[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 zoekmachine] [wat is dit?]

Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de Beleidsdoorlichting geluid (Kamerstuk 32861-78)

Beleidsdoorlichting Infrastructuur en Waterstaat

Inbreng verslag schriftelijk overleg

Nummer: 2023D16591, datum: 2023-04-18, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document, link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2023D16591).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2023Z01853:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


2023D16591 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Binnen de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat hebben verschillende fracties de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over de Beleidsdoorlichting geluid (Kamerstuk 32 861, nr. 78).

De voorzitter van de commissie,

Tjeerd de Groot

De adjunct-griffier van de commissie,

Wiendels

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Inhoudsopgave

Inleiding

VVD-fractie

D66-fractie

BBB-fractie

Inleiding

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de beleidsdoorlichting geluid. Deze leden hebben daar nog enkele vragen over.

De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de beleidsdoorlichting geluid. Hierover hebben zij nog enkele vragen.

Het lid van de BBB-fractie heeft kennisgenomen van de beleidsdoorlichting. Dit lid heeft nog wel een vraag.

VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie lezen dat de vorige beleidsdoorlichting in februari 2016 met de Kamer is gedeeld. Deze leden lezen in die beleidsdoorlichting uit 2016 dat één van de aanbevelingen destijds was om «eind- en tussendoelen te stellen voor de resterende sanering». Deze leden lezen eveneens dat «teneinde tenslotte bij de volgende beleidsdoorlichting de benodigde gegevens volledig beschikbaar te hebben enkele acties in gang worden gezet» en dat dit moet leiden tot «effectiever beleid en een vollediger beleidsdoorlichting in de toekomst». Deze leden lezen, in de recent verschenen beleidsdoorlichting, dat het doel om de lokale sanering (A-lijst) voor 2020 af te ronden niet is behaald, dat het doel om voor 2020 voor rijkswegen en hoofdspoorlijnen saneringsplannen in te dienen niet is behaald en dat voor deze saneringen volgens het rapport beperkt inzicht bestaat in de doelmatigheid. Kan de Staatssecretaris aangeven op welke manier de aanbevelingen uit 2016 zijn opgevolgd en waarom ondanks die aanbevelingen de doelen niet behaald zijn en het inzicht niet voldoende is?

De leden van de VVD-fractie lezen dat ernstige hinder en slaapverstoring tussen 2016 en 2020 voor wegen met rijsnelheden tussen de 30 en 50 kilometer per uur zijn toegenomen. Deze leden lezen eveneens dat uit emissie-kentallen voor het geluid van wegverkeer is gebleken dat voertuigen bij snelheden van tussen de 30 en 50 kilometer per uur aanzienlijk stiller zijn geworden. Kan de Staatssecretaris aangeven hoe beide conclusies verenigbaar zijn en hoe ondanks stillere voertuigen de hinder is toegenomen op wegen met rijsnelheden tussen de 30 en 50 kilometer per uur?

De leden van de VVD-fractie lezen dat de saneringsopgave wordt verkleind met de komst van de Omgevingswet, omdat de sanering in een kortere periode kan worden afgerond. Deze leden lezen eveneens dat de invoering van de Omgevingswet is uitgesteld en dat de uitvoering afhankelijk is van meerdere factoren, zoals de capaciteit bij marktpartijen en dat in het licht van deze ontwikkelingen de saneringstermijn onder de Omgevingswet zal worden bezien. Kan de Staatssecretaris concreet aangeven wat zij daarmee bedoelt? Deze leden lezen eveneens dat er onder de Omgevingswet een nieuwe saneringslijst wordt vastgesteld die uitgaat van de actuele geluidbelastingen en actuele gegevens over woningen. Kan de Staatssecretaris aangeven of, en zo ja in welke mate, deze nieuwe saneringslijst tot extra vertragingen gaat leiden? Hebben inwoners daardoor langer te maken met bovenmatige geluidhinder door industrie-, weg- of spoorgeluid?

