de toetsing van de netto zorguitgaven aan het Uitgavenplafond Zorg.
Paragraaf 6.3: Verticale ontwikkeling van de zorguitgaven
In deze paragraaf wordt de verticale ontwikkeling van de Zvw, Wlz en begrotingsgefinancierde zorguitgaven toegelicht.
Verdieping van de zorguitgaven in deelsectoren
Het verdiepingshoofdstuk wordt integraal als open data beschikbaar gesteld op: Overzicht Datasets | Ministerie van Financiën - Rijksoverheid (rijksfinancien.nl) . Hierin worden de financiële bijstellingen per sector tussen de ontwerpbegroting 2023 en de 1e suppletoire begroting 2023 voor de jaren 2023-2027 gepresenteerd en toegelicht.
6.2 Ontwikkeling van de netto zorguitgaven en het Uitgavenplafond Zorg
In deze paragraaf wordt ingegaan op de ontwikkeling van de netto zorguitgaven, de ontwikkeling van het Uitgavenplafond Zorg en de toetsing van de netto zorguitgaven aan het Uitgavenplafond Zorg.
6.2.1 Ontwikkeling van de netto zorguitgaven
De netto zorguitgaven zijn de bruto zorguitgaven verminderd met de ontvangsten (eigen risico Zvw en eigen bijdragen Wlz).
In tabel 1 is vanaf de stand ontwerpbegroting 2023 de ontwikkeling van de netto zorguitgaven voor de jaren 2023-2027 op hoofdlijnen te zien.
1 | Netto zorguitgaven ontwerpbegroting 2023 | 89.432 | 95.011 | 99.587 | 104.969 | 109.905 |
2 | Bijstellingen | ‒ 420 | 1.781 | 2.284 | 3.182 | 4.248 |
Zorgverzekeringswet | 201 | 2.024 | 2.258 | 2.713 | 3.073 | |
Wet langdurige zorg | ‒ 270 | 493 | 717 | 1.139 | 1.595 | |
Begrotingsgefinancierd | ‒ 351 | ‒ 736 | ‒ 691 | ‒ 671 | ‒ 420 | |
3 | Netto zorguitgaven stand 1e suppletoire begroting 2023 (= 1+2) | 89.012 | 96.791 | 101.871 | 108.151 | 114.152 |
1 Door afronding kan de som der delen afwijken van het totaal. | ||||||
Bron: VWS |
Toelichting
Ten opzichte van de stand ontwerpbegroting 2023 zijn de netto zorguitgaven in 2023 neerwaarts bijgesteld met € 0,4 miljard en vanaf 2024 opwaarts bijgesteld met € 1,8 miljard oplopend tot € 4,2 miljard in 2027.
In paragraaf 6.3 wordt de ontwikkeling van de netto zorguitgaven verder toegelicht.
6.2.2 Ontwikkeling van het Uitgavenplafond Zorg
Het Uitgavenplafond Zorg is bij de start van het kabinet Rutte IV voor de periode 2022-2025 vastgesteld bij Startnota (Kamerstukken II, 35 788, nr. B). Bij de Voorjaarsnota 2022 zijn de Uitgavenplafonds herijkt en definitief vastgesteld (Kamerstukken II, 36 120, nr. 1). Gedurende deze kabinetsperiode wordt het Uitgavenplafond alleen nog aangepast voor loon- en prijsontwikkelingen, overboekingen tussen de Uitgavenplafonds en maatregelen in verband met corona.
In tabel 2 is de ontwikkeling van het Uitgavenplafond Zorg vanaf de stand ontwerpbegroting 2023 te zien.
1 | Uitgavenplafond Zorg stand ontwerpbegroting 2023 | 89.956 | 95.187 | 99.876 |
2 | Bijstellingen | ‒ 322 | 1.673 | 2.337 |
- Waarvan loon- en prijsontwikkeling | ‒ 114 | 2.007 | 2.804 | |
- Waarvan overboekingen tussen Uitgavenplafonds | ‒ 206 | ‒ 333 | ‒ 467 | |
- Waarvan maatregelen corona | ‒ 3 | |||
3 | Uitgavenplafond Zorg stand 1e suppletoire begroting 2023 (= 1+2) | 89.634 | 96.860 | 102.214 |
1 Als gevolg van afronding kan de som der delen afwijken van het totaal. | ||||
Bron: VWS |
Toelichting
Loon- en prijsontwikkeling
Het Uitgavenplafond Zorg is op basis van actuele macro-economische inzichten van het Centraal Planbureau (CPB) inzake de verwachte loon- en prijsontwikkeling in 2023 neerwaarts bijgesteld met € 0,1 miljard en vanaf 2024 opwaarts bijgesteld met € 2 miljard oplopend tot € 2,8 miljard in 2025. De neerwaartse bijstelling in 2023 met € 0,1 miljard is het gevolg van de jaarlijkse technische aanpassing van de grondslag van de loon- en prijsontwikkeling. De grondslag is nu verlegd van de stand ontwerpbegroting 2022 naar de stand ontwerpbegroting 2023. Er is sprake van een kleine neerwaartse bijstelling van de grondslag en daarmee een kleine neerwaartse bijstelling van de loon- en prijsbijstelling in 2023. De totale loon- en prijsbijstelling voor 2023 die aan de Zvw, Wlz en Wmo beschermd wonen wordt toebedeeld, komt met deze correctie uit op € 6,3 miljard.
Overboekingen tussen de Uitgavenplafonds
Het Uitgavenplafond Zorg is verlaagd met € 206 miljoen in 2023, oplopend tot € 467 miljoen in 2025, als gevolg van diverse overboekingen tussen het Uitgavenplafond Zorg en de VWS-begroting (Uitgavenplafond Rijksbegroting). Het gaat hierbij om de onderstaande overboekingen:
Overheveling op basis van IZA
Op basis van het Integraal Zorg Akkoord ( IZA) wordt vanaf 2023 € 150 miljoen structureel beschikbaar gesteld voor gemeenten om bij te dragen aan de IZA-doelstellingen. Voornemen is om deze middelen door middel van een specifieke uitkering beschikbaar te stellen aan gemeenten.
