[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de reactie op moties en amendementen die zijn ingediend tijdens de meest recente begrotingsbehandeling, het wetgevingsoverleg Begrotingsonderzoek, het wetgevingsoverleg Cultuur, het wetgevingsoverleg Media en het wetgevingsoverleg Emancipatie (Kamerstuk 36200-VIII-212)

Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2023

Inbreng verslag schriftelijk overleg

Nummer: 2023D16819, datum: 2023-04-19, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2023D16819).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2023Z05577:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


2023D16819 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Binnen de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap hebben enkele fracties de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen over de brief van de Ministers van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en voor Primair en Voortgezet Onderwijs en de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap d.d. 30 maart 2023 inzake moties en amendementen die zijn ingediend tijdens de meest recente begrotingsbehandeling, het wetgevingsoverleg Begrotingsonderzoek, het wetgevingsoverleg Cultuur, het wetgevingsoverleg Media en het wetgevingsoverleg Emancipatie (Kamerstuk 36 200 VIII, nr. 212).

De voorzitter van de commissie,

Michon-Derkzen

De adjunct-griffier van de commissie,

Arends

Inhoud

I Vragen en opmerkingen uit de fracties

Inbreng van de leden van de VVD-fractie

Inbreng van de leden van de D66-fractie

Inbreng van de leden van de CDA-fractie

Inbreng van de leden van de SP-fractie

Inbreng van de leden van de PvdA-fractie

II Reactie van de Ministers van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en voor Primair en Voortgezet Onderwijs en de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

I Vragen en opmerkingen uit de fracties

Inbreng van de leden van de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de brief «Reactie op moties en amendementen die zijn ingediend tijdens de meest recente begrotingsbehandeling, het wetgevingsoverleg Begrotingsonderzoek, het wetgevingsoverleg Cultuur, het wetgevingsoverleg Media en het wetgevingsoverleg Emancipatie». Deze leden hebben nog enkele vragen.

Kamerstuk 36 200 VIII, nr. 751

De leden van de VVD-fractie lezen in de uitvoering van de motie van de leden Van der Woude en Van der Graaf dat de technologiestrategie in het najaar naar de Kamer wordt gestuurd. Deze leden vragen waarom de technologiestrategie en de toekomstverkenning los van elkaar worden uitgevoerd? De toekomstverkenning gaat onder andere in op de vraag wat de arbeidsmarkt en de samenleving in 2040 van het onderwijs vragen. De leden zijn van mening dat dit grotendeels te maken heeft met de grote transities op het gebied van verduurzaming, digitalisering en sleuteltechnologie. De Minister heeft vorig jaar bij het commissiedebat Beleidsbrief Hoger Onderwijs2 toegezegd een nadrukkelijke plek te hebben in de toekomstverkenning voor wat de strategie van Nederland in de toekomst is en hoe het hoger onderwijs hier aan gaat bijdragen. Hier gaf de Minister bij aan om te onderzoeken aan welke knoppen er gedraaid kan gaan worden om het hele kennisstelsel te optimaliseren en hier partijen zoals de TO2-instellingen3, het bedrijfsleven en het Ministerie van EZK4 bij te betrekken. Hoe is de Minister van plan met de toekomstverkenning in te gaan op de strategie van Nederland zonder de technologie en het dictum van de motie hierbij te betrekken?

Kamerstuk 36 200 VIII, nr. 775

In de reactie van de Minister lezen de leden van de VVD-fractie dat het proces is uitgelopen omdat eerder aangeleverde stukken niet volledig duidelijkheid verschaften. Kan de Minister aangeven wie de stukken heeft aangeleverd, welke stukken dat waren en welke duidelijkheid nodig was/is? Was het voor de aanleverde partij duidelijk welke stukken verstuurd moesten worden en welke duidelijkheid door de stukken moest worden gegeven? Mogen deze leden concluderen dat wanneer er juiste stukken waren verstuurd/ontvangen dat direct duidelijkheid had verschaft, het proces niet was uitgelopen?

Kamerstuk 36 200 VII, nr. 1446

In de reactie van de Minister lezen de leden van de VVD-fractie dat het stopzetten van de regeling ook een optie is die wordt meegenomen in de evaluatie. Kan de Minister aangeven hoe dit zich verhoudt met de wens en het verzoek van de Kamer zoals is vastgelegd in de aangenomen motie om de huidige middelen van de subsidie praktijkleren, bij een positieve evaluatie, in te zetten voor een vervolgregeling van vijf jaar? Hoe wordt geborgd dat ondernemers niet onnodig lang geen zekerheid hebben over het vervolg van deze regeling?

