[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Inbreng verslag schriftelijk overleg over de inkennisstelling ontwerp-bekendmakingsbesluit, ontwerp-vergunningen en concept-veilingregeling 3,5 GHz-band (Kamerstuk 24095-578)

Frequentiebeleid

Inbreng verslag schriftelijk overleg

Nummer: 2023D16080, datum: 2023-04-14, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2023D16080).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2023Z05670:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


2023D16080 De vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat heeft een aantal vragen en opmerkingen aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat voorgelegd over de Inkennisstelling ontwerp-bekendmakingsbesluit, ontwerpvergunningen en concept-veilingregeling 3,5 GHz-band (Kamerstuk 24 095, nr. 578).

INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

De voorzitter van de commissie,

Agnes Mulder

Adjunct-griffier van de commissie,

Van Dijke

Inhoudsopgave

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
II Antwoord / Reactie van de Minister

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de onderhavige brief. Zij hebben daarover nog de volgende vragen.

De leden van de VVD-fractie onderschrijven de doelstelling van het kabinet om de sterke positie van Nederland in de digitale kopgroep van Europa en de wereld te behouden en verder te versterken en daarmee het verdienvermogen van Nederland te ondersteunen. Het is daarom van belang dat ondernemingen en consumenten spoedig optimaal gebruik kunnen maken van de mogelijkheden van 5G.

De leden van de VVD-fractie lezen dat er op de 3,5 gigahertz (GHz)-band al dan niet tijdelijke beperkingen zullen gelden na veiling. Is de Minister het met de VVD-fractie eens dat de band zo schoon mogelijk geveild zou moeten worden? Is de verplaatsing van Inmarsat, zoals geadviseerd door de daartoe ingestelde adviescommissie, inmiddels gepland en is daarvoor een tijdlijn beschikbaar zoals ook toegezegd in het commissiedebat Telecommunicatie en Post op 15 december 2022? Als er (nog) geen precieze datum van de verplaatsing bekend is, wat zijn de concrete acties die de Minister nog kan ondernemen om helderheid te verkrijgen over deze verplaatsing? Zijn alle voor Inmarsat benodigde vergunningen, voorwaarden en zekerheden voor de verplaatsing van het ontvangende land verkregen en, zo nee, onderneemt de Minister stappen om deze vergunningen, voorwaarden en zekerheden te verkrijgen, zo nodig in overleg met Inmarsat? Zijn er andere knelpunten voorzien en, zo ja, wat zijn de mogelijke oplossingen en stappen die de Minister onderneemt op dit punt? Wanneer Inmarsat de benodigde vergunningen en zekerheden voor de verplaatsing niet verkrijgt van het ontvangende land, kan Inmarsat dan besluiten om de huidige ruimte op de 3,5 GHz-band te blijven gebruiken? Als dat het geval is, welke gevolgen heeft dat dan voor de toekomstige gebruikers van de kavels? Kan de Minister op dit punt voorafgaand aan de veiling duidelijkheid bieden?

De leden van de VVD-fractie lezen ook dat er nog verschillende lokale vergunninghouders op verschillende plekken op de band zijn, zonder dat deze met naam genoemd worden. Wordt er met deze lokale vergunninghouders gewerkt aan een migratie naar de onderste of bovenste 50 GHz van de band en ook mogelijk eerder dan eind 2026? Overweegt de Minister ook uitkoop van deze partijen voor aanvang van de veiling? Worden door het ministerie ook concrete stappen gezet voor de langere-termijnoplossing voor de lokale netwerken op de 3800–4200 GHz en, zo ja, wat zijn deze stappen?

De leden van de VVD-fractie vragen zich ook af wat de consequenties zijn van de tijdelijke toewijzing tot 2026 van de frequenties. Ziet de Minister hier risico’s op desinvesteringen op het moment dat frequenties wijzigen, zonder dat er recht is op nadeelcompensatie, zoals de Minister schrijft? Dit ook in het licht van de beschikbaarheid en concurrentie op 5G voor consumenten en ondernemingen?