De leden van de VVD-fractie lezen dat één van de mogelijkheden om doelmatigheid en doeltreffendheid te verbeteren is om het saneringsbudget naar voren te halen. Deze leden lezen ook dat inzicht beter moet en dat de Staatssecretaris daartoe zal onderzoeken hoe de uitgaven aan bronbeleid en preventie het beste kunnen worden gemonitord. Is de Staatssecretaris het met de VVD-fractie eens dat door het ontbreken van voldoende inzicht er geen sprake kan zijn van doelmatigheid van het beleid? Deze leden lezen tevens dat het maximale aan geluidmaatregelen is getroffen, omdat het budget steeds volledig is uitgeput. Is de Staatssecretaris het met de VVD-fractie eens dat wanneer er geen oordeel over de doelmatigheid van beleid valt te geven vanwege het ontbreken van voldoende inzicht, dat er ook geen sprake kan zijn van «het maximale aan maatregelen», enkel en alleen omdat het budget volledig is uitgeput? Wat gaat de Staatssecretaris doen om ervoor te zorgen dat het beleid op het gebied van geluid en geluidsanering zo wordt aangepast dat het optimale effect tegen zo min mogelijk kosten wordt bewerkstelligd?

De leden van de VVD-fractie lezen in deze beleidsdoorlichting over geluidhinder van industrie, weg en spoorweg over positieve ontwikkelingen die geluidhinder verminderen. Deze leden vinden geen informatie in deze beleidsdoorlichting over ontwikkelingen die hebben geleid tot extra of meer geluidhinder, zoals geluidhinder van windturbines op land. Is de Staatssecretaris het met de VVD-fractie eens dat dergelijke ontwikkelingen zouden moeten worden opgenomen in de beleidsdoorlichting en dat ook voor dergelijke ontwikkelingen aanpassing van beleid tot de mogelijkheden zou moeten behoren? Kan de Staatssecretaris aangeven of dergelijke ontwikkelingen bekend zijn en in hoeverre beleidsaanpassingen daarbij voorzien worden?

De leden van de VVD-fractie lezen in de beleidsdoorlichting niets over onderhoud en vernieuwing van reeds uitgevoerde saneringsmaatregelen en eventueel toenemende geluidhinder vanwege schade aan of slijtage van saneringsmaatregelen. Kan de Staatssecretaris aangeven in hoeverre geluidsniveaus bewaakt en gemonitord worden nadat sanering heeft plaatsgevonden? Is de Staatssecretaris het met de VVD-fractie eens dat monitoring van gesaneerde locaties onderdeel zou moeten zijn van de beleidsdoorlichting? Op welke manier borgt het huidige geluidsbeleid na sanering een structureel voldoende laag geluidniveau? Welke beleidsaanpassingen stelt de Staatssecretaris voor in geval dat die structurele borging in het huidige beleid ontbreekt?

De leden van de VVD-fractie stellen vast dat de doelstelling voor geluidsanering langs rijksinfrastructuur niet behaald is. Deze leden constateren ook dat voor 5.400 saneringsobjecten (met name woningen) bij rijkswegen nog saneringsplannen moeten worden ingediend, maar het aantal nog te saneren woningen langs spoor reeds onbekend is. Deze leden zijn dan ook benieuwd naar voor hoeveel saneringsobjecten langs het spoor er nog geen saneringsplan is ingediend en in welke verschillende fasen van realisatie deze verkeren.

De leden van de VVD-fractie vragen zich af hoe het komt dat zowel Rijkswaterstaat als ProRail spreken van afronding van de geluidsanering langs rijksinfrastructuur in 2027 (Rijkswaterstaat) en 2030 (ProRail), terwijl de Kamer in de Wet milieubeheer eind 2025 als doelstelling heeft vastgesteld.

De leden van de VVD-fractie zijn benieuwd naar of de Staatssecretaris Rijkswaterstaat en ProRail gaat aansporen om de sanering te versnellen en vragen zich af hoe zich dit verhoudt tot de huidige einddatum van de Wet milieubeheer.

De leden van de VVD-fractie willen weten uit welk budget geluidsmaatregelen langs rijksinfrastructuur worden betaald als ze worden gecombineerd met aanleg- of onderhoudsprojecten. Deze leden willen weten indien beide situaties voorkomen, op welke wijze de keuze van de financiering wordt bepaald.

De leden van de VVD-fractie lezen dat er geen overkoepelend en compleet beeld bestaat van geluidspreventie langs lokale wegen en rijkswegen. Deze leden willen weten wanneer de evaluatie hiervan kan worden verwacht.

De leden van de VVD-fractie willen weten welke extra eisen de Staatssecretaris stelt ten aanzien van de Europese eisen.

