[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Memorie van toelichting

Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2023 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)

Memorie van toelichting

Nummer: 2023D15978, datum: 2023-05-11, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36350-V-2).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 36350 V-2 Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2023 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota).

Onderdeel van zaak 2023Z06788:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2022‒2023
36 350V Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken voor het jaar 2023 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)
Nr. 2

MEMORIE VAN TOELICHTING

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikelen 1 tot en met 3

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2023 wijzigingen aan te brengen in de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken.

Vanwege de spoedeisende maatregelen is op 3 april 2023 de tweede incidentele suppletoire begroting naar de Tweede Kamer verzonden. De behandeling in de Staten-Generaal heeft nog niet plaatsgevonden. Om deze reden is de in de begrotingsstaat opgenomen stand nog niet door de beide Kamers bekrachtigd. Vanwege de snelle opeenvolging van begrotingswetsvoorstellen, om het budgetrecht van de Staten Generaal te waarborgen, bevat de kolom ‘vastgestelde begroting’ zowel de vastgestelde stand bij ontwerpbegroting als de mutaties die bij incidentele suppletoire begroting zijn opgenomen.

De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

De Minister van Buitenlandse Zaken,

W.B. Hoekstra

B. BEGROTINGSTOELICHTING

1 Leeswijzer

De voorliggende suppletoire begroting bevat de voorgestelde wijzigingen ten opzichte van de vastgestelde begroting 2023 van hoofdstuk V van de begroting van het Rijk.

In de toelichting worden de wijzigingen welke zijn opgetreden in de omvang van de HGIS, alsook de belangrijkste mutaties op de begroting van Buitenlandse Zaken toegelicht. Ten slotte volgt per artikel de nieuwe stand en een toelichting op de opmerkelijke verschillen.

In 2023 worden geen extra maatregelen genomen als gevolg van de impact van het coronavirus (COVID 19). Voor het uitgebreide overzicht wordt verwezen naar de pagina Overheidsfinanciën in coronatijd op Rijksfinancien.nl

‒ ‒ ‒ ‒

De tabel hieronder geeft inzicht in de geplande inzet van middelen in OekraĂŻne in 2023. De vermeldde bedragen zijn direct gerelateerd aan de invasie in OekraĂŻne en directe gevolgen. Uitgaven ten behoeve van derde orde effecten zijn hierin niet opgenomen. In 2024 t/m 2027 is de Nederlandse bijdrage aan het EPF opgehoogd (1e ISB BZ 2023 en 2e ISB BZ 2023).

1.1 Accountability 14.000 2e incidentele suppletoire begroting BZ 2023
2.1 NAVO UCAP Trust Fund 75.000 2e incidentele suppletoire begroting BZ 2023
2.4 Stabiliteitsfonds ODA 10.000 2e incidentele suppletoire begroting BZ 2023
3.3 Council of Europe Development Bank 21.800 1e suppletoire begroting BZ 2023
4.3 Cultuur 5.000 2e incidentele suppletoire begroting BZ 2023
4.4 Onderzoek EWEA en scenario's ontheemden uit OekraĂŻne (REKA) (van J&V) 220 1e suppletoire begroting BZ 2023

Conform de regeling Rijksbegrotingsvoorschriften en de Comptabili-teitswet dienen de opmerkelijke verschillen tussen de oorspronkelijke en huidige raming te worden toegelicht. Daarbij wordt gebruik gemaakt van het financiële instrument. Ook is omschreven welke ondergrens gehan-teerd moet worden, waarboven een uitgavenmutatie moet worden toegelicht. Zie hiervoor onderstaande tabel. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen beleidsmatige en technische mutaties. Op verplichtingenniveau worden mutaties groter dan 10% ten opzichte van de vorige stand, op artikelniveau toegelicht.

< 50 1 2
=> 50 en < 200 2 4
=> 200 < 1000 5 10
=> 1000 10 20

In onderdeel 6 staan de tabellen van de niet-beleidsmatige artikelen.

2 Wijzigingen in de omvang van de HGIS

In deze paragraaf wordt geschetst welke wijzigingen zijn opgetreden in de omvang van de HGIS sinds de HGIS-nota 2023. Zoals uit de hiernavolgende tabel blijkt, neemt de totale omvang van de HGIS voor 2023 toe met EUR 1.716,1 miljoen.

HGIS-uitgaven 7.783,4 9.523,4 1.740
HGIS-ontvangsten 130,2 153,8 23,7
Omvang HGIS (uitgaven min ontvangsten) 7.653,2 9.369,6 1.716,4
  1. De tabel bevat afrondingsverschillen.

De per saldo toename van het budget kent een aantal oorzaken. Enerzijds stijgt het budget vanwege de doorwerking van de bijgestelde macro-cijfers ten opzichte van eerdere raming zoals deze is opgesteld op Prinsjesdag 2022. Het beschikbare budget voor de HGIS beweegt mee met de economische ontwikkeling. Het non-ODA-deel met het prijsniveau van het Bruto Binnenlands Product (BBP) en de omvang van de Official Development Aid (ODA) met de ontwikkeling van het Bruto Nationaal Inkomen (BNI). De meest recente CPB-cijfers laten een hoger dan eerder verwachte raming zien van zowel BBP alsook BNI.

Daarnaast heeft het kabinet de HGIS uitgaven verhoogd in het kader van de oorlog in Oekraïne. In de hiernavolgende tabellen is een aantal categorieën opgenomen die per onderdeel beknopt worden toegelicht. Een meer uitgebreide toelichting is daarnaast ook in de verticale toelichting van de Voorjaarsnota 2023 opgenomen en op de respectievelijke departementale begrotingen weergegeven.

Stand HGIS-nota 2023 7.783,5
1) Aanpassing BNI/BBP raming 66,6
2) Eindejaarsmarge 95.1
3) Overboekingen van/naar HGIS 2.217.4
4) Kasschuif ‒ 661.6
5) Desalderingen 22,4
Stand Voorjaarsnota 2023 9.523,4
  1. De tabel bevat afrondingsverschillen.