Kamerstuk 36 200 VIII, nr. 1537

De leden lezen dat de motie van het lid Van der Woude over het doen van een landelijk onderzoek naar daderprofielen voor straatintimidatie en seksueel grensoverschrijdend gedrag in de openbare ruimte wordt meegenomen in het wetsvoorstel Seksuele misdrijven. Daarnaast worden resultaten van het onderzoek in opdracht van het Ministerie van Justitie en Veiligheid dat wordt uitgevoerd door het WODC8 verwacht in het derde kwartaal van 2023. Uit de beschrijving wordt niet duidelijk of er specifiek voor straatintimidatie wordt gekeken naar daderprofielen, terwijl dit wel zo staat gespecificeerd in het dictum en ook zo is toegezegd. Kan de Minister beschrijven op welke manier dit specifieke onderzoek zoals toegezegd wordt uitgevoerd en binnen welke termijn?

Kamerstuk 36 200 VIII, nr. 639

In de reactie van de Minister lezen de leden van de VVD-fractie dat ter voorbereiding op de uitvoering van dit amendement en de bijbehorende motie het ministerie in gesprek gaat met mbo10-instellingen. Kan de Minister aangeven of er hierover al gesprekken zijn geweest met mbo-instellingen? Zo nee, waarom is besloten om de gesprekken pas te gaan voeren vier maanden na de stemming over de begroting in de Eerste Kamer (20 december 2022)? Hadden de gesprekken niet eerder gevoerd kunnen worden? Zo nee, waarom was het niet mogelijk om de eerste gesprekken te voeren met mbo-instellingen over basisvaardigheden en de bijbehorende middelen?

Inbreng van de leden van de D66-fractie

De leden van de D66-fractie danken de bewindspersonen voor de reactie op de moties en amendementen die zijn ingediend tijdens de meest recente begrotingsbehandeling en de verschillende wetgevingsoverleggen. De leden complimenteren de bewindspersonen en hun ambtenaren voor het duidelijke en volledige overzicht. De leden hebben op dit moment geen vragen of opmerkingen.

Inbreng van de leden van de CDA-fractie

De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de brief «Reactie op moties en amendementen die zijn ingediend tijdens de meest recente begrotingsbehandeling, het wetgevingsoverleg Begrotingsonderzoek, het wetgevingsoverleg Cultuur, het wetgevingsoverleg Media en het wetgevingsoverleg Emancipatie». Zij hebben nog enkele vragen.

Is het voor de organisatie van de mbo-vakwedstrijden niet te laat als pas in het tweede kwartaal helder wordt hoe er met het te verwachte tekort van € 600.000 op de begroting van 2023 omgegaan wordt11 willen de leden van de CDA-fractie graag weten. Wat betekent dit voor de organisatie van de mbo-vakwestrijden, komt dat in gevaar?

Ook vernemen de leden van de CDA-fractie graag wanneer het bestedingsplan van de NPO12 verwacht wordt om de middelen voor audiodescriptie de komende jaren in te zetten13. Wat betekent dat voor de inzet en de middelen voor 2023?

De leden van de CDA-fractie willen tenslotte graag weten wat de stand van zaken is met betrekking tot de uitvoering van motie van de leden Werner en Van der Laan over het bevorderen van de emancipatie van mensen met beperkingen14.

Inbreng van de leden van de SP-fractie

De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de brief «Reactie op moties en amendementen die zijn ingediend tijdens de meest recente begrotingsbehandeling, het wetgevingsoverleg Begrotingsonderzoek, het wetgevingsoverleg Cultuur, het wetgevingsoverleg Media en het wetgevingsoverleg Emancipatie». Zij hebben daar nog vragen en opmerkingen over.