De leden van de VVD-fractie zien ook dat een ingebruiknameverplichting is opgenomen in de vergunningsvoorwaarden om speculatie te voorkomen en om ondernemingen en consumenten daadwerkelijk 5G te kunnen laten gebruiken. Gerekend vanaf de verplaatsing van Inmarsat, geldt bijvoorbeeld voor een blok van 60 MHz een dekkingsverplichting van 324 km2 na 2 jaar en 3.216 km2 na 5 jaar. Uitgaande van ongeveer 41.000 km2 lijkt deze ingebruiknameverplichting aan de krappe kant. Kan de Minister haar overwegingen om voor deze ingebruiknameverplichting te kiezen met de Kamer delen? Is de Minister het met de leden van de VVD-fractie eens dat een zo groot mogelijk deel van Nederland zo snel mogelijk moet kunnen profiteren van de mogelijkheden van 5G? Deelt de Minister de mening van de leden van de VVD-fractie dat dekking in alleen enkele dichtbevolkte steden niet voldoende is om de mogelijkheden van 5G volledig te ontsluiten in overeenstemming met de ambities van het kabinet? Is de Minister bereid om de ingebruiknameverplichting aan te scherpen om een zo groot mogelijke dekking te verzorgen?

Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie

De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de onderhavige brief. De leden hopen dat partijen en individuen ruim gebruik maken van hun consultatierecht, zodat de veilingregelgeving en de informatie hieromtrent verbeterd kunnen worden. De leden van de D66-fractie misten in de met de Kamer gedeelde stukken duidelijkheid over enkele zaken waarover eerder al met de Minister van gedachten gewisseld is. Zij hopen met dit schriftelijke overleg meer inzicht te krijgen in een aantal onderwerpen.

De leden van de D66-fractie missen een duidelijke tijdlijn en een reflectie op welke zaken de verplaatsing van Inmarsat nog in de weg kunnen zitten. Klopt het dat de activiteiten van Inmarsat in 2024 verplaatst zijn naar Griekenland? Zo nee, kan de Minister verduidelijken binnen welke termijn Inmarsat volledig verplaatst is? Wat is de rol van het ministerie in het verplaatsingsproces? Hoe wordt hierbij vooruitgang gemonitord en geborgd? Kan de Minister specifiek ingaan of hierbij nog risico’s bestaan en wat haar inzet is om deze risico’s te mitigeren? Hoe werkt de Minister er aan om de mogelijke vertragingstermijn van 12 maanden zo kort mogelijk te houden? Kan de Minister verduidelijken hoe de veiling van de frequentieruimte waar Inmarsat nog op zit vormgegeven wordt? Geschied deze veiling wel in zijn geheel? Wat betekent dit voor de resterende 80 MHz die vrijkomt na het verhuizen van Inmarsat?

De leden van de D66-fractie willen de Minister vragen de verhuizing van de huidige vergunninghouders te verduidelijken. De Minister geeft enerzijds aan dat de band per 1 december 2023 vrijgemaakt zal zijn, maar schetst anderzijds dat een vertraagde migratie een risico kan zijn voor het in gebruik nemen van de 3,5 GHz-band. Kan de Minister ingaan op welke hobbels zij nog ziet voor het in gebruik nemen van de 3,5 GHz en het uitrollen van 5G? Hoe werkt de Minister eraan om deze risico’s te mitigeren? Wat is het gevolg van deze risico’s voor de bieding en de biedprijs?

De leden van de D66-fractie lezen dat de Minister ervoor heeft gekozen om het bandplan in 2026 mogelijk te herzien. Kan de Minister verduidelijken waarom het bandplan in 2026 wordt herzien? Welke afwegingen zijn hierbij gemaakt? Wat kunnen eventuele gevolgen zijn van een mogelijke verschuiving van het bandplan? Heeft de Minister deze risico’s goed in het vizier? Hoe zet zij zich in om deze risico’s weg te nemen en de sector duidelijkheid te geven?

De leden van de D66-fractie hebben nog enkele resterende vragen over de ingebruiknameverplichting. Tijdens het debat in december is hierover ook gesproken met de Minister. Kan de Minister verduidelijken waarom zij er niet voor heeft gekozen om de ingebruiknameverplichting te verhogen? Met een hogere ingebruiknameverplichting wordt geborgd dat een partij niet het spectrum koopt om het vervolgens door de verkopen. Kan de Minister op deze stelling reflecteren? Is de Minister alsnog voornemens om de ingebruiknameverplichting te verhogen? Zo nee, waarom niet?