Toelichting uitgavenmutaties

Het uitgavenkader van de HGIS neemt per saldo toe met EUR 1.739,7 miljoen ten opzichte van de stand die in de HGIS nota 2023 is gepresenteerd. Dit kent de volgende oorzaken:

  1. Op basis van wijzigingen in de CPB-ramingen voor het BNI (ODA) en de prijscomponent van het BBP (non-ODA) is de omvang van de HGIS op dit onderdeel gestegen met EUR 66,6 miljoen. Dit betreft met name de ODA-middelen die hoofdzakelijk op de BHOS-begroting staan.
  2. De eindejaarsmarge, die over 2022 is aangevraagd, is in 2023 toegevoegd aan de HGIS en verdeeld over voornamelijk de begrotingen van Buitenlandse Zaken, Defensie en Infrastructuur en Waterstaat.
  3. Er vinden meerdere overboekingen van en naar de HGIS plaats. Per saldo kent de HGIS op dit onderdeel daardoor een stijging van ruim EUR 2.217,4 miljoen. Een aantal in het oog springende mutaties betreft onder meer de toevoeging van budget aan de HGIS ten gevolge van de oorlog in OekraĂŻne. Het kabinet heeft hiervoor EUR 2,5 miljard in 2023 beschikbaar gesteld voor militaire, diplomatieke en humanitaire steun. Deze middelen worden uitgegeven via de begrotingen van Defensie, Buitenlandse Zaken en BHOS. De ophoging van de Europese Vredesfaciliteit staat conform Europese begrotingssystematiek in lopende prijzen op de begroting, waardoor het buiten de HGIS budgetten is geplaatst. Hierdoor neemt het HGIS-budget in 2023 af met EUR 293 miljoen. De laatste in het oog springende mutatie is de jaarlijkse overheveling van Buitenlandse Zaken aan Defensie voor de BSB-beveiliging van het postennet. Hierdoor neemt de HGIS met EUR 25,2 miljoen af.
  4. Op de begroting van Defensie een kasschuif verwerkt om de vervanging van materiële steun aan Oekraïne te financieren. Daarnaast wordt er EUR 4 miljoen voor de EPF vanuit toekomkstige jaren naar voren gehaald. Hierdoor neemt de HGIS per saldo met EUR 661,6 miljoen af in 2023.
  5. Het saldo van de desalderingen bestaat voornamelijk uit drie mutaties. Enerzijds neemt het budget toe door een positieve desaldering van consulaire ontvangsten op de begroting van Buitenlandse Zaken (EUR 3,6 miljoen), hogere ontvangsten door verkoop van vastgoed (EUR 11,1 mljoen) en hogere diverse ontvangsten op de BHOS begroting (EUR 7,7 miljoen).
Stand HGIS-nota 2023 130,2
Mutaties 23,7
Stand Voorjaarsnota 2023 153,8
  1. De tabel bevat afrondingsverschillen.

Toelichting ontvangstenmutaties

Het ontvangstenkader van de HGIS neemt per saldo toe met EUR 23,7 miljoen ten opzichte van de stand die in de HGIS nota 2023 is gepresenteerd. Het saldo van de desalderingen bestaat voornamelijk uit drie mutaties. Enerzijds neemt het budget toe door een positieve desaldering van consulaire ontvangsten op de begroting van Buitenlandse Zaken (EUR 3,6 miljoen), hogere ontvangsten door verkoop van vastgoed (EUR 11,1 miljoen) en hogere diverse ontvangsten op de BHOS begroting (EUR 7,7 miljoen). Deze mutaties zijn ook gedesaldeerd met de uitgaven. Daarnaast nemen de ontvangsten toe door een mutatie op de verwachte ontvangsten van de NIO (EUR 1,2 miljoen). Deze ontvangsten worden niet gedesaldeerd.

3 Beleid

3.1 Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties

In dit wetsvoorstel is een aantal begrotingswijzigingen opgenomen die per saldo leiden tot een verlaging van de geraamde uitgaven op de begroting van Buitenlandse Zaken (V) met EUR 18,5 miljoen en daling van de ontvangsten met EUR 18 miljoen.

De belangrijkste uitgavenmutaties bij de eerste suppletoire begroting worden in onderstaande tabel weergegeven en toegelicht. De uitgebreide toelichtingen zijn per beleidsartikel opgenomen in hoofdstuk 4.

Uitgaven

Vastgestelde begroting 2023 13 113 330
Belangrijkste suppletoire mutaties
1) Goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak 1.1 11 025
2) Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband 2.4 ‒ 25 230
3) Afdrachten aan de Europese Unie 3.1 ‒ 123 760
4) Een hechtere Europese waardengemeenschap 3.3 21 800
5) Samen met (keten) partners het personenverkeer reguleren 4.2 5 693
6) Apparaat; personeel 7.1.1 37 501
7) Apparaat; materieel 7.1.2 87 246
8) Nog onverdeeld (HGIS) 6.1 ‒ 58 864
9) Overige mutaties div. 26 112
Stand 1e suppletoire begroting 2023 13 094 853

Toelichting

1) Goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak

Het uitgavenbudget neemt in 2023 toe vanwege een stijging van de Nederlandse bijdrage aan de VN en door de organisatie van de Summit for Democracy in maart 2023.

2) Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband

Conform geldende systematiek wordt het budget voor de inzet op hoog risicoposten overgeheveld naar het ministerie van Defensie voor de BSB beveiliging van personeel van een aantal hoog-risicoposten.

3) Afdrachten aan de Europese Unie

De negatieve bijstelling van het budget voor Afdrachten aan de Europese Unie is het saldo van hogere uitgaven dan verwacht voor btw-afdrachten en invoerrechten en een lagere bni-afdracht.

4) Een hechtere Europese waardengemeenschap
Als gevolg van een kapitaalverhoging van de Council of Europe Development Bank stijgt de Nederlandse bijdrage aan deze organisatie.

5) Samen met (keten) partners het personenverkeer reguleren

De stijging van de uitgaven voor consulaire informatiesystemen is deels het gevolg van een verschuiving van uitgaven van 2022 naar 2023.

6) Personele uitgaven

De positieve bijstelling van het budget voor personele uitgaven betreft voornamelijk de loon- en prijsontwikkeling.

7) Materiële uitgaven

De positieve bijstelling van het budget voor materiële uitgaven betreft de loon- en prijsontwikkeling (EUR 22 miljoen), het toevoegen van eindejaarsmarge en de realisatie van de huisvestingsstrategie (EUR 39,7 miljoen) middels de middelenafspraak uitgavenbudget.

8) Nog onverdeeld HGIS

De mutatie betreft het saldo van bijstellingen op grond van aanpassing van Bbp-ramingen door het CPB, verwerking van de HGIS-eindejaarsmarge 2022, het verwerken van de loon- en prijsbijstellingen binnen de HGIS en overboekingen naar diverse begrotingen zoals binnen de HGIS is overeengekomen.