D66-fractie

De leden van de D66-fractie merken op dat voor de lokale sanering van de A-lijst (urgente sanering) in 2015 het doel werd gesteld om die in 2020 afgerond te hebben. Dit doel is niet behaald. Voor de overige woningen op de lijst was er geen doelstelling voor een termijn. Met de Omgevingswet in het vooruitzicht is de doelstelling inmiddels gewijzigd naar 2043 voor de totale sanering. Als er tegenvallers optreden, kan de sanering duren tot 2050 voor woningen op de A-lijst en tot 2089 voor de overige woningen. Wat is de reactie van de Staatssecretaris op de berekening in de beleidsdoorlichting dat het eerder gecommuniceerde jaar van afronding van de lokale geluidsanering (2043) alleen haalbaar blijkt bij optimistische aannames? Wat is op dit moment de inschatting van de Staatssecretaris over het jaartal van afronding, van zowel woningen op de A-lijst als de overige woningen? Welke gevolgen heeft dit in de tussentijd voor de gezondheid van de bewoners van deze woningen? Welke conclusies trekt de Staatssecretaris uit het feit dat de ervaren geluidhinder en slaapverstoring langs lokale wegen zijn toegenomen, ondanks het stiller worden van auto’s op deze wegen?

In de beleidsdoorlichting lezen de leden van de D66-fractie dat naast de lokale sanering ook de doelstelling voor de rijksinfrastructuur niet is gehaald. De einddatum is bijgesteld naar 31 december 2025 en wettelijk vastgelegd. Rijkswaterstaat en ProRail spreken op hun websites echter van afronding in 2027 (Rijkswaterstaat) en 2030 (ProRail). Hoe duidt de Staatssecretaris de verschillen tussen de wettelijk vastgelegde einddatum en de data op de websites van Rijkswaterstaat en ProRail? Is de Staatssecretaris bereid om het gesprek aan te gaan met Rijkswaterstaat en ProRail over waarom hun planning lijkt af te wijken van de wettelijk vastgelegde einddatum?

De leden van de D66-fractie lezen verder dat de heer Dittrich, de onafhankelijk deskundige, oppert dat piekgeluiden van de meest hinderlijke voertuigen (motorfietsen, bromfietsen en luide auto’s) zijn toegenomen als aanvullende verklaring voor de toegenomen overlast. Hoe duidt de Staatssecretaris dit? En is de Staatssecretaris bereid actie te ondernemen tegen geluidhinder van specifiek deze groep voertuigen? Een aantal gemeenten is eerder begonnen met het experimenteren met lawaaiflitspalen. In antwoord op eerdere vragen hierover heeft de Staatssecretaris aangegeven dat zij de Kamer zou informeren over de uitkomsten van deze experimenten. Hoe staat het met deze experimenten met lawaaiflitspalen? Kan de Staatssecretaris de resultaten van deze experimenten reeds delen met de Kamer? In dezelfde set schriftelijke vragen heeft de D66-fractie gevraagd naar de opvolging van de aanbevelingen uit het RIVM-rapport «Motie Schonis en de WHO-richtlijnen voor omgevingsgeluid: Het doel heiligt de middelen». Hoe staat het nu met de opvolging hiervan en wanneer zal de Kamer hierover worden geïnformeerd?

Naast specifieke vragen over lokale sanering, sanering langs rijksinfrastructuur en bronbeleid hebben de leden van de D66-fractie nog een aantal algemene vragen. Waarom is er geen opvolging gegeven aan de aanbeveling uit de vorige beleidsdoorlichting uit 2016 om tussentijdse evaluaties uit te voeren, zodat uitspraken over effectiviteit en doelmatigheid van het geluidbeleid deze keer wel mogelijk zouden zijn? In hoeverre zijn bewoners tevreden over de getroffen saneringsmaatregelen? Kan de Staatssecretaris hun perspectief voortaan meenemen in evaluaties van de geluidsanering, aangezien de sanering juist voor hen wordt uitgevoerd? Hoe beoordeelt de Staatssecretaris het feit dat de effecten van het geluidbeleid op hinder en gezondheid onduidelijk blijven? Hoe gaat de Staatssecretaris ervoor zorgen dat hier meer duidelijkheid over ontstaat?

BBB-fractie

Het lid van de BBB-fractie leest dat, als reactie op aanbeveling 3, dat de Staatssecretaris een evaluatieonderzoek zal laten uitvoeren naar lokaal getroffen geluidsmaatregelen en andere maatregelen met effect op geluid, de effectiviteit van deze maatregelen en de kosten ervan. De onderdelen van dit onderzoek staan vermeld en laten zien dat het onderzoek niet eerder dan 2024 kan worden uitgevoerd. Kan de Staatssecretaris aangeven wanneer we dit onderzoek dan wel kunnen verwachten?