De leden van de D66-fractie willen tot slot opmerken dat de keuzes die de Minister heeft gemaakt en de stand van zaken in het vervolg meer duidelijkheid behoeven. Over vele zaken is al gewisseld en beterschap beloofd, toch blijven er nu grote onduidelijkheden bestaan over het verplaatsen van zowel Inmarsat als de lokale vergunninghouders, het proces hieromtrent en andere voorwaarden voor een goed proces. De leden van de D66-fractie zijn van mening dat dit niet bevorderlijk is voor het veilingproces en hopen op verbetering.

Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie

De leden van de CDA-fractie danken de Minister voor het informeren van de Tweede Kamer over het ontwerp-bekendmakingsbesluit, de ontwerp-vergunningen en de concept-veilingregeling 3,5 GHz-band. De leden van de CDA-fractie constateren dat er op een aantal punten nog onduidelijkheid bestaat en dat die mogelijk van invloed zijn op de (planning van de) veiling. Deze leden zijn daarom van mening dat het van groot belang is dat er voor de veiling zoveel mogelijk duidelijkheid komt en vragen of de Minister het hiermee eens is. Deze leden hebben verder nog een aantal vragen over de verhuizing van Inmarsat en de lokale vergunninghouders, de ingebruiknameverplichting en de evaluatie van het bandplan in 2026.

De leden van de CDA-fractie constateren dat de verplaatsing van Inmarsat een belangrijke, essentiële voorwaarde is voor het in gebruik kunnen nemen van de 3.5 GHz-band en dus, voor de uitrol van 5G. Deze leden vragen of er een datum bekend is voor de vergunningverlening van Inmarsat. Deze leden vragen ook of de Minister kan toezeggen voor aanvang van de veiling maximale duidelijkheid te bieden over de verwachte tijdslijnen van de verhuizing van Inmarsat.

De leden van de CDA-fractie vragen of de Minister hierover zelf ook contact heeft met de Griekse autoriteiten en zo ja, hoe die contacten verlopen. Deze leden vragen of er risico’s op vertraging zijn en zo ja, welke.

De leden van de CDA-fractie vragen of de Minister een update kan geven over de nadeelcompensatie voor Inmarsat. Deze leden vragen of dit al geregeld is en zo nee, of de Minister kan garanderen dat dit niet voor vertraging gaat zorgen van de veiling.

De leden van de CDA-fractie vragen of het klopt dat lokale netwerken geen gebruik hoeven te maken van de landelijke veiling gezien de reservering van 100MHz voor deze partijen. Deze leden vragen of de Minister verwacht dat deze 100MHz voldoende is voor deze partijen, gezien de groeiende vraag naar spectrum. Zo nee, dan vragen deze leden of de Minister verwacht dat ook lokale vergunningshouders zullen deelnemen aan de veiling.

De leden van de CDA-fractie constateren dat de Minister aangeeft dat een aantal lokale partijen wellicht niet op tijd (voor 1 december 2023) gemigreerd is. Deze leden vragen welke gevolgen dit heeft voor de uitrol van 3.5 GHz in de gebieden waar die lokale partijen gevestigd zijn. Deze leden vragen wanneer de Minister verwacht dat alle lokale vergunningshouders wel gemigreerd zullen zijn en of de Minister hiervoor een harde einddatum kan geven. De leden van de CDA-fractie lezen dat de Minister in het gewijzigde NFP aangeeft: «Te late migratie van één of meerdere partijen vormt een risico voor het (volledig) in gebruik nemen van de 3,5 GHz-band en kan zelfs mogelijke consequenties hebben voor (de planning van) de veiling» (Toelichting op NFP 2023, p.21). Deze leden vragen wat de Minister gaat doen om de tijdige verplaatsing te echt garanderen, en zich niet slechts in te spannen hiervoor.

De leden van de CDA-fractie vragen of de Minister wil toelichten welke instrumenten zij heeft om de migraties van deze partijen versnellen. Deze leden vragen of er bijvoorbeeld mogelijkheden zijn voor nadeelcompensatie of uitkoop, en of de Minister hiernaar kijkt.

De leden van de CDA-fractie vragen welk effect de eventuele vertraging van de migratie van een aantal lokale vergunninghouders heeft op de partijen die in de veiling een landelijke vergunning bemachtigen. Deze leden vragen of de landelijke vergunninghouders hun in de veiling verworven vergunningen volledig kunnen inzetten of dat een eventueel vertraagde migratie van de lokale vergunninghouders zorgt voor een beperking in het kunnen benutten van hun vergunningen.