Ontvangsten

Vastgestelde begroting 2023 2 785 406
Belangrijkste suppletoire mutaties
1) Diverse ontvangsten EU 3.10 55 160
2) Europees herstelfonds 3.11 ‒ 87 881
3) Diverse ontvangsten apparaat 7.10 11 100
4) Overige mutaties div. 3 600
Stand 1e suppletoire begroting 2023 2 767 385

Toelichting

1) Diverse ontvangsten EU

De actualisatie van de perceptiekostenvergoeding leidt tot een verwachte stijging van de ontvangsten met EUR 55 miljoen.

2) Europees herstelfonds

Naar aanleiding van het Raadsuitvoeringsbesluit voor het Herstel- en Veerkrachtplan is de invulling van de geplande betaalverzoeken gewijzigd, hetgeen leidt tot een kasschuif in de verwachte ontvangsten voor het Europees Herstelfonds.

3) Diverse ontvangsten apparaat

De ontvangsten op apparaat stijgen in 2023 vanwege hogere verwachte inkomsten uit de verkoop van vastgoed in het buitenland.

4 Beleidsartikelen

4.1 Artikel 1: Versterkte internationale rechtsorde

Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 104 118 14 500 118 618 18 049 136 667 ‒ 9 145 ‒ 925 ‒ 5 875 38 975
Uitgaven:
Programma-uitgaven totaal 130 845 14 500 145 345 13 094 158 439 5 869 5 460 5 200 5 386
waarvan juridisch verplicht 85% 86%
1.1 Goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak 49 305 14 000 63 305 11 445 74 750 3 360 2 470 2 470 2 470
Subsidies (regelingen)
Internationaal recht 750 0 750 0 750 0 0 0 0
g Opdrachten
Internationaal recht 0 0 0 2 550 2 550 0 0 0 0
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
Verenigde Naties 33 525 0 33 525 8 475 42 000 1 770 1 770 1 770 1 770
OESO 7 535 0 7 535 420 7 955 810 0 0 0
Internationaal Strafhof 3 910 0 3 910 0 3 910 780 700 700 700
Internationaal recht 3 585 14 000 17 585 0 17 585 0 0 0 0
1.2 Bescherming en bevordering van mensenrechten 67 402 500 67 902 0 67 902 0 0 0 0
Subsidies (regelingen)
Mensenrechtenfonds 20 390 0 20 390 ‒ 648 19 742 ‒ 1393 ‒ 1.318 ‒ 1170 ‒ 1170
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
Mensenrechtenfonds 37 362 0 37 362 648 38 010 1393 1.318 1170 1170
Mensenrechten multilateraal 9 650 500 10 150 0 10 150 0 0 0 0
1.3 Gastlandbeleid internationale organisaties 14 138 0 14 138 1 649 15 787 2 509 2 990 2 730 2 916
Subsidies (regelingen)
Carnegiestichting 4 400 0 4 400 1 349 5 749 2 449 2 550 2 730 2 916
Bijdrage aan agentschappen
Vredespaleis 6 750 0 6 750 0 6 750 0 0 0 0
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
Internationaal Strafhof 858 0 858 0 858 0 0 0 0
Speciaal Tribunaal Libanon 1 500 0 1 500 300 1 800 0 0 0 0
Nederland Gastland 630 0 630 0 630 60 440 0 0

Toelichting

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget in 2023 stijgt. Dit betreft diverse activiteiten en bijdragen gerelateerd aan het tegengaan van straffeloosheid in OekraĂŻne, een verhoging van de Nederlandse bijdrage aan de VN, de organisatie van de Summit for Democracy en de aanpassing van meerjarige verplichtingen binnen het Mensenrechtenfonds en Internationaal Recht.

In 2024 en 2026 dalen de verplichtingen binnen het Mensenrechtenfonds en Internationaal recht, evenals de subsidieverplichting voor de Carnegie Stichting. Het verplichtingenbudget voor de Nederlandse VN-bijdrage stijgt, maar per saldo daalt het totale budget voor artikel 1 Versterkte internationale rechtsorde met ruim EUR 9 miljoen in 2024 en EUR 5,9 miljoen in 2026.

Het verplichtingenbudget in 2027 laat een aanzienlijke stijging zien. Dit is met name toe te schrijven aan het aangaan van meerjarige verplichtingen als gevolg van een geplande tender binnen het Mensenrechtenfonds.

Uitgaven

Artikelonderdeel 1.1

Het uitgavenbudget op artikelonderdeel 1.1 ‘Goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak’ neemt in 2023 toe vanwege diverse activiteiten en bijdragen gerelateerd aan het tegengaan van straffeloosheid in Oekraïne (Internationaal recht, zie tweede incidentele suppletoire begroting 2023), een stijging van de Nederlandse bijdrage aan de VN en door de organisatie van de Summit for Democracy in maart 2023. De verhoogde Nederlandse bijdrage aan de VN zorgt ook voor de stijging van de uitgavenbudgetten op dit artikelonderdeel in de jaren 2024 tot en met 2027.

Artikelonderdeel 1.2

De verschuivingen binnen het Mensenrechtenfonds zijn toe te schrijven aan het feit dat, door verdere decentralisatie van het mensenrechtenfonds, meer uitgaven als bijdrage zullen worden verstrekt.

Artikelonderdeel 1.3

Het uitgavenbudget op artikelonderdeel 1.3 is meerjarig verhoogd. Dit wordt met name veroorzaakt door een stijging van de jaarlijkse subsidie aan de Carnegie Stichting.

