[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Memorie van toelichting

Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (XIII) voor het jaar 2023 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)

Memorie van toelichting

Nummer: 2023D15946, datum: 2023-05-11, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36350-XIII-2).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 36350 XIII-2 Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (XIII) voor het jaar 2023 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota).

Onderdeel van zaak 2023Z06768:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2022‒2023
36 350XIII Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (XIII) voor het jaar 2023 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)
Nr. 2

MEMORIE VAN TOELICHTING

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikelen 1 en 2

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2023 wijzigingen aan te brengen in:

  1. de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat;
  2. de begrotingsstaat inzake de agentschappen van dit ministerie;

Vanwege de spoedeisende maatregelen zijn in de periode december 2022 tot en met 27 februari 2023 drie incidentele suppletoire begrotingen over het begrotingsjaar 2023 naar de Tweede Kamer verzonden. De behandeling van de tweede en de derde incidentele suppletoire begrotingen in de Staten-Generaal heeft nog niet plaatsgevonden. Om deze reden is de in de begrotingsstaat opgenomen stand nog niet door de beide Kamers bekrachtigd. Vanwege de snelle opeenvolging van begrotingswetsvoorstellen, om het budgetrecht van de Staten Generaal te waarborgen, bevat de kolom ‘vastgestelde begroting’ zowel de vastgestelde stand bij ontwerpbegroting als de mutaties die bij incidentele suppletoire begrotingen zijn opgenomen.

De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

Mede namens de Minister voor Klimaat en Energie,

De Minister van Economische Zaken en Klimaat,

M.A.M.Adriaansens

B. BEGROTINGSTOELICHTING

1 Leeswijzer

Opbouw 1e suppletoire begroting 2023

Deze 1e suppletoire begroting geeft een geactualiseerd beeld van de begrotingsuitvoering 2023. Onderdeel B, de begrotingstoelichting, is als volgt opgebouwd:

  1. Leeswijzer met onder andere een overzicht van de coronamaatregelen die op de begroting van het Ministerie van EZK zijn opgenomen.
  2. Overzicht belangrijkste suppletoire uitgaven- en ontvangstenmutaties. De belangrijkste verplichtingenmutaties zijn toegelicht in de artikelen.
  3. De beleidsartikelen. Voor ieder beleidsartikel is de tabel “Budgettaire gevolgen van beleid” opgenomen. Hierin zijn de begrotingsmutaties voor de verplichtingen, uitgaven en ontvangsten weergegeven.
  4. De niet-beleidsartikelen. In de budgettaire tabellen zijn de begrotingsmutaties voor de verplichtingen, uitgaven en ontvangsten opgenomen.
  5. De agentschappen. In deze 1e suppletoire begroting zijn de aanpassingen in de agentschapsparagrafen van de Nederlandse Emissieautoriteit (NEa) en de Rijksinspectie Digitale Infrastructuur (RDI) opgenomen.

Ondergrenzen toelichtingen

Voor het toelichten van de begrotingsmutaties zijn in deze eerste suppletoire begroting de ondergrenzen gehanteerd zoals opgenomen in de onderstaande tabel.

< 50 1 2
=> 50 en < 200 2 4
=> 200 < 1000 5 10
=> 1000 10 20

In sommige gevallen, waar politiek relevant, worden ook posten toegelicht beneden deze ondergrenzen.

Overzicht coronamaatregelen

Hieronder een overzicht van de coronamaatregelen met daarin de coronagerelateerde uitgaven vanuit de begroting van het Ministerie van EZK. Een uitgebreid overzicht is te vinden op Overheidsfinancien in coronatijd op Rijksfinancien.nl. 

2 Tegemoetkoming vaste lasten (TVL) 143 293 200 Kamerstuk 35 420, nr. 38, Kamerstuk 35 420, nr. 42, Kamerstuk 35 420, nr. 81, Kamerstuk 35 420, nr. 105, Kamerstuk 35 420, nr. 214, Kamerstuk 35 420, nr. 217, Kamerstuk 35 420, nr. 226, Kamerstuk 35 420, nr. 237, Kamerstuk 35 420, nr. 247, Kamerstuk 35 420, nr. 248, Kamerstuk 35 420, nr. 270, Kamerstuk 35 420, nr. 314, Kamerstuk 35 420, nr. 273, Kamerstuk 35 420, nr. 458, Kamerstuk 35 420, nr. 462, Kamerstuk 35 420, nr 466, Kamerstuk 35 420, nr. 479
2 Tegemoetkoming vaste lasten starters 2 4 Kamerstuk 35 420, nr. 217, Kamerstuk 35 420, nr. 479
2 Herstructurering winkelgebieden en binnensteden 39 10 Kamerstuk 31 757, nr. 105
2 Subsidieregeling R&D mobiliteitssectoren 34 Kamerstuk 35 420, nr. 248
2 Tijdelijke regeling subsidie evenementen COVID-19 (TRSEC) 10 10 Kamerstuk 35 420, nr. 217, Kamerstuk 35 420, nr. 354
2 Aanvullende tegemoetkoming evenementen 1 1 Kamerstuk 35 420, nr 454, Kamerstuk 35 420, nr 462
2 Voucherkredietfaciliteit/Leningsfaciliteiten reissector 43 Kamerstuk 35 420, nr. 72, Kamerstuk 35 420, nr. 105, Kamerstuk 35 420, nr. 252
2 Qredits 100 Kamerstuk 35 420, nr. 2, Kamerstuk 35 420, nr. 16, Kamerstuk 35 420, nr. 105, Kamerstuk 35 420, nr. 217, Kamerstuk 35 420, nr. 277
2 Garantie ondernemersfinanciering (GO-Corona) 50 Kamerstuk 35 420, nr. 2, Kamerstuk 35 420, nr. 16, Kamerstuk 35 420, nr. 462
2 Bijdrage RVO.nl 18 18 Kamerstuk 35 420, nr. 2, Kamerstuk 35 420, nr. 38, Kamerstuk 35 420, nr. 105, Kamerstuk 35 420, nr. 217, Kamerstuk 35 420, nr. 248
3 Corona Overbruggingslening (COL) 27 Kamerstuk 35 420, nr. 16, Kamerstuk 35 420, nr. 38, Kamerstuk 35 420, nr. 42
3 Dutch Future Fund 11 Kamerstuk 33 009, nr. 96
3 Deep Tech Fund 60 Kamerstuk 33 009, nr. 96
3 Fonds Alternatieve Financiering (Dutch Alternative Credit Instrument) 22 Kamerstuk 33 009, nr. 96
Totaal 212 612 270

2 Beleid

2.1 Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties

Belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2023

Vastgestelde begroting 2023 na ISB's 27.720.459 14.327.488 12.496.422 11.737.794 11.137.290
Belangrijkste suppletoire mutaties
Tegemoetkoming Energiekosten (TEK) 2 ‒ 900.000 ‒ 300.000
Brexit Adjustment Reserve (BAR) 2 ‒ 191.411
SDE 4 ‒ 365.000 ‒ 379.000
SDE+ 4 ‒ 1.495.230 ‒ 2.669.146 ‒ 681.142 21.193 31.052
SDE++ 4 62.375 ‒ 26.426 ‒ 44.044 ‒ 66.066
Opschalingsinstrument waterstof 4 ‒ 191.320 ‒ 57.160 ‒ 44.160 17.840 82.000
IPCEI waterstof 4 64.038 24.815 ‒ 2.284 ‒ 118.729 16.515
Tijdelijk prijsplafond energie kleinverbruikers 2023 4 ‒ 6.118.735
Tegemoetkoming blokaansluitingen 4 861.300
Subsidieregelingen bestuurlijke afspraken 5 124.933
Schadeafhandeling 5 39.283 ‒ 13.524 87.353 98.476 239.122
Versterkingsoperatie 5 231.527 51.049 128.782 9.656 ‒ 111.275
Vergoeding Norg akkoord 5 ‒ 1.336.929 24.342
Nationaal Programma Groningen 5 84.749
Clustering en gebiedsfonds (bestuurlijke afspraken) 5 135.922
Loon- en prijsbijstelling 41 222.701 211.009 213.574 194320 191.688
Beschermingsfonds economische veiligheid 41 100.000 100.000
Overige mutaties 287.821 ‒ 18.560 ‒ 8.018 116.101 141.833
Stand 1e suppletoire begroting 2023 19.336.483 11.301.313 12.164.101 12.032.607 11.662.159

Toelichting

Tegemoetkoming Energiekosten (TEK)

Naar aanleiding van de CPB-raming (CEP) wordt met deze mutatie de TEK-budget naar beneden bijgesteld. De verwachte prijsontwikkelingen leiden tot lagere benodigde uitgaven voor compensatie van de energieprijs. Daarnaast betreft het een reguliere herziening van de uitvoeringskosten van RVO in lijn met de hoeveelheid verwachte aanvragen.

Brexit Adjustment Reserve (BAR)

De BAR betreft EU-middelen voor ondersteuning van bedrijven die negatieve gevolgen ondervinden van de Brexit. Door tegenvallende interesse in de BAR-regeling (m.n. het bedrijfslevenspoor) is er aanzienlijke onderuitputting op het verplichtingen- en kasbudget. Deze in 2022 niet-bestede middelen worden overgeheveld naar 2023. Het per saldo overschot aan middelen (€ 280 mln, zie daarvoor ook tabel belangrijkste ontvangstenmutaties) wordt overgeheveld naar het programma REPowerEU. Zie ook de brief «Nationaal Hervormingsprogramma 2023 en overheveling middelen Brexit Adjustment Reserve» (Kamerstuk 35 393, nr. 50).

SDE

De sterk gestegen energieprijzen hebben ertoe geleid dat er de komende jaren vrijewel geen subsidievoorschotten zullen worden verstrekt op de SDE, SDE+ en de SDE++regelingen. Hierdoor ontstaat er veel ruimte binnen de SDE-middelen. Deze wordt voor in totaal € 744 mln (waarvan € 365 mln in 2023) ingezet ter dekking van de kosten van de energiemaatregelen die het kabinet genomen heeft (onder andere het prijsplafond).

SDE+

Ook op de SDE+middelen is door de gestegen energieprijzen ruimte ontstaan. Deze middelen worden daarom over de periode 2023-2025 met in totaal € 4,8 mld verlaagd, waarvan € 1,5 mld betrekking heeft op 2023. Een deel van de verlaging (€ 4,3 mld, waarvan € 0,9 mld in 2023) wordt ingezet ter dekking van de kosten van de energiemaatregelen. € 500 mln wordt in 2023 overgeheveld naar het ministerie van Financiën om de kapitaalversterking van Stedin te financieren (Kamerstuk 32813, nr. 1147). Ook wordt in 2023 € 62,4 mln aan het SDE++budget toegevoegd ter dekking van het tekort op de financiering van de statistische overdracht aan Denemarken. Tenslotte wordt in totaal € 127 mln aan opbrengsten van de tenders Wind op Zee aan het budget toegevoegd.

SDE++

Het SDE++budget 2023 wordt met € 62,4 mln opgehoogd vanuit de SDE+middelen ter dekking van het tekort op de financiering van de statistische overdracht aan Denemarken.

Opschalingsinstrument waterstof

Op de middelen voor realisatie van de waterstofbackbone door GasUnie wordt een kasschuif doorgevoerd van 2023, 2024 en 2025 naar latere jaren, dit om de beschikbare middelen in lijn te brengen met de verwachte bevoorschotting aan GasUnie op basis van de ingediende subsidieaanvraag, het uitrolplan en daarbij geleverde meerjarenbegroting.

IPCEI waterstof

De in 2022 aan de EZK-begroting toegevoegde Klimaatfondsmiddelen voor de Important Projects of Common European Interest op het gebied van waterstof (IPCEI Waterstof) zijn voor een groot deel onbesteed gebleven. Via de eindejaarsmarge die voor het Klimaatfonds geldt worden deze onbesteed gebleven middelen nu toegevoegd aan de begroting 2023.

Tijdelijke prijsplafond energie kleinverbruikers 2023

Omdat de energieprijzen sinds het begin van 2023 een sterk dalende trend vertonen, is de verwachting dat de kosten gemoeid met het prijsplafond energie voor kleinverbruikers in 2023 sterk zullen dalen. Daarom wordt het (kas)budget met een bedrag van € 6.119 mln naar beneden bijgesteld.

Tegemoetkoming blokaansluitingen

Voor de tegemoetkoming aan circa 700.000 huishoudens met een blokaansluiting (huurders van woningbouwcorporaties of particuliere verhuurders, eigenaar-bewoners in een Vereniging van Eigenaren (VvE), cliënten van woonzorginitiatieven, studenten) is er € 861,3 mln aan de EZK-begroting toegevoegd.

Subsidieregelingen bestuurlijke afspraken

In het kader van de bestuurlijke afspraken uit 2020 zijn een aantal subsidie regelingen geïntroduceerd. Middelen die in 2022 niet tot besteding zijn gekomen (ca. € 125 mln) worden toegevoegd aan de begroting voor 2023.

Schadeafhandeling

De raming van de schadeafhandeling wordt ieder jaar geactualiseerd. Naar aanleiding daarvan wordt het in de EZK-begroting opgenomen bedrag voor de vergoedingen voor fysieke schade, immateriële schade en waardedaling en de uitvoeringskosten van het IMG bijgesteld.

Versterkingsoperatie

Ieder jaar wordt bij Voorjaarsnota de raming van de versterkingsoperatie geactualiseerd. Naar aanleiding van deze actualisatie worden de geraamde uitgaven en ontvangsten voor de gehele periode tot en met 2028 aangepast.

Vergoeding Norg akkoord

Conform de afspraken in het Norg akkoord betaalt de Staat een vergoeding aan NAM. De berekeningswijze van de vergoeding is vastgesteld in arbitrage, de hoogte van de vergoeding is afhankelijk van de gasprijs. Over de vergoeding moet btw worden betaald (Kamerstuk 33 529, nr. 997). De geraamde uitgaven voor het Norg akkoord worden bijgesteld als gevolg van de ontwikkeling van de gasprijs.

Nationaal Programma Groningen

Met het Nationaal Programma Groningen (NPG) wordt geïnvesteerd in de leefbaarheid, economische ontwikkeling en energietransitie in Groningen. Het NPG is een samenwerkingsverband van het Rijk, de provincie en gemeenten. In 2022 is € 84,7 mln van de beschikbare middelen niet tot besteding gekomen. Deze middelen worden toegevoegd aan de EZK-begroting voor 2023.

