Memorie van toelichting
Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2023 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)
Memorie van toelichting
Nummer: 2023D15978, datum: 2023-05-11, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36350-V-2).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken (Ooit CDA kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 36350 V-2 Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2023 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota).
Onderdeel van zaak 2023Z06788:
- Indiener: W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2023-05-16 15:30: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2023-05-24 13:00: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2023-06-01 14:00: Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2023 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota) (Inbreng feitelijke vragen), vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2023-07-06 01:00: Einde vergadering: STEMMINGEN (over alle resterende onderwerpen) (Stemmingen), TK
Preview document (đ origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022â2023 |
36 350V | Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken voor het jaar 2023 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota) |
Nr. 2 |
|
A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL
Wetsartikelen 1Â tot en met 3
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2023 wijzigingen aan te brengen in de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken.
Vanwege de spoedeisende maatregelen is op 3Â april 2023 de tweede incidentele suppletoire begroting naar de Tweede Kamer verzonden. De behandeling in de Staten-Generaal heeft nog niet plaatsgevonden. Om deze reden is de in de begrotingsstaat opgenomen stand nog niet door de beide Kamers bekrachtigd. Vanwege de snelle opeenvolging van begrotingswetsvoorstellen, om het budgetrecht van de Staten Generaal te waarborgen, bevat de kolom âvastgestelde begrotingâ zowel de vastgestelde stand bij ontwerpbegroting als de mutaties die bij incidentele suppletoire begroting zijn opgenomen.
De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).
De Minister van Buitenlandse Zaken,
W.B. Hoekstra
B. BEGROTINGSTOELICHTING
1 Leeswijzer
De voorliggende suppletoire begroting bevat de voorgestelde wijzigingen ten opzichte van de vastgestelde begroting 2023 van hoofdstuk V van de begroting van het Rijk.
In de toelichting worden de wijzigingen welke zijn opgetreden in de omvang van de HGIS, alsook de belangrijkste mutaties op de begroting van Buitenlandse Zaken toegelicht. Ten slotte volgt per artikel de nieuwe stand en een toelichting op de opmerkelijke verschillen.
In 2023 worden geen extra maatregelen genomen als gevolg van de impact van het coronavirus (COVID 19). Voor het uitgebreide overzicht wordt verwezen naar de pagina Overheidsfinanciën in coronatijd op Rijksfinancien.nl
â | â | â | â |
De tabel hieronder geeft inzicht in de geplande inzet van middelen in OekraĂŻne in 2023. De vermeldde bedragen zijn direct gerelateerd aan de invasie in OekraĂŻne en directe gevolgen. Uitgaven ten behoeve van derde orde effecten zijn hierin niet opgenomen. In 2024 t/m 2027 is de Nederlandse bijdrage aan het EPF opgehoogd (1e ISB BZ 2023 en 2e ISB BZ 2023).
1.1 | Accountability | 14.000 | 2e incidentele suppletoire begroting BZ 2023 |
2.1 | NAVO UCAP Trust Fund | 75.000 | 2e incidentele suppletoire begroting BZ 2023 |
2.4 | Stabiliteitsfonds ODA | 10.000 | 2e incidentele suppletoire begroting BZ 2023 |
3.3 | Council of Europe Development Bank | 21.800 | 1e suppletoire begroting BZ 2023 |
4.3 | Cultuur | 5.000 | 2e incidentele suppletoire begroting BZ 2023 |
4.4 | Onderzoek EWEA en scenario's ontheemden uit OekraĂŻne (REKA) (van J&V) | 220 | 1e suppletoire begroting BZ 2023 |
Conform de regeling Rijksbegrotingsvoorschriften en de Comptabili-teitswet dienen de opmerkelijke verschillen tussen de oorspronkelijke en huidige raming te worden toegelicht. Daarbij wordt gebruik gemaakt van het financiële instrument. Ook is omschreven welke ondergrens gehan-teerd moet worden, waarboven een uitgavenmutatie moet worden toegelicht. Zie hiervoor onderstaande tabel. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen beleidsmatige en technische mutaties. Op verplichtingenniveau worden mutaties groter dan 10% ten opzichte van de vorige stand, op artikelniveau toegelicht.
< 50 | 1 | 2 |
=> 50 en < 200 | 2 | 4 |
=> 200 < 1000 | 5 | 10 |
=> 1000 | 10 | 20 |
In onderdeel 6Â staan de tabellen van de niet-beleidsmatige artikelen.
2 Wijzigingen in de omvang van de HGIS
In deze paragraaf wordt geschetst welke wijzigingen zijn opgetreden in de omvang van de HGIS sinds de HGIS-nota 2023. Zoals uit de hiernavolgende tabel blijkt, neemt de totale omvang van de HGIS voor 2023 toe met EURÂ 1.716,1Â miljoen.
HGIS-uitgaven | 7.783,4 | 9.523,4 | 1.740 |
HGIS-ontvangsten | 130,2 | 153,8 | 23,7 |
Omvang HGIS (uitgaven min ontvangsten) | 7.653,2 | 9.369,6 | 1.716,4 |
- De tabel bevat afrondingsverschillen.
De per saldo toename van het budget kent een aantal oorzaken. Enerzijds stijgt het budget vanwege de doorwerking van de bijgestelde macro-cijfers ten opzichte van eerdere raming zoals deze is opgesteld op Prinsjesdag 2022. Het beschikbare budget voor de HGIS beweegt mee met de economische ontwikkeling. Het non-ODA-deel met het prijsniveau van het Bruto Binnenlands Product (BBP) en de omvang van de Official Development Aid (ODA) met de ontwikkeling van het Bruto Nationaal Inkomen (BNI). De meest recente CPB-cijfers laten een hoger dan eerder verwachte raming zien van zowel BBP alsook BNI.
Daarnaast heeft het kabinet de HGIS uitgaven verhoogd in het kader van de oorlog in Oekraïne. In de hiernavolgende tabellen is een aantal categorieën opgenomen die per onderdeel beknopt worden toegelicht. Een meer uitgebreide toelichting is daarnaast ook in de verticale toelichting van de Voorjaarsnota 2023 opgenomen en op de respectievelijke departementale begrotingen weergegeven.
Stand HGIS-nota 2023 | 7.783,5 |
1) Aanpassing BNI/BBP raming | 66,6 |
2) Eindejaarsmarge | 95.1 |
3) Overboekingen van/naar HGIS | 2.217.4 |
4) Kasschuif | â 661.6 |
5) Desalderingen | 22,4 |
Stand Voorjaarsnota 2023 | 9.523,4 |
- De tabel bevat afrondingsverschillen.
Toelichting uitgavenmutaties
Het uitgavenkader van de HGIS neemt per saldo toe met EURÂ 1.739,7Â miljoen ten opzichte van de stand die in de HGIS nota 2023 is gepresenteerd. Dit kent de volgende oorzaken:
- Op basis van wijzigingen in de CPB-ramingen voor het BNI (ODA) en de prijscomponent van het BBP (non-ODA) is de omvang van de HGIS op dit onderdeel gestegen met EUR 66,6 miljoen. Dit betreft met name de ODA-middelen die hoofdzakelijk op de BHOS-begroting staan.