4.2 Artikel 2: Veiligheid en stabiliteit

Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 289 455 84 250 373 705 ‒ 18 667 355 038 ‒ 7 513 ‒ 5 195 1 807 10 852
Uitgaven:
Programma-uitgaven totaal 283 496 84 250 367 746 ‒ 16 171 351 575 ‒ 5 342 ‒ 3 970 ‒ 2 275 6 553
waarvan juridisch verplicht 76% 93%
2.1 Goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke veiligheid 15 455 75 000 90 455 3 288 93 743 3 678 5 278 7 350 9 400
Subsidies (regelingen)
Atlantische Commissie 565 0 565 0 565 0 0 0 0
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
NAVO 9 650 0 9 650 3 500 13 150 3 950 5 550 7 350 9 400
WEU 690 0 690 60 750 0 0 0 0
Programma Ondersteuning Buitenlands Beleid 2 700 0 2 700 ‒ 272 2 428 ‒ 272 ‒ 272 0 0
Veiligheidsfonds 1 850 0 1 850 0 1 850 0 0 0 0
NAVO OekraĂŻne UCAP Trust Fund 0 75 000 75 000 0 75 000
2.2 Bestrijding internationale criminaliteit en terrorisme 15 400 0 15 400 1 822 17 222 272 272 0 0
Subsidies (regelingen)
Anti-terrorisme instituut 650 0 650 0 650 0 0 0 0
Contra-terrorisme 7 720 0 7 720 ‒ 2 720 5 000 0 0 0 0
Cyber security 3 580 0 3 580 272 3 852 272 272 0 0
Global Forum on Cyber Expertise 0 0 0 1 250 1 250 925 250
Opdrachten
Global Forum on Cyber Expertise 1 250 0 1 250 ‒ 1 250 0 ‒ 925 ‒ 250 0 0
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
Contra-terrorisme 880 0 880 2 720 3 600 0 0 0 0
Cyber security 1 320 0 1 320 1 550 2 870 0 0 0 0
2.3 Wapenbeheersing 11 022 0 11 022 2 000 13 022 0 0 0 0
Opdrachten
OPCW en andere ontwapeningsorganisaties 465 0 465 0 465 0 0 0 0
Conferentie New Tech 2022 0 0 0 2 000 2 000 0 0 0 0
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
IAEA 7 317 0 7 317 0 7 317 0 0 0 0
OPCW en andere ontwapeningsorganisaties 1 320 0 1 320 0 1 320 0 0 0 0
CTBTO 1 920 0 1 920 0 1 920 0 0 0 0
2.4 Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband 211 797 8 250 220 047 ‒ 25 600 194 447 ‒ 11 292 ‒ 9 520 ‒ 9 625 ‒ 2 847
Subsidies (regelingen)
Nederland Helsinki Comité 28 0 28 0 28 0 0 0 0
Stabiliteitsfonds 25 000 0 25 000 0 25 000 0 0 0 0
Training buitenlandse diplomaten 2 500 0 2 500 850 3 350 0 0 0 0
Opdrachten
Makandra 1 370 0 1 370 1 549 2 919 1 800 925 0 0
Bijdrage aan agentschappen
Makandra 170 0 170 150 320 153 82 0 0
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
OVSE 9 880 0 9 880 ‒ 3 880 6 000 ‒ 3 880 ‒ 3 880 0 0
Stabiliteitsfonds 52 770 9 000 61 770 3 662 65 432 2 329 3 610 ‒ 341 ‒ 388
VN-contributie voor crisisbeheersingsoperaties 94 849 ‒ 750 94 099 ‒ 2 746 91 353 ‒ 11 912 ‒ 10 475 ‒ 9 502 ‒ 2 460
Overige 0 0 0 45 45 218 218 218 1
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken
Inzet hoog-risico posten 25 230 0 25 230 ‒ 25 230 0 0 0 0 0
2.5 Bevordering van transitie in prioritaire gebieden 29 822 1 000 30 822 2 319 33 141 2 000 0 0 0
Subsidies (regelingen)
Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen MATRA 11 822 1 000 12 822 2 760 15 582 2 000 0 0 0
Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen Shiraka 4 507 0 4 507 ‒ 568 3 939 ‒ 200 ‒ 200 ‒ 200 ‒ 200
Opdrachten
Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen Shiraka 4 463 0 4 463 0 4 463 0 0 0 0
Bijdrage aan agentschappen
Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen Shiraka 630 0 630 48 678 0 0 0 0
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen Shiraka 8 400 0 8 400 79 8 479 200 200 200 200
Ontvangsten 1 000 0 1 000 0 1 000 0 0 0 0
2.10 Doorberekening Defensie diversen 0 0 0 0 0 0 0 0 0
2.40 Restituties programma's 1 000 0 1 000 0 1 000 0 0 0 0

Toelichting

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget neemt in 2023 af met EUR 15,7 miljoen. Dit is met name het gevolg van een overheveling naar het ministerie van Defensie voor de beveiliging van hoog-risicoposten.

Uitgaven

Artikelonderdeel 2.1

Het budget voor goede international samenwerking stijgt in 2023. Dit is met name het gevolg van een bijdrage van EUR 75 miljoen aan het Ukraine Comprehensive Assistance Package Trust Fund (UCAP TF) van de NAVO, zoals toegelicht in de tweede incidentele suppletoire begroting 2023. Daarnaast stijgt de civiele bijdrage aan de NAVO de komende jaren als gevolg van een contributieverhoging.

Artikelonderdeel 2.4

Conform geldende systematiek wordt het budget voor de inzet op hoog-risicoposten overgeheveld naar het ministerie van Defensie voor de BSB-beveiliging van personeel van een aantal hoog-risicoposten. Het budget voor Crisisbeheersingsoperaties wordt meerjarig verlaagd ten behoeve van de Council of Europe Development Bank (CEB), Carnegie-stichting en de VN-contributie.