De leden van de SP-fractie lezen in de reactie van de Minister op de motie van de leden Kwint en Westerveld over het komen tot een landelijk netwerk van invalpools en niet langer inzetten van uitzendbureaus in het onderwijs15 dat benoemd wordt dat bij RATO’s16 ook een centrale dienst met een vervangingspool kan worden ingericht. Deze leden merken op dat de uitvoering van de motie hiermee een vrijblijvender karakter heeft dan het verzoek van de Kamer. Kan de Minister concretiseren of deze RATO’s hiermee verplicht worden om een vervangingspool in te richten, of dat zij alleen regionaal de mogelijkheid krijgen om dat te doen? Kan de Minister aangeven hoe, in het geval dat de uitvoering alleen een mogelijkheid betreft, er toch uitvoering wordt gegeven aan de wens van de Kamer om tot een landelijk netwerk van invalpools te komen? Deelt de Minister nog altijd het eindpunt van deze motie, namelijk dat scholen niet langer gebruik maken van dure uitzendbureaus?

De leden van de SP-fractie lezen in de reactie van de Minister dat het wetsvoorstel naar aanleiding van de motie van het lid Kwint over regelen dat leraren bij goed functioneren na een jaar altijd een vast contract krijgen17, na gesprekken met sociale partners, in het eerste kwartaal van 2023 in internetconsultatie zal worden gebracht. Kan de Minister aangeven of het al gelukt is om het wetsvoorstel in internetconsultatie te laten gaan of wanneer de Minister van plan is om dit te gaan doen.

Tot slot hebben de leden van de SP-fractie nog een vraag over de uitvoering van de motie van de leden Kwint en Van der Molen over het tot nader order stoppen met het actief werven van buitenlandse studenten18. Deze leden merken dat meerdere hogescholen en universiteiten alweer begonnen zijn met het actief werven van buitenlandse studenten, nu besluitvorming door het kabinet is uitgesteld. Hoe gaat de Minister dit stoppen en voorkomen? Gaat hij instellingen hier actief op aanspreken?

Inbreng van de leden van de PvdA-fractie

De leden van de PvdA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de onderhavige brief.

De Minister kondigt aan dat de Kamer voor het zomerreces 2023 wordt geïnformeerd over toevoeging van opleidingsniveau als discriminatiegrond aan de Algemene wet gelijke behandeling, zoals de Kamer de regering heeft verzocht met het aannemen van de motie van de leden De Hoop en Bouchalikh19. Op welke termijn denkt de Minister dat de Kamer een wetsvoorstel in dezen kan verwachten?

In de loop van 2023 zal het kabinet de Kamer informeren over de uitvoering van de motie van de leden De Hoop en Simons, die de regering vroeg om een voorstel voor kinderopvang met didactisch perspectief en in het kader van kansengelijkheid20. Dit gebeurt in samenspraak met het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Hoe willen de betrokken bewindslieden hierbij recht doen aan de overweging om de afhankelijkheid van kinderen te verminderen van de omstandigheid of hun ouders de Nederlandse taal machtig zijn of tijd en geld hebben hun nieuwe indrukken en ervaringen aan te bieden?

Uiterlijk vóór de zomer wordt de Kamer geïnformeerd over verbreding van het Zaanse initiatief inzake de inzet van brugfunctionarissen tussen de kinderen, de school en de dienstverlening van gemeenten zoals de regering werd verzocht met het aannemen van de motie van het lid De Hoop21. De leden van de PvdA-fractie hopen dat hiertoe al stappen kunnen worden gezet bij de suppletoire begroting samenhangende met de voorjaarsnota. Heeft de Minister wel al becijferd welk bedrag er minimaal voor nodig zal zijn om de inzet van brugfunctionarissen substantieel te verbreden?

In het najaar van 2023 wordt de Kamer procesmatig geïnformeerd over de wettelijke verankering van het Frysk in het wetenschappelijk onderwijs en pas in het voorjaar volgt er een inhoudelijke Kamerbrief hierover. De motie van de leden De Hoop en Van der Molen22 had de regering hierom verzocht. Hoe verklaart de Minister dat dit zoveel tijd moet kosten, terwijl artikel 7, lid 1f van het Europees Handvest voor regionale talen, al van kracht is sinds 1996? Was het kabinet al die jaren sinds 1996 onbewust van deze bepaling? Zo neen, in hoeverre is deze bepaling dan inmiddels ten aanzien van het Frysk staande praktijk geworden?

Het aangenomen amendement23 van de leden De Hoop en Westerveld over preventieve netwerken pro24/vso25 vroeg om instandhouding in 2023. Uiterlijk voor de zomer wordt de Kamer geïnformeerd over de uitvoering. Kunnen de leden van de PvdA-fractie erop vertrouwen dat er ondertussen dit kalenderjaar geen preventieve netwerken hoeven te worden stopgezet bij gebrek van financiering?