Clustering en gebiedsfonds (bestuurlijke afspraken)

In het kader van de bestuurlijke afspraken uit 2020 worden uitkeringen gedaan aan medeoverheden voor clustering en het gebiedsfonds (blokken B en D uit de bestuurlijke afspraken). Middelen die in 2022 niet tot besteding zijn gekomen, worden voor 2023 toegevoegd aan de EZK begroting.

Loon- en prijsbijstelling

Bij Voorjaarsnota 2023 is loon- en prijsbijstellingstranche 2023 voor EZK uitgedeeld. De loonbijstelling betreft de vergoeding voor de stijging van de contractloonontwikkeling en de stijging van de sociale lasten en pensioenpremies voor de overheidswerkgevers. De prijsbijstelling betreft de verwerking van de stijging van de diverse prijsindexen.

Beschermingsfonds economische veiligheid

Dit betreft een reservering van € 100 mln voor de nadere uitwerking van het Beschermingsfonds Economische Veiligheid, met Invest-NL als beoogd uitvoerder. Het fonds wordt bekostigd door een deel van de loon- en prijsbijstelling van het Nationaal Groeifonds. De Kamer wordt geïnformeerd over de uitwerking van het fonds. Na positieve besluitvorming hierover worden de middelen overgeheveld naar het juiste instrument op de begroting. Zie ook de bijbehorende toelichting op artikel 41.

Belangrijkste suppletoire ontvangstenmutaties 2023

Vastgestelde begroting 2023 na ISB's 17.086.825 8.714.385 4.980.990 4.017.508 3.857.568
Belangrijkste suppletoire mutaties
Tegemoetkoming Energiekosten (TEK) 2 150.000
Brexit Adjustment Reserve (BAR) 2 ‒ 215.000 ‒ 65.000
ETS-ontvangsten 4 150.000 250.000 350.000 250.000
Ontvangsten WOZ (elektriciteit) 4 63.500
Heffing gasleveringszekerheid 4 130.000 130.000 130.000
Ontvangsten NAM fysieke schade 5 ‒ 97.203 ‒ 53.429 ‒ 23.092 108.361 208.438
Ontvangsten NAM uitvoeringskosten schade 5 3.916 16.682 44.449 73.054 64.060
Dividenduitkering EBN 5 ‒ 2.774.500 ‒ 1.085.500 711.000 575.000 350.000
Ontvangsten Mijnbouwwet 5 ‒ 2.233.000 ‒ 859.000 573.000 205.000 45.000
Overige mutaties 51.160 ‒ 151.268 202.011 151.824 82.705
Stand 1e suppletoire begroting 2023 11.885.698 6.881.870 6.803.358 5.610.747 4.987.771

Toelichting

Tegemoetkoming Energiekosten (TEK)

Naar aanleiding van de CPB-raming (CEP) wordt met deze mutatie de TEK-budget naar beneden bijgesteld. De geraamde ontvangsten bestaan uit de terugvordering van naar verwachting teveel bevoorschotte compensatie.

Brexit Adjustment Reserve (BAR)

De BAR betreft EU-middelen voor ondersteuning van bedrijven die negatieve gevolgen ondervinden van de Brexit. Door tegenvallende interesse in de BAR-regeling (m.n. het bedrijfslevenspoor) is er aanzienlijke onderuitputting op het verplichtingen- en kasbudget. Daardoor zullen eerder geraamde EU-middelen niet ontvangen worden. Het per saldo overschot aan middelen (€280 mln) wordt overgeheveld naar het programma REPowerEU. Zie de brief «Nationaal Hervormingsprogramma 2023 en overheveling middelen Brexit Adjustment Reserve» (Kamerstuk 35 393, nr. 50).

ETS-ontvangsten

Door de fluctuaties in prijzen voor emissierechten wordt de raming van de ETS-ontvangsten vanaf 2024 opgehoogd.

Ontvangsten WOZ

Nadat in 2022 al een ontvangst van € 63,5 mln was gerealiseerd als tender opbrengst voor kavel 7 van het windpark Hollandse Kust (West) wordt in 2023 opnieuw € 63,5 aan tenderpobrengsten verwacht, dit keer voor kavel 6 van van Hollandse Kust (West). De totale opbrengst van € 127 mln wordt aan het SDE+budget toegevoegd.

Heffing gasleveringszekerheid

De kosten die zijn gemaakt voor het vullen van de gasopslagen worden gedragen door de baathebbenden, in dit geval de gebruikers van het gastransportnet. Hiervoor wordt gewerkt aan een heffing op geboekte capaciteit voor transport via het landelijk gastransportnet van GTS. Om de heffing gelijk te stellen aan de totale maximale kosten van het vullen van de berging wordt deze reeks opgehoogd met € 130 mln per jaar. Voor de vulopdracht aan EBN en de subsidie aan marktpartijen voor het gasjaar 2023/2024 is tezamen € 760,5 mln begroot.

Ontvangsten NAM fysieke schade

De uitgaven voor de schadeafhandeling worden via een heffing bij NAM in rekening gebracht. Als gevolg van de bijstelling van de uitgaven voor fysieke schade worden ook de ontvangsten van NAM bijgesteld.

Ontvangsten NAM uitvoeringskosten schade

De uitgaven voor uitvoeringskosten van de schadeafhandeling worden via een heffing bij NAM in rekening gebracht. Als gevolg van de bijstelling van de uitgaven worden ook de ontvangsten van NAM bijgesteld.

Dividenduitkering EBN

De geraamde ontvangsten aan Dividenduitkering EBN worden bijgesteld naar aanleiding van de ontwikkelingen in de gasprijs.

Ontvangsten Mijnbouwwet

De geraamde ontvangsten op basis van de Mijnbouwwet worden bijgesteld naar aanleiding van de ontwikkelingen in de gasprijs.

Ombuigingsmaatregelen op EZK-instrumentarium (hoofdstuk XIII)

Ombuigen BMKB-uitgaven 2 1.980 3.300 4.950
Ombuigen bijdrage aan NBTC 2 300 0 750
Ombuigen PPS-toeslag 2 900 1.500 2.250
Ombuigen TO2 (bijdrage TNO) 2 600 1.000 1.500
Ombuigen SDE ++ 4 26.426 44.044 66.066
Ombuigen ICT-ontwikkelbudget 40 2.040 3.400 5.100
Ontvangsten
Ophogen ontvangstraming High Trust 1 1.350 2.250 3.375
Ophogen ontvangstraming Rijksoctrooiwet 2 2.100 3.500 5.250
Ophogen ontvangstraming Innovatiekrediet 3 900 1.500 2.250
Subtotaal 0 0 36.596 60.494 91.491

Toelichting

Ombuigingsmaatregelen EZK-instrumentarium

Als bijdrage in de structurele rijksbrede dekkingsopgave zijn op diverse uitgaven van de EZK-begroting kortingen doorgevoerd en zijn enkele ontvangstenramingen verhoogd. De bijdrage vanuit de EZK-begroting bedraagt ruim € 120 mln p.j. vanaf 2028 en is in tabel 5 gespecificeerd. Daarnaast is ten behoeve van de rijksbrede dekkingsopgave gekort op de loon- en prijsbijstelling voor het Nationaal Groeifonds en op de loon- en prijsbijstelling voor de middelen die op de Aanvullende Post geraamd zijn voor het op Prinsjesdag in te stellen Klimaatfonds. Het gaat daarbij om een bedrag van € 43 mln in 2023, oplopend tot € 257 mln in 2027. Na 2028 loopt deze korting op de loon- en prijsbijstelling af tot nihil in 2033 omdat de middelen voor het Nationaal Groeifonds en het Klimaatfonds niet structureel zijn. Een korting op loon- en prijsbijstelling impliceert dat de beschikbare middelen nominaal in stand blijven, maar niet (volledig) gecompenseerd worden voor inflatie.

3 Beleidsartikelen

3.1 Beleidsartikel 1 Goed functionerende economie en markten

Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 304.412 0 304.412 72.160 376.572 36.317 36.834 ‒ 966 1.683
Uitgaven 340.794 0 340.794 ‒ 12.010 328.784 ‒ 19.144 ‒ 4.625 10.254 46.887
Subsidies (regelingen) 66.272 0 66.272 ‒ 16.240 50.032 ‒ 23.411 ‒ 6.859 7.720 45.204
Cyber security 534 534 534
Subsidiemaatregel telecom Caribisch Nederland 3.500 3.500 3.500
EU-cofinanciering Digital Europe 26.800 26.800 ‒ 1.773 25.027
Beter aanbesteden 0 306 306
NGF - project AiNed 29.800 29.800 ‒ 14.773 15.027 ‒ 23.411 ‒ 6.859 7.720 45.204
NGF - project Nationaal Onderwijslab 5.638 5.638 5.638
Opdrachten 32.898 0 32.898 ‒ 6.097 26.801 0 0 0 0
Onderzoek&opdrachten 2.280 2.280 819 3.099 1.382 1.292 1.353 1.353
Beleidsvoorbereiding en evaluaties Veiligheid en Frequenties 5.681 5.681 ‒ 2.021 3.660 ‒ 1.382 ‒ 1.292 ‒ 1.353 ‒ 1.353
Digital trust centre 3.941 3.941 ‒ 141 3.800
Cyber security 8.823 8.823 ‒ 1.220 7.603
ICT beleid 7.593 7.593 ‒ 2.029 5.564
CSIRT - DSP 1.040 1.040 1.040
Nationaal Groeifonds 2007 2.007 2.007
Vervolgprogramma beter aanbesteden 1.533 1.533 ‒ 1.505 28
Bijdrage aan agentschappen 54.734 0 54.734 7.345 62.079 164 164 0 0
Bijdrage RVO.nl 13.332 13.332 7.345 20.677 164 164
Bijdrage RDI 41.402 41.402 41.402
Bijdrage aan ZBO's/RWT's 182.702 0 182.702 2.546 185.248 4.103 2.070 2.534 1.683
Bijdrage Metrologie 11.565 11.565 11.565
Raad voor de Accreditatie 1.060 1.060 330 1.390 70
Bijdrage ACM 802 802 802
Bijdrage aan het CBS 169.275 169.275 2.216 171.491 4.033 2.070 2.534 1.683
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 4.188 0 4.188 436 4.624 0 0 0 0
Bijdrage Nederlands Normalisatie Instituut 1.239 1.239 1.239
Bijdrage aan internationale organisaties 2.949 2.949 436 3.385
Ontvangsten 31.934 0 31.934 10.000 41.934 10.000 11.350 12.250 13.375
Ontvangsten ACM 162 162 162
Ontvangsten High Trust 30.200 30.200 10.000 40.200 10.000 11.350 12.250 13.375
Diverse ontvangsten 1.572 1.572 1.572
Verplichtingen 304.412 0 304.412 72.160 376.572 36.317 36.834 ‒ 966 1.683
waarvan garantieverplichtingen
waarvan overige verplichtingen 304.412 304.412 72.160 376.572 36.317 36.834 ‒ 966 1.683

Budgetflexibiliteit

Het percentage juridisch verplicht en bestuurlijk gebonden is 99%. Dit is ongeveer 1% hoger dan bij de ontwerpbegroting 2022. Dit heeft te maken met reeds aangegane verplichtingen bij onder andere de onderzoeksbudgetten.

Toelichting

Verplichtingen

De verhoging van het verplichtingbudget met € 72,2 mln wordt voornamelijk veroorzaakt door een verplichtingenschuif van € 10,5 mln bij de subsidiemaatregel Telecom Caribisch Nederland. In 2023 wordt de verplichting voor deze subsidie meerjarig aangegaan. Verder is de eindejaarsmarge voor NGF-project AiNed van in totaal € 131,9 mln opgevraagd waarvan € 58,3 mln wordt ingezet in 2023. Dit komt doordat het verplichtingenbudget van AiNed volledig op 2022 stond terwijl de verplichtingen over verschillende jaren aangegaan wordt.

Uitgaven

Subsidies

NGF-project AiNed
Bij het NGF-project AiNed is er sprake van een kasschuif waarbij het budget in 2023 met € 14,7 mln wordt verlaagd. De uitgaven voor dit project worden met name in latere jaren (t/m 2027) verwacht.

Bijdrage Baten-Lastendiensten

Bijdrage RVO.nl

Voor de opdracht aan RVO voor het jaar 2023 heeft er een overheveling van middelen plaatsgevonden voor onder meer de uitvoering van de subsidieregeling van het Nationaal Groeifonds, het EU-programma Digital Europe en de subsidieregeling Beter aanbesteden.

Ontvangsten

Ontvangsten High Trust

Op basis van een oplopende trend van de High Trust boete-ontvangsten wordt de raming met € 10 mln verhoogd.