4.3 Artikel 3: Effectieve Europese samenwerking

Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 11 452 496 376 550 11 829 046 34 735 11 863 781 ‒ 560 863 79 206 170 038 150 231
Uitgaven:
Programma-uitgaven totaal 11 557 597 0 11 557 597 ‒ 97 752 11 459 845 ‒ 462 242 179 654 272 350 247 183
waarvan juridisch verplicht 100% 100%
3.1 Afdrachten aan de Europese Unie 11 409 093 0 11 409 093 ‒ 123 760 11 285 333 ‒ 559 071 80 998 169 830 150 023
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
BNI-afdrachten 5 117 680 0 5 117 680 ‒ 368 333 4 749 347 ‒ 712 047 ‒ 76 827 ‒ 19 100 ‒ 82 291
BTW-afdrachten 1 276 364 0 1 276 364 22 993 1 299 357 23 660 24 346 25 052 25 779
Invoerrechten 4 834 846 0 4 834 846 221 580 5 056 426 129 316 133 479 163 878 206 535
Plastic-grondslag 180 203 0 180 203 0 180 203 0 0 0 0
3.2 Europees Ontwikkelingsfonds 100 313 0 100 313 0 100 313 0 0 0 0
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
Europees Ontwikkelingsfonds 100 313 0 100 313 0 100 313 0 0 0 0
3.3 Een hechtere Europese waardengemeenschap 11 000 0 11 000 21 800 32 800 7 261 7 261 7 261 0
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
Raad van Europa 11 000 0 11 000 0 11 000 0 0 0 0
Kapitaalaanvullingen bij regionale ontwikkelingsbank 0 0 0 21 800 21 800 7 261 7 261 7 261
3.4 Versterkte Nederlandse positie in de Unie 4 788 0 4 788 208 4 996 208 208 208 208
Subsidies (regelingen)
EIPA 348 0 348 0 348 0 0 0 0
Opdrachten
Europa College beurzenprogamma 190 0 190 0 190 0 0 0 0
Programmatische ondersteuning: Taskforce Verenigd Koninkrijk 0 0 0 0 0 0 0 0 0
EU-sanctiebeleid 0 0 0 208 208 208 208 208 208
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
Benelux bijdrage 4 250 0 4 250 0 4 250 0 0 0 0
3.5 Europese Vredesfaciliteit 32 403 0 32 403 4 000 36 403 89 360 91 187 95 051 96 952
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties
Europese Vredesfaciliteit 32 403 0 32 403 4 000 36 403 89 360 91 187 95 051 96 952
Ontvangsten 2 708 961 0 2 708 961 ‒ 32 721 2 676 240 ‒ 93 834 460 136 570 312 51 634
3.10 Diverse ontvangsten EU 1 208 711 0 1 208 711 55 160 1 263 871 32 329 33 370 40 970 51 634
Invoerrechten 1 208 711 0 1 208 711 55 160 1 263 871 32 329 33 370 40 970 51 634
Overige ontvangsten EU 0 0 0 0 0 0 0 0 0
3.11 Europees herstelfonds 1 500 000 0 1 500 000 ‒ 87 881 1 412 119 ‒ 126 163 426 766 529 342 0
3.30 Restitutie Raad van Europa 250 0 250 0 250 0 0 0 0
Verplichtingen 11 452 496 376 550 11 829 046 34 735 11 863 781 ‒ 560 863 79 206 170 038 150 231
garantieverplichtingen 110 704 110 704
overige verplichtingen 11 452 496 376 550 11 829 046 ‒ 75 969 11 753 077 ‒ 560 863 79 206 170 038 150 231

Toelichting

Verplichtingen

De verplichtingen op artikelonderdeel 3.1 Afdrachten aan de Europese Unie muteren mee met de uitgaven, zoals hieronder toegelicht. Daarnaast stijgt het verplichtingenbudget in 2023 door de verhoging van de Nederlandse bijdrage aan de Council of Europe Development Bank (CEB) en aan de Europese Vredesfaciliteit (EPF).

Uitgaven

Artikelonderdeel 3.1

Bij de eerste suppletoire begroting worden de ramingen van de afdrachten aan de Europese Unie in 2023 in totaal met EUR 124 miljoen en in 2024 met EUR 559 miljoen naar beneden bijgesteld. In 2025-2027 gaat het om een bijstelling naar boven. Deze wijzigingen zijn te verklaren door bijstellingen van de bni- en btw- afdrachten en de invoerrechten.

De bni-afdracht wordt in 2023 met EUR 368 miljoen naar beneden bijgesteld. Er zijn verschillende mutaties die hieraan ten grondslag liggen. De grootste mutatie volgt uit de verwerking van de vijfde aanvullende Europese begroting (Draft Amending Budget 5; DAB5) uit 2022, waarin de raming van de invoerrechten op EU-niveau werd bijgesteld. Dit leidt voor Nederland tot een meevaller op de bni-afdracht van EUR 180 miljoen. De verwerking van DAB5 is over de jaargrens heen geschoven (van 2022 naar 2023), omdat de betaling door late aanname van deze DAB in 2023 valt. Op 12 april jl. publiceerde de Commissie de tweede aanvullende Europese begroting (DAB2) van 2023. In DAB2 verwerkt de Commissie het verschil tussen de inkomsten en uitgaven (het surplus) van 2022 in de Europese begroting van 2023. De definitieve implementatie van de Europese begroting van 2022 leidt tot een surplus van EUR 2.519 miljoen. Voor Nederland leidt het surplus tot EUR 149 miljoen lagere bni-afdracht in 2023.
Daarnaast is sprake van een meevaller van EUR 125 miljoen op de bni-korting. Door de hoge inflatie en de afspraak dat de bni-kortingen jaarlijks bijgesteld worden met de EU-bbp deflator, is sprake van een grotere stijging van de korting dan in eerdere jaren. Dit leidt ook tot een meevaller in de jaren 2024-2027. Verder is er nog een technische mutatie onderdeel van de EUR 125 miljoen meevaller; die leidt tot een meevaller van ca. EUR 25 miljoen. Deze technische mutatie leidt in 2024 ook nog tot een meevaller van EUR 54 miljoen, maar in 2025-2027 tot een tegenvaller.
Tegenover dit saldo van meevallers staat ook een verschuiving van de nacalculatie over 2021 van EUR 87 miljoen naar 2023. Deze nacalculatie was geboekt in 2022 (jaar t op moment van publicatie), maar door een wijziging in de Making Available Regulation wordt de nacalculatie voortaan in het jaar t+1 geboekt. Hierdoor komt het saldo van de bni-afdrachten in 2023 in totaal op een meevaller van EUR 368 miljoen.

In 2024 is er tevens een relatief grote meevaller te melden. De nacalculatie over 2022 leidt tot een meevaller van EUR 556 miljoen in 2024. Deze meevaller voor Nederland ten opzichte van eerdere jaren en de andere euro landen is te verklaren door het vervallen van een aantal Eurostat voorbehouden (o.a. onderwaardering van het aan buitenlandse eigenaren toe te rekenen inkomen) die eerder aangehouden zijn.

De btw-afdrachten in 2023 worden bijgesteld met ca. EUR 23 miljoen euro. Hieraan ligt één mutatie ten grondslag die een technische wijziging in de raming betreft. Deze mutatie heeft dezelfde orde van grootte effect voor 2024-2027.