Vóór de zomer zal de Staatssecretaris de Kamer via de veegbrief informeren over de uitvoering van de motie van het lid Mohandis c.s. over een hogere norm voor percentages programmamakers in vaste dienst bij de publieke omroepen26. De leden van de PvdA-fractie hebben behoefte aan informatie over de actuele stand van zaken. Kan de Staatssecretaris benoemen welk percentage van de programmamakers bij de publieke omroepen op dit moment in vaste dienst werkt?

De Minister beziet nog op welke wijze uitvoering wordt gegeven aan het verzoek om jaarlijks de «uit het keurslijf»-prijs uit te reiken (motie van het lid Mutluer27). De Minister wil bij voorkeur aansluiten bij activiteiten/conferenties die het ministerie al voornemens is te organiseren. Is de Minister ook bereid om de regeringscommissaris seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld hierbij te betrekken? Zo ja, hoe zal hij aan deze betrokkenheid gestalte geven?

De Minister van Onderwijs Cultuur en Wetenschap gaat in gesprek met de Minister van Justitie en Veiligheid over de uitvoering van de belofte dat er tijd en geld vrijkomt voor Roze in Blauw en de aanpak van discriminatie op de Politieacademie en op internet (motie van de leden Mutluer en Westerveld28. Kunnen de leden van de PvdA-fractie erop rekenen dat dit overleg met de Minister van Justitie en Veiligheid niet in de weg zal staan dat vanaf 2023 deze belofte wordt waargemaakt?

II Reactie van de Ministers van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en voor Primair en Voortgezet Onderwijs en de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap


  1. Motie van de leden Van der Woude en Van der Graaf over in de technologiestrategie een analyse maken van de verdeling van onderzoeks- en onderwijsmiddelen over alfa, bèta, gamma en (technisch-)medische wetenschap.↩︎

  2. d.d. 30 juni 2022, Kamerstuk 31 288, nr. 970.↩︎

  3. TO2-instellingen: instellingen voor toegepast onderzoek.↩︎

  4. EZK: Economische Zaken en Klimaat.↩︎

  5. Motie van de leden El Yassini en Van der Molen over de stijgende kosten van de mbo-vakwedstrijden opvangen met € 600.000 en de borging daarvan verzekeren.↩︎

  6. Gewijzigde motie van het lid El Yassini c.s. over bij een positieve evaluatie de middelen van de subsidie praktijkleren vanaf 2024 inzetten voor een vervolgregeling van vijf jaar (t.v.v. 36 200 VIII, nr. 78).↩︎

  7. Motie van het lid Van der Woude over landelijk onderzoek naar daderprofielen voor straatintimidatie en seksueel grensoverschrijdend gedrag in de openbare ruimte.↩︎

  8. WODC: Het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum.↩︎

  9. Amendement van het lid Hagen c.s. over middelen voor taal, rekenen en burgerschap voor mbo-studenten.↩︎

  10. mbo: middelbaar beroepsonderwijs.↩︎

  11. Kamerstuk 36 200 VIII, nr. 77.↩︎

  12. NPO: De Nederlandse Publieke Omroep.↩︎

  13. Kamerstuk 36 200 VIII, nr. 128.↩︎

  14. Kamerstuk 35 925 VIII, nr. 128.↩︎

  15. Kamerstuk 36 200 VIII, nr. 81.↩︎

  16. RATO: Regio’s voor de arbeidsmarkt van de Toekomst van het Onderwijs.↩︎

  17. Kamerstuk 36 200 VIII, nr. 82.↩︎

  18. Kamerstuk 36 200 VIII, nr. 83.↩︎

  19. Kamerstuk 36 200 VIII, nr. 91.↩︎

  20. Kamerstuk 36 200 VIII, nr. 92.↩︎

  21. Kamerstuk 36 200 VIII, nr. 93.↩︎

  22. Kamerstuk 36 200 VIII, nr. 96.↩︎

  23. Kamerstuk: 36 200 VIII, nr. 38.↩︎

  24. pro: praktijkonderwijs.↩︎

  25. vso: voortgezet speciaal onderwijs.↩︎

  26. Kamerstuk 36 200 VIII, nr. 166.↩︎

  27. Kamerstuk 36 200 VIII, nr. 156.↩︎

  28. Kamerstuk 36 200 VIII, nr. 157.↩︎