3.2 Beleidsartikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei

Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 3.876.152 1.856.794 5.732.946 ‒ 68.429 5.664.517 ‒ 270.859 ‒ 6.983 16.052 ‒ 78.242
Uitgaven 2.708.363 1.714.398 4.422.761 ‒ 1.073.486 3.349.275 ‒ 135.483 ‒ 1.649 33.487 ‒ 4.435
Subsidies (regelingen) 1.449.653 1.676.273 3.125.926 ‒ 1.153.663 1.972.263 ‒ 183.349 ‒ 52.775 7.291 ‒ 11.765
MKB-Innovatiestimulering Topsectoren (MIT) 22.251 22.251 ‒ 17.282 4.969 ‒ 9.868 ‒ 9.868
Eurostars 21.252 21.252 21.252
Bevorderen ondernemerschap 21.401 ‒ 575 20.826 ‒ 5.880 14.946 ‒ 168 ‒ 835 ‒ 721 ‒ 721
Cofinanciering EFRO 26.477 26.477 26.477
Bijdrage aan ROM's 9.870 9.870 9.870
Verduurzaming industrie 66.609 66.609 ‒ 7.704 58.905 ‒ 12.602 ‒ 5.685 ‒ 5.368 ‒ 1.775
Startup beleid 13.333 13.333 ‒ 753 12.580 6.350 4.900 2.100
Urgendamaatregelen Industrie 11.700 11.700 ‒ 6.500 5.200 ‒ 800
Invest-Nl 11.090 11.090 11.090
Tegemoetkoming vaste lasten 300.000 300.000 ‒ 8.880 291.120
Europees Defensie Fonds cofinanciering 10.620 10.620 ‒ 345 10.275
Tegemoetkoming vaste lasten Startersregeling 0 4.000 4.000
Infrastructuur duurzame industrie (PIDI) 0 1.200 1.200
Herstructurering winkelgebieden 24.800 24.800 ‒ 8.762 16.038 ‒ 3.500 ‒ 4.000 ‒ 14.200 11.100
R&D mobiliteitssectoren 37.500 37.500 ‒ 3.652 33.848 ‒ 4.400 15.400 ‒ 2.300
SEG 0 9.592 9.592
NGF - project Groenvermogen van de Nederlandse economie 268.179 268.179 48.214 316.393 68.737 ‒ 225 ‒ 439
NGF - project Health-RI 12.000 12.000 12.000 12.000 11.000 11.000 8.000
NGF - project RegMed XB 9.783 9.783 ‒ 2.672 7.111 4.015 4.016
NGF - project QuantumDeltaNL 80.900 80.900 24.607 105.507 20.518 ‒ 25.387 20.072 ‒ 17.865
NGF - project Oncode-PACT 60.000 60.000 5.926 65.926 ‒ 37 ‒ 125
NGF - project Circulaire Plastics 48.970 48.970 30.320 79.290 ‒ 11.990 1.170 ‒ 15.000 ‒ 5.000
NGF - project NXTGEN HIGH TECH 150.000 150.000 ‒ 7.452 142.548 ‒ 9.780 ‒ 8.289 ‒ 6.853 ‒ 5.504
NGF - project PhotonDelta 84.948 84.948 ‒ 9.829 75.119 ‒ 17.824 ‒ 34.847
NGF - project Opschaling PPS beroepsonderwijs 42.900 42.900 ‒ 1.400 41.500
IPCEI Cloudinfrastructuur en services 29.951 29.951 ‒ 19.568 10.383 19.000
IPCEI Micro elektronica 79.951 79.951 ‒ 76.952 2.999 76.000
Aanvullende tegemoetkoming evenementen 0 1.454 1.454
Investeringen Verduurzaming Industrie - Klimaatfonds 50.000 50.000 ‒ 9.934 40.066
EuroHPC 5.000 5.000 5.000
EuroQCI 5.000 5.000 5.000
Tegemoetkoming Energiekosten 1.400.000 1.400.000 ‒ 900.000 500.000 ‒ 300.000
Brexit Adjustment Reserve 62.200 149.000 211.200 ‒ 191.411 19.789
Overig 10.816 10.816 10.816
Leningen 100.000 0 100.000 60.000 160.000 0 0 0 0
Qredits 100.000 100.000 100.000
NGF project PhotonDelta leningen 0 0 60.000 60.000
Garanties 112.195 0 112.195 0 112.195 0 ‒ 1.980 ‒ 3.300 ‒ 4.950
BMKB 40.328 40.328 40.328 ‒ 1.980 ‒ 3.300 ‒ 4.950
BMKB groen 1.900 1.900 1.900
Groeifaciliteit 8.222 8.222 8.222
Garantie Ondernemersfinanciering 11.745 11.745 11.745
Garantie Ondernemersfinanciering Corona 50.000 50.000 50.000
Opdrachten 11.627 0 11.627 4.520 16.147 3.831 3.231 539 450
Onderzoek en opdrachten 4.138 4.138 1.798 5.936 800 200 214 125
Caribisch Nederland 1.093 1.093 ‒ 284 809
Regeldruk 4.136 4.136 4.136
Budget Samenwerking regio 915 915 ‒ 25 890
Small Business Innovation Research 1.345 1.345 1.345
Stikstofaanpask piekbelasters industrie 0 0 3.031 3.031 3.031 3.031 325 325
Bijdrage aan agentschappen 113.421 38.700 152.121 23.097 175.218 4.708 3.708 3.608 3.040
Bijdrage RVO.nl 112.716 38.700 151.416 23.097 174.513 4.708 3.708 3.608 3.040
Bijdrage RDI 705 705 705
Bijdrage aan ZBO's/RWT's 357.882 0 357.882 39.927 397.809 5.973 954 ‒ 950 ‒ 1.500
Bijdrage aan TNO 189.901 189.901 32.012 221.913 3.433 ‒ 46 ‒ 950 ‒ 1.500
Kamer van Koophandel 141.563 141.563 7.932 149.495 2.540 1.000
Bijdrage aan NWO-TTW 26.418 26.418 ‒ 17 26.401
Bijdrage aan medeoverheden 20.064 0 20.064 17.282 37.346 9.868 9.868 0 0
MKB Innovatiestimulering Topsectoren (MIT) 20.064 20.064 17.282 37.346 9.868 9.868
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 543.521 ‒ 575 542.946 ‒ 64.649 478.297 23.486 35.345 26.299 10.290
Internationaal Innoveren 60.646 60.646 ‒ 289 60.357
PPS toeslag 214.991 214.991 1.714 216.705 ‒ 900 ‒ 1.500 ‒ 2.250
TO2 (excl. TNO) 57.008 57.008 956 57.964 250 250
Topsectoren overig 96.712 96.712 ‒ 82.849 13.863 ‒ 25.814 ‒ 80.814 ‒ 34.874 ‒ 87.534
Ruimtevaart (ESA) 75.922 75.922 3.000 78.922 2.000 2.500 2.500 0
Bijdrage NBTC 9.525 9.525 270 9.795 ‒ 300 ‒ 750
Overige bijdragen aan organisaties 4.887 4.887 451 5.338
Economische ontwikkeling en technologie 7.206 ‒ 575 6.631 ‒ 4.680 1.951 ‒ 4.680 ‒ 4.680 ‒ 4.680 ‒ 4.680
EU-cofinanciering JTF 16.624 16.624 2.376 19.000
Faciliteiten toegepast onderziek TO2 en RKI 0 0 7.000 7.000 42.000 111.000 58.000 100.000
NGF project NXTGEN Ruimtevaart 0 0 7.402 7.402 9.730 8.289 6.853 5.504
Ontvangsten 576.949 0 576.949 ‒ 215.000 361.949 150.000 ‒ 62.900 3.500 5.250
Luchtvaartkredietfaciliteit 1.809 1.809 1.809
Rijksoctrooiwet 47.041 47.041 47.041 2.100 3.500 5.250
Eurostars 4.250 4.250 4.250
F-35 10.576 10.576 10.576
Diverse ontvangsten 1.240 1.240 1.240
Bedrijfssteun 43.033 43.033 43.033
Tegemoetkoming vaste lasten 200.000 200.000 200.000
BMKB 28.000 28.000 28.000
BMKB groen 5.000 5.000 5.000
Groeifaciliteit 8.000 8.000 8.000
Garantie Ondernemingsfinanciering 13.000 13.000 13.000
Tegemoetkoming Energiekosten 0 0 0 150.000
Brexit Adjustment Reserve 215.000 215.000 ‒ 215.000 0 ‒ 65.000
Verplichtingen 3.876.152 1.856.794 5.732.946 ‒ 68.429 5.664.517 ‒ 270.859 ‒ 6.983 16.052 ‒ 78.242
waarvan garantieverplichtingen 1.250.000 1.250.000 1.250.000
waarvan overige verplichtingen 2.626.152 1.856.794 4.482.946 ‒ 68.429 4.414.517 ‒ 270.859 ‒ 6.983 16.052 ‒ 78.242

Budgetflexibiliteit

Het percentage juridische verplichte deel is 53%. Dit is veel lager dan bij de ontwerpbegroting 2023 en heeft te maken met aanvullende budgetten die zijn toekend voor o.a. Tegemoetkoming Energiekosten en NGF-projecten waarvoor nog geen juridische verplichtingen zijn aangegaan.

Toelichting

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget in 2023 is verlaagd met € 68,5 mln. Dit is het saldo van met name de volgende mutaties:

  1. Op initiatief van de Raad van de Europese Unie is tijdens de REPowerEU-onderhandelingen in de BAR-verordening de mogelijkheid opgenomen om BAR-middelen te kunnen overhevelen naar de Herstel- en Veerkracht Faciliteit (HVF). De Managementautoriteit (hierna: MA) heeft daarom – met instemming van de minister van Financiën - op 28 februari jl. de Europese Commissie formeel geïnformeerd over haar intentie € 280 mln van de middelen die via de BAR aan Nederland zijn gealloceerd, beschikbaar te stellen voor het REPowerEU-hoofdstuk van de Nederlandse HVF. De mutaties hebben betrekking op de overheveling van de niet-bestede BAR-middelen in 2022 naar 2023 en naar het programma REPowerEU.
  2. Verhoging van € 119,0 mln voor het NGF-project Groenvermogen van de Nederlandse economie. Conform besluitvorming van de Adviescommissie NGF in maart 2023 is een gedeelte van de eerdere reservering voor dit project omgezet naar een definitieve toekenning voor een bedrag van € 119,0 mln. Daarnaast worden de niet bestede middelen uit 2022 (€ 13,4 mln) weer ingezet voor 2023.
  3. Verhoging van € 69,4 voor IPCEI Cloudinfrastructuur en services. Vanwege vertraging in het Europese notificatie traject zijn de verplichtingen niet in 2022 aangegaan en wordt het budget weer beschibaar gesteld voor 2023.
  4. Verhoging van € 32,9 mln voor MKB-Innovatiestimulering Topsectoren (MIT) op bijdrage aan mede-overheden. Dit betreft de overheveling voor de MIT-middelen 2023 die via een SPUK zullen worden uitgekeerd aan de provincies. De dekking komt uit de subsidieregeling MIT.
  5. Verhoging van € 229,0 mln voor IPCEI Micro electronica. Vanwege vertraging in het Europese notificatietraject heeft beschikking van projecten niet in 2022 plaats kunnen vinden. De middelen zijn wel juridisch verplicht. De verwachting is dat de projecten in 2023 wel kunnen worden beschikt.
  6. Verlaging van € 900,0 mln van de kostenraming van de regeling Tegemoetkoming Energiekosten energie-intensief mkb (TEK). De verlaging van de kostenraming voor 2024 betreft € 300 mln.
  7. Verhoging van € 105,5 mln voor Ruimtevaart (ESA). Tijdens de ministeriële conferentie 2022 heeft EZK ingeschreven voor verschillende optionele programma’s. Om deze verplichtingen hiervoor aan te gaan is is extra verplichtingenbudget nodig. De middelen komen uit latere jaren binnen het ruimtevaartbudget en € 41,5 mln uit het NGF-project NXTGEN HIGHTECH (zie laatste bullit).
  8. € 140,0 mln voor Faciliteiten toegepast onderzoek TO2 en RKI betreft een verschuiving tussen instrumenten op dit beleidsartikel. Het budget staat sinds 2022 op het instrument Innovatie programma's algemeen, maar wordt nu overgeheveld en naar voren gehaald op het daarvoor bestemde instrument.
  9. € 60,0 mln voor het NGF-project PhotonDelta betreft een verschuiving van subsidies naar leningen i.v.m. een lening aan SMART Photonics. Dit is conform het kabinetsbesluit o.b.v. het advies van de Adviescommissie NGF.
  10. De verplichting aan de Kamer van Koophandel kon vanwege de eindejaarsdrukte niet vastgelegd worden in 2022. Het budget van € 137,4 mln wordt voor 2023 weer aan de begroting toegevoegd.
  11. Uit het NGF-project NXTGEN HIGHTECH wordt € 41,5 mln beschikbaar gesteld voor ruimtevaart onder Bijdragen aan internationale organisaties.

Uitgaven

Subsidies

MKB-Innovatiestimulering Topsectoren (MIT)

Deze mutatie betreft de overheveling van de kasmiddelen voor de MIT 2023 die via een specifieke uitkering (SPUK) zullen worden uitgekeerd aan de provincies voor de regionale MIT-regeling van in totaal € 32,9 mln. Deze middelen worden de komende drie jaar uitbetaald.

Verduurzaming Industrie

De verlaging van het uitgavenbudget van in totaal € 33,1 mln is voornamelijk het gevolg van overheveling van beleidsbudget en uitvoeringskosten voor de DEI+ regeling voor de industrie naar artikel 4 van de EZK-begroting en overheveling van uitvoeringsbudget voor beleids- en bedrijvenondersteuning en monitoring programma Verduurzaming Industrie en uitvoeringskosten.

Startup beleid

Dit betreft een vervolgsubsidie voor Techleap.nl voor de periode september 2023 tot september 2026, voor een totaal bedrag van € 15,0 mln. De dekking hiervoor is afkomstig van Q4C (artikel 3). Middels een kasschuif zijn de begrote middelen in het juiste kasritme gezet.

Tegemoetkoming Energielasten

Dit betreft actualisatie van de kostenraming van de regeling Tegemoetkoming energiekosten energie-intensief mkb (TEK) op basis van CPB-raming (CEP) van maart 2023. Het budget wordt in totaal met € 1,2 mld verlaagd.

IPCEI Cloudinfrastructuur en Services

Vanwege vertraging in het prenotificatietraject van de Europese commissie kunnen projecten pas dit jaar worden beschikt. Daardoor loopt de uitfinanciering ook vertraging op. Middels deze kasschuif (€ 19,0 mln van 2023 naar 2026) worden de begrote middelen in het juiste kasritme gezet.

IPCEI Micro electronica

Vanwege vertraging in het prenotificatietraject van de Europese commissie kunnen projecten pas dit jaar worden beschikt. Daardoor loopt de uitfinanciering ook vertraging op. Middels deze kasschuif (€ 76,0 mln van 2023 naar 2024) worden de begrote middelen in het juiste kasritme gezet.

Herstructurering winkelgebieden

Dit betreft actualisatie van het kasbudget vanwege aanpassing van de regeling. Deze aanpassing betreft verlening door middel van vier jaarlijkse tranches in plaats van verlening in ieder jaar van de regeling.

R&D mobiliteitssectoren

Dit betreft actualisatie van het kasbudget in de jaren 2023 tot en met 2026, op basis van actuele inzichten in het ritme van de uitbetalingen. Hierin is meegenomen een bedrag van € 5,1 mln dat in 2022 niet tot uitbetaling is gekomen.

NGF-project NXTGEN HIGH TECH

Een deel (in totaal € 41,6 mln) van dit NGF project zal via Netherlands Space Office worden uitgevoerd onder bijdrage aan organisaties.

NGF-project Health-RI

Dit betreft de toekenning van de 2e tranche NGF-middelen voor Health-RI. Het gaat om in totaal € 47,0 mln.

NGF-project Circulaire Plastics

Ten behoeve van het NGF-project Circulaire Plastics NL wordt het kasritme gewijzigd. Het consortium zal in 2023 ( € 30,3 mln) meer kasmiddelen besteden dan eerder begroot.

NGF project Groenvermogen van de Nederlandse economie

De ophoging van het kasbudget voor het NGF-project GroenvermogenNL (in totaal € 119,0) is te verklaren door de gedeeltelijke omzetting van een eerdere reservering voor dit project op de NGF begroting naar een toekenning op de EZK begroting. Daarnaast heeft een verrekening plaatsgevonden van een kleine overschrijding van het budget in 2022 met het beschikbare budget voor 2023.