De invoerrechten worden door een technische correctie met EUR 222 miljoen naar boven bijgesteld. Dit heeft twee oorzaken. Voor EUR 211 miljoen is het een gevolg van een bijstelling van de raming van de invoerrechten op basis van CEP-cijfers. Bij de invoerrechten treedt er gedurende het jaar onbedoeld een saldo-effect op. Dit verschil ontstaat doordat er aan de inkomsten- en uitgavenkant van de Rijksbegroting een andere raming wordt gebruikt, respectievelijk de raming van het ministerie van Financiën en de raming van de Europese Commissie. Er wordt drie keer per jaar een actualisatie geboekt op de invoerrechten en de perceptiekostenvergoeding om te corrigeren voor dit saldo-effect en zodat de nationale ramingen van de inkomsten- en uitgavenkant van de invoerrechten gelijk zijn aan elkaar. Deze bijstelling van de raming heeft ook effect op de jaren 2024-2027. Daarnaast is er een incidentele nabetaling geweest op de invoerrechten voor bruto EUR 10,4 miljoen (netto EUR 8 miljoen). Het betreft diverse dossiers waarvan in overleg met de Europese Commissie is vastgesteld dat Nederland invoerrechten verschuldigd is.

Artikelonderdeel 3.3

Als gevolg van een kapitaalverhoging van de Council of Europe Development Bank stijgt de Nederlandse bijdrage aan deze organisatie. De uitgaven hiervoor vinden plaats in het jaar 2023 (gefinancierd vanuit het steunpakket voor OekraĂŻne) en in de periode 2024-2026 en zorgen voor een meerjarige opwaartse bijstelling van het uitgavenbudget op dit artikelonderdeel.

Artikelonderdeel 3.5

In 2023 nemen de uitgaven voor de EPF toe door een verschuiving van betalingen tussen meerdere jaren. De opwaartse bijstelling van het uitgavenbudget in de periode 2024-2027 is toe te schrijven aan een verhoging van de Nederlandse bijdrage resulterend uit twee ophogingen van het EPF-financieringsplafond (incidentele suppletoire begroting 2023 en tweede incidentele suppletoire begroting 2023).

Ontvangsten

Artikelonderdeel 3.10

Nederland ontvangt een perceptiekostenvergoeding. Deze perceptiekostenvergoeding is 25% van de afdracht van de invoerrechten aan de EU en dient ter dekking van de kosten die de Douane maakt. Deze korting geldt ook voor eventuele nabetalingen. De perceptiekostenvergoeding wordt bij eerste suppletoire begroting met EUR 55 miljoen naar boven bijgesteld. Dit is voor EUR 53 miljoen een gevolg van een bijstelling van de raming van de invoerrechten op basis van CEP-cijfers. Bij de invoerrechten treedt er gedurende het jaar onbedoeld een saldo-effect op. Dit verschil ontstaat doordat er aan de inkomsten- en uitgavenkant van de Rijksbegroting een andere raming wordt gebruikt, respectievelijk de raming van het ministerie van Financiën en de raming van de Europese Commissie. Er wordt drie keer per jaar een actualisatie geboekt op de invoerrechten en de perceptiekostenvergoeding om te corrigeren voor dit saldo-effect. Deze bijstelling van de raming heeft ook effect op de jaren 2024-2027. Daarnaast leiden de incidentele nabetalingen op de invoerrechten tot EUR 2 miljoen hogere ontvangsten op de perceptiekosten.

Artikelonderdeel 3.11

Naar aanleiding van het Raadsuitvoeringsbesluit voor het Herstel- en Veerkrachtplan is de invulling van de geplande betaalverzoeken gewijzigd, hetgeen leidt tot een kasschuif in de verwachte ontvangsten voor het Europees Herstelfonds. Daarnaast worden de geraamde ontvangsten in 2026 opgehoogd met EUR 735 miljoen. Dit zijn de verwachtte ontvangsten vanwege een uitbreiding van het Herstel- en Veerkrachtplan (HVP) met REPowerEU en bevatten ook overgehevelde middelen uit de Brexit Adjustment Reserve. De ontvangsten zijn onder voorbehoud van een positieve beoordeling van de Europese Commissie en goedkeuring van de Raad van de Europese Unie van het uitgebreide HVP.

 

4.4 Artikel 4: Consulaire dienstverlening en uitdragen Nederlandse waarden

Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 51 845 5 250 57 095 17 603 74 698 5 215 6 359 5 471 4 588
Uitgaven:
Programma-uitgaven totaal 54 978 5 250 60 228 16 469 76 697 5 215 6 359 5 471 4 588
waarvan juridisch verplicht 63% 78%
4.1 Consulaire dienstverlening Nederlanders in het buitenland 9 223 250 9 473 4 059 13 532 1 900 1 900 1 900 1 900
Subsidies (regelingen)
Gedetineerdenbegeleiding 1 560 0 1 560 700 2 260 0 0 0 0
Inkomensoverdrachten
Gedetineerdenbegeleiding 540 0 540 0 540 0 0 0 0
Opdrachten
Consulaire bijstand 409 0 409 ‒ 15 394 0 0 0 0
Reisdocumenten en verkiezingen 2 550 0 2 550 0 2 550 0 0 0 0
Consulaire opleidingen 400 0 400 0 400 0 0 0 0
Consulaire informatiesystemen 3 298 250 3 548 3 840 7 388 2 366 2 366 2 366 2 366
Loket buitenland 466 0 466 ‒ 466 0 ‒ 466 ‒ 466 ‒ 466 ‒ 466
4.2 Samen met (keten) partners het personenverkeer reguleren 18 170 0 18 170 5 693 23 863 793 900 900 900
Opdrachten
Ambtsberichtenonderzoek 150 0 150 0 150 0 0 0 0
Visumverlening 2 858 0 2 858 0 2 858 0 0 0 0
Legalisatie en verificatie 80 0 80 0 80 0 0 0 0
Consulaire informatiesystemen 14 054 0 14 054 5 693 19 747 793 900 900 900
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
Asiel en migratie 1 028 0 1 028 0 1 028 0 0 0 0
4.3 Grotere buitenlandse bekendheid met de Nederlandse cultuur 7 475 5 000 12 475 187 12 662 0 0 0 0
Subsidies (regelingen)
Internationaal cultuurbeleid 5 154 5 000 10 154 ‒ 1 140 9 014 ‒ 578 0 0 0
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
Internationaal cultuurbeleid 2 321 0 2 321 1 327 3 648 578 0 0 0
4.4 Uitdragen Nederlandse waarden en belangen 20 110 0 20 110 6 530 26 640 2 522 3 559 2 671 1 788
Subsidies (regelingen)
Instituut Clingendael 800 0 800 0 800 0 0 0 0
Programma ondersteuning buitenlands beleid 3 058 0 3 058 814 3 872 0 0 0 0
Internationale manifestaties en diverse bijdragen 49 0 49 0 49 0 0 0 0
Publieksdiplomatie 2 229 0 2 229 0 2 229 0 0 0 0
Onderzoeksprogramma 50 0 50 0 50 0 0 0 0
Academische Leerstoel Anton de Kom 143 0 143 201 344 57 62 133 180
Opdrachten
Adviesraad Internationale vraagstukken 525 0 525 110 635 72 72 72 72
Instituut Clingendael 2 573 0 2 573 470 3 043 1 000 1 000 1 000 1 000
Bezoeken VIPS en uitgaven CD en Internationale organisaties 1 000 0 1 000 0 1 000 0 0 0 0
Algemene voorlichting 2 790 0 2 790 ‒ 1 200 1 590 0 0 0 0
Koninklijk Huis - inkom. en uitg. bezoeken, off. ontvangsten 2 000 0 2 000 0 2 000 0 0 0 0
China-strategie 27 0 27 0 27 0 0 0 0
Onderzoeksprogramma 1 820 0 1 820 317 2 137 1 180 2 425 1 466 536
Conferentie uitdragen Nederlandse waarden en belangen 0 0 0 4 000 4 000
Bijdrage aan agentschappen
Algemene voorlichting 0 0 0 1 200 1 200 0 0 0 0
Verkeersnotificaties 400 0 400 0 400 0 0 0 0
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
Europese bewustwording 250 0 250 618 868 213 0 0 0
Publieksdiplomatie 2 396 0 2 396 0 2 396 0 0 0 0
Ontvangsten 43 774 0 43 774 3 600 47 374 0 0 0 0
4.10 Consulaire dienstverlening Nederlanders in het buitenland 9 200 0 9 200 0 9 200 0 0 0 0
4.20 Consulaire dienstverlening aan vreemdelingen 34 300 0 34 300 3 600 37 900 0 0 0 0
4.40 Doorberekening Defensie diversen 74 0 74 0 74 0 0 0 0
4.41 Ontvangsten verkeersnotificaties 200 0 200 0 200 0 0 0 0