- De eindejaarsmarge, die over 2022 is aangevraagd, is in 2023 toegevoegd aan de HGIS en verdeeld over voornamelijk de begrotingen van Buitenlandse Zaken, Defensie en Infrastructuur en Waterstaat.
- Er vinden meerdere overboekingen van en naar de HGIS plaats. Per saldo kent de HGIS op dit onderdeel daardoor een stijging van ruim EUR 2.217,4 miljoen. Een aantal in het oog springende mutaties betreft onder meer de toevoeging van budget aan de HGIS ten gevolge van de oorlog in OekraĂŻne. Het kabinet heeft hiervoor EUR 2,5 miljard in 2023 beschikbaar gesteld voor militaire, diplomatieke en humanitaire steun. Deze middelen worden uitgegeven via de begrotingen van Defensie, Buitenlandse Zaken en BHOS. De ophoging van de Europese Vredesfaciliteit staat conform Europese begrotingssystematiek in lopende prijzen op de begroting, waardoor het buiten de HGIS budgetten is geplaatst. Hierdoor neemt het HGIS-budget in 2023 af met EUR 293 miljoen. De laatste in het oog springende mutatie is de jaarlijkse overheveling van Buitenlandse Zaken aan Defensie voor de BSB-beveiliging van het postennet. Hierdoor neemt de HGIS met EUR 25,2 miljoen af.
- Op de begroting van Defensie een kasschuif verwerkt om de vervanging van materiële steun aan Oekraïne te financieren. Daarnaast wordt er EUR 4 miljoen voor de EPF vanuit toekomkstige jaren naar voren gehaald. Hierdoor neemt de HGIS per saldo met EUR 661,6 miljoen af in 2023.
- Het saldo van de desalderingen bestaat voornamelijk uit drie mutaties. Enerzijds neemt het budget toe door een positieve desaldering van consulaire ontvangsten op de begroting van Buitenlandse Zaken (EUR 3,6 miljoen), hogere ontvangsten door verkoop van vastgoed (EUR 11,1 mljoen) en hogere diverse ontvangsten op de BHOS begroting (EUR 7,7 miljoen).
Stand HGIS-nota 2023 | 130,2 |
Mutaties | 23,7 |
Stand Voorjaarsnota 2023 | 153,8 |
- De tabel bevat afrondingsverschillen.
Toelichting ontvangstenmutaties
Het ontvangstenkader van de HGIS neemt per saldo toe met EURÂ 23,7Â miljoen ten opzichte van de stand die in de HGIS nota 2023 is gepresenteerd. Het saldo van de desalderingen bestaat voornamelijk uit drie mutaties. Enerzijds neemt het budget toe door een positieve desaldering van consulaire ontvangsten op de begroting van Buitenlandse Zaken (EURÂ 3,6Â miljoen), hogere ontvangsten door verkoop van vastgoed (EURÂ 11,1Â miljoen) en hogere diverse ontvangsten op de BHOS begroting (EURÂ 7,7Â miljoen). Deze mutaties zijn ook gedesaldeerd met de uitgaven. Daarnaast nemen de ontvangsten toe door een mutatie op de verwachte ontvangsten van de NIO (EURÂ 1,2Â miljoen). Deze ontvangsten worden niet gedesaldeerd.
3 Beleid
3.1 Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties
In dit wetsvoorstel is een aantal begrotingswijzigingen opgenomen die per saldo leiden tot een verlaging van de geraamde uitgaven op de begroting van Buitenlandse Zaken (V) met EURÂ 18,5Â miljoen en daling van de ontvangsten met EURÂ 18Â miljoen.
De belangrijkste uitgavenmutaties bij de eerste suppletoire begroting worden in onderstaande tabel weergegeven en toegelicht. De uitgebreide toelichtingen zijn per beleidsartikel opgenomen in hoofdstuk 4.
Uitgaven
Vastgestelde begroting 2023 | 13 113 330 | |
Belangrijkste suppletoire mutaties | ||
1) Goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak | 1.1 | 11 025 |
2) Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband | 2.4 | â 25 230 |
3) Afdrachten aan de Europese Unie | 3.1 | â 123 760 |
4) Een hechtere Europese waardengemeenschap | 3.3 | 21 800 |
5) Samen met (keten) partners het personenverkeer reguleren | 4.2 | 5 693 |
6) Apparaat; personeel | 7.1.1 | 37 501 |
7) Apparaat; materieel | 7.1.2 | 87 246 |
8) Nog onverdeeld (HGIS) | 6.1 | â 58 864 |
9) Overige mutaties | div. | 26 112 |
Stand 1e suppletoire begroting 2023 | 13 094 853 |
Toelichting
1) Goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak
Het uitgavenbudget neemt in 2023 toe vanwege een stijging van de Nederlandse bijdrage aan de VN en door de organisatie van de Summit for Democracy in maart 2023.
2) Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband
Conform geldende systematiek wordt het budget voor de inzet op hoog risicoposten overgeheveld naar het ministerie van Defensie voor de BSB beveiliging van personeel van een aantal hoog-risicoposten.
3) Afdrachten aan de Europese Unie
De negatieve bijstelling van het budget voor Afdrachten aan de Europese Unie is het saldo van hogere uitgaven dan verwacht voor btw-afdrachten en invoerrechten en een lagere bni-afdracht.
4) Een hechtere Europese waardengemeenschap
Als gevolg van een kapitaalverhoging van de Council of Europe
Development Bank stijgt de Nederlandse bijdrage aan deze organisatie.
5) Samen met (keten) partners het personenverkeer reguleren
De stijging van de uitgaven voor consulaire informatiesystemen is deels het gevolg van een verschuiving van uitgaven van 2022 naar 2023.
6) Personele uitgaven
De positieve bijstelling van het budget voor personele uitgaven betreft voornamelijk de loon- en prijsontwikkeling.
7) Materiële uitgaven
De positieve bijstelling van het budget voor materiële uitgaven betreft de loon- en prijsontwikkeling (EUR 22 miljoen), het toevoegen van eindejaarsmarge en de realisatie van de huisvestingsstrategie (EUR 39,7 miljoen) middels de middelenafspraak uitgavenbudget.
8) Nog onverdeeld HGIS
De mutatie betreft het saldo van bijstellingen op grond van aanpassing van Bbp-ramingen door het CPB, verwerking van de HGIS-eindejaarsmarge 2022, het verwerken van de loon- en prijsbijstellingen binnen de HGIS en overboekingen naar diverse begrotingen zoals binnen de HGIS is overeengekomen.
Ontvangsten
Vastgestelde begroting 2023 | 2 785 406 | |
Belangrijkste suppletoire mutaties | ||
1) Diverse ontvangsten EU | 3.10 | 55 160 |
2) Europees herstelfonds | 3.11 | â 87 881 |
3) Diverse ontvangsten apparaat | 7.10 | 11 100 |
4) Overige mutaties | div. | 3 600 |
Stand 1e suppletoire begroting 2023 | 2 767 385 |
Toelichting
1) Diverse ontvangsten EU
De actualisatie van de perceptiekostenvergoeding leidt tot een verwachte stijging van de ontvangsten met EURÂ 55Â miljoen.