NGF-project QuantumDeltaNL

Dit betreft actualisatie van het kasbudget in de jaren 2023 tot en met 2027, op basis van actuele inzichten in het ritme van de bestedingen. Hierbij is meegenomen het bedrag dat in 2022 niet is uitbetaald (€ 21,9 mln), dat voornamelijk betrekking heeft op vertraging in de ontwikkeling van HouseOfQuantum.

Brexit Adjustment Reserve

De EU heeft geld beschikbaar gesteld om bedrijven die op een negatieve manier zijn geraakt door de Brexit te ondersteunen door middel van de Brexit Adjustment Reserve (BAR). Door tegenvallende interesse heeft de BAR-regeling te maken gehad met forse onderuitputting, voornamelijk in het bedrijfslevenspoor. Hierdoor treedt er aanzienlijke onderuitputting op op het verplichtingen- en kasbudget. De mutatie betreft dan ook de overheveling van de in 2022 niet-bestede BAR-middelen naar 2023. Daarnaast is er € 280 mln van de BAR-middelen overgeheveld naar het programma REPowerEU.

Leningen

NGF-project Photondelta

Dit betreft € 60,0 mln als onderdeel van het NGF-project PhotonDelta dat wordt verstrekt als lening aan het bedrijf Smart Photonics, conform advies van de Adviescommissie NGF.

Bijdrage aan agentschappen

Bijdrage RVO.nl

Dit betreft verhoging van de bijdrage aan RVO in verband met de jaarlijkse opdracht van DG Bedrijfsleven & Innovatie aan RVO.

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

Bijdrage aan TNO

Het budget voor TNO wordt verhoogd met € 32,0 mln in verband met diverse overboekingen van andere departementen voor door TNO uit te voeren projecten.

Bijdrage aan (inter)nationale organisaties

Topsectoren overig / Faciliteiten toegepast onderzoek TO2 en RKI

De mutatie betreft de overheveling van de middelen voor Faciliteiten toegepast onderzoek TO2 en RKI naar een eigen instrument. Deze middelen zijn afkomstig van OCW en zijn vorig jaar tijdelijk op «Topsectoren overig» gezet.

Toelichting op de Begrotingsreserves

De begrotingsreserves zijn bedoeld om inkomsten uit premies en uitgaven voor schades, die over de jaren kunnen fluctueren, te verevenen. De reserve dient als buffer voor uitgaven door EZK in geval bedrijven niet aan hun terugbetalingsverplichtingen kunnen voldoen inzake leningen bij financieringsinstellingen waarop EZK een borgstelling heeft afgegeven.

Er zijn begrotingsreserves voor de Borgstelling mkb-kredieten (BMKB, inclusief BMKB-C), de BMKB groen, de Garantie Ondernemingsfinanciering (GO, inclusief de GO-C), de Groeifaciliteit (GF), de Garantie MKB-financiering en Klein Krediet Corona (KKC). De GO, GF, KKC en Garanties MKB-financiering betreffen kostendekkende garanties, waarvan de te realiseren premieontvangsten naar verwachting toereikend zijn voor het afdekken van eventuele verliesdeclaraties. Ultimo begrotingsjaar wordt op basis van de gerealiseerde ontvangsten en uitgaven vastgesteld of een onttrekking of storting dient plaats te vinden.

+ Geraamde storting
– Geraamde onttrekking
Stand (raming) per 31/12/2023 218,8

De begrotingsreserve van de BMKB bestaat uit een begrotingsreserve voor de reguliere BMKB en de BMKB-C. Vooralsnog is geen storting in de reserve BMKB geraamd. Aan het eind van 2023 zal op basis van de gerealiseerde ontvangsten en de schadedeclaraties de storting of onttrekking aan de reserve BMKB worden vastgesteld.

Stand 1/1/2023 16,2
+ Geraamde storting
– Geraamde onttrekking
Stand (raming) per 31/12/2023 16,2

De begrotingsreserve van de BMKB groen is in 2022 aangemaakt als aparte reserve voor het groene luik onder de BMKB. Vooralsnog is geen storting in de reserve BMKB groen geraamd. Aan het eind van 2023 zal op basis van de gerealiseerde ontvangsten en de schadedeclaraties de storting of onttrekking aan de reserve BMKB groen worden vastgesteld.

+ Geraamde storting
– Geraamde onttrekking
Stand (raming) per 31/12/2023 207,9

De begrotingsreserve van de GO bestaat uit een begrotingsreserve voor de reguliere GO en de GO-C. Vooralsnog is geen storting in de reserve GO geraamd. Aan het eind van 2023 zal op basis van de gerealiseerde ontvangsten en de schadedeclaraties de storting of onttrekking aan de reserve GO worden vastgesteld.

+ Geraamde storting
– Geraamde onttrekking
Stand (raming) per 31/12/2023 66,8

Vooralsnog is geen storting in de reserve Groeifaciliteit geraamd. Aan het eind van 2023 zal op basis van de gerealiseerde ontvangsten en de schadedeclaraties de storting of onttrekking aan de reserve Groeifaciliteit worden vastgesteld.

+ Geraamde storting
– Geraamde onttrekking
Stand (raming) per 31/12/2023 21,8

Vooralsnog is geen storting in de reserve Garantie MKB-financiering geraamd. Aan het eind van 2023 zal op basis van de gerealiseerde ontvangsten en de schadedeclaraties de storting of onttrekking aan de reserve Garantie MKB-financiering worden vastgesteld.

+ Geraamde storting
– Geraamde onttrekking
Stand (raming) per 31/12/2023 15,9

Vooralsnog is geen storting in de reserve Klein Krediet Corona (KKC) geraamd. Aan het eind van 2023 zal op basis van de gerealiseerde ontvangsten en de schadedeclaraties de storting of onttrekking aan de reserve KKC worden vastgesteld.

Ontvangsten

Tegemoetkoming Energiekosten

In 2024 is een raming van € 150 mln opgenomen voor terugontvangsten voor de regeling Tegemoetkoming Energiekosten energie-intensief mkb (TEK) in verband met vaststelling van de subsidie in 2024. De ontvangsten zijn geraamd op basis van het door het CPB geraamde niveau van de energieprijzen in 2023.

Brexit Adjustment Reserve

Op initiatief van de Raad van de Europese Unie is tijdens de REPowerEU-onderhandelingen in de BAR-verordening de mogelijkheid opgenomen om BAR-middelen te kunnen overhevelen naar de Herstel- en Veerkracht Faciliteit (HVF). De Managementautoriteit (hierna: MA) heeft daarom – met instemming van de minister van Financiën - op 28 februari jl. de Europese Commissie formeel geïnformeerd over haar intentie € 280 mln van de middelen die via de BAR aan Nederland zijn gealloceerd, beschikbaar te stellen voor het REPowerEU-hoofdstuk van de Nederlandse HVF. In het kader hiervan is er € 230 mln overgeheveld naar het programma REPowerEU. De overige € 50 mln stond op de Aanvullende Post. Het Ministerie van Financiën heeft dat bedrag overgeheveld naar REPowerEU. De ontvangstenraming op de EZK-begroting wordt in totaal met € 280 mln verlaagd omdat de EU-bijdrage voor Brexit niet ontvangen zal worden.

3.3 Beleidsartikel 3 Toekomstfonds

Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 172.014 ‒ 1.150 170.864 123.204 294.068 9.000 9.000 9.000 9.000
Uitgaven 228.337 ‒ 1.150 227.187 257.638 484.825 9.000 9.000 9.000 9.000
Subsidies (regelingen) 3.136 0 3.136 5.203 8.339 0 0 0 0
Smart Industry (subsidie) 158 158 520 678
Thematisch Technology Transfer 2.978 2.978 4.683 7.661
Leningen 216.184 ‒ 1.150 215.034 242.316 457.350 9.000 9.000 9.000 9.000
Startups / MKB financiering
Volledig revolverend
Fund to Fund 11.266 11.266 67.497 78.763
ROM's 9.000 9.000 19.465 28.465
Dutch Future Fund 7.000 7.000 3.917 10.917
Deep Tech Fund 25.000 25.000 35.000 60.000
Fonds Alternatieve Financiering 10.000 10.000 12.157 22.157
Deels revolverend
Innovatiekrediet 51.933 51.933 15.056 66.989
Risicokapitaal SEED 41.257 ‒ 575 40.682 39.465 80.147
Vroege fase / informal investors 20.497 20.497 17.420 37.917 9.000 9.000 9.000 9.000
Start ups / MKB 0 0
Q4C 25.000 ‒ 575 24.425 ‒ 15000 9.425
Investeringen in fundamenteel en toegepast onderzoek
Met vermogensbehoud 0 0
Investeringen in fundamenteel en toegepast onderzoek 5.071
Onco research 1.170 1.170 20.775 21.945
Smart Industry (leningen) 0 298 298
Thematische Technology Transfer 7.061 7.061 15.650 22.711
RegMed XB 7.000 7.000 5.545 12.545
Bijdrage aan agentschappen 9.017 0 9.017 10.119 19.136 0 0 0 0
Bijdrage RVO.nl 9.017 9.017 10.119 19.136
Ontvangsten 80.200 0 80.200 46.866 127.066 0 900 1.500 2.250
ROM's 30.000 30.000 ‒ 2.834 27.166
Fund to Fund 17.900 17.900 47.650 65.550
DVI II 2.000 2.000 2.050 4.050
Investeringen in fundamenteel en toegepast onderzoek 0 0
Thematische Technology Transfer 0 0
Innovatiekredieten 20.000 20.000 20.000 900 1500 2250
SEED 10.300 10.300 10.300
Ontvangsten VFF 0 0
Verplichtingen 172.014 ‒ 1.150 170.864 123.204 294.068 9.000 9.000 9.000 9.000
waarvan garantieverplichtingen
waarvan overige verplichtingen 172.014 ‒ 1.150 170.864 123.204 294.068 9.000 9.000 9000 9000

Budgetflexibiliteit

Het juridisch verplichte deel van de uitgaven betreft 85%. Van dit percentage is ca. 19% bestemd voor Fund to Fund. Ca. 23% is voor de Invest-NL fondsen Deep Tech Fund, Dutch Future Fund, en Fonds Alternatieve Financiering waar de komende jaren op basis van capital calls aanspraak op kan worden gedaan. Daarnaast beslaat zo'n 40% de SEED regeling, het Innovatiekrediet en de Regionale ontwikkelingsmaatschappijen (ROM's). Naast het juridisch verplichte deel is 11% van de uitgaven bestuurlijk gebonden. Hiervan is € 26,5 mln van de Vroege Fase Financiering, € 9,4 mln van Q4C en € 12,5 mln van REGMED.

Toelichting

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget wordt met € 123,2 mln verhoogd. De 100% eindejaarsmarge van het Toekomstfonds maakt het mogelijk om de onderuitputting uit 2022 toe te voegen aan de begroting 2023. Dit betreft onder meer het Innovatiekrediet (€ 58,0 mln) vanwege onderuitputting en extra ontvangsten en RegMed XB (€ 12,5 mln) door vertraging in het ontwikkelen van de subsidiemodule. Daarnaast heeft de Seed Capital regeling ook onderuitputting en extra ontvangsten (€ 14,9 mln) en trad er bij de kapitaalverstrekking aan de Regionale Ontwikkelings Maatschappijen (€ 18,5 mln) ook onderuitputting op. Daarnaast is voor de verlenging van Techleap € 15,0 mln overgeboekt van Q4C naar artikel 2.

Uitgaven

Leningen

Fund to fund

Er is in totaal € 67,5 mln toegevoegd ten behoeve van DVI en DVI II als gevolg van minder capital calls dan geraamd. Deze middelen zijn via de eindejaarsmarge 2022 toegevoegd aan de 2023 begroting.

Deep Tech Fund

Voor het Deep Tech Fund is € 35,0 mln aan de begroting 2023 toegevoegd. Het gaat hierbij om middelen die in 2022 niet zijn besteed doordat er minder capital calls waren dan geraamd, deze middelen zijn doorgeschoven naar 2023.

Fonds Alternatieve Financiering

Voor het Fonds Alternatieve Financiering is € 12,2 mln aan de begroting 2023 toegevoegd. Het gaat hierbij om middelen die in 2022 niet zijn besteed doordat er minder capital calls waren dan geraamd, deze middelen zijn doorgeschoven naar 2023.

Innovatiekrediet

Op het budget van het Innovatiekrediet is € 15,1 mln eindejaarsmarge 2022 toegevoegd. Dit komt door extra ontvangsten op zowel de technische als de klinische projecten. Tevens waren er in 2022 meevallers op de uitgaven.

Onco Research
Op het budget van Onco research is € 20,8 mln eindejaarsmarge 2022 toegevoegd. De beschikkingen voor fase 2 worden pas vanaf 2023 uitgevoerd.

REGMED
Voor REGMED wordt via de eindejaarsmarge 2022 € 5,5 mln aan de begroting van 2023 toegevoegd. Dit komt doordat de subsidiemodule pas in 2023 wordt opengesteld.

Seed Capital

Voor de regeling Seed Capital is € 39,5 mln minder kas uitgegeven dan geraamd, de verplichtingen zijn wel aangegaan. De middelen worden via de eindejaarsmarge 2022 aan de begroting 2023 toegevoegd.

Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen

Voor de regeling Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen (ROM) is € 19,5 mln minder uitgegeven dan geraamd, via de eindejaarsmarge 2022 zijn deze middelen aan de begroting 2023 toegevoegd.

Vroegefasefinanciering

Voor de regeling Vroegefasefinanciering is € 16,6 mln minder kas uitgeven dan geraamd, de verplichtingen zijn wel aangegaan. De middelen worden via de eindejaarsmarge 2022 aan de begroting 2023 toegevoegd. Daarnaast is deze regeling verlengd voor de periode 2023 t/m 2027 voor een totaalbedrag van € 38,3 mln. Dekking hiervoor wordt geleverd door Seed Capital en Innovatiekrediet.

Q4C

Uit het budget voor Q4C is € 15,0 mln beschikbaar gesteld voor de verlenging van Techleap (artikel 2) voor de periode september 2023 tot september 2026.

Thematische Technology Transfer

Voor de regeling Thematische Technology Transfer is € 15,7 mln eindejaarsmarge 2022 aan de begroting van 2023 toegevoegd. De lagere besteding in 2022 komt door uitgestelde betalingen aan projecten.

Investeringen in Fundamenteel en Toegepast Onderzoek
Voor investeringen in Fundamenteel en Toegepast Onderzoek is € 5,1 mln eindejaarsmarge 2022 aan de begroting van 2023 toegevoegd.

Bijdrage aan RVO

Van de bijdrage aan RVO voor de uitvoering van regelingen is € 8,1 mln eindejaarsmarge 2022 aan de begroting 2023 toegevoegd.

