[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van het lid Futselaar over burgerslachtoffers als gevolg van Nederlandse bombardementen in Irak tijdens de oorlog tegen Islamitische Staat

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2023D17193, datum: 2023-04-20, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20222023-2361).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van zaak 2023Z05723:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2022-2023 Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

2361

Vragen van het lid Futselaar (SP) aan de Minister van Defensie over burgerslachtoffers als gevolg van Nederlandse bombardementen in Irak tijdens de oorlog tegen Islamitische Staat (ingezonden 31 maart 2023).

Antwoord van Minister Ollongren (Defensie) (ontvangen 20 april 2023).

Vraag 1

Wanneer verwacht u dat het onderzoek naar het bombardement van 22 maart 2016 is afgerond en wie doet het onderzoek?1

Antwoord 1

Zoals aangekondigd in de brief van 30 maart jl. heb ik opdracht gegeven tot het starten van een intern onderzoek naar een inzet op 22 maart 2016 op een gebouw in Mosul (Irak) dat volgens de coalitie door ISIS werd gebruikt als hoofdkwartier. Zodra het onderzoek is afgerond wordt uw Kamer zo spoedig mogelijk over de uitkomsten geïnformeerd.

Vraag 2

Wat is de waarde van eerdere uitlatingen dat het Amerikaanse Central Command (CENTCOM) serieus onderzoek deed maar het bombardement van 22 maart 2016 niet op ware aard heeft beoordeeld? Is duidelijk waarom CENTCOM deze fout heeft gemaakt?2

Antwoord 2

Op de uitkomsten van het interne onderzoek kan ik niet vooruit lopen.

Vraag 3

Is het waar dat u op geen enkel moment bent ingelicht door CENTCOM en dat u nooit, ook niet na de debatten over het bombardement op Hawija, navraag heeft gedaan? Zo ja, waarom niet?

Antwoord 3

Onze eigen informatie over de inzet van 22 maart 2016 leverde geen indicaties op van mogelijke burgerslachtoffers. Er is geen navraag gedaan bij CENTCOM.

Vraag 4

Is het waar dat CENTCOM alleen een beoordeling deed en geen onderzoek? Zo nee, wat zijn dan de feiten?

Antwoord 4

Zie het antwoord op vraag 2.

Vraag 5

Geldt het onderzoek ook andere incidenten?

Antwoord 5

Nee, het interne onderzoek waarover ik uw Kamer op 30 maart jl. heb geïnformeerd, richt zich op de Nederlandse wapeninzet op 22 maart 2016 op een gebouw in Mosul (Irak).

Vraag 6

Kan nu worden uitgesloten dat de door journalisten voorgelegde lijst van 148 vermoedens daadwerkelijk burgerslachtoffers tot gevolg hebben gehad?

Antwoord 6

Nee. Deze lijst bevat 148 meldingen van vermoedens van burgerslachtoffers als gevolg van coalitie-inzet (cq. alle landen die destijds deelnamen aan deze luchtcampagne). Als ik besluit een onderzoek te starten naar een nieuw vermoeden van burgerslachtoffers door Nederlandse wapeninzet i.h.k.v. artikel 100 van de Grondwet zal ik uw Kamer informeren conform de afspraken die in 2020 zijn gemaakt.3

Vraag 7

Leidt deze informatie tot een herziening van uw eerdere stellingname dat er zeker geen andere van de bijna 2200 bombardementen tot burgerslachtoffers heeft geleid?

Antwoord 7

Ik herken mij niet in een dergelijke stellingname.


  1. Brief regering, 30 maart, 2023, «Uitkomst transparantietoets Nederlandse inzet in de luchtcampagne OIR en start onderzoek naar mogelijke burgerslachtoffers» (2023Z05569).↩︎

  2. NOS, 30 maart 2023, «Nederland betrokken bij zeker nog een burgerdodenincident in Irak in 2016» (https://nos.nl/artikel/2469446-nederland-betrokken-bij-zeker-nog-een-burgerdodenincident-in-irak-in-2016).↩︎

  3. Kamerstuk 27 925, nr. 723, 727 en 746.↩︎