Overheveling 20-wekenecho
De Tweede Termijn Structureel Echoscopisch Onderzoek (TTSEO) ofwel de 20-wekenecho wordt momenteel bekostigd uit de Zvw. Het Zorginstituut heeft geadviseerd om deze prenatale screening zonder medische indicatie niet meer binnen het Zvw-pakket te financieren. Vanaf 1 januari 2024 wordt daarom de TTSEO aangeboden via het landelijke programma prenatale screening en bekostigd via de rijksbegroting. Daarvoor wordt vanaf het jaar 2024 een bedrag van € 27,7 miljoen structureel overgeheveld vanuit het Uitgavenplafond Zorg naar de VWS-begroting.
Transitiemiddelen scheiden wonen en zorg
Dit betreft de overheveling van € 22 miljoen in 2025 naar de VWS-begroting voor de inzet van een aanvullend deel van de transitiemiddelen scheiden wonen en zorg ten behoeve van het realiseren van geclusterde woonvormen voor ouderen. Dit is onderdeel van het programma ‘Wonen en zorg voor ouderen’ van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK).
Pandemische paraatheid/onderdeel Zorg
Dit betreft de overheveling van middelen vanuit de aanvullende post van het ministerie van Financiën (Uitgavenplafond Rijksbegroting), naar het Uitgavenplafond Zorg (€ 5,5 miljoen in 2023, € 28,7 miljoen in 2024 en € 33,1 miljoen in 2025) voor de Zvw en Wlz.
Overboekingen coalitieakkoord-maatregelen
Dit betreft de overheveling van verschillende intensiveringsmiddelen op basis van het coalitieakkoord vanuit de aanvullende post van het ministerie van Financiën (Uitgavenplafond Zorg) naar de VWS-begroting (Uitgavenplafond Rijksbegroting):
- Standaardisatie gegevensuitwisseling (€ 24,3 miljoen in 2023, € 70,1 miljoen in 2024 en € 81,4 miljoen in 2025).
- Juiste zorg op de juiste plek (transformatiemiddelen) (€ 22,7 miljoen in 2023, € 73,9 miljoen in 2024 en € 74,7 miljoen in 2025).
- Passende zorg als norm in Zvw (investeringsmiddelen) (€ 6,5 miljoen in 2023, € 36,5 miljoen in 2024 en € 84,9 miljoen in 2025).
Ramingsbijstelling Wlz
Dit betreft een neerwaartse bijstelling van de Wlz-uitgaven op de begroting die mogelijk is zonder het Wlz-kader bij te stellen. Voor 2023 en 2024 betreft dit een deel van de dekking van de intensivering op VG7 (gehandicap tenzorg). Voor 2025 en volgende jaren betreft dit een deel van de dekking voor de compensatie aan gemeenten voor de hoger dan geraamde aanzuigende werking voor het abonnementstarief.
Het restant betreft diverse kleinere overboekingen.
Maatregelen corona
Het Uitgavenplafond Zorg is in 2023 per saldo met € 2,7 miljoen verlaagd als gevolg van de onderstaande corona maateregel:
Niet geleverde pgb-zorg
Door het Zorginstituut is op basis van de rapportages van de Wlz-uitvoerders en de NZa geconstateerd dat er sprake is van lagere uitgaven van € 3,5 miljoen voor de compensatie voor niet geleverde pgb-zorg. De ontvangstenraming wordt met deze mutatie bijgesteld.
- Er is een bedrag van € 0,8 miljoen in 2023 overgeboekt vanuit de VWS-begroting naar het Uitgavenplafond Zorg ten behoeve van de zorg, welzijn en jeugdzorg op Caribisch Nederland.
6.2.3 Toetsing van de netto zorguitgaven aan het Uitgavenplafond Zorg
In deze paragraaf wordt getoetst of de verwachte netto zorguitgaven binnen het vastgestelde Uitgavenplafond Zorg blijven gedurende de huidige kabinetsperiode.
Tabel 3 laat de toetsing van de netto zorguitgaven aan het Uitgavenplafond Zorg zien voor de jaren 2022-2025.
A | Netto zorguitgaven | |||
1 | Stand ontwerpbegroting 2023 | 89.432 | 95.011 | 99.587 |
2 | Bijstellingen | ‒ 420 | 1.781 | 2.284 |
3 | Stand 1e suppletoire begroting 2023 | 89.012 | 96.791 | 101.871 |
B | Uitgavenplafond Zorg | |||
4 | Stand ontwerpbegroting 2023 | 89.956 | 95.187 | 99.876 |
5 | Bijstellingen | ‒ 322 | 1.673 | 2.337 |
6 | Stand 1e suppletoire begroting 2023 | 89.634 | 96.860 | 102.214 |
C | + Overschrijding/- Onderschrijding | |||
7 | Stand ontwerpbegroting 2023 (= 1-4) | ‒ 524 | ‒ 177 | ‒ 289 |
8 | Bijstelling bij 1e suppletoire begroting 2023 (=9-7) | ‒ 98 | 108 | ‒ 53 |
9 | Stand 1e suppletoire begroting 2023 (= 3-6 ) | ‒ 622 | ‒ 69 | ‒ 342 |
1 Als gevolg van afronding kan de som der delen afwijken van het totaal. |
Toelichting
Ten opzichte van de ontwerpbegroting 2023 is er sprake van een toename van de onderschrijding met € 98 miljoen in 2023, een afname van € 108 miljoen in 2024 en een toename van € 53 miljoen in 2025 (regel 8).
De stand van de onderschrijding van het Uitgavenplafond Zorg bij de 1e suppletoire begroting 2023 bedraagt daarmee € 622 miljoen in 2023, € 69 miljoen in 2024 en € 342 miljoen in 2025 (regel 9).
De bijstellingen van de netto zorguitgaven en het Uitgavenplafond Zorg zijn opgenomen in de paragrafen 6.2.1 (tabel 1) en 6.2.2 (tabel 2).
6.3 Verticale ontwikkeling van de zorguitgaven en -ontvangsten
De verticale toelichting geeft een cijfermatig overzicht van de budgettaire veranderingen voor de jaren 2023 tot en met 2027, sinds het opstellen van de ontwerpbegroting 2023.
De afzonderlijke posten worden toegelicht als het hiermee gepaard gaande bedrag hoger is dan € 10 miljoen.
6.3.1 Verticale ontwikkeling van de Zvw-uitgaven en -ontvangsten
Tabel 4 laat vanaf de stand ontwerpbegroting 2023 de verticale ontwikkeling van de zorguitgaven en -ontvangsten op basis van de Zvw zien. Onder de tabel is een toelichting van de verschillende mutaties opgenomen.