2) Europees herstelfonds
Naar aanleiding van het Raadsuitvoeringsbesluit voor het Herstel- en Veerkrachtplan is de invulling van de geplande betaalverzoeken gewijzigd, hetgeen leidt tot een kasschuif in de verwachte ontvangsten voor het Europees Herstelfonds.
3) Diverse ontvangsten apparaat
De ontvangsten op apparaat stijgen in 2023 vanwege hogere verwachte inkomsten uit de verkoop van vastgoed in het buitenland.
4 Beleidsartikelen
4.1 Artikel 1: Versterkte internationale rechtsorde
Budgettaire gevolgen van beleid
Verplichtingen | 104 118 | 14 500 | 118 618 | 18 049 | 136 667 | â 9 145 | â 925 | â 5 875 | 38 975 | |
Uitgaven: | ||||||||||
Programma-uitgaven totaal | 130 845 | 14 500 | 145 345 | 13 094 | 158 439 | 5 869 | 5 460 | 5 200 | 5 386 | |
waarvan juridisch verplicht | 85% | 86% | ||||||||
1.1 | Goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak | 49 305 | 14 000 | 63 305 | 11 445 | 74 750 | 3 360 | 2 470 | 2 470 | 2 470 |
Subsidies (regelingen) | ||||||||||
Internationaal recht | 750 | 0 | 750 | 0 | 750 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
g | Opdrachten | |||||||||
Internationaal recht | 0 | 0 | 0 | 2 550 | 2 550 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | ||||||||||
Verenigde Naties | 33 525 | 0 | 33 525 | 8 475 | 42 000 | 1 770 | 1 770 | 1 770 | 1 770 | |
OESO | 7 535 | 0 | 7 535 | 420 | 7 955 | 810 | 0 | 0 | 0 | |
Internationaal Strafhof | 3 910 | 0 | 3 910 | 0 | 3 910 | 780 | 700 | 700 | 700 | |
Internationaal recht | 3 585 | 14 000 | 17 585 | 0 | 17 585 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
1.2 | Bescherming en bevordering van mensenrechten | 67 402 | 500 | 67 902 | 0 | 67 902 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Subsidies (regelingen) | ||||||||||
Mensenrechtenfonds | 20 390 | 0 | 20 390 | â 648 | 19 742 | â 1393 | â 1.318 | â 1170 | â 1170 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | ||||||||||
Mensenrechtenfonds | 37 362 | 0 | 37 362 | 648 | 38 010 | 1393 | 1.318 | 1170 | 1170 | |
Mensenrechten multilateraal | 9 650 | 500 | 10 150 | 0 | 10 150 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
1.3 | Gastlandbeleid internationale organisaties | 14 138 | 0 | 14 138 | 1 649 | 15 787 | 2 509 | 2 990 | 2 730 | 2 916 |
Subsidies (regelingen) | ||||||||||
Carnegiestichting | 4 400 | 0 | 4 400 | 1 349 | 5 749 | 2 449 | 2 550 | 2 730 | 2 916 | |
Bijdrage aan agentschappen | ||||||||||
Vredespaleis | 6 750 | 0 | 6 750 | 0 | 6 750 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | ||||||||||
Internationaal Strafhof | 858 | 0 | 858 | 0 | 858 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Speciaal Tribunaal Libanon | 1 500 | 0 | 1 500 | 300 | 1 800 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Nederland Gastland | 630 | 0 | 630 | 0 | 630 | 60 | 440 | 0 | 0 | |
Toelichting
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget in 2023 stijgt. Dit betreft diverse activiteiten en bijdragen gerelateerd aan het tegengaan van straffeloosheid in OekraĂŻne, een verhoging van de Nederlandse bijdrage aan de VN, de organisatie van de Summit for Democracy en de aanpassing van meerjarige verplichtingen binnen het Mensenrechtenfonds en Internationaal Recht.
In 2024 en 2026 dalen de verplichtingen binnen het Mensenrechtenfonds en Internationaal recht, evenals de subsidieverplichting voor de Carnegie Stichting. Het verplichtingenbudget voor de Nederlandse VN-bijdrage stijgt, maar per saldo daalt het totale budget voor artikel 1Â Versterkte internationale rechtsorde met ruim EURÂ 9Â miljoen in 2024 en EURÂ 5,9Â miljoen in 2026.
Het verplichtingenbudget in 2027 laat een aanzienlijke stijging zien. Dit is met name toe te schrijven aan het aangaan van meerjarige verplichtingen als gevolg van een geplande tender binnen het Mensenrechtenfonds.
Uitgaven
Artikelonderdeel 1.1
Het uitgavenbudget op artikelonderdeel 1.1 âGoed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlakâ neemt in 2023 toe vanwege diverse activiteiten en bijdragen gerelateerd aan het tegengaan van straffeloosheid in OekraĂŻne (Internationaal recht, zie tweede incidentele suppletoire begroting 2023), een stijging van de Nederlandse bijdrage aan de VN en door de organisatie van de Summit for Democracy in maart 2023. De verhoogde Nederlandse bijdrage aan de VN zorgt ook voor de stijging van de uitgavenbudgetten op dit artikelonderdeel in de jaren 2024 tot en met 2027.
Artikelonderdeel 1.2
De verschuivingen binnen het Mensenrechtenfonds zijn toe te schrijven aan het feit dat, door verdere decentralisatie van het mensenrechtenfonds, meer uitgaven als bijdrage zullen worden verstrekt.
Artikelonderdeel 1.3
Het uitgavenbudget op artikelonderdeel 1.3 is meerjarig verhoogd. Dit wordt met name veroorzaakt door een stijging van de jaarlijkse subsidie aan de Carnegie Stichting.
