Stand van zaken Sanctienaleving en Handhaving
Situatie in de Oekraïne
Brief regering
Nummer: 2023D17509, datum: 2023-04-21, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 4
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36045-158).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken (Ooit CDA kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 36045 -158 Situatie in Oekraïne .
Onderdeel van zaak 2023Z07455:
- Indiener: W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- Volgcommissie: vaste commissie voor Financiën
- Volgcommissie: vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Volgcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- Volgcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp
- Volgcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2023-05-09 16:20: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2023-05-11 12:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2023-05-16 19:30: Raad Buitenlandse Zaken d.d. 22 mei 2023 (Commissiedebat), vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2023-07-05 14:00: Modernisering van het Nederlandse sanctiestelsel (Commissiedebat), vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 |
36 045 Situatie in de Oekraïne
Nr. 158 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 april 2023
Met deze brief geeft het kabinet uw Kamer graag een actualisatie van de stand van zaken rondom sanctienaleving, het toezicht daarop en de handhaving daarvan in opvolging van de brief van 4 november jl. (Kamerstuk 36 045, nr. 120). Deze brief wordt aangeboden mede namens de Ministers van Financiën, Economische Zaken en Klimaat, Infrastructuur en Waterstaat, Justitie en Veiligheid, de Ministers voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, Rechtsbescherming en Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, evenals de Staatssecretarissen van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Toeslagen en Douane en Fiscaliteit en Belastingdienst. Het kabinet komt in deze brief tevens terug op een aantal moties.
Sinds de Russische inval in Oekraïne heeft de EU een ongekend pakket sanctiemaatregelen tegen Rusland afgekondigd. Met de sancties, als onderdeel van een brede respons, geeft de EU een glashelder signaal dat de grove schending van het internationaal recht en grondbeginselen van het VN-handvest door Rusland ernstige consequenties heeft. Nederland heeft in dat kader actief bijgedragen aan de vormgeving van de opeenvolgende sanctiepakketten.
Een belangrijk doel van de sancties is om de mogelijkheden voor het Russische regime om oorlog tegen Oekraïne te voeren zo veel mogelijk te beperken. De sancties hebben steeds meer effect naarmate de tijd vordert. Zo is duidelijk dat Rusland mede door de ingestelde EU-exportbeperkingen voor zijn oorlogsmachine moet uitwijken naar onbekende en onbetrouwbare leveranciers en dat er tekorten worden gerapporteerd op het slagveld. Door bevriezingen van tegoeden van onder andere de Russische Centrale Bank heeft Rusland minder financiële reserves ter beschikking. Daarnaast zijn in bredere zin neergaande economische trends zichtbaar, die voor een deel zijn toe te schrijven aan de impact van sancties tegen Rusland. In Rusland lopen de inkomsten uit exportsectoren als energie sterk terug, dalen de consumentenuitgaven, trekken Europese bedrijven zich terug en zijn buitenlandse investeringen in Rusland tot een historisch laag punt gedaald, kampt Rusland met een tekort op de nationale begroting en is grote krimp waarneembaar in delen van de maakindustrie.
Naarmate de sancties langer van kracht zijn neemt niet alleen de impact op Rusland toe, maar zoekt Rusland ook naar mogelijkheden die impact te mitigeren. Het bewust en opzettelijk deelnemen van Nederlandse bedrijven of natuurlijke personen aan activiteiten die tot doel of gevolg hebben dat de sanctiemaatregelen worden omzeild is verboden en strafbaar.
Vanwege de ongekende omvang van de Ruslandsancties is een grotere inzet op het tegengaan van omzeiling noodzakelijk, zowel nationaal als internationaal. Nationaal is het tegengaan van omzeiling niet nieuw en een vast onderdeel van de bestaande controles. Zo is de Douane extra alert op specifieke wijzigingen in de handelsstromen en controleert op het risico van het gebruik van uitwijklanden. Het kabinet heeft gezien de grensoverschrijdende aard van sanctie-omzeiling een EU-initiatief gelanceerd om op internationaal vlak gezamenlijk meer te doen. Uw Kamer is recent over de inhoudelijke voorstellen hiervan geïnformeerd (Kamerstuk 36 045, nr. 151, bijlage). Het tegengaan van omzeiling is essentieel voor zowel de effectiviteit van sancties als het draagvlak voor de maatregelen. Ten aanzien van de ontwikkelingen op dit gebied wordt Uw Kamer via de RBZ-cyclus hierover nader geïnformeerd. Hierin wordt dan ook zoveel als mogelijk de motie van de leden Brekelmans en Agnes Mulder meegenomen om de beschikbare inlichtingen optimaal te betrekken bij het sanctiebeleid (Kamerstuk 36 045, nr. 146), evenals de gewijzigde motie van het lid Van der Lee c.s. over het sanctioneren van tussenhandelaren (Kamerstuk 36 045, nr. 141).