Bruto Zvw-uitgaven ontwerpbegroting 2023 | 58.946,5 | 61.829,8 | 64.673,3 | 67.566,1 | 70.607,8 |
Bijstellingen | |||||
Autonoom | ‒ 16,8 | 1.307,8 | 1.761,2 | 2.282,6 | 2.819,3 |
Actualisering Zvw-uitgaven (zie tabel 4A) | 54,8 | 54,8 | 54,8 | 54,8 | 54,8 |
Loon- en prijsontwikkeling | ‒ 71,6 | 1.253,1 | 1.706,4 | 2.227,8 | 2.764,6 |
Beleidsmatig | 217,7 | 737,5 | 523,0 | 461,1 | 289,0 |
Overheveling 20-wekenecho | 0,0 | ‒ 27,7 | ‒ 27,7 | ‒ 27,7 | ‒ 27,7 |
GVS-modernisering | 140,0 | 140,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
Dekking GVS: Overschot LPO genees- en hulpmiddelen | ‒ 140,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
Resterende groeiruimte Zvw | 0,0 | ‒ 88,5 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
Besparingsverlies maatregel sturing op doelmatigheid via de tarieven | 0,0 | 60,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
Paramedische herstelzorg covid | 21,0 | 50,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
MTVP (Meer Tijd Voor de Patiënt): kader huisartsen | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 2,7 | 20,1 |
MTVP (Meer Tijd Voor de Patiënt): extra huisartsen opleiden | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 30,3 | 48,9 |
Pandemische paraatheid, onderdeel Zorg | 1,0 | 17,4 | 20,6 | 16,1 | 16,1 |
Overboeking prijsbijstelling | 31,6 | 75,5 | 64,5 | 50,9 | 0,0 |
Inzet prijsbijstelling voor knelpunten | ‒ 31,6 | ‒ 75,5 | ‒ 64,5 | ‒ 50,9 | 0,0 |
IZA-transformatiemiddelen premie (coalitieakkoordmiddelen Integraal Zorgakkoord en Juiste zorg op de juiste plek) | 195,7 | 586,4 | 595,3 | 584,9 | 377,5 |
MSZ opleidingen | 0,7 | 1,1 | 1,1 | 1,1 | 0,4 |
Maatregelen buiten IZA | 0,0 | 0,0 | ‒ 65,0 | ‒ 145,0 | ‒ 145,0 |
Overig beleidsmatig | ‒ 0,7 | ‒ 1,2 | ‒ 1,3 | ‒ 1,3 | ‒ 1,3 |
Totaal bijstellingen | 200,9 | 2.045,4 | 2.284,2 | 2.743,7 | 3.108,4 |
Bruto Zvw-uitgaven 1e suppletoire begroting 2023 | 59.147,3 | 63.875,2 | 66.957,5 | 70.309,8 | 73.716,1 |
Zvw-ontvangsten ontwerpbegroting 2023 | 3.338,1 | 3.389,4 | 3.366,5 | 3.519,3 | 3.673,6 |
Bijstellingen | |||||
Autonoom | 0,0 | 21,8 | 26,1 | 30,3 | 35,3 |
Actualisering opbrengst eigen risico Zvw | 0,0 | 21,8 | 26,1 | 30,3 | 35,3 |
Totaal bijstellingen | 0,0 | 21,8 | 26,1 | 30,3 | 35,3 |
Zvw-ontvangsten 1e suppletoire begroting 2023 | 3.338,1 | 3.411,2 | 3.392,6 | 3.549,6 | 3.708,9 |
Netto Zvw-uitgaven ontwerpbegroting 2023 | 55.608,4 | 58.440,4 | 61.306,8 | 64.046,8 | 66.934,2 |
Bijstellingen in de netto Zvw-uitgaven | 200,9 | 2.023,5 | 2.258,1 | 2.713,4 | 3.073,1 |
Netto Zvw-uitgaven 1e suppletoire begroting 2023 | 55.809,3 | 60.464,0 | 63.564,9 | 66.760,2 | 70.007,2 |
1 Door afronding kan de som der delen afwijken van het totaal. | |||||
Bron: VWS, Zorginstituut Nederland en NZa. |
Toelichting
Uitgaven
Autonoom
Actualisering Zvw-uitgaven
Eerstelijnszorg | ‒ 24,6 | ‒ 24,6 | ‒ 24,6 | ‒ 24,6 | ‒ 24,6 |
Tweedelijnszorg | ‒ 50,2 | ‒ 50,2 | ‒ 50,2 | ‒ 50,2 | ‒ 50,2 |
Geneesmiddelen | 117,0 | 117,0 | 117,0 | 117,0 | 117,0 |
Ziekenvervoer | 12,6 | 12,6 | 12,6 | 12,6 | 12,6 |
Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2023 | 54,8 | 54,8 | 54,8 | 54,8 | 54,8 |
Bron: VWS, Zorginstituut Nederland en NZa. |
In tabel 4A is de post ‘Actualisering Zvw-uitgaven' uit tabel 4 naar sectoren uitgesplitst. Op basis van gegevens uit de vierde kwartaalrapportage 2022 van het Zorginstituut en informatie van de NZa zijn de Zvw-uitgaven 2020-2022 geactualiseerd. De actualisatie leidt tot een structurele doorwerking van per saldo € 55 miljoen hogere uitgaven voor de niet-IZA-sectoren. Bij de IZA-sectoren bepalen de in het IZA overeengekomen kaders de hoogte van de uitgaven onder het Uitgavenplafond Zorg; voor deze sectoren worden actualisatiecijfers daarom incidenteel verwerkt. Een toelichting per sector is te vinden in het verdiepingshoofdstuk van het Financieel Beeld Zorg (FBZ), dat als open data beschikbaar wordt gesteld.
Loon- en prijsontwikkeling
De raming van de loon- en prijsontwikkeling is voor 2024 en verder aangepast op basis van actuele macro-economische inzichten van het Centraal Planbureau (CPB). De neerwaartse bijstelling in 2023 met € 71,6 miljoen is het gevolg van de jaarlijkse technische aanpassing van de grondslag van de loon- en prijsontwikkeling. De grondslag is nu verlegd van de stand ontwerpbegroting 2022 naar de stand ontwerpbegroting 2023. Er is sprake van een kleine neerwaartse bijstelling van de grondslag en daarmee een kleine neerwaartse bijstelling van de loon- en prijsbijstelling in 2023. De totale loon- en prijsbijstelling voor 2023 die aan de Zvw wordt toebedeeld, komt met deze correctie uit op € 4,2 miljard.