Ontvangsten

Fund to Fund

Doordat de ontvangsten voor Dutch Venture Initiative (DVI, Fund To Fund) € 47,7 mln lager uitvielen dan geraamd worden deze geraamde ontvangsen doorgeschoven naar 2023. Daarnaast vielen ook de ontvangsten van DVI II lager uit met € 2 mln, deze ontvangstenraming wordt ook doorgeschoven naar 2023.

3.4 Beleidsartikel 4 Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering

Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 13.736.744 1.015.944 14.752.688 11.483.395 26.236.083 86.532 64.746 36.421 15.444
Uitgaven 6.084.453 10.429.614 16.514.067 ‒ 7.171.941 9.342.126 ‒ 3.053.753 ‒ 740.558 ‒ 105.684 86.348
Subsidies (regelingen) 5.441.611 10.064.395 15.506.006 ‒ 7.195.773 8.310.233 ‒ 3.062.977 ‒ 749.297 ‒ 115.098 76.615
Missiegedraven Onderzoek Ontwikkeling en Innovatie (MOOI) 64.334 ‒ 100 64.234 ‒ 157 64.077 925 525 ‒ 172 ‒ 205
Hernieuwbare Energietransitie (HER+) 45.540 ‒ 100 45.440 45.440
Energie-efficiency 2.368 2.368 2.368
Green Deals 500 500 500
Demonstratieregeling Klimaat- en Energie-innovatie (DEI+) 93.188 93.188 614 93.802 14.010 7.290 6.390 2.580
Subsidieregeling Duurzame Scheepsbouw (SDS) 5.296 2.300 7.596 ‒ 4.872 2.724
Projecten Klimaat en Energieakkoord 10.345 10.345 5.891 16.236 9.295 6.600 6.600 9000
SDE 591.000 591.000 ‒ 365.000 226.000 ‒ 379.000
SDE+ 2.851.461 ‒ 234.500 2.616.961 ‒ 1.495.230 1.121.731 ‒ 2.669.146 ‒ 681.142 21.193 31.052
SDE++ 52.600 52.600 62.375 114.975 ‒ 26.426 ‒ 44.044 ‒ 66.066
Aardwarmte 17.500 17.500 17.500
ISDE-regeling 387.200 387.200 ‒ 6.880 380.320
Carbon Capture Storage (CCS) 4.580 4.580 ‒ 1.410 3.170 ‒ 1.716 ‒ 1.600 ‒ 267
Hoge Flux Reactor 6.401 6.401 6.401
Caribisch Nederland 10.644 12.000 22.644 1.300 23.944
Overige subsidies 26.507 26.507 65 26.572
Opschalingsinstrument waterstof 254.420 254.420 ‒ 191.320 63.100 ‒ 57.160 ‒ 44.160 17.840 82.000
Subsidieregeling Coöperatieve Energieopwekking (SCE) 4.000 4.000 ‒ 2.000 2.000 ‒ 5.000 ‒ 8.100 ‒ 3.909 1.739
Subsidieondersteuning verduurzaming MKB 0 15.800 15.800 15.800
IPCEI waterstof 160.000 160.000 64.038 224.038 24.815 ‒ 2.284 ‒ 118.729 16.515
Vulmaatregelen gasopslag 633.250 520.500 1.153.750 1.153.750
Infrastructuur Duurzame Industrie (PIDI) 12.140 12.140 ‒ 4.167 7.973
Schadeafhandeling mijnbouw Limburg 3.337 3.337 3.337
Maatschappelijke Investeringssubsidie Warmtenetten (MIW) 130.000 130.000 130.000
NGF-project NieuweWarmteNu! 75.000 75.000 ‒ 1.585 73.415
Tijdelijk prijsplafond energie kleinverbruikers 2023 0 9.748.495 9.748.495 ‒ 6.118.735 3.629.760
Tegemoetkoming blokaansluitingen 0 0 861.300 861.300
Leningen 9.000 65.000 74.000 0 74.000 0 0 0 0
Lening EBN 9.000 9.000 9.000
Lening InvestNL 0 65.000 65.000 65.000
Garanties 0 175.600 175.600 0 175.600 0 0 0 0
Garantie CCS/Porthos 0 175.600 175.600 175.600
Opdrachten 63.500 18.200 81.700 3.631 85.331 ‒ 2.974 ‒ 2.859 181 0
Onderzoek mijnbouwbodembeweging 3.410 3.410 ‒ 250 3.160 ‒ 250 ‒ 250
SodM onderzoek 2.500 2.500 ‒ 583 1.917 ‒ 309 ‒ 194 ‒ 19
Uitvoeringsagenda klimaat 473 473 473
Klimaat mondiaal 347 347 718 1.065
Onderzoek en opdrachten 41.490 200 41.690 4.635 46.325 ‒ 2.415 ‒ 2.415 200
Programma Opwek Energie op Rijksvastgoed (OER) 15.280 15.280 ‒ 889 14.391
Energiehulp Oekraïne 0 18.000 18.000 18.000
Bijdrage aan agentschappen 115.371 2.523 117.894 24.551 142.445 8.933 9.033 9.233 9.733
Bijdrage RVO.nl 89.611 2.523 92.134 23.360 115.494 1.433 1.433 1.433 1.433
Bijdrage Agentschap Telecom 7.492 7.492 ‒ 2.450 5.042
Bijdrage NEa 13.030 13.030 4.210 17.240 7.500 7.600 7.800 8.300
Bijdrage KNMI 1.430 1.430 115 1.545
Bijdrage NVWA 914 914 914
Bijdrage RIVM 1.061 1.061 ‒ 1.054 7
Bijdrage RWS 1.833 1.833 370 2.203
Bijdrage aan ZBO's/RWT's 146.393 0 146.393 6.114 152.507 3.265 2.565 0 0
Doorsluis COVA-heffing 111.000 111.000 111.000
TNO kerndepartement 33.602 33.602 6.114 39.716 3.265 2.565
TNO SodM 1.791 1.791 1.791
Bijdrage aan medeoverheden 295.804 103.896 399.700 ‒ 11.852 387.848 0 0 0 0
Uitkoopregeling 0 0 500 500
Regeling toezicht energiebesparingsplicht 13.200 13.200 ‒ 352 12.848
Uitvoeringskosten klimaat medeoverheden 282.604 103.896 386.500 ‒ 12.000 374.500
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 12.774 0 12.774 1.388 14.162 0 0 0 0
Nuclear Research Group (NRG) 7.930 7.930 ‒ 160 7.770
Internationale contributies 1.681 1.681 548 2.229
PBL Rekenmeesterfunctie 2.156 2.156 2.156
ILT handhaving F-gassen 1.007 1.007 1000 2.007
Ontvangsten 4.505.077 21.900 4.526.977 69.835 4.596.812 150.000 380.000 480.000 380.000
Ontvangsten COVA 111.000 111.000 111.000
Opbrengst heffing ODE (SDE++) 225.000 225.000 225.000
Ontvangsten zoutwinning 2.511 2.511 2.511
Onttrekking reserve duurzame energie en klimaattransitie 454.186 454.186 454.186
ETS-ontvangsten 1.400.000 1.400.000 1.400.000 150.000 250.000 350.000 250.000
Diverse ontvangsten 12.380 21.900 34.280 6.335 40.615
Ontvangsten WOZ 0 0 63.500 63.500
Heffing gasleveringszekerheid 0 0 0 130.000 130.000 130.000
Ontvangsten lening EBN Bergermeer 2.300.000 2.300.000 2.300.000
Verplichtingen 13.736.744 1.015.944 14.752.688 11.483.395 26.236.083 86.532 64.746 36.421 15.444
waarvan garantieverplichtingen 44.200 153.700 197.900 197.900
waarvan overige verplichtingen 13.692.544 862.244 14.554.788 11.483.395 26.038.183 86.532 64.746 36.421 15.444

Budgetflexibiliteit

De oorspronkelijke budgetflexibiliteit in de Ontwerpbegroting 2023 was ongeveer 24%, ofwel 76% van het beschikbare kasbudget was al juridisch verplicht en het restant was bestuurlijk gebonden. Van het budget van € 9,34 mld dat resteert nadat alle wijzigingen van de ISB's en de 1e suppletoire begroting verwerkt zijn is naar schatting € 4,85 mld (52%) juridisch verplicht, het overige budget is bestuurlijk gebonden.

Na de Ontwerpbegroting is via Incidentele Suppletoire begrotingen in totaal ruim € 10,4 mld aan artikel 4 toegevoegd. Bij 1e suppletoire begroting wordt vervolgens het beschikbare kasbudget per saldo met € 7,2 mld verlaagd. Met name op de middelen die bij ISB toegevoegd zijn voor het Tijdelijk prijsplafond energie kleinverbruikers 2023 (€ 9,75 mld) vindt bij 1e suppletoire begroting een correctie plaats van € 6,12 mld: het restantbudget van € 3,63 mld is juridisch verplicht. Bij 1e suppletoire wet wordt het voor de SDE en de SDE+ beschikbare kasbudget met € 1,86 mld verlaagd: het restantbudget is vanwege de gestegen energieprijzen slechts voor een klein deel juridisch verplicht, het restant is bestuurlijk gebonden. Tegenover deze verlagingen staat een verhoging van het budget voor de regeling tegemoetkoming blokaansluitingen van € 0,86 mld: deze middelen zijn nog niet juridisch verplicht, maar wel bestuurlijk gebonden. Bij ISB is voor de vulmaatregelen gasopslag (seizoen 2023-2024) € 520,5 mln en voor de garantstelling voor het Porthos-project € 175,6 mln aan budget toegevoegd: ook deze budgetten zijn nog niet juridisch verplicht, maar wel bestuurlijk gebonden.

Toelichting

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget 2023 wordt per saldo met € 11,5 mld opgehoogd. De belangrijkste ophogingen (groter dan € 10 mln) zijn de volgende:

  1. Voor het Tijdelijk prijsplafond energie kleinverbruikers 2023 zijn er in 2022 minder verplichtingen aangegaan dan oorspronkelijk werd verwacht. De verplichtingen schuiven daarmee door naar 2023: het verplichtingenbudget wordt hiervoor met € 6,7 mld opgehoogd.
  2. Het verplichtingenbudget van de SDE++-regeling wordt per saldo met € 2,5 mld verhoogd. € 3 mld wordt aan het SDE++-budget toegevoegd om de ophoging van het subsidieplafond voor 2023 van € 5 mld naar € 8 mld te financieren. Daartegenover staat een verlaging van € 500 mln die wordt overgeheveld naar het ministerie van Financiën om de kapitaalversterking van Stedin te financieren.
  3. Om ook huishoudens met een blokaansluiting in 2023 een passende tegemoetkoming te bieden in de door hen gemaakte energiekosten is de Tijdelijke Tegemoetkoming Blokaansluitingen (TTB) opengesteld. Hiervoor wordt € 861,3 mln aan de EZK-begroting toegevoegd. Zie voor een uitgebreide toelichting bij de Uitgaven.
  4. Omdat de subsidie aan Gasunie voor het aanleggen van de waterstofbackbone is uitgesteld naar 2023, wordt het niet-gebruikte verplichtingenbudget van 2022 (€ 750 mln) aan het budget voor 2023 toegevoegd.
  5. De in 2022 aan de EZK-begroting toegevoegde Klimaatfondsmiddelen (€ 600 mln) voor golf 3 van de Important Projects of Common European Interest op het gebied van waterstof (IPCEI Waterstof) zijn niet tot verplichting gekomen en worden daarom doorgeschoven en toegevoegd aan de begroting 2023.
  6. € 51,6 mln aan ongebruikte Klimaatfondsmiddelen 2022 (verplichtingenbudget) voor de Opwek Energie op Rijksvastgoed (OER) wordt doorgeschoven naar 2023.
  7. € 42,4 mln wordt toegevoegd aan het budget van de Demonstratieregeling Energie- en Klimaatinnovatie (DEI+). Vanuit artikel 2 is € 33,6 mln toegevoegd voor de openstelling van de DEI+-Industrie en vanuit de begroting van BZK is € 9 mln overgeheveld als bijdrage aan de DEI+-Aardgasloze wijken.
  8. € 23,4 mln wordt toegevoegd aan het RVO-uitvoeringsbudget ter financiering van de tekorten ontstaan door de intensievere inzet van RVO op het gebied van de uitvoering van klimaat- en energieregelingen. Zie voor een uitgebreide toelichting bij Uitgaven.
  9. € 12 mln wordt overgeheveld naar het Provinciefonds, het Gemeentefonds en het BTW-Compensatiefonds als ondersteuning van decentrale overheden bij het proces van het opstellen en uitvoeren van Regionale Energie Strategieën (RES'en) in 2023.

Uitgaven

Het uitgavenbudget wordt per saldo met € 7,2 mld verlaagd. Dit wordt voornamelijk verklaard door de volgende mutaties (groter dan € 10 mln).

Subsidies

Demonstratieregeling energie- en klimaatinnovatie (DEI+)

De verhoging van het DEI+-budget in de jaren 2024 tot en met 2027 hangt samen met de bovengenoemde bijdragen vanuit artikel 2 (DEI+-Industrie) en vanuit de begroting van het ministerie van BZK (DEI+-Aardgasloze wijken).

SDE

De sterk gestegen energieprijzen hebben ertoe geleid dat er de komende jaren vrijwel geen subsidievoorschotten zullen worden verstrekt op de SDE-, SDE+- en de SDE++-regelingen. Hierdoor ontstaat er veel ruimte binnen de SDE-middelen. Deze ruimte wordt voor in totaal € 744 mln (waarvan € 365 mln in 2023) ingezet ter dekking van de kosten van de energiemaatregelen die het kabinet genomen heeft (onder andere het prijsplafond).

SDE+

Ook op de SDE+-middelen is door de gestegen energieprijzen ruimte ontstaan. Deze middelen worden daarom over de periode 2023-2025 met in totaal € 4,8 mld verlaagd, waarvan € 1,5 mld betrekking heeft op 2023. Een deel van de verlaging (€ 4,3 mld, waarvan € 0,9 mld in 2023) wordt ingezet ter dekking van de kosten van de energiemaatregelen. € 500 mln wordt in 2023 overgeheveld naar het ministerie van Financiën om de kapitaalversterking van Stedin te financieren. Ook vindt er in 2023 een verschuiving van € 62,4 mln naar het SDE++-budget plaats ter dekking van het tekort op de financiering van de statistische overdracht aan Denemarken, dat is ontstaan doordat een betaling die was voorzien in 2022 is doorgeschoven naar 2023. Tenslotte wordt in totaal € 127 mln (waarvan € 63,5 mln al in 2022 gerealiseerd) aan opbrengsten van de tenders Wind op Zee voor de kavels 6 en 7 van windpark Hollandse Kust (West) aan het SDE+-budget toegevoegd: deze middelen worden voor het grootste deel naar de jaren 2024 e.v. geschoven, omdat de inpassingskosten gerelateerd aan de aanleg van nieuwe windparken op zee die de betrokken departementen moeten maken vooral in die latere jaren vallen.