Toelichting

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget voor het onderdeel Consulaire dienstverlening en uitdragen Nederlandse waarden stijgt vooral omdat aanvullende middelen voor consulaire informatiesystemen zijn opgenomen in de begroting. In principe stijgen de verplichtingen mee met de uitgaven.

Daarnaast zijn er verplichtingen opgenomen voor een internationale conferentie over het feministisch buitenlandbeleid. Ten slotte is er een stijging voor programma’s voor ondersteuning buitenlands beleid (POBB).

Uitgaven

Artikelonderdeel 4.1

Het budget voor consulaire dienstverlening neemt toe. Een reden hiervoor is dat vertraagde uitgaven uit 2022 voor gedetineerdenbegeleiding en uitgaven voor consulaire informatiesystemen doorschuiven naar 2023. Een klein deel van deze stijging komt doordat er rekening is gehouden met de inflatie voor de informatiesystemen.

Het project Loket Buitenland is in 2022 beeindigd en opgegaan in Nederland Wereldwijd en wordt daar verder doorontwikkeld. Het beschikbare budget is hierdoor meerjarig overgeheveld naar Consulaire Informatiesystemen (EUR 466.000 per jaar). Hiervoor wordt ook EUR 1,7 miljoen overgeheveld van apparaat (artikel 7.1.1) naar Consulaire Informatiesystemen.

Artikelonderdeel 4.2

De stijging voor consulaire informatiesystemen is deels het gevolg van een verschuiving van uitgaven van 2022 naar 2023. Er worden uitgaven gedaan om te kunnen voldoen aan de voorwaarden voor de BMVI-subsidie (het instrument voor grensbeheer en visa). De uitgaven worden gedesaldeerd met ontvangstenartikel 4.20. In deze stijging is ook rekening gehouden met de inflatie voor de informatiesystemen door een loonprijsbijstelling.

Artikelonderdeel 4.3

De budgetten voor het internationaal cultuur beleid nemen in 2023 toe door extra uitgaven voor het behoud van cultuur in Oekraïne, zoals voortzetting van noodhulp voor stabilisatie en behoud beschadigd erfgoed en tegengaan van illegale handel in ontvreemde cultuurgoederen. Dit is toegelicht in de tweede incidentele suppletoire begroting 2023. Daarnaast wordt er gewerkt aan kennisopbouw voor samenwerking in programma’s o.a. voor collectiebehoud, herstel van erfgoed en ruimtelijke architectuur en behoud van talent en professioneel niveau van (uitvoerende) kunstenaars door voortzetting van training, repetities en uitvoering.

Artikelonderdeel 4.4

Het budget voor POBB (Programma Ondersteuning Buitenland Beleid) wordt voor 2023 verhoogd. Met name de oorlog in de Oekraine is bedreigend voor mondiale veiligheid en internationale orde. De nieuwe geopolitieke realiteit, de veranderende Europese veiligheidsstructuur vragen om extra inzet van het instrument POBB. Via deze intensivering blijft het POBB een flexibel instrument ter ondersteuning van de agenda's van de bewindspersonen met politiek relevante projecten, versterking van het Nederlandse profiel en bevorderen van bilaterale betrekkingen en multilaterale samenwerking.

In het najaar van 2023 zal er een internationale conferentie over feministisch buitenlandbeleid worden gehouden. Deze conferentie is gemeenschappelijk met BHOS en is dus 50% ODA.

Voor de Academische Leerstoel Anton de Kom stijgt het budget voor 2023 door de toevoeging van eindejaarsmarge uit 2022. Voor de andere jaren is er extra budget beschikbaar om de leerstoel definitief te kunnen implementeren.

De budgetten voor AIV (Adviesraad Internationale Vraagstukken) stijgen. Voor 2023 door de toevoeging van de eindejaarsmarge uit 2022. Voor de overige jaren is er extra budget beschikbaar gesteld.

Voor de intensivering van de China strategie wordt er voor 2024 tot en met 2028 een bedrag van EUR 1 miljoen overgeheveld van artikel 7.

Voor de uitvoering van de motie Koole II inzake burgerdialogen en opstellen communicatiestrategie is er voor 2023 en 2024 budget beschikbaar gesteld.

De verhoging van het Onderzoeksprogramma betreft een overboeking van het ministerie van Defensie voor het NIOD onderzoek naar de Nederlandse inzet in Afghanistan.