Beleidsmatig
Overheveling 20-wekenecho
De Tweede Termijn Structureel Echoscopisch Onderzoek (TTSEO) ofwel de 20-wekenecho wordt momenteel bekostigd uit de Zvw. Het Zorginstituut heeft geadviseerd om deze prenatale screening zonder medische indicatie niet meer binnen het Zvw-pakket te financieren. Vanaf 1 januari 2024 wordt daarom de TTSEO aangeboden via het landelijke programma prenatale screening en bekostigd via de begroting. Daarvoor wordt vanaf het jaar 2024 een bedrag van € 27,7 miljoen structureel overgeheveld vanuit het Uitgavenplafond Zorg naar de VWS-begroting.
GVS-modernisering
Dit betreft een besparingsverlies vanwege het niet uitvoeren de maatregel modernisering geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS).
Dekking GVS: Overschot LPO genees- en hulpmiddelen
Het besparingsverlies dat ontstaat bij de maatregel modernisering GVS wordt in 2023 gedekt uit het overschot van de loon- en prijsontwikkeling genees- en hulpmiddelen.
Resterende groeiruimte Zvw
Na de verwerking van de meerjarige financiële afspraken in het Integraal Zorgakkoord (IZA) en rekening houdend met de reguliere verdeling van de groeiruimte en taakstellingen voor de niet-IZA sectoren, resteert voor 2024 incidenteel € 88,5 miljoen groeiruimte op de sector Nominaal en onverdeeld Zvw.
Besparingsverlies maatregel sturing op doelmatigheid via de tarieven
De uitwerking van de coalitieakkoord-maatregel over het verhogen van de doelmatigheid door normatieve elementen toe te voegen aan de tariefstelling in Zvw-sectoren met vaste of maximumtarieven loopt vertraging op, waardoor een besparingsverlies ontstaat van € 60 miljoen in 2024.
Paramedische herstelzorg covid
De regeling paramedische herstelzorg wordt verlengd tot 1 januari 2025, zodat ook de patiënten die sinds het najaar 2022 besmet zijn, gebruik kunnen maken van deze regeling. De Voorwaardelijke Toelating tot het Zvw-pakket van deze regeling wordt verlengd tot 1 januari 2025, tegelijkertijd wordt duiding en advies van het Zorginstituut verwacht over de effectiviteit van paramedische herstelzorg en zal het besluit worden genomen of de zorg instroomt in het basispakket per 1 januari 2025. De voorwaardelijke toelating tot 1 januari 2025 leidt tot kosten in de paramedische sectoren die worden geraamd op € 21 miljoen in 2023 en € 50 miljoen in 2024.
MTVP (Meer Tijd Voor de Patiënt): kader huisartsen/extra huisartsen opleiden
De middelen die op de aanvullende post bij het ministerie van Financiën zijn gereserveerd voor Meer Tijd Voor de Patiënt worden overgeheveld naar de Zvw om het aantal opleidingsplekken voor huisartsen stevig te vergroten. Een deel van de middelen wordt voorlopig gereserveerd op nominaal en onverdeeld Zvw. Het doel hiervan is dat er meer tijd komt in de spreekkamer van de huisarts.
Pandemische paraatheid/onderdeel Zorg
Overheveling vanaf de aanvullende post van het ministerie van Financiën van middelen voor pandemische paraatheid (onderdeel Zorg) op basis van het coalitieakkoord. Het betreft middelen:
- voor onderhoud en opslag van in ziekenhuizen aanwezige inventaris en apparatuur voor IC-opschaling boven de operationele basiscapaciteit van 1.150 IC-bedden;
- om voldoende reservecapaciteit te realiseren voor medisch vervoer om snel te kunnen opschalen tijdens een pandemie;
- voor de versterking van de regionale coördinatiestructuur door onderzoek en organisatie van regiobeelden en regioplannen in ROAZ-regio’s (Regionaal Overleg Acute Zorgketen);
- voor de versterking van de regionale coördinatiestructuur door overname van COVID-activiteiten met betrekking tot continuïteit van zorg van GGD GHOR (de brancheorganisatie van gemeentelijke gezondheidsdiensten en geneeskundige hulpverleningsorganisaties in de regio) door ROAZ en Landelijk Netwerk Acute Zorg (LNAZ).
Overboeking prijsbijstelling
Dit betreft de overheveling van middelen voor prijsbijstelling vanuit de begrotingsgefinancierde zorguitgaven.
Inzet prijsbijstelling voor knelpunten
De overgehevelde middelen voor prijsbijstelling worden intertemporeel ingezet als (onderdeel van de) dekking voor het besparingsverlies bij de maatregel sturing op doelmatigheid via de tarieven, GVS-modernisering en paramedische herstelzorg covid binnen de Zvw (zie hiervoor) en voor de EMB-regeling en VG7 (gehandicaptenzorg) binnen de Wlz (zie paragraaf 6.3.2).
IZA-transformatiemiddelen premie (coalitieakkoordmiddelen Integraal Zorgakkoord en Juiste zorg op de juiste plek)
Middelen die op de aanvullende post bij het ministerie van Financiën stonden gereserveerd voor het Integraal Zorgakkoord en Juiste zorg op de juiste plek worden naar het premiegefinancierde Uitgavenplafond zorg overgeheveld om uitvoering te geven aan het coalitieakkoord en het Integraal Zorgakkoord. IZA-partijen kunnen transformatieplannen indienen bij de marktleider zorgverzekeraar om aanspraak te maken op deze middelen. Het transformatieplan moet dan voldoen aan het beoordelingskader voor impactvolle transformaties. Bij de vaststelling van het macroprestatiebedrag 2023 is rekening gehouden met een bedrag van € 280 miljoen aan transformatiemiddelen, een deel hiervan was bij ontwerpbegroting 2023 nog niet budgettair verwerkt. Middels de mutatie ad € 196 miljoen in 2023 wordt dat alsnog gedaan.
MSZ opleidingen
Vanuit de middelen die op de aanvullende post bij het ministerie van Financiën (Uitgavenplafond Zorg) zijn gereserveerd voor het Integraal Zorgakkoord en Juiste zorg op de juiste Plek wordt budget toegevoegd aan de beschikbaarheidbijdrage medische vervolgopleidingen voor de ontwikkeling van de medisch-specialistische vervolgopleidingen.
