Inbreng verslag schriftelijk overleg over toezegging gedaan tijdens het commissiedebat Exportkredietverzekeringen en Handelsinstrumentarium van 23 februari 2023 de beoordeling van fossiele projecten gedurende de overgangsperiode in 2023, de uitzonderingsgronden van het ekv-beleid in relatie tot leveringszekerheid en ontwikkelingslanden, de uitzonderingsgronden in het brede handelsinstrumentarium en de categorisering van intensieve veeteelt (Kamerstuk 26485-413)
Inbreng verslag schriftelijk overleg
Nummer: 2023D17268, datum: 2023-04-20, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2023D17268).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.Z.C.M. Tielen, voorzitter van de vaste commissie voor Financiën (VVD)
- Mede ondertekenaar: L.N. Kruithof, adjunct-griffier
Onderdeel van zaak 2023Z04944:
- Indiener: M.L.A. van Rij, staatssecretaris van Financiën
- Volgcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (2021-2024)
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Financiën
- 2023-03-28 16:00: [E-MAILPROCEDURE] Voorstel van de leden Van Raan (PvdD) en Kröger (GroenLinks) inzake schriftelijk overleg over brief exportkredietverzekeringen (E-mailprocedure), vaste commissie voor Financiën
- 2023-04-06 10:00: Procedurevergadering Financiën (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiën
- 2023-04-06 14:30: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2023-04-06 14:31: Tweeminutendebat Exportkredietverzekeringen/Handelsinstrumentarium (CD 23/2) (Plenair debat (tweeminutendebat)), TK
- 2023-04-20 12:00: Toezegging gedaan tijdens het commissiedebat Exportkredietverzekeringen en Handelsinstrumentarium van 23 februari 2023 de beoordeling van fossiele projecten gedurende de overgangsperiode in 2023, de uitzonderingsgronden van het ekv-beleid in relatie tot leveringszekerheid en ontwikkelingslanden, de uitzonderingsgronden in het brede handelsinstrumentarium en de categorisering van intensieve veeteelt (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Financiën
- 2023-05-11 14:00: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2023-05-25 10:00: Procedurevergadering Financiën (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiën
Preview document (🔗 origineel)
2023D17268 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
De vaste commissie voor Financiën heeft op 20 april 2023 enkele vragen en opmerkingen aan de Staatssecretaris van Financiën voorgelegd over zijn brief van 22 maart 2023 inzake de toezegging gedaan tijdens het commissiedebat Exportkredietverzekeringen en Handelsinstrumentarium van 23 februari 2023 over de beoordeling van fossiele projecten gedurende de overgangsperiode in 2023, de uitzonderingsgronden van het ekv-beleid in relatie tot leveringszekerheid en ontwikkelingslanden, de uitzonderingsgronden in het brede handelsinstrumentarium en de categorisering van intensieve veeteelt (Kamerstuk 26 485, nr. 413).
De voorzitter van de commissie,
Tielen
De adjunct-griffier van de commissie,
Kruithof
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie danken de Staatssecretaris voor de toegezonden brief. Deze leden hebben daarover nog de volgende opmerkingen en vragen.
De leden van de VVD-fractie willen hun waardering uiten voor het kabinet en het oog dat de Staatssecretaris heeft voor het bedrijfsleven om de transitie van fossiel naar niet-fossiel met betrekking tot de exportkredietverzekering (ekv) goed mee te maken.
De leden van de VVD-fractie vragen hoe ons ekv-beleid zich verhoudt tot het vestigingsklimaat van Nederland.
De leden van de VVD-fractie vragen ook hoe het gelijke speelveld is geborgd. Hoe zorgt Nederland er voor dat de Staatssecretaris goed monitort wat EU-landen, zoals Duitsland en Italië, doen met betrekking tot de uitvoering van de Glasgow-verklaring? Welke stappen zet de Staatssecretaris wanneer in omringende landen beleid gevoerd gaat worden en er daardoor met betrekking tot de exportkredietverzekering geen sprake meer is van een gelijk speelveld? Kan de Staatssecretaris duiden waarom bepaalde EU-landen andere afwegingen maken dan Nederland doet? Met wat voor transitieregelingen komen onze omringende landen?
De leden van de VVD-fractie vragen ook op welke manier Atradius Dutch State Business (ADSB) meer comfort krijgt met betrekking tot de risicobeoordeling, zodat Nederlandse bedrijven internationaal impact kunnen maken op het gebied van de transitie van fossiel naar niet-fossiel. Welke (extra) stappen zet de Staatssecretaris op dit vlak?