SDE++

Het SDE++-budget 2023 wordt met € 62,4 mln opgehoogd vanuit de SDE+-middelen ter dekking van het tekort op de financiering van de statistische overdracht aan Denemarken.

Opschalingsinstrument waterstof

Op de middelen voor realisatie van de waterstofbackbone door GasUnie wordt een kasschuif doorgevoerd van 2023, 2024 en 2025 naar latere jaren, dit om de beschikbare middelen in lijn te brengen met de verwachte bevoorschotting aan GasUnie op basis van de ingediende subsidieaanvraag, het uitrolplan en daarbij geleverde meerjarenbegroting.

IPCEI Waterstof

Nu de beschikkingen voor IPCEI Waterstof golf 2 (waterstofproductie door elektrolyse) afgegeven zijn, is er meer zicht op de verwachte uitfinanciering van deze beschikkingen. Met een kasschuif wordt het benodigde kasbudget vanuit de jaren 2025 en 2026 in de jaren 2023, 2024, 2027 en 2028 geplaatst.

Tijdelijk prijsplafond energie kleinverbruikers 2023

Omdat de energieprijzen sinds het begin van 2023 een sterk dalende trend vertonen, is de verwachting dat de kosten gemoeid met het prijsplafond energie voor kleinverbruikers in 2023 sterk zullen dalen. Daarom wordt het (kas)budget met een bedrag van € 6.119 mln naar beneden bijgesteld.

Tegemoetkoming blokaansluitingen

De ongekende prijsstijgingen in de energiemarkt hebben ertoe geleid dat de betaalbaarheid van energie zwaar onder druk is komen te staan. Het kabinet heeft om deze reden voor 2023 een prijsplafond ingesteld voor individuele kleinverbruikersaansluitingen voor warmte, gas en elektriciteit. Maar dit prijsplafond geldt niet of in onvoldoende mate voor de circa 700.000 huishoudens met een blokaansluiting. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om huurders van woningbouwcorporaties of particuliere verhuurders, eigenaarbewoners in een Vereniging van Eigenaren (VvE), cliënten van woonzorginitiatieven en studenten. Om ook deze huishoudens in 2023 een passende tegemoetkoming te bieden in de door hen gemaakte energiekosten is de Tijdelijke Tegemoetkoming Blokaansluitingen (TTB) opgesteld. De TTB is een subsidieregeling die werkt met een forfaitaire tegemoetkoming voor zelfstandige en onzelfstandige wooneenheden achter een blokaansluiting voor elektriciteit of warmte. Om deze huishoudens tegemoet te komen is er € 861,3 mln. aan de EZK-begroting toegevoegd.

Bijdrage aan agentschappen

Bijdrage aan RVO.nl

Aan het uitvoeringsbudget van RVO.nl wordt in totaal € 23,4 mln toegevoegd. Dit aanvullende budget is afkomstig van verschillende bronnen:

  1. Om de hogere uitvoeringskosten gemoeid met de uitvoering van diverse subsidieregelingen (SDE+, SDE++, ISDE, Regeling toezicht energiebesparingsplicht) te dekken wordt € 8,7 mln vanuit de beleidsbudgetten toegevoegd.
  2. In totaal € 1,4 mln aan uitvoeringsbudgetten wordt vanuit artikel 2 en de begroting van het ministerie van BZK toegevoegd voor respectievelijk de uitvoering van de TSE-Industrie en de DEI+-Industrie (artikel 2) en de DEI+-Aardgasloze wijken en TSE-Gebouwde Omgeving (BZK).
  3. RVO.nl betaalt € 8,1 mln terug aan teveel betaalde bevoorschotting op de uitvoeringskosten 2022.
  4. Ook op de uitvoering door RVO.nl van Klimaatfondsbudgetten (Wind op Zee, Opwek Energie Rijksgronden) is sprake van een tekort (€ 1,5 mln) dat gedekt wordt uit de relevante Klimaatfonds-beleidsbudgetten.
  5. Daarnaast schuift het uitvoeringsbudget 2022 dat vanuit het Klimaatfonds gefinancierd was maar niet gebruikt is door naar 2023 (€ 2 mln).
  6. Tenslotte wordt € 1,6 mln aan door RVO.nl te maken uitvoeringskosten voor het NGF-project NieuweWarmteNu! gedekt uit het NGF-beleidsbudget.

Bijdrage aan medeoverheden

Uitvoeringskosten Klimaat medeoverheden

€ 12 mln wordt overgeheveld naar het Provinciefonds, het Gemeentefonds en het BTW-Compensatiefonds als ondersteuning van decentrale overheden bij het proces van het opstellen en uitvoeren van Regionale Energie Strategieën (RES'en) in 2023.

Ontvangsten

ETS-ontvangsten

De raming van de ETS-ontvangsten is gebaseerd op een inschatting van de handelprijs van CO2-rechten vermenigvuldigd met het aantal verhandelde rechten. Door de fluctuaties in prijzen voor emissierechten wordt de raming van de ETS-ontvangsten vanaf 2024 opgehoogd.

Ontvangsten WOZ

Nadat in 2022 al een ontvangst van € 63,5 mln was gerealiseerd als tenderopbrengst voor kavel 7 van het windpark Hollandse Kust (West) wordt in 2023 ook voor kavel 6 van van windpark Hollandse Kust (West) € 63,5 mln aan tenderopbrengsten verwacht. De totale opbrengst van € 127 mln wordt aan het SDE+-budget toegevoegd als dekking voor de inpassingskosten die de betrokken departementen moeten maken gerelateerd aan de aanleg van nieuwe windparken op zee.

Heffing gasleveringszekerheid

Voor de kosten van het vullen van de gasopslagen werkt het ministerie van EZK aan een heffing op geboekte capaciteit voor transport via het landelijk gastransportnet van Gasunie Transport Services (GTS) bovenop de tarieven voor gastransport. Deze heffing zal zodanig worden uitgewerkt dat de financiering van de subsidiemaatregel voor het vullen van de gasopslagen een vorm van voorfinanciering is waarvan de uiteindelijke kosten door de gebruikers van het gastransportnet worden opgebracht. Deze ophoging van de ontvangstenraming is naar aanleiding van de subsidie die aan EBN voor het vulseizoen 2023 voor het gasjaar 2023-2024 is verstrekt.

Toelichting op de Begrotingsreserves

+ Geraamde storting
– Geraamde onttrekking ‒ 454,2
Stand (raming) per 31/12/2023 4.575,4

De begrotingsreserve voor duurzame energie en klimaattransitie is bestemd voor onbesteed gebleven middelen als gevolg van vertraging bij of het niet doorgaan van projecten waaraan subsidie is toegekend op basis van de MEP, de SDE, de SDE+, de SDE++, de HER+ of de ISDE. Via de reserve blijven deze middelen ook in de toekomst beschikbaar voor het stimuleren van hernieuwbare energieproductie of CO2-reductie. Bij de Startnota van het kabinet Rutte-III is besloten € 1.700 mln verspreid over meerdere jaren aan de reserve te onttrekken en toe te voegen aan het meerjarig voor de SDE++ beschikbare budget. Voor 2023 gaat het om een bedrag van € 450 mln. Daarnaast wordt € 4,2 mln onttrokken ter financiering van de kasgevolgen van het amendement-Sienot over de ophoging van de Subsidieregeling Coöperatieve Energieopwekking (SCE) naar € 100 mln.

+ Geraamde storting
– Geraamde onttrekking ‒ 0,1
Stand (raming) per 31/12/2023 18,0

De begrotingsreserve voor de garantieregeling Aardwarmte is bedoeld om het budget voor het mogelijk uitbetalen van verliesdeclaraties meerjarig in te kunnen zetten en een eventuele mismatch in de tijd tussen inkomsten (premies) en uitgaven (verliesdeclaraties) op te vangen. Om gebruik te kunnen maken van de garantieregeling Aardwarmte betalen marktpartijen een kostendekkende premie aan de uitvoerder van de regeling (RVO.nl) die wordt gestort in de begrotingsreserve. De uit te betalen verliesdeclaraties worden onttrokken aan de reserve.

+ Geraamde storting
– Geraamde onttrekking
Stand (raming) per 31/12/2023 6,6

De middelen in de begrotingsreserve risicopremie ECN/NRG zullen worden aangesproken als ECN – al dan niet tijdelijk – (gedeeltelijk) niet kan voldoen aan de terugbetalingsverplichtingen volgens de afgesloten leningsovereenkomst.

3.5 Beleidsartikel 5 Een veilig Groningen met perspectief

Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 4.486.758 0 4.486.758 ‒ 610.186 3.876.572 50.682 242.695 ‒ 55.897 ‒ 34.643
Uitgaven 4.490.008 0 4.490.008 ‒ 591.653 3.898.355 61.867 216.135 108.132 130.637
Subsidies (regelingen) 392.657 0 392.657 179.784 572.441 4.930 4.930 0 0
Waardevermeerderingsregeling 73.000 73.000 32.984 105.984
Geestelijke bijstand 550 550 510 1.060
Duurzaam herstel 125.000 125.000 5.000 130.000
Woonbedrijf 3.507 3.507 3.507
Diverse subsidies versterken 108.250 108.250 11.427 119.677
Subsidieregelingen bestuurlijke afspraken 82.000 82.000 124.933 206.933
Huurderscompensatie 350 350 350
Nieuwbouwregeling 0 0 4.930 4.930 4.930 4.930
(Schade)vergoeding 437.712 0 437.712 98.239 535.951 ‒ 29.946 56.708 63.911 192.412
Vergoeding fysieke schade 329.926 329.926 20 329.946 ‒ 70.746 46.408 58.411 188.412
Vergoeding waardedaling 10.000 10.000 57.500 67.500 10.000
Vergoeding immateriële schade 70.000 70.000 70.000 30.000 9.500 5.500 4.000
Commissie Bijzondere Situaties 3.000 3.000 2.040 5.040
Herbeoordeling waardedaling 0 0 17.500 17.500
Vastgelopen dossiers 12.500 12.500 15.851 28.351
Vergoeding zelf aangebrachte voorzieningen 2.286 2.286 4.528 6.814
Vergoeding schade door versterkingsmaatregelen 10.000 10.000 10.000
Versterken industrie 0 0 800 800 800 800
Opdrachten 3.259.922 0 3.259.922 ‒ 1.081.146 2.178.776 69.661 123.052 9.656 ‒ 111.275
Werkbudgetten 17.853 17.853 12.329 30.182
Versterkingsoperatie 599.998 599.998 231.527 831.525 51.049 128.782 9.656 ‒ 111.275
Knelpunten (bestuurlijke afspraken) 22.500 22.500 17.657 40.157
Versterken industrie 1.041 1.041 ‒ 800 241 ‒ 800 ‒ 800
Nieuwbouwregeling 4.930 4.930 ‒ 4.930 0 ‒ 4.930 ‒ 4.930
Vergoeding Norg akkoord 2.613.600 2.613.600 ‒ 1.336.929 1.276.671 24.342
Vermogensverschaffing/-onttrekking 0 0 0 0 0 0 0 0 2.790
Kapitaalinjectie EBN 0 0 0 2.790
Bijdrage aan agentschappen 213.106 0 213.106 ‒ 18.237 194.869 17.222 31.445 34.565 46.710
Bijdrage RVO.nl 211.024 211.024 ‒ 18.237 192.787 17.222 31.445 34.565 46.710
Bijdrage aan bestuur Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG) 2.082 2.082 2.082
Bijdrage aan ZBO's/RWT's 1.400 0 1.400 0 1.400 0 0 0 0
TNO publieke SDRA 1.400 1.400 1.400
Bijdrage aan medeoverheden 179.113 0 179.113 227.902 407.015 0 0 0 0
Mkb-programma (bestuurlijke afspraken 2.200 2.200 2.200 4.400
Nationaal Programma Groningen 50.500 50.500 84.749 135.249
Compensatie gemeenten en provincie (bestuurlijke afspraken) 11.938 11.938 3.031 14.969
Clustering en gebiedsfonds (bestuurlijke afspraken) 112.475 112.475 135.922 248.397
Sociaal-emotionele ondersteuning door gemeenten (bestuurlijke afspraken) 2.000 2.000 2.000 4.000
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 6.098 0 6.098 1.805 7.903 0 0 0 0
Adviescollege Veiligheid Groningen (ACVG) 3.098 3.098 3.098
Raad voor Rechtspraak 3.000 3.000 1.805 4.805
Ontvangsten 11.735.415 0 11.735.415 ‒ 5.128.659 6.606.756 ‒ 2.098.115 1.475.218 1.071.789 696.728
Ontvangsten Mijnbouwwet 5.396.000 5.396.000 ‒ 2.233.000 3.163.000 ‒ 859.000 573.000 205.000 45.000
Dividenduitkering EBN 5.074.500 5.074.500 ‒ 2.774.500 2.300.000 ‒ 1.085.500 711.000 575.000 350.000
Dividenduitkering GasTerra 3.600 3.600 3.600
Ontvangsten NAM fysieke schade 365.803 365.803 ‒ 97.203 268.600 ‒ 53.429 ‒ 23.092 108.361 208.438
Ontvangsten NAM uitvoeringskosten schade 197.517 197.517 3.916 201.433 16.682 44.449 73.054 64.060
Ontvangsten NAM waardedaling 32.500 32.500 5.700 38.200 65.000 10.000
Ontvangsten NAM immateriële schade 71.250 71.250 ‒ 15.550 55.700 48.750 31.500 10.250 6.250
Ontvangsten NAM publieke SDRA 1.400 1.400 1.427 2.827
Ontvangsten NAM versterken industrie 1.430 1.430 1.413 2.843
Ontvangsten NAM versterkingsoperatie 561.485 561.485 ‒ 20.862 540.623 ‒ 230.618 128.361 100.124 22.980
Nationaal Programma Groningen (bijdrage NAM) 25.000 25.000 25.000
Ontvangsten NAM Nieuwbouwregeling 4.930 4.930 4.930
Verplichtingen 4.486.758 0 4.486.758 ‒ 610.186 3.876.572 50.682 242.695 ‒ 55.897 ‒ 34.643
waarvan garantieverplichtingen
waarvan overige verplichtingen 4.486.758 0 4.486.758 ‒ 610.186 3.876.572 50.682 242.695 ‒ 55.897 ‒ 34.643

Budgetflexibiliteit

Van het totale uitgavenbudget op artikel 5 in 2023 is circa 97% juridisch verplicht of bestuurlijk gebonden en de overige 3% beleidsmatig gereserveerd. Dit is het geval omdat de meeste uitgaven op artikel 5 een verplichting zijn op basis van wettelijke of ministeriële regelingen of onderdeel zijn van de bestuurlijke afspraken uit november 2020. Daarbij is eveneens de grootste uitgavenpost in 2023, de vergoeding voor het Norg akkoord (ca. € 1,3 mld), juridisch verplicht.