Met de reeds ingestelde sancties is tegemoet gekomen aan de motie van de leden Van der Lee en Piri om gezinsleden van gesanctioneerde Russen aan de sanctielijst toe te voegen (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1770), evenals de motie van de leden Van der Lee en Piri om met G7-landen over te gaan tot een importverbod van Russisch goud (Kamerstuk 35 925 V, nr. 98). Tevens is met deze inzet voldaan aan de motie van het lid Dassen c.s. om zich in te zetten pro-Russische partijen op de sanctielijst te plaatsen (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1875). Ten aanzien van motie Dassen c.s. (Kamerstuk 36 045, nr. 49) inzake het aansluiten bij de transatlantic taskforce kan het kabinet melden dat Nederland reeds via de EU is vertegenwoordigd bij dit G7-initiatief.
Het kabinet is constant op zoek naar manieren om de druk verder te verhogen in aanvulling op de bestaande sanctiemaatregelen, waarbij EU-eenheid, uitvoerbaarheid en impact nauwkeurig worden afgewogen. Daarin neemt het kabinet ook de motie van het lid Van der Plas (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1891) en de gewijzigde motie van de leden Kuzu en Van der Plas (Kamerstuk 36 045, nr. 150) mee.
Opvolging aanbevelingen
Op 13 mei 2022 (Kamerstuk 36 045, nr. 72) deelde het kabinet het rapport van de nationaal coördinator sanctienaleving met uw Kamer. Dit rapport bevatte negentien aanbevelingen om het sanctiestelsel in Nederland te versterken welke volledig door het kabinet zijn omarmd. De aanbevelingen zijn alle gerealiseerd of worden op de langere termijn gerealiseerd door herziening van het sanctiestelsel. Hieronder wordt nader ingegaan op de stand van zaken en wordt inzage gegeven in actuele ontwikkelingen.
Modernisering Nederlandse sanctiestelsel
De voorbereiding van de modernisering is op dit moment in volle gang met alle betrokken departementen en uitvoerders onder coördinatie van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. De volgende moderniseringsonderwerpen zijn in de hoofdlijnenbrief (Kamerstuk 36 200 V, nr 56) aangekondigd: het regelen van beheer en bewind van bepaalde bevroren tegoeden en economische middelen, het moderniseren en mogelijk uitbreiden van bestuursrechtelijk toezicht en handhaving, het voorzien in gedegen grondslagen voor gegevensdeling en het doorbreken van geheimhoudingsplichten waar dat noodzakelijk blijkt. Uit de tijdlijn in de hoofdlijnenbrief blijkt dat de internetconsultatie in juli van dit jaar start. Over de modernisering vindt separaat overleg met uw Kamer plaats onder regie van de vaste Kamercommissie Buitenlandse Zaken. In dit verband vond op 19 april ook een technische briefing plaats over de modernisering.
EU-dimensie
Binnen de EU is steeds nadrukkelijker aandacht voor effectieve naleving van sancties. Om effectieve sanctienaleving te bewerkstelligen en onderling best practices en gezamenlijke uitdagingen uit te wisselen zijn er verschillende Brusselse werkgroepen waaraan Nederland deelneemt. Tijdens deze werkgroepen, maar ook bilateraal tussen lidstaten, wordt gezamenlijk opgetrokken om uitdagingen uit de praktijk uniform aan te vliegen en waar nodig in Raadskader over te besluiten (bijvoorbeeld eigendom & zeggenschap, gegevensdeling, ontheffingsverzoeken etc.). Deze toenemende aandacht voor effectieve naleving vertaalt zich ook in de opstapelende rapportageverplichtingen vanuit de EU, die in samenwerking met betrokken departementen door het Ministerie van Buitenlandse Zaken worden gecoördineerd.
