[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Inbreng verslag schriftelijk overleg over de geannoteerde Agenda voor de Informele Raad WSBVC te Stockholm op 3 en 4 mei 2023 (Kamerstuk 21501-31-700)

Raad voor de Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken

Inbreng verslag schriftelijk overleg

Nummer: 2023D16186, datum: 2023-04-17, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2023D16186).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2023Z06479:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


2023D16186 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

In de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid bestond bij enkele fracties de behoefte een aantal vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de op 12 april 2023 ontvangen Geannoteerde Agenda Informele Raad WSBVC op 3-4 mei 2023 (Kamerstuk 21 501-31, nr. 700).

De voorzitter van de commissie,

Kuzu

De adjunct-griffier van de commissie,

Van den Broek

Inhoudsopgave

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie

Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie

II Antwoord/Reactie van de Minister

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de geannoteerde agenda. Deze leden betreuren het dat er nog geen discussiestukken zijn gedeeld door het Zweedse voorzitterschap.

De leden van de VVD-fractie ondersteunen de terughoudendheid van het kabinet ten aanzien van de vierde actielijn van het Europees Jaar van de Vaardigheden. Zij onderschrijven de noodzaak van het stimuleren van leven lang ontwikkelen en de bijdrage die dit levert aan de krapteaanpak. Nu het Jaar mede in het teken staat van kennisuitwisseling, vragen zij of de Minister inzichtelijk kan maken op welke wijze leven lang ontwikkelen in andere lidstaten vorm krijgt. Is er in andere landen sprake van een verdergaande toespitsing op kraptesectoren? Welke lessen kan Nederland trekken uit de vormgeving van dit beleid in andere landen?

De leden van de VVD-fractie zijn sceptisch over de boodschappen van het rapport High Level Group report on the future of the social welfare state. Deze leden zijn het eens dat er voor best practices gekeken kan worden naar buurlanden, maar hebben vragen over de Europese ontwikkelingen op dit gebied. Wat is de inschatting van de Minister over deze ontwikkelingen? Verwacht zij grote Europese harmonisatie op dit gebied? Kan de Minister in dit verband toelichten waar op gedoeld wordt met «opwaartse sociale convergentie»?

De leden van de VVD-fractie ondersteunen de inzet van de Minister ten aanzien van het beperken van de exportduur van uitkeringen in het kader van de herziening van Verordening 883/2004. Deze leden vragen of de Minister hierin het Europese krachtenveld kan schetsen. Daarnaast vragen zij of en zo ja hoe er in de herziening en in de Nederlandse inzet daarin aandacht is voor verbeterde informatie-uitwisseling tussen de uitvoerders van sociale zekerheid in verschillende landen. Voorgenoemde leden lezen daarnaast in de bijgevoegde beslisnota dat het Zweedse voorzitterschap mogelijk een voorstel zal gaan doen tot wijziging van het Raadsmandaat bij de Corepervergadering van 24 april. Deze leden vragen de Minister of zij een inschatting kan maken van de inhoud van dit wijzigingsvoorstel en de mate waarin hier recht wordt gedaan aan de Nederlandse prioriteiten in dit dossier.

De leden van de VVD-fractie steunen de inzet van de Minister ten aanzien van het vaststellen van een Kaderovereenkomst voor grensoverschrijdend telewerk en spreken de wens uit dat met name de buurlanden de genoemde overeenkomst zullen ondertekenen.

De leden van de VVD-fractie vragen welke lidstaten meer flexibiliteit wensen ten aanzien van het rechtsvermoeden in de Richtlijn platformwerk. Hoe ziet deze wens tot meer flexibiliteit er concreet uit? Kan daarbij worden aangegeven hoe het kabinet deze wensen beoordeelt en of zij mogelijkheden ziet om daarbij aan te sluiten? Kan inzichtelijk gemaakt worden welke wijzigingen er in de meest recente compromistekst aangebracht zijn ten opzichte van het compromisvoorstel van de Raad van 8 december jl.?

Verslag Formele Raad Werkgelegenheid en Sociaal beleid 13 maart 2023

De leden van de VVD-fractie danken de Minister voor de uiteenzetting over de Richtlijn platformwerk. Deze leden wensen nogmaals te onderstrepen dat zij van mening zijn dat de positie van het Europees Parlement veel te verstrekkend is en een groot risico met zich meebrengt dat daadwerkelijke zelfstandigen ten onrechte worden aangemerkt als werknemer. Kan de Minister nogmaals toezeggen dat de appreciatie ten aanzien van de Europees Parlement (EP-)positie ondubbelzinnig negatief is?

Ten aanzien van de doorwerking van het eventuele Rechtsvermoeden in het nationale arbeidsrecht vragen deze leden of er een inschatting gemaakt kan worden van de gevraagde capaciteit bij bevoegde autoriteiten en de daarmee samenhangende uitvoeringskosten.

Fiche versterken van de sociale dialoog

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het fiche over het versterken van de sociale dialoog. Deze leden delen de observatie dat Nederland een grote historie heeft met een sterk ontwikkelde sociale dialoog, en een grote polder. Niet alle andere Europese landen hebben het op deze manier georganiseerd, en deze leden vragen zich af of er niet te veel appels met peren worden vergeleken in deze gesprekken. De inrichting van Nederland is bijvoorbeeld fundamenteel anders dan in Spanje of in Tsjechië. Hoe zorgt de Minister voor balans in deze discussie?

Deze leden zijn blij om te lezen dat er uitvoering wordt gegeven aan de motie Smals om de positie van zelfstandigen breder in de polder en Stichting van de Arbeid (StvdA) te versterken. Deze leden zijn nieuwsgierig naar de status van de gesprekken. Kan de Minister hier meer over delen?

Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie

De leden van de D66-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de stukken ten behoeve van de informele raad te Stockholm. Deze leden hebben nog wel enkele vragen en verzoeken aan de Minister.

De leden van de D66-fractie zijn zeer verheugd dat er een concept-Kaderovereenkomst ligt wat betreft telewerken en sociale zekerheid. Deze leden hopen dat er op fiscaal gebied ook snel een dergelijke overeenkomst ligt en verzoeken de Minister en de Staatssecretaris om hier vaart in te houden. Deze leden lezen dat de Kaderovereenkomst op 1 juli in werking kan treden, mits minimaal twee lidstaten de overeenkomst ondertekenen. Deze leden gaan ervan uit dat het voor Nederland noodzakelijk is dat zowel Duitsland als België tekenen. Is het de verwachting van de Minister dat onze buurlanden de Kaderovereenkomst gaan tekenen?

De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de actielijnen van het Europees Jaar van de vaardigheden. Een belangrijk onderdeel van het Europees Jaar van de Vaardigheden 2023 zijn extra investeringen in opleiding en bijscholing: deze worden doeltreffender en inclusiever. De leden de D66-fractie vinden dit belangrijk. Deze leden zijn van mening dat iedereen een eerlijke kans moet hebben om mee te doen. Deze leden verzoeken de Minister naast haar huidige inzet ook het belang van inclusieve investeringen in bijscholing onder de aandacht te brengen. Deze leden juichen daarnaast alle vier de actielijnen toe, ook de actielijn die ingaat op arbeidsmigratie. Deze leden zien arbeidsmigratie niet als slechts het sluitstuk van de krapteaanpak, maar als een cruciaal onderdeel van de oplossing. Deze leden zijn bang dat de terughoudende houding van het kabinet nadelig uit zal pakken voor het toekomstige arbeidsaanbod. Deze leden zien dat andere landen, zoals buurland Duitsland, een meer actieve aanpak hanteren. De leden van de D66-fractie zijn bang dat een aanhoudend terughoudende houding zal resulteren in het missen van de boot. Deze leden vragen daarom of de positie van Duitsland en andere landen de Minister niet aanzet om haar positie te heroverwegen. Ook vragen deze leden hoe deze terughoudendheid zich volgens de Minister verhoudt ten opzichte van de passages in het coalitieakkoord over circulaire migratie. Daarnaast zijn deze leden benieuwd of de Minister denkt dat de invulling van de grote krapte op de arbeidsmarkt, zeker in cruciale sectoren, helemaal ingevuld kan worden met vakkrachten uit Nederland/Europa? Ook zijn deze leden benieuwd naar de mening van de Minister ten aanzien van de effecten op onze concurrentiepositie. Al in 2025 zijn er bijvoorbeeld 800.000 mensen nodig van buiten de Europese Unie (EU) voor de productie van batterijen. Welke effecten zou het niet komen van deze mensen hebben op de economie?

Wat betreft het agendapunt «High Level Group report on the future of the social welfare state» valt het de leden van de D66-fractie op dat het alleen gaat over de kwaliteit van kinderopvang, en niet over de toegankelijkheid daarvan. De leden van de D66-fractie verzoeken de Minister om het belang van brede toegankelijkheid van kinderopvang te benadrukken.

De leden van D66-fractie steunen de lijn van de Minister ten aanzien van de herziening van Verordening 883/2004 en verzoeken de Minister om updates te blijven geven van relevante ontwikkelingen. Hetzelfde geldt voor de inzet ten aanzien van het EU-voorstel Verbetering van Arbeidsvoorwaarden bij Platformwerk.

Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie

De leden van de CDA-fractie maken graag van de gelegenheid gebruik tot het stellen van vragen over de agendastukken voor de Informele Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid van 3-4 mei 2023.

Kaderovereenkomst thuiswerken en sociale zekerheid

De leden van de CDA-fractie zijn verheugd met het bericht over de Kaderovereenkomst tussen landen om voor sociale zekerheid mogelijk te maken dat grenswerkers meer thuis kunnen werken net als hun collega’s. Deze leden hebben hierbij enkele vragen. Verwacht de Minister dat Nederland deze Kaderovereenkomst telewerken met onze buurlanden Duitsland en België kan ondertekenen? Is een dergelijke kaderovereenkomst van onbepaalde duur of er is sprake van een horizonbepaling? Zijn er uitvoeringslasten te verwachten en zo ja, in welke mate? Heeft de Minister er een beeld bij of een dergelijke kaderovereenkomst ook een oplossing kan zijn voor het nog openstaande fiscale vraagstuk van telewerken? Verwacht het kabinet dat hierop ook (spoedig) een oplossing wordt gevonden?

Thema’s agenda informele Raad: vaardigheden en toekomst verzorgingsstaat

De leden van de van de CDA-fractie vragen wat het beeld is dat kabinet heeft bij de EU ideeën en initiatieven rond het EU Visiestuk toekomst sociale verzorgingsstaat. In welke mate hebben die naar verwachting impact op reeds bestaande kabinetsvoornemens of leidt dit tot eventueel tot nieuwe kabinetsvoornemens?

Eerste fase raadpleging EU-sociale partners richtlijn EU ondernemingsraad (EOR)

Met betrekking tot de EU resolutie herziening richtlijn EU Ondernemingsraden hebben de leden van de CDA-fractie een aantal vragen. Ziet de Minister aan aanleiding tot herziening van de richtlijn Europese ondernemingsraden? Zo ja, kan dit nader worden toegelicht? Kan het kabinet een schets geven van de verwachtingen in tijd en inhoud voor een eventuele herziening van de richtlijn Europese ondernemingsraden en eventuele impact op hier gevestigde ondernemingen?

II Antwoord/Reactie van de Minister