Toelichting

Verplichtingen

Voor een toelichting op de verplichtingen wordt verwezen naar de toelichting op de uitgaven.

Uitgaven

Subsidies

Waardevermeerderingsregeling

Bewoners met € 1.000 schade of meer, kunnen met deze regeling maximaal € 4.000 subsidie ontvangen voor de verduurzaming van hun woning. De uitputting van deze regeling is niet verlopen conform het voor 2022 beschikbare budget. De middelen die in 2022 niet tot besteding zijn gekomen (€ 33 mln) worden aan het budget voor 2023 toegevoegd.

Diverse subsidies versterken

Er worden diverse subsidies verstrekt in het kader van de versterkingsoperatie. Deze middelen staan enkel in één begrotingsjaar en schuiven jaarlijks door naar het volgende begrotingsjaar. Volgens deze systematiek is € 11,4 mln toegevoegd aan de EZK-begroting voor 2023.

Subsidieregelingen bestuurlijke afspraken

In het kader van de bestuurlijke afspraken uit 2020 zijn een aantal subsidieregelingen geïntroduceerd. Middelen die in 2022 niet tot besteding zijn gekomen (€ 125 mln) worden toegevoegd aan de EZK-begroting voor 2023.

Schade(vergoedingen)

Vergoeding fysieke schade

De raming van de schadeafhandeling door het IMG wordt ieder jaar geactualiseerd. Naar aanleiding daarvan wordt het in de EZK-begroting opgenomen bedrag voor de fysieke schadebetalingen bijgesteld. In de actualisatie is nog geen rekening gehouden met de beleidsmatige ontwikkeling naar aanleiding van de kabinetsreactie op het rapport van de parlementaire enquêtecommissie.

Vergoeding waardedaling

De raming van de schadeafhandeling door het IMG wordt ieder jaar geactualiseerd. Naar aanleiding daarvan wordt het in de EZK-begroting opgenomen bedrag voor de vergoedingen voor waardedaling bijgesteld. In de actualisatie is nog geen rekening gehouden met de beleidsmatige ontwikkeling naar aanleiding van de kabinetsreactie op het rapport van de parlementaire enquêtecommissie.

Vergoeding immateriële schade

De raming van de schadeafhandeling door het IMG wordt ieder jaar geactualiseerd. Naar aanleiding daarvan wordt het in de EZK-begroting opgenomen bedrag voor de immateriële schadebetalingen bijgesteld. In de actualisatie is nog geen rekening gehouden met de beleidsmatige ontwikkeling naar aanleiding van de kabinetsreactie op het rapport van de parlementaire enquêtecommissie.

Herbeoordeling waardedaling

Groningers die een lagere schadevergoeding voor waardedaling hebben ontvangen van de NAM dan nu zou zijn toegekend door het IMG kunnen een tegemoetkoming ontvangen. De in 2022 nog niet tot besteding gekomen middelen (€ 17,5 mln) worden toegevoegd aan het budget voor 2023.

Vastgelopen dossiers

In het aardbevingsgebied doet zich een aantal schrijnende situaties voor waardoor het dossier voor de schadeafhandeling of versterkingsoperatie is vastgelopen. Middelen die in 2022 niet tot besteding zijn gekomen (€ 15,9 mln), worden toegevoegd aan de begroting voor 2023.

Opdrachten

Werkbudgetten

Dit betreffen de werkbudgetten van de beleidsdirecties die zich bij EZK met het Groningendossier bezighouden en het werkbudget van de NCG. Middelen die in 2022 niet tot besteding zijn gekomen, worden aan de werkbudgetten voor 2023 toegevoegd.

Versterkingsoperatie

Ieder jaar wordt bij Voorjaarsnota de raming van de versterkingsoperatie geactualiseerd. Naar aanleiding van deze actualisatie worden de geraamde uitgaven en ontvangsten voor de gehele periode tot en met 2028 aangepast.

Knelpunten (bestuurlijke afspraken)

In het kader van de bestuurlijke afspraken uit 2020 is budget gereserveerd voor het oplossen van knelpunten, zodat de NCG bijvoorbeeld individuele knelpunten in vormingsfase kan wegnemen om projecten te versnellen. Middelen die in 2022 niet tot besteding zijn gekomen (ca. € 17,7 mln), worden voor 2023 toegevoegd aan de EZK-begroting.

Vergoeding Norg akkoord

Conform de afspraken in het Norg akkoord betaalt de Staat een vergoeding aan NAM. De berekeningswijze van de vergoeding is vastgesteld in arbitrage, de hoogte van de vergoeding is afhankelijk van de gasprijs. Over de vergoeding moet btw worden betaald (Kamerstuk 33 529, nr. 997). De geraamde uitgaven voor het Norg akkoord worden bijgesteld als gevolg van de ontwikkeling van de gasprijs.

Vermogensverschaffing/-onttrekking

Kapitaalinjectie EBN

Momenteel is de bij EBN aanwezige voorziening voor de aardbevingskosten ontoereikend om het EBN-deel van de kosten voor schade en versterken volledig te kunnen voldoen. Daarom is een raming opgenomen voor een toekomstige kapitaalinjectie aan EBN. Deze raming wordt jaarlijks bijgesteld op basis van de nieuwe ramingen voor schade en versterken en de opbouw van de voorziening bij EBN.

Bijdrage aan agentschappen

Bijdrage aan RVO.nl

RVO levert het personeel en de ondersteuning voor het IMG. De raming van de schadeafhandeling door het IMG wordt ieder jaar geactualiseerd. Naar aanleiding daarvan wordt ook het in de EZK-begroting opgenomen bedrag voor de uitvoeringskosten van het IMG bijgesteld. In de actualisatie is nog geen rekening gehouden met de beleidsmatige ontwikkeling naar aanleiding van de kabinetsreactie op het rapport van de parlementaire enquêtecommissie.

Bijdrage aan medeoverheden

Nationaal Programma Groningen

Met het Nationaal Programma Groningen (NPG) wordt geïnvesteerd in de leefbaarheid, economische ontwikkeling en energietransitie in Groningen. Het NPG is een samenwerkingsverband van het Rijk, de provincie en gemeenten. NAM draagt € 500 mln bij aan het NPG en het Rijk meerjarig in totaal € 650 mln. In 2022 is € 84,8 mln niet tot besteding gekomen. Deze middelen worden toegevoegd aan de EZK-begroting voor 2023.

Clustering en gebiedsfonds (bestuurlijke afspraken)

In het kader van de bestuurlijke afspraken uit 2020 worden uitkeringen gedaan aan medeoverheden voor clustering en het gebiedsfonds (blokken B en D uit de bestuurlijke afspraken). Middelen die in 2022 niet tot besteding zijn gekomen, worden toegevoegd aan de EZK-begroting voor 2023.

Ontvangsten

Ontvangsten Mijnbouwwet

De geraamde ontvangsten op basis van de Mijnbouwwet worden bijgesteld naar aanleiding van de ontwikkelingen in de gasprijs.

Dividenduitkering EBN

De geraamde ontvangsten op basis van de Mijnbouwwet worden bijgesteld naar aanleiding van de ontwikkelingen in de gasprijs.

Ontvangsten NAM fysieke schade

De uitgaven voor de schadeafhandeling worden via een heffing bij NAM in rekening gebracht. Als gevolg van de bijstelling van de uitgaven voor fysieke schade worden ook de geraamde ontvangsten van NAM bijgesteld.

Ontvangsten NAM uitvoeringskosten schade

De uitgaven voor uitvoeringskosten van de schadeafhandeling worden via een heffing bij NAM in rekening gebracht. Als gevolg van de bijstelling van de uitgaven worden ook de geraamde ontvangsten van NAM bijgesteld.

Ontvangsten NAM waardedaling Groningen

De uitgaven voor de vergoeding voor waardedaling worden via een heffing bij NAM in rekening gebracht. Als gevolg van de bijstelling van de uitgaven worden ook de geraamde ontvangsten van NAM bijgesteld.

Ontvangsten NAM immateriële schade

De uitgaven voor de schadeafhandeling worden via een heffing bij NAM in rekening gebracht. Als gevolg van de bijstelling van de uitgaven voor fysieke schade worden ook de geraamde ontvangsten van NAM bijgesteld.

Ontvangsten NAM versterkingsoperatie

Jaarlijks worden de geraamde uitgaven voor de versterkingsoperatie bijgesteld. Dat leidt ook tot een bijstelling van de geraamde ontvangsten. Enkel bij de gerealiseerde ontvangsten over 2022, die in 2023 binnenkomen is rekening gehouden met de gedeeltelijke betaling van de factuur door NAM. Vanaf 1 juli 2023 wordt de Tijdelijke wet Groningen onderdeel versterken van kracht. Vanaf dat moment zal gewerkt worden met een heffing, die NAM enkel volledig kan betalen. De eerste heffing (over de tweede helft van 2023) wordt in 2024 opgelegd.

3.6 Beleidsartikel 6 Bijdrage Nationaal Groeifonds

Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 8.574.169 ‒ 871.298 7.702.871 ‒ 442.967 7.259.904 ‒ 75.332 ‒ 21.108 51.663 17.130
Uitgaven 1.572.633 ‒ 376.923 1.195.710 ‒ 169.942 1.025.768 ‒ 147.182 ‒ 73.256 ‒ 8.654 6.449
Bijdrage aan andere begrotingshoofdstukken 1.572.633 ‒ 376.923 1.195.710 ‒ 169.942 1.025.768 ‒ 147.182 ‒ 73.256 ‒ 8.654 6.449
Bijdrage aan het Nationaal Groeifonds 1.572.633 ‒ 376.923 1.195.710 ‒ 169.942 1.025.768 ‒ 147.182 ‒ 73.256 ‒ 8.654 6.449
Ontvangsten 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Verplichtingen 8.574.169 ‒ 871.298 7.702.871 ‒ 442.967 7.259.904 ‒ 75.332 ‒ 21.108 51.663 17.130
waarvan garantieverplichtingen 0 0
waarvan overige verplichtingen 8.574.169 ‒ 871.298 7.702.871 ‒ 442.967 7.259.904 ‒ 75.332 ‒ 21.108 51.663 17.130

Budgetflexibiliteit

Toelichting

Zes omzettingen (Kamerstuk 36 200 L, nr. 9 en Kamerstuk 36 250 XIX, nr. 3) worden door middel van deze 1e suppletoire begroting verwerkt.

Project Toekomstbestendige Leefomgeving (BZK)

Een reservering van € 100,0 mln voor dit project uit de tweede ronde is omgezet in een toekenning van € 60,0 mln en een voorwaardelijke toekenning van € 40,0 mln.

Project Health-RI (EZK)

Een reservering van € 47,0 mln voor dit project uit de eerste ronde is omgezet in een toekenning.

Project NL2120, het groene verdienvermogen van Nederland (I&W)

Een reservering van € 110,0 mln voor dit project uit de tweede ronde is omgezet in een toekenning van € 70,0 mln en een voorwaardelijke toekenning van € 40,0 mln.

Project Groeiplan Watertechnologie (I&W)

Een reservering van € 135,0 mln voor dit project uit de tweede ronde is omgezet in een toekenning.

Project Dutch Metropolitan Innovations (voorheen bekend als Digitaal Ecosysteem Mobiliteit en Smart City) (I&W)

Een reservering van € 85,0 mln voor dit project uit de tweede ronde is omgezet in een toekenning.

Project GroenvermogenNL (EZK)

De projecten Groenvermogen van de Nederlandse economie uit de eerste ronde en het project Groenvermogen II uit de tweede ronde zijn samengevoegd tot GroenvermogenNL. Een reservering van € 265,0 mln voor het project uit de eerste ronde is omgezet in een toekenning van € 119,0 mln en een voorwaardelijke toekenning van € 146,0 mln.

Loon- en prijsbijstelling

Voor de periode 2023-2032 is in totaal € 908,7 mln uitgekeerd aan loon- en prijsbijstelling (LPB).

Ombuiging op loon- en prijsbijstelling

Van de uitgekeerde LPB voor de periode 2023-2032 is in totaal € 344,3 mln aangewend voor het EZK-aandeel in de structurele rijksbrede dekkingsopgave als gevolg van de stijgende rentelasten en asiel.

Beschermingsfonds Economische Veiligheid

Er is in totaal € 100,0 mln van de uitgekeerde LPB van het NGF aangewend voor het nader uit te werken Beschermingsfonds Economische Veiligheid.

4 Niet-beleidsartikelen

4.1 Artikel 40 Apparaat Kerndepartement

Verplichtingen 529.932 0 529.932 54.717 584.649 47.511 49.058 53.958 58.295
Uitgaven 529.932 0 529.932 54.717 584.649 47.511 49.058 53.958 58.295
Personele uitgaven
eigen personeel 363.140 363.140 17.220 380.360 14.952 24.047 35.784 40.792
inhuur externen 8.860 8.860 7.861 16.721 6.341 4.885 3.267 3.000
overige personele uitgaven 18.036 18.036 4.578 22.614 6.019 7.115 7.354 9.350
Materiële uitgaven
ICT 28.957 28.957 ‒ 1.274 27.683 ‒ 1.311 ‒ 3.385 ‒ 4.758 ‒ 6.458
bijdrage aan SSO's 13.382 13.382 0 13.382 0 0 0 0
DICTU 20.014 20.014 ‒ 426 19.588 ‒ 426 0 0 0
overige materiële uitgaven 77.543 77.543 26.758 104.301 21.936 16.396 12.311 11.611
Ontvangsten 135.350 0 135.350 15.831 151.181 ‒ 44.400 17.800 24.200 32.600
ACM 18.149 18.149 18.149
SoDM 1.350 1.350 1.350
CPB 1.643 1.643 1.643
kerndepartement 1.954 1.954 17.731 19.685
NCG 112.254 112.254 ‒ 1.900 110.354 ‒ 44.400 17.800 24.200 32.600

Toelichting op de verplichtingen en uitgaven

Personele uitgaven

Er is per saldo € 29,7 mln toegevoegd aan de personeelsbudgetten van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat. De toevoeging heeft voornamelijk te maken met versterking van de capaciteit bij het kerndepartement (€ 7,9 mln) en met de taken van het Centraal Planbureau en van de toezichthouders Autoriteit Consument en Markt en Staatstoezicht op de Mijnen (totaal € 12,4 mln).