4.2 Artikel 2: Veiligheid en stabiliteit
Budgettaire gevolgen van beleid
Verplichtingen | 289 455 | 84 250 | 373 705 | â 18 667 | 355 038 | â 7 513 | â 5 195 | 1 807 | 10 852 | |
Uitgaven: | ||||||||||
Programma-uitgaven totaal | 283 496 | 84 250 | 367 746 | â 16 171 | 351 575 | â 5 342 | â 3 970 | â 2 275 | 6 553 | |
waarvan juridisch verplicht | 76% | 93% | ||||||||
2.1 | Goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke veiligheid | 15 455 | 75 000 | 90 455 | 3 288 | 93 743 | 3 678 | 5 278 | 7 350 | 9 400 |
Subsidies (regelingen) | ||||||||||
Atlantische Commissie | 565 | 0 | 565 | 0 | 565 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | ||||||||||
NAVO | 9 650 | 0 | 9 650 | 3 500 | 13 150 | 3 950 | 5 550 | 7 350 | 9 400 | |
WEU | 690 | 0 | 690 | 60 | 750 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Programma Ondersteuning Buitenlands Beleid | 2 700 | 0 | 2 700 | â 272 | 2 428 | â 272 | â 272 | 0 | 0 | |
Veiligheidsfonds | 1 850 | 0 | 1 850 | 0 | 1 850 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
NAVO OekraĂŻne UCAP Trust Fund | 0 | 75 000 | 75 000 | 0 | 75 000 | |||||
2.2 | Bestrijding internationale criminaliteit en terrorisme | 15 400 | 0 | 15 400 | 1 822 | 17 222 | 272 | 272 | 0 | 0 |
Subsidies (regelingen) | ||||||||||
Anti-terrorisme instituut | 650 | 0 | 650 | 0 | 650 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Contra-terrorisme | 7 720 | 0 | 7 720 | â 2 720 | 5 000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Cyber security | 3 580 | 0 | 3 580 | 272 | 3 852 | 272 | 272 | 0 | 0 | |
Global Forum on Cyber Expertise | 0 | 0 | 0 | 1 250 | 1 250 | 925 | 250 | |||
Opdrachten | ||||||||||
Global Forum on Cyber Expertise | 1 250 | 0 | 1 250 | â 1 250 | 0 | â 925 | â 250 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | ||||||||||
Contra-terrorisme | 880 | 0 | 880 | 2 720 | 3 600 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Cyber security | 1 320 | 0 | 1 320 | 1 550 | 2 870 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
2.3 | Wapenbeheersing | 11 022 | 0 | 11 022 | 2 000 | 13 022 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Opdrachten | ||||||||||
OPCW en andere ontwapeningsorganisaties | 465 | 0 | 465 | 0 | 465 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Conferentie New Tech 2022 | 0 | 0 | 0 | 2 000 | 2 000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | ||||||||||
IAEA | 7 317 | 0 | 7 317 | 0 | 7 317 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
OPCW en andere ontwapeningsorganisaties | 1 320 | 0 | 1 320 | 0 | 1 320 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
CTBTO | 1 920 | 0 | 1 920 | 0 | 1 920 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
2.4 | Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband | 211 797 | 8 250 | 220 047 | â 25 600 | 194 447 | â 11 292 | â 9 520 | â 9 625 | â 2 847 |
Subsidies (regelingen) | ||||||||||
Nederland Helsinki Comité | 28 | 0 | 28 | 0 | 28 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Stabiliteitsfonds | 25 000 | 0 | 25 000 | 0 | 25 000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Training buitenlandse diplomaten | 2 500 | 0 | 2 500 | 850 | 3 350 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Opdrachten | ||||||||||
Makandra | 1 370 | 0 | 1 370 | 1 549 | 2 919 | 1 800 | 925 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan agentschappen | ||||||||||
Makandra | 170 | 0 | 170 | 150 | 320 | 153 | 82 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | ||||||||||
OVSE | 9 880 | 0 | 9 880 | â 3 880 | 6 000 | â 3 880 | â 3 880 | 0 | 0 | |
Stabiliteitsfonds | 52 770 | 9 000 | 61 770 | 3 662 | 65 432 | 2 329 | 3 610 | â 341 | â 388 | |
VN-contributie voor crisisbeheersingsoperaties | 94 849 | â 750 | 94 099 | â 2 746 | 91 353 | â 11 912 | â 10 475 | â 9 502 | â 2 460 | |
Overige | 0 | 0 | 0 | 45 | 45 | 218 | 218 | 218 | 1 | |
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken | ||||||||||
Inzet hoog-risico posten | 25 230 | 0 | 25 230 | â 25 230 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
2.5 | Bevordering van transitie in prioritaire gebieden | 29 822 | 1 000 | 30 822 | 2 319 | 33 141 | 2 000 | 0 | 0 | 0 |
Subsidies (regelingen) | ||||||||||
Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen MATRA | 11 822 | 1 000 | 12 822 | 2 760 | 15 582 | 2 000 | 0 | 0 | 0 | |
Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen Shiraka | 4 507 | 0 | 4 507 | â 568 | 3 939 | â 200 | â 200 | â 200 | â 200 | |
Opdrachten | ||||||||||
Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen Shiraka | 4 463 | 0 | 4 463 | 0 | 4 463 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan agentschappen | ||||||||||
Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen Shiraka | 630 | 0 | 630 | 48 | 678 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | ||||||||||
Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen Shiraka | 8 400 | 0 | 8 400 | 79 | 8 479 | 200 | 200 | 200 | 200 | |
Ontvangsten | 1 000 | 0 | 1 000 | 0 | 1 000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
2.10 | Doorberekening Defensie diversen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
2.40 | Restituties programma's | 1 000 | 0 | 1 000 | 0 | 1 000 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Toelichting
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget neemt in 2023 af met EURÂ 15,7Â miljoen. Dit is met name het gevolg van een overheveling naar het ministerie van Defensie voor de beveiliging van hoog-risicoposten.
Uitgaven
Artikelonderdeel 2.1
Het budget voor goede international samenwerking stijgt in 2023. Dit is
met name het gevolg van een bijdrage van EURÂ 75Â miljoen aan het
Ukraine Comprehensive Assistance Package Trust Fund (UCAP TF)
van de NAVO, zoals toegelicht in de tweede
incidentele suppletoire begroting 2023. Daarnaast stijgt de
civiele bijdrage aan de NAVO de komende jaren als gevolg van een
contributieverhoging.
Artikelonderdeel 2.4
Conform geldende systematiek wordt het budget voor de inzet op hoog-risicoposten overgeheveld naar het ministerie van Defensie voor de BSB-beveiliging van personeel van een aantal hoog-risicoposten. Het budget voor Crisisbeheersingsoperaties wordt meerjarig verlaagd ten behoeve van de Council of Europe Development Bank (CEB), Carnegie-stichting en de VN-contributie.