Maatregelen buiten IZA
Het Integraal Zorgakkoord (IZA) beperkt reeds de volumegroei van de meeste Zvw-actoren. Deze taakstelling zal nader worden ingevuld met een maatregel buiten het IZA.
Overig beleidsmatig
Deze post is het saldo van kleine beleidsmatige mutaties.
Ontvangsten
Autonoom
Actualisering opbrengst eigen risico Zvw
De raming van de opbrengsten eigen risico 2024-2027 is aangepast op basis van actuele macro-economische inzichten van het Centraal Planbureau (CPB).
6.3.2 Verticale ontwikkeling van de Wlz-uitgaven en -ontvangsten
Tabel 5 laat vanaf de stand ontwerpbegroting 2023 de verticale ontwikkeling van de zorguitgaven en -ontvangsten op basis van de Wlz zien. Onder de tabel is een toelichting van de verschillende mutaties opgenomen.
Bruto Wlz-uitgaven ontwerpbegroting 2023 | 33.519,2 | 35.570,9 | 37.618,4 | 40.249,5 | 42.615,4 |
Bijstellingen | |||||
Autonoom | ‒ 27,7 | 725,4 | 1.072,1 | 1.547,3 | 2.035,0 |
Actualisering Wlz-uitgaven | ‒ 8,1 | ‒ 5,4 | ‒ 3,8 | ‒ 2,3 | ‒ 2,2 |
Loon- en prijsontwikkeling | ‒ 19,6 | 730,8 | 1.075,9 | 1.549,6 | 2.037,3 |
Beleidsmatig | ‒ 132,0 | ‒ 122,4 | ‒ 240,9 | ‒ 251,8 | ‒ 277,0 |
Transitiemiddelen scheiden wonen en zorg | 0,0 | 0,0 | ‒ 22,0 | ‒ 33,0 | 0,0 |
Overheveling IZA doelstellingen | ‒ 150,0 | ‒ 150,0 | ‒ 150,0 | ‒ 150,0 | ‒ 150,0 |
EMB-regeling | 0,0 | 5,0 | 5,0 | 5,0 | 0,0 |
VG7 (gehandicaptenzorg) | 40,0 | 40,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
Ramingsbijstelling Wlz | ‒ 27,5 | ‒ 27,5 | ‒ 55,0 | ‒ 55,0 | ‒ 55,0 |
Pandemische paraatheid/Zorg | 3,5 | 9,5 | 10,5 | 10,5 | 8,0 |
Maatregelen Wmo | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 30,0 | 30,0 |
Maatwerk PGB | 0,0 | 0,0 | ‒ 30,0 | ‒ 60,0 | ‒ 110,0 |
Overig beleidsmatig | 2,0 | 0,6 | 0,6 | 0,7 | 0,0 |
Technisch | ‒ 108,6 | ‒ 108,6 | ‒ 108,6 | ‒ 108,7 | ‒ 108,7 |
Loon- en prijsindexatie Wmo beschermd wonen | ‒ 108,6 | ‒ 108,6 | ‒ 108,6 | ‒ 108,7 | ‒ 108,7 |
Totaal bijstellingen | ‒ 268,3 | 494,4 | 722,6 | 1.186,7 | 1.649,3 |
, | |||||
Bruto Wlz-uitgaven 1e suppletoire begroting 2023 | 33.251,0 | 36.065,3 | 38.341,1 | 41.436,2 | 44.264,8 |
Wlz-ontvangsten ontwerpbegroting 2023 | 2.155,5 | 2.231,2 | 2.437,8 | 2.537,5 | 2.619,4 |
Bijstellingen | |||||
Autonoom | 1,3 | 1,4 | 5,6 | 47,3 | 54,7 |
Actualisatie eigen bijdragen Wlz | 1,3 | 1,4 | 5,6 | 47,3 | 54,7 |
Totaal bijstellingen | 1,3 | 1,4 | 5,6 | 47,3 | 54,7 |
Wlz-ontvangsten 1e suppletoire begroting 2023 | 2.156,8 | 2.232,6 | 2.443,4 | 2.584,8 | 2.674,1 |
Netto Wlz-uitgaven ontwerpbegroting 2023 | 31.363,7 | 33.339,7 | 35.180,6 | 37.712,0 | 39.996,0 |
Bijstellingen in de netto Wlz-uitgaven | ‒ 269,6 | 493,0 | 717,0 | 1.139,4 | 1.594,6 |
Netto Wlz-uitgaven 1e suppletoire begroting 2023 | 31.094,1 | 33.832,7 | 35.897,7 | 38.851,4 | 41.590,7 |
1 Door afronding kan de som der delen afwijken van het totaal. | |||||
Bron: VWS, Zorginstituut Nederland en NZa. |
Toelichting
Uitgaven
Autonoom
Actualisering Wlz-uitgaven
Op basis van de vierde kwartaalrapportage van het Zorginstituut zijn de uitgaven Wlz buiten contracteerruimte en de beheerskosten geactualiseerd. De uitgaven Wlz buiten contracteerruimte betreffen onder andere de hulpmiddelen, de tandheelkundige zorg en de beschikbaarheidbijdrage opleidingen Wlz. De ramingen zijn neerwaarts bijgesteld met in totaal € 8,1 miljoen in 2023 aflopend tot 2,2 miljoen in 2027.
Loon- en prijsontwikkeling
De raming van de loon- en prijsontwikkeling is voor 2024 en verder aangepast op basis van actuele macro-economische inzichten van het Centraal Planbureau (CPB). De neerwaartse bijstelling in 2023 met €19,6 miljoen is het gevolg van de jaarlijkse technische aanpassing van de grondslag van de loon- en prijsontwikkeling. De grondslag is nu verlegd van de stand ontwerpbegroting 2022 naar de stand ontwerpbegroting 2023. Deze wijziging kent een kleine neerwaartse bijstelling van de grondslag en daarmee een kleine neerwaartse bijstelling van de loon- en prijsbijstelling in 2023. De totale loon- en prijsbijstelling voor 2023 die aan Wlz wordt toebedeeld, komt met deze correctie uit op € 2,0 miljard.