De leden van de CDA-fractie zijn van mening dat straks alle bewoonde delen van Nederland, zowel in de stedelijke gebieden als ook de provincie, moeten kunnen beschikken over de nieuwe functionaliteiten die 5G biedt. Deze leden constateren dat als een landelijke operator 100 MHz zou kopen, deze dit slechts hoeft uit te rollen in 13% van Nederland na 5 jaar. Deze leden vragen of dit klopt en of de Minister wil schetsen wat de voor- en nadelen zijn als gekozen zou worden voor een strengere ingebruiknameverplichting. Deze leden vragen hoe de ingebruiknameverplichting zich verhoudt tot de ambitie om in 2030 overal in Nederland snelle 5G-netwerken beschikbaar te hebben.

De leden van de CDA-fractie vragen in hoeverre de Minister het risico ziet dat de ambities uit het coalitieakkoord en de Strategie Digitale Economie over de koplopersrol van Nederland in digitalisering, onder druk komen als gevolg van voornemen om het bandplan voor de 3.5 GHz-band in 2026 mogelijk te herzien. Deze leden vragen of de Minister hierover in overleg is met de sector en of zij zich ervoor wil inspannen om samen met de sector zoveel mogelijk onzekerheden met betrekking tot de datum van 2026 weg te nemen.

De leden van de CDA-fractie vragen of een mogelijke wijziging in de bandindeling vanaf 2026 het risico op ongelijke kavels in de veiling met zich meebrengt, gezien het feit dat voor het spectrum 3420–3450 MHz andere, duurdere apparatuur nodig is. Deze leden vragen in hoeverre dit van invloed is op de veiling.

De leden van de CDA-fractie vinden het belangrijk dat in de nabije toekomst overal in Nederland snel internet beschikbaar is, dus ook in de afgelegen gebieden. Deze leden vragen of de Minister een update wil geven over de investeringen die hiervoor nodig zijn en hoe de Minister zich hiervoor inzet. Deze leden constateren dat de Minister eerder heeft aangegeven zich hiervoor in te zetten bij de Voorjaarsnota. Deze leden vragen hoe de inzet van de Minister om hiervoor in de Voorjaarsnota een oplossing te vinden eruit ziet. Deze leden vragen verder welke bedragen zij hiervoor in de Voorjaarsnota terug gaan vinden en hoe dit ontsloten gaat worden naar lokale overheden.

Vragen en opmerkingen van het lid van de BBB-fractie

Het lid van de BBB-fractie heeft kennisgenomen van de brief en bijgevoegde documenten over de inkennisstelling ontwerp-bekendmakingsbesluit, ontwerp-vergunningen en concept-veilingregeling 3,5 GHz-band. Hier zijn nog een aantal vragen over.

Het lid van de BBB-fractie lees dat er 15 vergunningen geveild gaan worden. Dit lid kan nergens vinden hoelang deze vergunning lopen, maar wellicht zien dit lid wat over het hoofd. Kan de Minister vertellen wat de duur is van deze vergunningen?

Het lid van de BBB-fractie merkt op dat bij veilingen altijd het risico bestaat dat degene met het meeste geld er met de buit vandoor gaat. Kleinere bedrijven die dus minder geld ter beschikking hebben zullen niet kunnen opboksen tegen de grote »machtshebbers» in de sector. Kan de Minister vertellen wat deze veiling betekent voor concurrentieposities binnen de sector?

Het lid van de BBB-fractie merkt op dat de veiling plaatsvindt via internet, met behulp van een elektronisch veiligheidssysteem. Waarom is er gekozen voor deze vorm? Welke risico’s van het elektronisch veilen met bedragen van tientallen miljoenen heeft de Minister meegewogen en hoe is daarop ingespeeld?

Het lid van de BBB-fractie leest verder dat luchtvaartorganisaties zich zorgen maken over de hogere frequenties en het 5G netwerk. De organisaties zeggen dat de luchtvaartfrequenties mogelijk verstoord kunnen worden. Dit gegeven is bekend, maar wordt eerst uitgediscussieerd in de Europese Unie. Heeft de Minister na het uitten van deze zorgen gekeken naar de risico’s? Wat zijn de financiële gevolgen voor de Nederlandse staat als blijkt dat de Europese Unie deze risico’s als te groot inschat terwijl de frequenties zijn geveild en de gegunde partij met schadeclaims komt?

II Antwoord / reactie van de Minister