4.3 Artikel 3: Effectieve Europese samenwerking
Budgettaire gevolgen van beleid
Verplichtingen | 11 452 496 | 376 550 | 11 829 046 | 34 735 | 11 863 781 | â 560 863 | 79 206 | 170 038 | 150 231 | |
Uitgaven: | ||||||||||
Programma-uitgaven totaal | 11 557 597 | 0 | 11 557 597 | â 97 752 | 11 459 845 | â 462 242 | 179 654 | 272 350 | 247 183 | |
waarvan juridisch verplicht | 100% | 100% | ||||||||
3.1 | Afdrachten aan de Europese Unie | 11 409 093 | 0 | 11 409 093 | â 123 760 | 11 285 333 | â 559 071 | 80 998 | 169 830 | 150 023 |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | ||||||||||
BNI-afdrachten | 5 117 680 | 0 | 5 117 680 | â 368 333 | 4 749 347 | â 712 047 | â 76 827 | â 19 100 | â 82 291 | |
BTW-afdrachten | 1 276 364 | 0 | 1 276 364 | 22 993 | 1 299 357 | 23 660 | 24 346 | 25 052 | 25 779 | |
Invoerrechten | 4 834 846 | 0 | 4 834 846 | 221 580 | 5 056 426 | 129 316 | 133 479 | 163 878 | 206 535 | |
Plastic-grondslag | 180 203 | 0 | 180 203 | 0 | 180 203 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
3.2 | Europees Ontwikkelingsfonds | 100 313 | 0 | 100 313 | 0 | 100 313 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | ||||||||||
Europees Ontwikkelingsfonds | 100 313 | 0 | 100 313 | 0 | 100 313 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
3.3 | Een hechtere Europese waardengemeenschap | 11 000 | 0 | 11 000 | 21 800 | 32 800 | 7 261 | 7 261 | 7 261 | 0 |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | ||||||||||
Raad van Europa | 11 000 | 0 | 11 000 | 0 | 11 000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Kapitaalaanvullingen bij regionale ontwikkelingsbank | 0 | 0 | 0 | 21 800 | 21 800 | 7 261 | 7 261 | 7 261 | ||
3.4 | Versterkte Nederlandse positie in de Unie | 4 788 | 0 | 4 788 | 208 | 4 996 | 208 | 208 | 208 | 208 |
Subsidies (regelingen) | ||||||||||
EIPA | 348 | 0 | 348 | 0 | 348 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Opdrachten | ||||||||||
Europa College beurzenprogamma | 190 | 0 | 190 | 0 | 190 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Programmatische ondersteuning: Taskforce Verenigd Koninkrijk | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
EU-sanctiebeleid | 0 | 0 | 0 | 208 | 208 | 208 | 208 | 208 | 208 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | ||||||||||
Benelux bijdrage | 4 250 | 0 | 4 250 | 0 | 4 250 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
3.5 | Europese Vredesfaciliteit | 32 403 | 0 | 32 403 | 4 000 | 36 403 | 89 360 | 91 187 | 95 051 | 96 952 |
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties | ||||||||||
Europese Vredesfaciliteit | 32 403 | 0 | 32 403 | 4 000 | 36 403 | 89 360 | 91 187 | 95 051 | 96 952 | |
Ontvangsten | 2 708 961 | 0 | 2 708 961 | â 32 721 | 2 676 240 | â 93 834 | 460 136 | 570 312 | 51 634 | |
3.10 | Diverse ontvangsten EU | 1 208 711 | 0 | 1 208 711 | 55 160 | 1 263 871 | 32 329 | 33 370 | 40 970 | 51 634 |
Invoerrechten | 1 208 711 | 0 | 1 208 711 | 55 160 | 1 263 871 | 32 329 | 33 370 | 40 970 | 51 634 | |
Overige ontvangsten EU | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
3.11 | Europees herstelfonds | 1 500 000 | 0 | 1 500 000 | â 87 881 | 1 412 119 | â 126 163 | 426 766 | 529 342 | 0 |
3.30 | Restitutie Raad van Europa | 250 | 0 | 250 | 0 | 250 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Verplichtingen | 11 452 496 | 376 550 | 11 829 046 | 34 735 | 11 863 781 | â 560 863 | 79 206 | 170 038 | 150 231 |
garantieverplichtingen | 110 704 | 110 704 | |||||||
overige verplichtingen | 11 452 496 | 376 550 | 11 829 046 | â 75 969 | 11 753 077 | â 560 863 | 79 206 | 170 038 | 150 231 |
Toelichting
Verplichtingen
De verplichtingen op artikelonderdeel 3.1 Afdrachten aan de Europese Unie muteren mee met de uitgaven, zoals hieronder toegelicht. Daarnaast stijgt het verplichtingenbudget in 2023 door de verhoging van de Nederlandse bijdrage aan de Council of Europe Development Bank (CEB) en aan de Europese Vredesfaciliteit (EPF).
Uitgaven
Artikelonderdeel 3.1
Bij de eerste suppletoire begroting worden de ramingen van de afdrachten aan de Europese Unie in 2023 in totaal met EURÂ 124Â miljoen en in 2024 met EURÂ 559Â miljoen naar beneden bijgesteld. In 2025-2027 gaat het om een bijstelling naar boven. Deze wijzigingen zijn te verklaren door bijstellingen van de bni- en btw- afdrachten en de invoerrechten.
De bni-afdracht wordt in 2023 met EURÂ 368Â miljoen naar beneden
bijgesteld. Er zijn verschillende mutaties die hieraan ten grondslag
liggen. De grootste mutatie volgt uit de verwerking van de vijfde
aanvullende Europese begroting (Draft Amending Budget 5; DAB5)
uit 2022, waarin de raming van de invoerrechten op EU-niveau werd
bijgesteld. Dit leidt voor Nederland tot een meevaller op de
bni-afdracht van EURÂ 180Â miljoen. De verwerking van DAB5 is over de
jaargrens heen geschoven (van 2022 naar 2023), omdat de betaling door
late aanname van deze DAB in 2023 valt. Op 12Â april jl. publiceerde de
Commissie de tweede aanvullende Europese begroting (DAB2) van 2023. In
DAB2 verwerkt de Commissie het verschil tussen de inkomsten en uitgaven
(het surplus) van 2022 in de Europese begroting van 2023. De definitieve
implementatie van de Europese begroting van 2022 leidt tot een surplus
van EURÂ 2.519Â miljoen. Voor Nederland leidt het surplus tot
EURÂ 149Â miljoen lagere bni-afdracht in 2023.
Daarnaast is sprake van een meevaller van EURÂ 125Â miljoen op de
bni-korting. Door de hoge inflatie en de afspraak dat de bni-kortingen
jaarlijks bijgesteld worden met de EU-bbp deflator, is sprake van een
grotere stijging van de korting dan in eerdere jaren. Dit leidt ook tot
een meevaller in de jaren 2024-2027. Verder is er nog een technische
mutatie onderdeel van de EURÂ 125Â miljoen meevaller; die leidt tot een
meevaller van ca. EURÂ 25Â miljoen. Deze technische mutatie leidt in 2024
ook nog tot een meevaller van EURÂ 54Â miljoen, maar in 2025-2027 tot een
tegenvaller.
Tegenover dit saldo van meevallers staat ook een verschuiving van de
nacalculatie over 2021 van EURÂ 87Â miljoen naar 2023. Deze nacalculatie
was geboekt in 2022 (jaar t op moment van publicatie), maar door een
wijziging in de Making Available Regulation wordt de
nacalculatie voortaan in het jaar t+1 geboekt. Hierdoor komt het saldo
van de bni-afdrachten in 2023 in totaal op een meevaller van
EURÂ 368Â miljoen.
In 2024 is er tevens een relatief grote meevaller te melden. De nacalculatie over 2022 leidt tot een meevaller van EURÂ 556Â miljoen in 2024. Deze meevaller voor Nederland ten opzichte van eerdere jaren en de andere euro landen is te verklaren door het vervallen van een aantal Eurostat voorbehouden (o.a. onderwaardering van het aan buitenlandse eigenaren toe te rekenen inkomen) die eerder aangehouden zijn.
De btw-afdrachten in 2023 worden bijgesteld met ca. EURÂ 23Â miljoen euro. Hieraan ligt Ă©Ă©n mutatie ten grondslag die een technische wijziging in de raming betreft. Deze mutatie heeft dezelfde orde van grootte effect voor 2024-2027.
