Amendement van de leden Grinwis en Boswijk over het openstellen van het fonds voor generieke maatregelen
Tijdelijke regels over de instelling van een begrotingsfonds voor het landelijk gebied en de natuur (Tijdelijke wet Transitiefonds landelijk gebied en natuur)
Amendement
Nummer: 2023D16681, datum: 2023-04-19, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36277-13).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: P.A. Grinwis, Tweede Kamerlid (ChristenUnie)
- Mede ondertekenaar: D.G. Boswijk, Tweede Kamerlid (CDA)
Onderdeel van kamerstukdossier 36277 -13 Tijdelijke regels over de instelling van een begrotingsfonds voor het landelijk gebied en de natuur (Tijdelijke wet Transitiefonds landelijk gebied en natuur).
Onderdeel van zaak 2023Z07095:
- Indiener: P.A. Grinwis, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: D.G. Boswijk, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 |
36 277 Tijdelijke regels over de instelling van een begrotingsfonds voor het landelijk gebied en de natuur (Tijdelijke wet Transitiefonds landelijk gebied en natuur)
Nr. 13 AMENDEMENT VAN DE LEDEN GRINWIS EN BOSWIJK
Ontvangen 19 april 2023
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
In de beweegreden wordt na «langjarige en» ingevoegd «generieke».
II
In artikel 5, derde lid, onder a, wordt na «overeenstemming met een» ingevoegd «generieke en».
Toelichting
Dit amendement beoogt het fonds ook open te stellen voor generieke maatregelen vanuit de rijksoverheid die gericht zijn op het bereiken van de in artikel 2, tweede lid genoemde doelen. Hierdoor heeft de Minister een duidelijk in de wet verankerde grond om ook generieke maatregelen te bekostigen uit dit fonds. Dit amendement sluit aan bij de reactie van de Minister in het nader rapport in reactie op het advies van de Raad van State op deze wet: «De gebiedsgerichte aanpak is (...) niet het enige waarop het kabinet inzet. Rijk en medeoverheden zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor het treffen van maatregelen. Het gaat om een mix van gebiedsgerichte en landelijke maatregelen. Daartoe behoren de maatregelen die provincies in hun gebiedsprogramma’s opnemen, evenals maatregelen die onderdeel zijn van de gebiedsgerichte aanpak, maar om redenen van subsidiariteit of efficiëntie door de rijksoverheid worden uitgevoerd. Maar het Rijk zal ook maatregelen treffen die niet direct onderdeel zijn van de gebiedsgerichte aanpak, maar nodig zijn om de juiste omstandigheden en kaders te creëren voor bijvoorbeeld agrarische ondernemers om de nodige veranderingen door te voeren. Te denken valt aan stimulerende maatregelen, gericht op het versterken van ondernemerschap en innovatie. Ook wil het kabinet in de vormgeving van het fonds ruimte laten voor de situatie waarin het Rijk besluit om bij te sturen als de resultaten van de gebiedsgerichte aanpak achterblijven.»
Grinwis
Boswijk