Beleidsmatig
Transitiemiddelen scheiden wonen en zorg
Dit betreft de overheveling van in totaal € 55 miljoen (€ 22 miljoen in 2025 en € 33 miljoen in 2026) naar de VWS-begroting voor de inzet van een aanvullend deel van de transitiemiddelen scheiden wonen en zorg ten behoeve van het realiseren van geclusterde woonvormen voor ouderen. Dit is onderdeel van het programma ‘Wonen en zorg voor ouderen’ van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). Hiermee komt de totale inzet voor geclusterde woonvormen op € 312 miljoen.
Overheveling IZA doelstellingen
Vanuit het Integraal Zorgakkoord (IZA) wordt er € 150 miljoen structureel beschikbaar gesteld voor gemeenten om bij te dragen aan de IZA-doelstellingen. Het voornemen is om deze middelen door middel van een specifieke uitkering beschikbaar te stellen aan gemeenten. Om dit te realiseren zijn de benodigde middelen overgeheveld van het Uitgavenplafond Zorg naar de VWS-begroting.
EMB-regeling
Sinds 2019 is voor leerlingen die met een EMB (ernstig meervoudige beperking) staan ingeschreven in het speciaal onderwijs een tijdelijke regeling van kracht. De regeling helpt EMB-scholen om snel en effectief zorg te organiseren in de klassen met leerlingen met een EMB. De bestaande regeling wordt verlengd voor de jaren 2024 tot en met 2026 zodat er, tot een structurele oplossing is vormgegeven, een passende tijdelijke oplossing is.
VG7 (gehandicaptenzorg)
De compensatie voor geleverde VG7-zorg in de gehandicaptenzorg leidt ertoe dat in toenemende mate aanbieders terughoudend zijn met het leveren van deze zorg. Het kostprijsonderzoek van de NZa leidt niet eerder dan in 2025 tot herijkte tarieven. Om in 2023 en 2024 de compensatie voor geleverde VG7 zorg te kunnen verhogen, wordt de contracteerruimte in de Wlz met € 40 miljoen verhoogd. Hierdoor hebben zorgkantoren de ruimte om, door middel van maatwerkafspraken een lager kortingspercentage af te spreken met aanbieders, waardoor de vergoeding voor de geleverde gehandicaptenzorg hoger wordt.
Ramingsbijstelling Wlz
Dit betreft een neerwaartse bijstelling van de Wlz-uitgaven op de begroting die mogelijk is zonder het Wlz-kader bij te stellen. Voor 2023 en 2024 betreft dit een deel van de dekking van de intensivering op VG7 (gehandicaptenzorg). Voor 2025 en volgende jaren betreft dit een deel van de dekking voor de compensatie aan gemeenten voor de hoger dan geraamde aanzuigende werking voor het abonnementstarief. In het kader van het Integraal Zorgakkoord (IZA) is afgesproken dat de hoger dan geraamde aanzuigende werking van het abonnementstarief in de Wmo 2015 per 2025 door het Rijk wordt gecompenseerd. Deze compensatie betreft € 110 miljoen vanaf 2025. Hiervan wordt € 55 miljoen gedekt uit de overdekking op het Wlz-budget. Deze middelen worden overgeheveld naar het gemeentefonds.
Pandemische paraatheid/Zorg
Dit betreft de overheveling vanaf de Aanvullende post van het ministerie van Financiën van middelen voor pandemische paraatheid (onderdeel Zorg) op basis van het coalitieakkoord. Het betreft middelen:
- om een adequate RAOZ coördinatiestructuur voor langdurige zorg per ROAZ-regio in te richten;
- voor het opleiden, trainen en oefenen in de langdurige zorg ter voorbereiding op crises en rampen.
Maatregelen Wmo
Voor de uitvoering van de Wmo zijn middelen beschikbaar.
Maatwerk PGB
Pgb-houders die zelf Wlz-zorg inkopen krijgen momenteel een maximumbedrag op basis van een zorgprofiel toegekend. Het komt niet vaak voor dat cliënten het volledige ter beschikking gestelde bedrag opmaken. Deze maatregel heeft als doel het pgb-budget in de Wlz beter aan te laten sluiten op de daadwerkelijke zorgvraag van cliënten. De doelmatigheidswinst is geschat op 4% van de uitgaven en kent een ingroeiperiode vanwege het overgangsrecht van de bestaande budgethouders. De maatregel levert structureel € 110 miljoen op, inclusief € 5 miljoen uitvoeringskosten.
Overig beleidsmatig
Deze post is het saldo van kleine beleidsmatige mutaties.
Technisch
Loon- en prijsindexatie Wmo beschermd wonen
Dit betreft het overboeken van de loon- en prijsindexatie naar het budget voor beschermd wonen in het gemeentefonds.
Ontvangsten
Autonoom
Actualisatie eigen bijdragen Wlz
Dit betreft de actualisering van de opbrengst eigen bijdragen Wlz op basis van de vierde kwartaalrapportage van het Zorginstituut.
6.3.3 Verticale ontwikkeling begrotingsgefinancierde zorguitgaven
Bij de begrotingsgefinancierde zorguitgaven gaat het met name om middelen die op grond van de Wmo beschermd wonen onder het Uitgavenplafond Zorg beschikbaar zijn. Naast de Wmo beschermd wonen vallen enkele andere begrotingsgefinancierde posten onder de zorguitgaven. Tot deze categorie behoren een deel van de uitgaven voor zorgopleidingen, de uitgaven voor zorg, jeugd en welzijn in Caribisch Nederland, de subsidie(regelingen) NIPT, abortusklinieken, overgang integrale tarieven medische-specialistische zorg (MSZ) en kwaliteit, transparantie en patiëntveiligheid. Deze uitgaven worden op de begrotingsartikelen 1, 2, 3 en 4 verantwoord en toegelicht. Ten slotte zijn op de aanvullende post van het Ministerie van Financiën een aantal maatregelen uit de Startnota opgenomen, die onder de zorguitgaven vallen.
In tabel 6 wordt de ontwikkeling van de begrotingsgefinancierde zorguitgaven weergegeven. De bijstellingen voor beschermd wonen en de aanvullende post van het Ministerie van Financiën worden respectievelijk in tabel 6A en tabel 6B gespecificeerd en toegelicht.