Materiële uitgaven

Er is per saldo € 25,1 mln toegevoegd aan de materiële budgetten van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat. De toevoeging betreft voornamelijk bijstelling van de uitvoeringskosten van de Nationaal Coördinator Groningen (€ 9,4 mln), onderzoek door het Centraal Planbureau (€ 0,6 mln), taken van de Autoriteit Consument en Markt (€ 2,1 mln) en bijdragen in het eigen vermogen van agentschappen (€ 11,7 mln).

Ontvangsten

Aan de ontvangstbudgetten is per saldo € 15,8 mln toegevoegd. De toevoeging heeft voornamelijk te maken met de verplichte afromingen van het eigen vermogen van DICTU (€ 17,1 mln) en een bijstelling van de ontvangsten van de Nationaal Coördinator Groningen (- € 1,9 mln).

4.2 Artikel 41 Nog onverdeeld

Verplichtingen 0 0 0 322.701 322.701 211.009 213.574 194.320 191.688
Uitgaven 0 0 0 322.701 322.701 211.009 213.574 194.320 191.688
Loonbijstelling 0 0 0 95.339 95.339 100.753 114.435 110.783 112.054
programma 95.339 95.339 100.753 114.435 110.783 112.054
apparaat
Prijsbijstelling 0 0 0 127.362 127.362 110.256 99.139 83.537 79.634
programma 127.362 127.362 110.256 99.139 83.537 79.634
apparaat
Beschermingsfonds economische veiligheid 100.000 100.000
Onvoorzien 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Ontvangsten 0 0 0 0 0 0 0 0 0

Toelichting op de verplichtingen en uitgaven

Loon- en prijsbijstelling

Bij Voorjaarsnota 2023 is de loon- en prijsbijstellingstranche 2023 uitgedeeld. De loonbijstelling betreft de vergoeding voor de stijging van de contractloonontwikkeling en de stijging van de sociale lasten voor de overheidswerkgever. De prijsbijstelling betreft de verwerking van de stijging van de diverse prijsindexen. De loon- en prijsbijstellingstranche 2023 zal bij de eerst volgende begrotingsronde uitgedeeld worden aan de relevante loon- en prijsgevoelige onderdelen.

Beschermingsfonds Economische Veiligheid
Dit betreft een reservering van € 100 mln voor de nadere uitwerking van het Beschermingsfonds Economische Veiligheid. De geopolitieke verhoudingen verschuiven, waarbij macht door statelijke actoren steeds vaker wordt uitgeoefend door inzet van economische instrumenten, controle over technologieën en risicovolle strategische afhankelijkheden (zoals grondstoffen, energie). De verwachting is dat deze ontwikkeling de komende jaren verder zal toenemen en dat daarom snelle financiële interventie door het Rijk steeds vaker noodzakelijk zal zijn. Ter bekostiging hiervan wordt een deel van de loon- en prijsbijstelling ingezet van het Nationaal Groeifonds (NGF). De Kamer wordt nader geïnformeerd over de uitwerking van het op te richten fonds. Wanneer positieve besluitvorming hierover heeft plaatsgevonden, worden de middelen na afstemming met het Ministerie van Financiën overgeheveld naar het juiste instrument op de begroting.

5 Agentschappen

5.1 Nederlandse Emissieautoriteit (NEa)

Baten
Omzet 15.929 1.641 17.570
waarvan omzet moederdepartement 10.350 2.243 12.593
waarvan omzet overige departementen 5.579 ‒ 602 4.977
waarvan omzet derden 0 0 0
Rentebaten 0 0 0
Vrijval voorzieningen 0 0 0
Bijzondere baten 0 0 0
Totaal baten 15.929 1.641 17.570
Lasten
Apparaatskosten 15.124 1.388 16.512
Personele kosten 11.609 1.080 12.689
waarvan eigen personeel 10.281 674 10.955
waarvan inhuur externen 812 280 1.092
waarvan overige personele kosten 516 126 642
Materiële kosten 3.515 308 3.823
waarvan apparaat ICT 797 1.002 1.799
waarvan bijdrage aan SSO's 1.312 243 1.555
waarvan overige materiële kosten 1.406 ‒ 937 469
Rentelasten 34 ‒ 5 29
Afschrijvingskosten 771 259 1.030
Materieel 0 0 0
waarvan apparaat ICT 0 0 0
waarvan overige materiele afschrijvingskosten 0 0 0
Immaterieel 771 259 1.030
Overige lasten 0 0 0
waarvan dotaties voorzieningen 0 0 0
waarvan bijzondere lasten 0 0 0
Totaal lasten 15.929 1.641 17.570
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening 0 0 0
Agentschapsdeel Vpb-lasten 0 0 0
Saldo van baten en lasten 0 0 0

Toelichting op de baten

Omzet Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK)

De omzet EZK stijgt met € 2,2 mln ten opzichte van de ontwerpbegroting als gevolg van de nieuwe taken volgend uit Fitfor55 en CBAM. De omzet EZK is verder een vergoeding voor het leveren van producten en diensten betreffende wettelijke en niet-wettelijke taken vanuit ETS en werkzaamheden voortkomend uit de Richtlijnen voor hernieuwbare energie en brandstoffenkwaliteit. Daarnaast zijn in dit budget de werkzaamheden van de nieuwe taken vanuit het Regeerakkoord opgenomen, namelijk Bijstook Biomassa, CO2 -Minimumprijs, en het opleggen en het innen van de CO2-heffing.

Omzet Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW)

De omzet IenW daalt met € 0,6 mln ten opzichte van de ontwerpbegroting voor 2023. Deze verlaging komt door een geactualiseerde inschatting van de snelheid en noodzaak van de beoogde capaciteitsuitbreiding en door het wegvallen van de jaarverplichting voor binnenvaart.

De omzet betreft een vergoeding voor de wettelijke of daarmee sterk verbonden taken op het gebied van Energie voor Vervoer (EV). Voor 2023 is de opdracht in dit kader uitgebreid met beleidsvoorbereidende taken op het gebied van de RED3-implementatie voor vervoer. Hier was in de ontwerpbegroting 2023 al rekening mee gehouden.

Toelichting op de lasten

Personele kosten

Voor de uitvoering van de nieuwe taken wordt extra personeel aangenomen en wordt meer ingehuurd. Hierdoor stijgen de personele kosten. De overige personele kosten stijgen als gevolg van een toename van het aantal fte, maar ook door extra inspanningen op gebied van recruitement.

Materiële kosten

De begrote materiële kosten zijn met € 0,3 mln gestegen. Deze kosten bestaan uit ICT-kosten, kosten van SSO’s en overige materiële kosten.

De ICT-kosten zijn met met € 1 mln gestegen ten opzichte van de ontwerpbegroting. De kosten van beheer en onderhoud stijgen, doordat activa in gebruik zijn genomen. De ontwikkelkosten zijn bekostigd met de leenfaciliteit.

De kosten van SSO’s stijgen met € 0,2 mln door toename van het aantal fte en als gevolg van de inflatie.

De overige materiële kosten dalen met € 0,9 mln als gevolg van een geactualiseerde inschatting van de kosten. 

Afschrijvingskosten

De afschrijvingskosten op immateriële activa zijn gebaseerd op de activering van kosten voor de bouw van het Emissiehandel portaal, het Register Energie voor Vervoer en het CO2 Heffingsregister. De afschrijvingskosten stijgen met € 0,3 mln omdat investeringen in 2022 hoger zijn uitgevallen. 

1. Rekening-courant RHB 1 januari 2023 + depositorekeningen 2.639 586 3.225
Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+) 15.929 1.641 17.570
Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-) ‒ 15.158 ‒ 1.383 ‒ 16.541
2. Totaal operationele kasstroom 771 259 1.030
Totaal investeringen (-/-) 0 ‒ 1.414 ‒ 1.414
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) 0 0 0
3. Totaal investeringkasstroom 0 ‒ 1.414 ‒ 1.414
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-) 0 ‒ 2.821 ‒ 2.821
Eenmalige storting door het moederdepartement (+) 0 0 0
Aflossingen op leningen (-/-) ‒ 180 ‒ 663 ‒ 843
Beroep op leenfaciliteit (+) 500 914 1.414
4. Totaal financieringskasstroom 320 ‒ 2.570 ‒ 2.250
5. Rekening-courant RHB 31 december 2023 (=1+2+3+4) 3.730 ‒ 3.139 591

Toelichting op het kasstroomoverzicht

Operationele kasstroom

De operationele kasstroom bestaat uit het geraamde saldo van baten en lasten gecorrigeerd voor afschrijvingen en vooruit ontvangen en vooruit betaalde bedragen.

Investeringskasstroom

De investering betreft de doorontwikkeling van de Registers Emissiehandel en Energie voor Vervoer, de ontwikkeling van het Emissiehandelsportaal (EHP) en de ontwikkeling van het ETS Maritiem Portaal en het ETS 2 portaal.

Financieringskasstroom

Het beroep op de leenfaciliteit wordt gedaan voor hierboven vermelde investeringen.

5.2 Rijksinspectie Digitale Infrastructuur (RDI)

Baten
Omzet 69.597 10.594 80.191
waarvan omzet moederdepartement 39.568 7.962 47.530
waarvan omzet overige departementen 5.159 1.738 6.897
waarvan omzet derden 24.870 894 25.764
Rentebaten 0 0 0
Vrijval voorzieningen 0 0 0
Bijzondere baten 0 0 0
Totaal baten 69.597 10.594 80.191
Lasten
Apparaatskosten 65.422 16.302 81.724
Personele kosten 42.145 11.292 53.437
waarvan eigen personeel 32.495 6.584 39.079
waarvan inhuur externen 7.026 4.708 11.734
waarvan overige personele kosten 2.624 0 2.624
Materiële kosten 23.277 5.010 28.287
waarvan apparaat ICT 0 0 0
waarvan bijdrage aan SSO's 13.841 5.010 18.851
waarvan overige materiële kosten 9.436 0 9.436
Rentelasten 100 0 100
Afschrijvingskosten 4.000 0 4.000
Materieel 2.000 0 2.000
waarvan apparaat ICT 0 0 0
waarvan overige materiele afschrijvingskosten 2.000 0 2.000
Immaterieel 2.000 0 2.000
Overige lasten 75 0 75
waarvan dotaties voorzieningen 75 0 75
waarvan bijzondere lasten 0 0 0
Totaal lasten 69.597 16.302 85.899
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening 0 0 0
Agentschapsdeel Vpb-lasten 0 0 0
Saldo van baten en lasten 0 ‒ 5.708 ‒ 5.708
Mutatie Tii/Wau gelden 0 5.708 5.708
Saldo van baten en lasten na resultaatbestemming 0 0 0
  1. Vanaf 1 januari 2023 is Agentschap Telecom Rijksinspectie Digitale Infrastructuur geworden.

Toelichting op de baten

Omzet moederdepartement

De uitvoeringsofferte en toezichtofferte vallen hoger uit dan begroot als gevolg van de toekenningen vanuit het coalitieakkoord (CA) en als gevolg van een hogere loon- en prijscompensatie (7,5% t.o.v. 2,9% in mei).

Dit houdt in dat er € 7,96 mln extra omzet is vastgesteld. Dit bestaat uit: € 0,9 mln richtlijn beveiliging van netwerk- en informatiesystemen / Critical entities resilience (NIS2/CER), € 1,0 mln voor Netcode, 4,6 mln Afbouw Salderingsregeling en € 1,5 mln voor hogere loon- en prijscompensatie.

Omzet overige departementen

In 2023 is de offerte (voorbereiding) Wet Digitale Overheid (Wdo) en Elektronische Toegangsdiensten (ETD) goedgekeurd door BZK als opdrachtgever. Opdracht ligt € 1 mln hoger dan begroot in mei 2022.

Van het ministerie van VWS is de opdracht ontvangen met betrekking tot de toegankelijkheidsvoorschriften voor producten en diensten (Toegankelijkheidsrichtlijn 2019/882) voor € 0,55 mln. Daarnaast is de omzet € 0,2 mln hoger door loon- en prijscompensatie.

Omzet derden

De hogere omzet van € 0,9 mln in 2023 is het gevolg van de loon- en prijscompensatie van 7,5% voor 2023.

Toelichting op de lasten

Personele kosten

De totale personele kosten zijn conform offertes en in lijn met de looncompensatie in de tarievennota 2023. De totale personele kosten bestaan uit ambtelijk personeel (78%) en extern personeel (22%).

Materiële kosten

De materiële kosten zijn één op één afgeleid van de offerte en de beoogde materiële lasten benodigd om de taak ten uitvoer te brengen.

Toelichting op het saldo van baten en lasten

Het saldo van baten en lasten laat een negatief saldo van € 5,7 mln als gevolg van de lasten voor Werk aan Uitvoering (WaU) en voor Transparantie in Informatie (Tii).De ontvangen bijdragen voor deze taken komen ten gunste van de bestemmingsreserve en zijn verwerkt in het kasstroomoverzicht als eenmalige storting door het moederdepartement

1. Rekening-courant RHB 1 januari 2023 + depositorekeningen 13.457 11.498 24.955
Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+) 69.597 10.594 80.191
Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-) ‒ 65.597 ‒ 16.302 ‒ 81.899
2. Totaal operationele kasstroom 4.000 ‒ 5.708 ‒ 1.708
Totaal investeringen (-/-) ‒ 5.750 0 ‒ 5.750
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) 0 0 0
3. Totaal investeringkasstroom ‒ 5.750 0 ‒ 5.750
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-) 0 0 0
Eenmalige storting door het moederdepartement (+) 0 5.708 5.708
Aflossingen op leningen (-/-) ‒ 5.269 0 ‒ 5.269
Beroep op leenfaciliteit (+) 5.750 0 5.750
4. Totaal financieringskasstroom 481 5.708 6.189
5. Rekening-courant RHB 31 december 2023 (=1+2+3+4) 12.187 11.498 23.685

Toelichting op het kasstroomoverzicht

De suppletoire begroting heeft geen effect op het saldo van het kasstroomoverzicht. De mutaties bevinden zich binnen de operationele en financieringskasstroom en met een saldo van nul.

De Eenmalige storting door het moederdepartement heeft betrekking op de ontvangsten voor Werk aan Uitvoering (Wau) en voor Transparantie in Informatie (Tii).