[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Reactie op verzoek commissie over de uitspraak van de Stichting Klachten en Geschillen Zorgverzekeringen inzake de vergoeding van stroomkosten

Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2023

Brief regering

Nummer: 2023D16739, datum: 2023-04-19, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36200-XVI-218).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 36200 XVI-218 Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2023.

Onderdeel van zaak 2023Z07120:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2022-2023

36 200 XVI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2023

Nr. 218 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 april 2023

Eerder heb ik, naar aanleiding van een aangenomen (Handelingen II 2022/23, nr. 39, item 32) gewijzigde motie over de vergoeding van stroomkosten voor gebruik van zuurstofapparatuur thuis1, in mijn brieven van 2 februari jl.2 en 2 maart jl.3 gereageerd en aangegeven de noodzaak tot aanpassingen van de vergoedingen nogmaals bij de zorgverzekeraars te hebben benadrukt. Ik heb tevens toegezegd parallel daaraan voorbereidingen te nemen om, indien zorgverzekeraars geen gehoor zouden geven aan deze oproep, tijdelijk in de Regeling zorgverzekering dwingend voor te schrijven op welke manier zorgverzekeraars een passende vergoeding dienen te bieden. Daarnaast heeft op 9 maart de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport n.a.v. mijn brief van 2 maart jl., mij verzocht in te gaan op de uitspraak van de Stichting Klachten en Geschillen Zorgverzekeringen (SKGZ), in het bijzonder op de vraag bij hoeveel patiënten deze uitspraak alsnog heeft geleid tot een vergoeding van stroomkosten door verzekeraars. Op dit verzoek reageer ik verderop in deze brief.

Zorgverzekeraars Nederland (ZN) heeft met alle zorgverzekeraars afstemming gehad over de vergoeding van stroomkosten bij het thuisgebruik van zuurstofapparatuur. ZN heeft mij laten weten dat de uitkomst van deze afstemming is dat alle zorgverzekeraars hebben aangegeven een passende vergoeding te bieden in lijn met de volgende uitgangspunten:

1. De vergoeding fluctueert mee met de energietarieven, door de vergoeding bijvoorbeeld maandelijks bij te stellen onder andere o.b.v. openbare data van het Centraal Bureau voor de Statistiek (Gemiddelde energietarieven van variabele contracten (cbs.nl)).

2. De vergoeding wordt meer gebaseerd op het stroomgebruik van de verzekerde dan op dit moment het geval is, waarbij rekening wordt gehouden met individuen die 24 uur per dag gebruik maken van zuurstofapparatuur. De berekening hiervan kan bijvoorbeeld op onderstaande manieren:

i. A.d.h.v. de tellerstand van de zuurstofapparatuur

ii. A.d.h.v. het door de arts voorgeschreven aantal draaiuren op het recept

Zorgverzekeraars zijn op dit moment druk bezig hun werkprocessen hierop in te regelen en hebben aangegeven zo snel mogelijk, maar uiterlijk 1 mei 2023 hierover duidelijk vindbare informatie op hun websites beschikbaar te hebben.

Ik meen dat ik hiermee uitvoering heb gegeven aan bovengenoemde motie. Bij hoeveel mensen de uitspraak van de SKGZ heeft geleid tot het ontvangen van een hogere vergoeding is niet exact te achterhalen. Ik heb zorgverzekeraars gewezen op deze uitspraak en vanaf uiterlijk 1 mei 2023 biedt iedere zorgverzekeraar een vergoeding die recht doet aan deze uitspraak. Vanzelfsprekend staat het mensen vrij om contact op te nemen met hun zorgverzekeraar indien zij menen in het verleden onvoldoende passende vergoeding te hebben ontvangen.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E.J. Kuipers


  1. Kamerstuk 36 252, nr. 35.↩︎

  2. Kamerstuk 36 200 XVI, nr. 202.↩︎

  3. Kamerstuk 36 200 XVI, nr. 203.↩︎