Het budget voor Instituut Clingendael stijgt voor 2023. Dit komt door de toevoeging van de eindejaarsmarge uit 2022. Daarnaast betreft het een overboeking van het ministerie van J&V voor enkele onderzoeken.

Verder stijgen de budgetten voor Europese bewustwording en Algemene Voorlichting door de toevoeging van de eindejaarsmarge uit 2022.

Ontvangsten

Artikelonderdeel 4.20

De ontvangsten voor consulaire dienstverlening aan vreemdelingen stijgen door de ontvangsten van een BMVI-subsidie. Deze ontvangsten waren in eerste instantie in 2022 verwacht. Voor 2023 is een bedrag van EUR 3,6 miljoen begroot. Deze ontvangsten worden gedesaldeerd met artikel 4.2.

5 Niet-beleidsartikelen

5.1 Artikel 5: Geheim

Verplichtingen 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Uitgaven 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Ontvangsten 0 0 0 0 0 0 0 0 0
5.10 Geheim 0 0 0 0 0 0 0 0 0

5.2 Artikel 6: HGIS onverdeeld

Verplichtingen 60 465 0 60 465 ‒ 58 864 1 601 ‒ 30 897 ‒ 34 902 ‒ 55 978 ‒ 60 104
Uitgaven:
Uitgaven totaal 60 465 0 60 465 ‒ 58 864 1 601 ‒ 30 897 ‒ 34 902 ‒ 55 978 ‒ 60 104
6.1 Nog onverdeeld (HGIS) 60 465 0 60 465 ‒ 58 864 1 601 ‒ 30 897 ‒ 34 902 ‒ 55 978 ‒ 60 104

Toelichting

Het budget voor het artikel -Nog onverdeeld- heeft betrekking op de HGIS en dit neemt structureel af. De reeks binnen dit artikel is met name bedoeld om jaarlijks de loon- en prijsbijstelling te kunnen uitkeren en incidentele initiatieven of tegenvallers mee te dekken. De mutatie betreft het saldo van bijstellingen op grond van aanpassing van Bbp-ramingen door het CPB, verwerking van de HGIS-eindejaarsmarge 2022, het verwerken van de loon- en prijsbijstellingen binnen de HGIS en overboekingen naar diverse begrotingen zoals binnen de HGIS is overeengekomen. Binnen de HGIS is budget vrijgemaakt voor het oplossen van een aantal knelpunten, waaronder de Wereldtentoonstelling Osaka, opvolging van de Waterconferentie in New York en het opvangen van verhogingen van verschillende contributies.

5.3 Artikel 7: Apparaat

Verplichtingen 921 949 0 921 949 124 747 1 046 696 91 858 62 203 51 838 51 376
Uitgaven 921 949 0 921 949 124 747 1 046 696 85 358 62 203 51 838 51 376
7.1.13 Personele uitgaven 617 182 0 617 182 37 501 654 683 44 213 41 403 41 403 41 403
Eigen personeel 605 182 0 605 182 37 501 642 683 44 213 41 403 41 403 41 403
Inhuur extern 12 000 0 12 000 0 12 000 0 0 0 0
Overige personele uitgaven 0 0 0 0 0 0 0 0 0
7.1.14 Materiele uitgaven 304 767 0 304 767 87 246 392 013 41 145 20 800 10 435 9 973
ICT 67 711 0 67 711 4 486 72 197 4 702 4 702 4 702 4 702
Bijdragen aan SSO's 49 347 0 49 347 4 800 54 147 4 800 4 800 4 800 4 800
Overige materieel 187 709 0 187 709 77 960 265 669 31 643 11 298 933 471
7.2 Koersverschillen 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Ontvangsten 31 671 0 31 671 11 100 42 771 0 0 0 0
7.10 Diverse ontvangsten 31 671 0 31 671 11 100 42 771 0 0 0 0
7.11 Koersverschillen 0 0 0 0 0 0 0 0 0

Toelichting

Verplichtingen

Binnen het apparaatsartikel zijn de verplichtingen gelijk aan de uitgaven. Het verplichtingenbudget wordt daarmee gelijkgetrokken.

Uitgaven

Artikelonderdeel 7.1.1

De uitgaven voor personeel nemen meerjarig toe. De belangrijkste meerjarige mutaties zijn:

  1. De budgetten stijgen door de loon- en prijsontwikkeling, waardoor het budget zowel voor het personeel in Nederland als op de posten stijgt. Deze uitgaven worden vanuit de voorziening binnen de HGIS gefinancierd. In totaal stijgen de budgetten hierdoor met ongeveer EUR 41 miljoen.
  2. Verder wordt EUR 1,7 miljoen overgeheveld naar artikel 4.1 voor het Loket Buitenland.

Artikelonderdeel 7.1.2

De uitgaven op materieel gebied nemen meerjarig toe. De belangrijkste meerjarige mutaties zijn:

  1. De budgetten stijgen door de loon- en prijsontwikkeling, waardoor het budget ten aanzien van ICT en overige materiële uitgaven toeneemt. Deze uitgaven worden vanuit de voorziening binnen de HGIS gefinancierd. In totaal stijgen de budgetten hierdoor met ongeveer EUR 22 miljoen.
  2. De eindejaarsmarge 2022 wordt in 2023, 2024 en 2025 weer opnieuw ingezet.
  3. In 2020 is EUR 26 miljoen aan generale middelen aan de BZ-begroting toegevoegd om de toenmalige uitdagingen op het gebied van veiligheid op een aantal hoog risico posten op te lossen. Een deel van deze middelen was bestemd voor de post in Kabul, maar gegeven de ontwikkelingen in Afghanistan is een deel van deze generale middelen niet tot besteding gekomen. Zodoende vloeit EUR 13 miljoen terug naar het generale beeld.
  4. Tot slot wordt er middels de middelenafspraak uitgavenbudget ten aanzien van de realisatie van de huisvestingsstrategie EUR 39,7 miljoen toegevoegd in 2023. Dit budget is nodig om opvolging te geven aan de huisvestingsstrategie van het ministerie om de huisvestingsportefeuille doelmatig, duurzaam, veilig en toekomstbestendig te maken.

Ontvangsten

Ten opzichte van de begroting nemen de ontvangsten in 2023 toe. Dit komt door verwachte inkomsten uit de verkoop van vastgoed in het buitenland. Deze ontvangsten worden gebruikt om investeringen te realiseren binnen de kaders van de huisvestingsstrategie.