De invoerrechten worden door een technische correctie met EUR 222 miljoen naar boven bijgesteld. Dit heeft twee oorzaken. Voor EUR 211 miljoen is het een gevolg van een bijstelling van de raming van de invoerrechten op basis van CEP-cijfers. Bij de invoerrechten treedt er gedurende het jaar onbedoeld een saldo-effect op. Dit verschil ontstaat doordat er aan de inkomsten- en uitgavenkant van de Rijksbegroting een andere raming wordt gebruikt, respectievelijk de raming van het ministerie van Financiën en de raming van de Europese Commissie. Er wordt drie keer per jaar een actualisatie geboekt op de invoerrechten en de perceptiekostenvergoeding om te corrigeren voor dit saldo-effect en zodat de nationale ramingen van de inkomsten- en uitgavenkant van de invoerrechten gelijk zijn aan elkaar. Deze bijstelling van de raming heeft ook effect op de jaren 2024-2027. Daarnaast is er een incidentele nabetaling geweest op de invoerrechten voor bruto EUR 10,4 miljoen (netto EUR 8 miljoen). Het betreft diverse dossiers waarvan in overleg met de Europese Commissie is vastgesteld dat Nederland invoerrechten verschuldigd is.
Artikelonderdeel 3.3
Als gevolg van een kapitaalverhoging van de Council of Europe Development Bank stijgt de Nederlandse bijdrage aan deze organisatie. De uitgaven hiervoor vinden plaats in het jaar 2023 (gefinancierd vanuit het steunpakket voor OekraĂŻne) en in de periode 2024-2026 en zorgen voor een meerjarige opwaartse bijstelling van het uitgavenbudget op dit artikelonderdeel.
Artikelonderdeel 3.5
In 2023 nemen de uitgaven voor de EPF toe door een verschuiving van betalingen tussen meerdere jaren. De opwaartse bijstelling van het uitgavenbudget in de periode 2024-2027 is toe te schrijven aan een verhoging van de Nederlandse bijdrage resulterend uit twee ophogingen van het EPF-financieringsplafond (incidentele suppletoire begroting 2023 en tweede incidentele suppletoire begroting 2023).
Ontvangsten
Artikelonderdeel 3.10
Nederland ontvangt een perceptiekostenvergoeding. Deze perceptiekostenvergoeding is 25% van de afdracht van de invoerrechten aan de EU en dient ter dekking van de kosten die de Douane maakt. Deze korting geldt ook voor eventuele nabetalingen. De perceptiekostenvergoeding wordt bij eerste suppletoire begroting met EUR 55 miljoen naar boven bijgesteld. Dit is voor EUR 53 miljoen een gevolg van een bijstelling van de raming van de invoerrechten op basis van CEP-cijfers. Bij de invoerrechten treedt er gedurende het jaar onbedoeld een saldo-effect op. Dit verschil ontstaat doordat er aan de inkomsten- en uitgavenkant van de Rijksbegroting een andere raming wordt gebruikt, respectievelijk de raming van het ministerie van Financiën en de raming van de Europese Commissie. Er wordt drie keer per jaar een actualisatie geboekt op de invoerrechten en de perceptiekostenvergoeding om te corrigeren voor dit saldo-effect. Deze bijstelling van de raming heeft ook effect op de jaren 2024-2027. Daarnaast leiden de incidentele nabetalingen op de invoerrechten tot EUR 2 miljoen hogere ontvangsten op de perceptiekosten.
Artikelonderdeel 3.11
Naar aanleiding van het Raadsuitvoeringsbesluit voor het Herstel- en Veerkrachtplan is de invulling van de geplande betaalverzoeken gewijzigd, hetgeen leidt tot een kasschuif in de verwachte ontvangsten voor het Europees Herstelfonds. Daarnaast worden de geraamde ontvangsten in 2026 opgehoogd met EURÂ 735Â miljoen. Dit zijn de verwachtte ontvangsten vanwege een uitbreiding van het Herstel- en Veerkrachtplan (HVP) met REPowerEU en bevatten ook overgehevelde middelen uit de Brexit Adjustment Reserve. De ontvangsten zijn onder voorbehoud van een positieve beoordeling van de Europese Commissie en goedkeuring van de Raad van de Europese Unie van het uitgebreide HVP.
Â
4.4 Artikel 4: Consulaire dienstverlening en uitdragen Nederlandse waarden
Budgettaire gevolgen van beleid
Verplichtingen | 51 845 | 5 250 | 57 095 | 17 603 | 74 698 | 5 215 | 6 359 | 5 471 | 4 588 | |
Uitgaven: | ||||||||||
Programma-uitgaven totaal | 54 978 | 5 250 | 60 228 | 16 469 | 76 697 | 5 215 | 6 359 | 5 471 | 4 588 | |
waarvan juridisch verplicht | 63% | 78% | ||||||||
4.1 | Consulaire dienstverlening Nederlanders in het buitenland | 9 223 | 250 | 9 473 | 4 059 | 13 532 | 1 900 | 1 900 | 1 900 | 1 900 |
Subsidies (regelingen) | ||||||||||
Gedetineerdenbegeleiding | 1 560 | 0 | 1 560 | 700 | 2 260 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Inkomensoverdrachten | ||||||||||
Gedetineerdenbegeleiding | 540 | 0 | 540 | 0 | 540 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Opdrachten | ||||||||||
Consulaire bijstand | 409 | 0 | 409 | â 15 | 394 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Reisdocumenten en verkiezingen | 2 550 | 0 | 2 550 | 0 | 2 550 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Consulaire opleidingen | 400 | 0 | 400 | 0 | 400 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Consulaire informatiesystemen | 3 298 | 250 | 3 548 | 3 840 | 7 388 | 2 366 | 2 366 | 2 366 | 2 366 | |
Loket buitenland | 466 | 0 | 466 | â 466 | 0 | â 466 | â 466 | â 466 | â 466 | |
4.2 | Samen met (keten) partners het personenverkeer reguleren | 18 170 | 0 | 18 170 | 5 693 | 23 863 | 793 | 900 | 900 | 900 |
Opdrachten | ||||||||||
Ambtsberichtenonderzoek | 150 | 0 | 150 | 0 | 150 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Visumverlening | 2 858 | 0 | 2 858 | 0 | 2 858 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Legalisatie en verificatie | 80 | 0 | 80 | 0 | 80 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Consulaire informatiesystemen | 14 054 | 0 | 14 054 | 5 693 | 19 747 | 793 | 900 | 900 | 900 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | ||||||||||
Asiel en migratie | 1 028 | 0 | 1 028 | 0 | 1 028 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
4.3 | Grotere buitenlandse bekendheid met de Nederlandse cultuur | 7 475 | 5 000 | 12 475 | 187 | 12 662 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Subsidies (regelingen) | ||||||||||
Internationaal cultuurbeleid | 5 154 | 5 000 | 10 154 | â 1 140 | 9 014 | â 578 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | ||||||||||
Internationaal cultuurbeleid | 2 321 | 0 | 2 321 | 1 327 | 3 648 | 578 | 0 | 0 | 0 | |