Bruto begrotingsgefinancierde zorguitgaven ontwerpbegroting 2023 | 2.459,9 | 3.230,6 | 3.100,0 | 3.210,1 | 2.974,7 |
Bijstellingen | |||||
Beschermd wonen (gemeentefonds), zie tabel 6A | 108,6 | 108,6 | 108,6 | 108,7 | 108,7 |
Aanvullende post Financiën, zie tabel 6B | ‒ 406,5 | ‒ 794,3 | ‒ 758,8 | ‒ 777,0 | ‒ 597,2 |
Autonoom | ‒ 22,6 | 22,8 | 21,6 | 45,3 | 66,9 |
Loon- en prijsontwikkeling | ‒ 22,6 | 22,8 | 21,6 | 45,3 | 66,9 |
Beleidsmatig | ‒ 27,4 | ‒ 72,9 | ‒ 62,6 | ‒ 47,9 | 1,5 |
Zorg, jeugd en welzijn in Caribisch Nederland (Artikel 4) | 4,1 | 2,5 | 1,6 | 2,0 | 0,9 |
Zorgopleidingen (Artikel 4) | ‒ 0,5 | 0,3 | 0,5 | 1,1 | 1,1 |
Overboeking prijsbijstelling | ‒ 31,6 | ‒ 75,5 | ‒ 64,5 | ‒ 50,9 | |
Overig | 0,4 | ‒ 0,2 | ‒ 0,2 | ‒ 0,1 | ‒ 0,4 |
Totaal bijstellingen | ‒ 348,0 | ‒ 735,8 | ‒ 691,1 | ‒ 671,0 | ‒ 420,1 |
Bruto begrotingsgefinancierde zorguitgaven 1e suppletoire begroting 2023 | 2.111,9 | 2.494,8 | 2.408,8 | 2.539,2 | 2.554,5 |
Ontvangsten ontwerpbegroting 2023 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
Bijstelling ontvangsten langdurige zorg en ondersteuning (Artikel 3) | 3,5 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
Ontvangsten 1e suppletoire begroting 2023 | 3,5 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
Netto begrotingsgefinancierde zorguitgaven ontwerpbegroting 2023 | 2.459,9 | 3.230,6 | 3.100,0 | 3.210,1 | 2.974,7 |
Bijstellingen in de netto begrotingsgefinancierde zorguitgaven | ‒ 351,5 | ‒ 735,8 | ‒ 691,1 | ‒ 671,0 | ‒ 420,1 |
Netto begrotingsgefinancierde zorguitgaven 1e suppletoire begroting 2023 | 2.108,4 | 2.494,8 | 2.408,8 | 2.539,2 | 2.554,5 |
1 Als gevolg van afronding kan de som der delen afwijken van het totaal. | |||||
Bron: VWS. |
In tabel 6A wordt de ontwikkeling van de zorguitgaven Wmo beschermd wonen gepresenteerd en toegelicht.
Netto uitgaven beschermd wonen ontwerpbegroting 2023 | 1.532,9 | 1.533,4 | 1.534,0 | 1.534,6 | 1.534,6 |
Bijstellingen | |||||
Technisch | 108,6 | 108,6 | 108,6 | 108,7 | 108,7 |
Loon- en prijsindexatie Wmo beschermd wonen | 108,6 | 108,6 | 108,6 | 108,7 | 108,7 |
Totaal bijstellingen | 108,6 | 108,6 | 108,6 | 108,7 | 108,7 |
Netto uitgaven beschermd wonen 1e suppletoire begroting 2023 | 1.641,5 | 1.642,0 | 1.642,6 | 1.643,3 | 1.643,3 |
1 Als gevolg van afronding kan de som der delen afwijken van het totaal. | |||||
Bron: VWS. | |||||
Toelichting
Technisch
Loon- en prijsindexatie Wmo beschermd wonen
Dit betreft het toevoegen van de loon- en prijsindexatie 2023 op het budget voor beschermd wonen in het gemeentefonds.
In tabel 6B wordt de verticale ontwikkeling van de zorguitgaven op de aanvullende post van het Ministerie van Financiën gepresenteerd en toegelicht. De middelen maken onderdeel uit van het Uitgavenplafond Zorg. In de tabel zijn de middelen uit de Startnota opgenomen die overgeheveld zijn naar het Uitgavenplafond Zorg (Zvw en Wlz) en de VWS-begroting opgenomen en toegelicht. Daarnaast zijn er enkele overige bijstellingen in de tabel verwerkt.
Netto Zorguitgaven aanvullende post Financiën ontwerpbegroting 2023 | 411,1 | 1.122,8 | 944,3 | 1.001,2 | 776,2 |
Bijstellingen | |||||
Beleidsmatig | |||||
Overhevelingen naar het Uitgavenplafond Zorg | ‒ 196,4 | ‒ 587,5 | ‒ 596,4 | ‒ 619,0 | ‒ 446,9 |
MTVP (Meer Tijd Voor de Patiënt): extra huisartsen opleiden | 0,0 | 0,0 | 0,0 | ‒ 30,3 | ‒ 48,9 |
MTVP (Meer Tijd Voor de Patiënt): kader huisartsen | 0,0 | 0,0 | 0,0 | ‒ 2,7 | ‒ 20,1 |
Integraal Zorgakkoord (transformatiemiddelen) | ‒ 263,5 | ‒ 262,0 | ‒ 261,5 | ||
Juiste zorg op de juiste plek (transformatiemiddelen) | ‒ 195,7 | ‒ 322,9 | ‒ 333,3 | ‒ 323,4 | ‒ 377,5 |
Juiste zorg op de juiste plek (transformatiemiddelen/opleidingen medisch specialisten) | ‒ 0,7 | ‒ 1,1 | ‒ 1,1 | ‒ 1,1 | ‒ 0,4 |
Overhevelingen naar de VWS-begroting | ‒ 59,6 | ‒ 190,1 | ‒ 229,9 | ‒ 257,9 | ‒ 150,7 |
Standaardisatie gegevensuitwisseling | ‒ 24,3 | ‒ 70,1 | ‒ 81,4 | ‒ 96,6 | ‒ 32,2 |
Juiste zorg op de juiste plek (transformatiemiddelen) | ‒ 19,3 | ‒ 83,5 | ‒ 73,2 | ‒ 83,0 | ‒ 29,6 |
Passende zorg als norm in Zvw (investeringsmiddelen) | ‒ 16,0 | ‒ 36,5 | ‒ 75,4 | ‒ 75,2 | ‒ 85,8 |
Meer opleiden physician assistants/verpleegkundig specialisten | 0,0 | 0,0 | 0,0 | ‒ 3,0 | ‒ 3,0 |
Overige | ‒ 150,5 | ‒ 16,6 | 67,6 | 99,8 | 0,4 |
Kasschuif: vertraging standaardisatie gegevensuitwisseling | ‒ 135,0 | 0,0 | 67,5 | 67,5 | 0,0 |
Kasschuif: Passende zorg | ‒ 15,6 | ‒ 16,7 | 0,0 | 32,3 | 0,0 |
Loon- en prijsbijstelling | 0,0 | 0,1 | 0,1 | 0,1 | 0,4 |
Totaal bijstellingen | ‒ 406,5 | ‒ 794,3 | ‒ 758,8 | ‒ 777,0 | ‒ 597,2 |
Netto zorguitgaven aanvullende post Financiën 1e suppletoire begroting 2023 | 4,5 | 328,5 | 185,5 | 224,2 | 179,0 |
1 Als gevolg van afronding kan de som der delen afwijken van het totaal. | |||||
Bron: VWS. |
Toelichting
Beleidsmatig
Overhevelingen naar het Uitgavenplafond Zorg
MTVP (Meer Tijd Voor de Patiënt): extra huisartsen opleiden/kader huisartsen
De middelen die op de aanvullende post bij het ministerie van Financiën zijn gereserveerd voor Meer Tijd Voor de Patiënt worden overge heveld naar de Zvw om het aantal opleidingsplekken voor huisartsen stevig te vergroten en om het uitgavenkader voor huisartsenzorg te kunnen verhogen. Het doel hiervan is dat er meer tijd komt in de spreekkamer van de huisarts.