De leden van de VVD-fractie vragen ook aan de Staatssecretaris hoe omringende landen de intensieve veeteelt categoriseren.
De leden van de VVD-fractie vragen tot slot op welke manier de concrete integratie van het handelsinstrumentarium zal plaatsvinden. Wat zijn de gevolgen voor bijvoorbeeld ADSB, RVO, Invest NL en Invest International en de departementen Financiën, Economische Zaken en Klimaat en Buitenlandse Zaken? Hoe gaat de integratie en samenwerking op dit vlak vorm krijgen?
Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie
De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van de voorliggende brief en hebben hier nog enkele vragen over.
De leden van de PVV-fractie verzoeken de Staatssecretaris om aan te geven hoe deze kan bewerkstelligen dat de beoogde vergroening van de ekv-portefeuille niet verwordt tot een verkapte subsidie in zogenaamd «groene» projecten en minimaal kostendekkend blijft.
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de brief inzake toezeggingen naar aanleiding van het debat over ekv. Deze leden hebben een paar nadere vragen bij projecten gedurende de overgangsperiode in 2023.
De Staatssecretaris geeft terecht aan dat projecten nog beoordeeld zullen worden omdat fossiele projecten langere aanlooptijden met zich meebrengen en bedrijven al vóór het nieuwe ekv-beleid per 2023 middelen hebben geïnvesteerd. De leden van de CDA-fractie vragen de Staatssecretaris nader toe te lichten wat het betekent dat een eventuele ekv-dekking voor deze projecten in 2023 tot stand moet komen. Zij vragen hoe het proces eruit ziet en welke stappen bedrijven in 2023 allemaal moeten doorlopen om nog de ekv-dekking te kunnen krijgen.
De Staatssecretaris geeft aan dat van de tien bedrijven die een ekv hebben aangevraagd, niet verwacht wordt dat zij die allemaal zullen krijgen. Wat zijn de redenen hiervoor? Is dat op basis van de regels die voor 2023 van toepassing waren, of redden bedrijven het bijvoorbeeld niet tijdig het proces te doorlopen? In dit laatste geval, wat gebeurt er als bedrijven zelf de kosten niet kunnen dragen, maar al wel middelen hebben geïnvesteerd? Is er ook nog ruimte in het proces als zij buiten hun eigen schuld vertraging oplopen, bijvoorbeeld vanwege bureaucratische procedures in een land? Wat zijn nog mogelijke andere opties voor deze bedrijven om dergelijke projecten doorgang te laten vinden? Ook vragen de leden van de CDA-fractie de Staatssecretaris of voor bedrijven die de ekv nog wel in 2023 krijgen, de dekking dan ziet op alle jaren dat het project loopt.
Vragen en opmerkingen van het lid van de BBB-fractie
Het lid van de BBB-fractie heeft met belangstelling kennisgenomen van de brief van de Staatssecretaris van Financiën van 22 maart 2023.
Kan de Staatssecretaris aangegeven of hem berichten uit het bedrijfsleven hebben bereikt dat de aangescherpte regels rond (fossiele) exportkredietverzekeringen in het afgelopen jaar hebben geleid tot (economische) schade bij Nederlandse bedrijven en zo ja, om welke effecten dit gaat en de omvang hiervan? Kan de Staatssecretaris aan het lid van de BBB-fractie aangeven welke derde landen juist geprofiteerd hebben van het niet hebben van beperkingen voor hun bedrijven?
Het lid van de BBB-fractie ziet beperkingen door de categorisatie van projecten in de intensieve veehouderij en het hierbij hanteren van een strenger toetsingskader dan de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO). Nederland beschikt sinds 2019 als enige land over een aanvullende dierenwelzijnsverklaring die specifiek is gericht op het borgen van dierenwelzijn via de ekv. Kan de Staatssecretaris aangegeven of hem berichten uit het bedrijfsleven hebben bereikt dat deze extra regels voor exportkredietverzekeringen voor de veehouderij in het afgelopen jaar hebben geleid tot (economische) schade bij Nederlandse bedrijven en zo ja, om welke effecten dit gaat en de omvang hiervan? Kan de Staatssecretaris aan dit lid aangeven welke derde landen juist geprofiteerd hebben van het niet hebben van beperkingen voor hun bedrijven?