4.4 | Uitdragen Nederlandse waarden en belangen | 20 110 | 0 | 20 110 | 6 530 | 26 640 | 2 522 | 3 559 | 2 671 | 1 788 |
Subsidies (regelingen) | ||||||||||
Instituut Clingendael | 800 | 0 | 800 | 0 | 800 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Programma ondersteuning buitenlands beleid | 3 058 | 0 | 3 058 | 814 | 3 872 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Internationale manifestaties en diverse bijdragen | 49 | 0 | 49 | 0 | 49 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Publieksdiplomatie | 2 229 | 0 | 2 229 | 0 | 2 229 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Onderzoeksprogramma | 50 | 0 | 50 | 0 | 50 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Academische Leerstoel Anton de Kom | 143 | 0 | 143 | 201 | 344 | 57 | 62 | 133 | 180 | |
Opdrachten | ||||||||||
Adviesraad Internationale vraagstukken | 525 | 0 | 525 | 110 | 635 | 72 | 72 | 72 | 72 | |
Instituut Clingendael | 2 573 | 0 | 2 573 | 470 | 3 043 | 1 000 | 1 000 | 1 000 | 1 000 | |
Bezoeken VIPS en uitgaven CD en Internationale organisaties | 1 000 | 0 | 1 000 | 0 | 1 000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Algemene voorlichting | 2 790 | 0 | 2 790 | â 1 200 | 1 590 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Koninklijk Huis - inkom. en uitg. bezoeken, off. ontvangsten | 2 000 | 0 | 2 000 | 0 | 2 000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
China-strategie | 27 | 0 | 27 | 0 | 27 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Onderzoeksprogramma | 1 820 | 0 | 1 820 | 317 | 2 137 | 1 180 | 2 425 | 1 466 | 536 | |
Conferentie uitdragen Nederlandse waarden en belangen | 0 | 0 | 0 | 4 000 | 4 000 | |||||
Bijdrage aan agentschappen | ||||||||||
Algemene voorlichting | 0 | 0 | 0 | 1 200 | 1 200 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Verkeersnotificaties | 400 | 0 | 400 | 0 | 400 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | ||||||||||
Europese bewustwording | 250 | 0 | 250 | 618 | 868 | 213 | 0 | 0 | 0 | |
Publieksdiplomatie | 2 396 | 0 | 2 396 | 0 | 2 396 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Ontvangsten | 43 774 | 0 | 43 774 | 3 600 | 47 374 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
4.10 | Consulaire dienstverlening Nederlanders in het buitenland | 9 200 | 0 | 9 200 | 0 | 9 200 | 0 | 0 | 0 | 0 |
4.20 | Consulaire dienstverlening aan vreemdelingen | 34 300 | 0 | 34 300 | 3 600 | 37 900 | 0 | 0 | 0 | 0 |
4.40 | Doorberekening Defensie diversen | 74 | 0 | 74 | 0 | 74 | 0 | 0 | 0 | 0 |
4.41 | Ontvangsten verkeersnotificaties | 200 | 0 | 200 | 0 | 200 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Toelichting
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget voor het onderdeel Consulaire dienstverlening en uitdragen Nederlandse waarden stijgt vooral omdat aanvullende middelen voor consulaire informatiesystemen zijn opgenomen in de begroting. In principe stijgen de verplichtingen mee met de uitgaven.
Daarnaast zijn er verplichtingen opgenomen voor een internationale conferentie over het feministisch buitenlandbeleid. Ten slotte is er een stijging voor programmaâs voor ondersteuning buitenlands beleid (POBB).
Uitgaven
Artikelonderdeel 4.1
Het budget voor consulaire dienstverlening neemt toe. Een reden hiervoor is dat vertraagde uitgaven uit 2022 voor gedetineerdenbegeleiding en uitgaven voor consulaire informatiesystemen doorschuiven naar 2023. Een klein deel van deze stijging komt doordat er rekening is gehouden met de inflatie voor de informatiesystemen.
Het project Loket Buitenland is in 2022 beeindigd en opgegaan in Nederland Wereldwijd en wordt daar verder doorontwikkeld. Het beschikbare budget is hierdoor meerjarig overgeheveld naar Consulaire Informatiesystemen (EURÂ 466.000 per jaar). Hiervoor wordt ook EURÂ 1,7Â miljoen overgeheveld van apparaat (artikel 7.1.1) naar Consulaire Informatiesystemen.
Artikelonderdeel 4.2
De stijging voor consulaire informatiesystemen is deels het gevolg van een verschuiving van uitgaven van 2022 naar 2023. Er worden uitgaven gedaan om te kunnen voldoen aan de voorwaarden voor de BMVI-subsidie (het instrument voor grensbeheer en visa). De uitgaven worden gedesaldeerd met ontvangstenartikel 4.20. In deze stijging is ook rekening gehouden met de inflatie voor de informatiesystemen door een loonprijsbijstelling.
Artikelonderdeel 4.3
De budgetten voor het internationaal cultuur beleid nemen in 2023 toe door extra uitgaven voor het behoud van cultuur in OekraĂŻne, zoals voortzetting van noodhulp voor stabilisatie en behoud beschadigd erfgoed en tegengaan van illegale handel in ontvreemde cultuurgoederen. Dit is toegelicht in de tweede incidentele suppletoire begroting 2023. Daarnaast wordt er gewerkt aan kennisopbouw voor samenwerking in programmaâs o.a. voor collectiebehoud, herstel van erfgoed en ruimtelijke architectuur en behoud van talent en professioneel niveau van (uitvoerende) kunstenaars door voortzetting van training, repetities en uitvoering.
Artikelonderdeel 4.4
Het budget voor POBB (Programma Ondersteuning Buitenland Beleid) wordt voor 2023 verhoogd. Met name de oorlog in de Oekraine is bedreigend voor mondiale veiligheid en internationale orde. De nieuwe geopolitieke realiteit, de veranderende Europese veiligheidsstructuur vragen om extra inzet van het instrument POBB. Via deze intensivering blijft het POBB een flexibel instrument ter ondersteuning van de agenda's van de bewindspersonen met politiek relevante projecten, versterking van het Nederlandse profiel en bevorderen van bilaterale betrekkingen en multilaterale samenwerking.
In het najaar van 2023 zal er een internationale conferentie over feministisch buitenlandbeleid worden gehouden. Deze conferentie is gemeenschappelijk met BHOS en is dus 50% ODA.
Voor de Academische Leerstoel Anton de Kom stijgt het budget voor 2023 door de toevoeging van eindejaarsmarge uit 2022. Voor de andere jaren is er extra budget beschikbaar om de leerstoel definitief te kunnen implementeren.
De budgetten voor AIV (Adviesraad Internationale Vraagstukken) stijgen. Voor 2023 door de toevoeging van de eindejaarsmarge uit 2022. Voor de overige jaren is er extra budget beschikbaar gesteld.
Voor de intensivering van de China strategie wordt er voor 2024 tot en met 2028 een bedrag van EURÂ 1Â miljoen overgeheveld van artikel 7.