Integraal Zorgakkoord (transformatiemiddelen)
De middelen die op de aanvullende post bij het ministerie van Financiën (Uitgavenplafond Zorg) stonden gereserveerd voor het Integraal Zorgakkoord en Juiste zorg op de juiste plek worden naar het Uitgavenplafond zorg overgeheveld om uitvoering te geven aan het coalitieakkoord en het Integraal Zorgakkoord. IZA-partijen kunnen transformatieplannen indienen bij de marktleider zorgverzekeraar om aanspraak te maken op deze middelen. Het transformatieplan moet dan voldoen aan het beoordelingskader voor impactvolle transformaties. Bij de vaststelling van het macroprestatiebedrag 2023 is rekening gehouden met een bedrag van € 280 miljoen aan transformatiemiddelen, een deel hiervan was nog niet budgettair verwerkt. Middels de mutatie van € 196 miljoen in 2023 wordt dat gedaan.
Juiste zorg op de juiste plek (transformatiemiddelen)
Deze post wordt samen overgeheveld met de middelen van het Integraal Zorgakkoord, ten behoeve van dezelfde doelen.
Juiste zorg op de juiste plek (transformatiemiddelen/ opleidingen medisch specialisten)
Vanuit de middelen die op de aanvullende post bij het ministerie van Financiën zijn gereserveerd voor het Integraal Zorgakkoord en Juiste Zorg op de Juiste Plek wordt budget toegevoegd aan de beschikbaarheidbijdrage medische vervolgopleidingen voor de ontwikkeling van de medisch-specialistische vervolgopleidingen.
Overhevelingen naar de VWS-begroting
Standaardisatie gegevensuitwisseling
Middelen die op de aanvullende post bij het ministerie van Financiën zijn gereserveerd voor de standaardisatie van gegevensuitwisseling worden overgeheveld naar de VWS-begroting (Uitgavenplafond Rijksbegroting); zie de artikelsgewijze toelichting op de begrotingsartikelen.
Juiste zorg op de juiste plek (transformatiemiddelen)
Een deel van de middelen die op de aanvullende post bij het ministerie van Financiën zijn gereserveerd voor het IZA wordt uitgegeven via de VWS-begroting, omdat in een aantal gevallen financiering via VWS logischer is dan via een zorgverzekeraar. De middelen worden ingezet om randvoorwaarden te creëren voor impactvolle transformaties.
Passende zorg als norm in Zvw (investeringsmiddelen)
Een deel van de op de aanvullende post bij het ministerie van Financiën gereserveerde middelen voor passende zorg wordt overgeheveld naar de VWS-begroting om uitvoering te geven aan het coalitieakkoord. Met deze middelen worden stappen gezet met de beweging naar passende zorg door fors in te zetten op doelmatigheidsonderzoek. Daarnaast vergroten we de capaciteit van het Zorginstituut, waardoor meer duidingen van verzekerde aanspraken mogelijk worden. Ten slotte zetten we in op implementatie, zodat de kennis uit de doelmatigheidsstudies in de praktijk kan worden gebracht. Tegelijkertijd gaan we verder met het verbeteren en verbreden van de toets op het basispakket.
Meer opleiden physician assistants/verpleegkundig specialisten
Vanuit de middelen die op de aanvullende post bij het ministerie van Financiën zijn gereserveerd voor Meer Tijd Voor de Patiënt wordt budget overgeheveld naar de VWS-begroting (Uitgavenplafond Rijksbegroting) om het opleiden van physican assistants/verpleegkundig specialisten in de praktijk te stimuleren.
Overige
Kasschuif: vertraging standaardisatie gegevensuitwisseling
Met deze schuif worden de middelen in het juiste kasritme geplaatst om de doelstellingen op het gebied van standaardisatie gegevensuitwisseling te kunnen bereiken.
Kasschuif: Passende zorg
Met deze schuif worden de middelen in het juiste kasritme geplaatst om de doelstellingen op het gebied van passende zorg te kunnen bereiken.
Loon- en prijsbijstelling
Dit betreft de verwerking van de loon- en prijsbijstelling op de aanvullende post van Financiën.
In tabel 6C is de stand van de middelen op de aanvullende post van het Ministerie van Financiën opgenomen na verwerking van de overhevelingen naar het Uitgavenplafond Zorg (Zvw en Wlz), de VWS-begroting en de overige bijstellingen.
Standaardisatie gegevensuitwisseling | 0,0 | 328,4 | 185,4 | 170,7 | 167,8 |
Valpreventie bij 65-plussers | 4,5 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
Passende zorg als norm in Zvw (investeringsmiddelen) | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 53,4 | 5,5 |
Loon- en prijsbijstelling | 0,0 | 0,1 | 0,1 | 0,1 | 5,7 |
Stand aanvullende post Financiën 1e suppletoire begroting 2023 | 4,5 | 328,5 | 185,5 | 224,2 | 179,0 |
1 Door afronding kan de som der delen afwijken van het totaal. | |||||
Bron: VWS. |