Voor de uitvoering van de motie Koole II inzake burgerdialogen en opstellen communicatiestrategie is er voor 2023 en 2024 budget beschikbaar gesteld.
De verhoging van het Onderzoeksprogramma betreft een overboeking van het ministerie van Defensie voor het NIOD onderzoek naar de Nederlandse inzet in Afghanistan.
Het budget voor Instituut Clingendael stijgt voor 2023. Dit komt door de toevoeging van de eindejaarsmarge uit 2022. Daarnaast betreft het een overboeking van het ministerie van J&V voor enkele onderzoeken.
Verder stijgen de budgetten voor Europese bewustwording en Algemene Voorlichting door de toevoeging van de eindejaarsmarge uit 2022.
Ontvangsten
Artikelonderdeel 4.20
De ontvangsten voor consulaire dienstverlening aan vreemdelingen stijgen door de ontvangsten van een BMVI-subsidie. Deze ontvangsten waren in eerste instantie in 2022 verwacht. Voor 2023 is een bedrag van EURÂ 3,6Â miljoen begroot. Deze ontvangsten worden gedesaldeerd met artikel 4.2.
5 Niet-beleidsartikelen
5.1 Artikel 5: Geheim
Verplichtingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Uitgaven | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
5.10 | Geheim | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
5.2 Artikel 6: HGIS onverdeeld
Verplichtingen | 60 465 | 0 | 60 465 | â 58 864 | 1 601 | â 30 897 | â 34 902 | â 55 978 | â 60 104 | |
Uitgaven: | ||||||||||
Uitgaven totaal | 60 465 | 0 | 60 465 | â 58 864 | 1 601 | â 30 897 | â 34 902 | â 55 978 | â 60 104 | |
6.1 | Nog onverdeeld (HGIS) | 60 465 | 0 | 60 465 | â 58 864 | 1 601 | â 30 897 | â 34 902 | â 55 978 | â 60 104 |
Toelichting
Het budget voor het artikel -Nog onverdeeld- heeft betrekking op de HGIS en dit neemt structureel af. De reeks binnen dit artikel is met name bedoeld om jaarlijks de loon- en prijsbijstelling te kunnen uitkeren en incidentele initiatieven of tegenvallers mee te dekken. De mutatie betreft het saldo van bijstellingen op grond van aanpassing van Bbp-ramingen door het CPB, verwerking van de HGIS-eindejaarsmarge 2022, het verwerken van de loon- en prijsbijstellingen binnen de HGIS en overboekingen naar diverse begrotingen zoals binnen de HGIS is overeengekomen. Binnen de HGIS is budget vrijgemaakt voor het oplossen van een aantal knelpunten, waaronder de Wereldtentoonstelling Osaka, opvolging van de Waterconferentie in New York en het opvangen van verhogingen van verschillende contributies.
5.3 Artikel 7: Apparaat
Verplichtingen | 921 949 | 0 | 921 949 | 124 747 | 1 046 696 | 91 858 | 62 203 | 51 838 | 51 376 | |
Uitgaven | 921 949 | 0 | 921 949 | 124 747 | 1 046 696 | 85 358 | 62 203 | 51 838 | 51 376 | |
7.1.13 | Personele uitgaven | 617 182 | 0 | 617 182 | 37 501 | 654 683 | 44 213 | 41 403 | 41 403 | 41 403 |
Eigen personeel | 605 182 | 0 | 605 182 | 37 501 | 642 683 | 44 213 | 41 403 | 41 403 | 41 403 | |
Inhuur extern | 12 000 | 0 | 12 000 | 0 | 12 000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Overige personele uitgaven | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
7.1.14 | Materiele uitgaven | 304 767 | 0 | 304 767 | 87 246 | 392 013 | 41 145 | 20 800 | 10 435 | 9 973 |
ICT | 67 711 | 0 | 67 711 | 4 486 | 72 197 | 4 702 | 4 702 | 4 702 | 4 702 | |
Bijdragen aan SSO's | 49 347 | 0 | 49 347 | 4 800 | 54 147 | 4 800 | 4 800 | 4 800 | 4 800 | |
Overige materieel | 187 709 | 0 | 187 709 | 77 960 | 265 669 | 31 643 | 11 298 | 933 | 471 | |
7.2 | Koersverschillen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Ontvangsten | 31 671 | 0 | 31 671 | 11 100 | 42 771 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
7.10 | Diverse ontvangsten | 31 671 | 0 | 31 671 | 11 100 | 42 771 | 0 | 0 | 0 | 0 |
7.11 | Koersverschillen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Toelichting
Verplichtingen
Binnen het apparaatsartikel zijn de verplichtingen gelijk aan de uitgaven. Het verplichtingenbudget wordt daarmee gelijkgetrokken.
Uitgaven
Artikelonderdeel 7.1.1
De uitgaven voor personeel nemen meerjarig toe. De belangrijkste meerjarige mutaties zijn:
- De budgetten stijgen door de loon- en prijsontwikkeling, waardoor het budget zowel voor het personeel in Nederland als op de posten stijgt. Deze uitgaven worden vanuit de voorziening binnen de HGIS gefinancierd. In totaal stijgen de budgetten hierdoor met ongeveer EUR 41 miljoen.
- Verder wordt EUR 1,7 miljoen overgeheveld naar artikel 4.1 voor het Loket Buitenland.
Artikelonderdeel 7.1.2
De uitgaven op materieel gebied nemen meerjarig toe. De belangrijkste meerjarige mutaties zijn:
- De budgetten stijgen door de loon- en prijsontwikkeling, waardoor het budget ten aanzien van ICT en overige materiële uitgaven toeneemt. Deze uitgaven worden vanuit de voorziening binnen de HGIS gefinancierd. In totaal stijgen de budgetten hierdoor met ongeveer EUR 22 miljoen.
- De eindejaarsmarge 2022 wordt in 2023, 2024 en 2025 weer opnieuw ingezet.
- In 2020 is EUR 26 miljoen aan generale middelen aan de BZ-begroting toegevoegd om de toenmalige uitdagingen op het gebied van veiligheid op een aantal hoog risico posten op te lossen. Een deel van deze middelen was bestemd voor de post in Kabul, maar gegeven de ontwikkelingen in Afghanistan is een deel van deze generale middelen niet tot besteding gekomen. Zodoende vloeit EUR 13 miljoen terug naar het generale beeld.
- Tot slot wordt er middels de middelenafspraak uitgavenbudget ten aanzien van de realisatie van de huisvestingsstrategie EUR 39,7 miljoen toegevoegd in 2023. Dit budget is nodig om opvolging te geven aan de huisvestingsstrategie van het ministerie om de huisvestingsportefeuille doelmatig, duurzaam, veilig en toekomstbestendig te maken.
Ontvangsten
Ten opzichte van de begroting nemen de ontvangsten in 2023 toe. Dit komt door verwachte inkomsten uit de verkoop van vastgoed in het buitenland. Deze ontvangsten worden gebruikt om investeringen te realiseren binnen de kaders van de huisvestingsstrategie.