Gegevensuitwisseling: Samenwerkingsplatform Sanctienaleving (SPS)
In zijn eindrapport stelt de nationaal coördinator voor om verder te bouwen aan de uitwisseling van gegevens tussen overheidsorganisaties. Aan deze aanbeveling is uitvoering gegeven door het instellen van het interdepartementale «Samenwerkingsplatform Sanctienaleving» (SPS), welke in het najaar voor het eerst bijeen is gekomen. Het SPS opereert binnen de kaders die bij de instelling zijn afgesproken en hetgeen juridisch mogelijk is. Om hierbinnen toch optimaal toe te werken naar de beoogde uitwisseling van gegevens zijn pragmatische oplossingen ontwikkeld.
Het beheer van het SPS is belegd bij het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Een evaluatie vindt plaats tweede en derde kwartaal 2023. Het SPS komt regelmatig bijeen om ervaringen en casuïstiek met elkaar te delen. Dit heeft reeds geresulteerd in het versnellen van lopende opsporingsonderzoeken en het instellen van nieuwe onderzoeken. Ook is gebleken dat dit kan resulteren in het doen van voorstellen voor listings.
Zelfmeldplicht
In het zevende sanctiepakket is de verplichting gecreëerd voor gesanctioneerde personen en entiteiten om binnen zes weken na sanctionering hun bezittingen te melden bij de bevoegde autoriteiten. In Nederland zijn vijf meldpunten ingericht waar gesanctioneerden hun bezittingen kunnen melden. Dit wordt vervolgens aan de Europese Commissie gerapporteerd. Tot op heden zijn twaalf meldingen binnengekomen.
Nieuwe handelsbeperkingen in 9e en 10e pakket
Op 16 december 2022 trad het 9e sanctiepakket in werking en op 25 februari 2023 werd het 10e pakket van kracht. Daarnaast werd op respectievelijk 5 december 2022 en 5 februari 2023 het prijsplafond voor Russische olie en voor Russische petroleumproducten ingevoerd.
9e pakket
Het negende pakket bestond o.a. uit aanvullende verboden ten aanzien van dronemotoren, dual-usegoederen, elektronische componenten, investeringen in de mijnbouw, reclamediensten en zitting nemen in raden van bestuur van Russische staatsbedrijven. Daarnaast zijn er beperkingen tegen vier Russische mediakanalen ingesteld. Er zijn 141 natuurlijke personen en 49 bedrijven gesanctioneerd waaronder militairen, Doemaleden, Ministers, gouverneurs en personen betrokken bij kindontvoeringen en aanvallen op burgerdoelen in Oekraïne. Verder zijn familieleden gesanctioneerd van reeds geliste personen en entiteiten die verantwoordelijk zijn voor de verspreiding van propaganda en desinformatie.
10e pakket
Het tiende pakket omvat nadere verboden ten aanzien van de export van kritische technologieën en industriële goederen (waaronder elektronische componenten), de import van asfalt en synthetisch rubber (vanwege het genereren van aanzienlijke opbrengsten voor Rusland) en doorvoer van dual-usegoederen. Ook bevat het tiende pakket een verbod op levering van ondergrondse opslagdiensten voor gas aan Russische partijen. Als gevolg hiervan kan Gazprom Export LLC gedurende de duur van de sanctie geen gebruik meer maken van de opslagcapaciteit voor werkgas in de gasopslag Bergermeer ten aanzien waarvan het de gebruiksrechten heeft (40% van de totale opslagcapaciteit van deze gasopslag). Tevens zijn er nieuwe rapportageverplichtingen ingevoerd om de effectiviteit van de maatregelen ten aanzien van bevriezingen van tegoeden en economische middelen beter in kaart te kunnen brengen. Er zijn ook 87 natuurlijke personen en 34 entiteiten gesanctioneerd waaronder banken, beleidsbepalers, militaire leiders, leden van de Wagnergroep en dronefabrikanten.
Daarnaast is het vanaf 27 maart 2023 verboden voor Russische onderdanen of in Rusland verblijvende natuurlijke personen om een positie te bekleden in de bestuursorganen van eigenaren en exploitanten van aangemerkte Europese kritieke infrastructuren en entiteiten in de lidstaten van de EU. Op basis van Richtlijn 2008/114/EG kunnen momenteel Europese kritieke infrastructuren worden aangewezen binnen de sectoren energie en vervoer. Op dit moment zijn in Nederland door het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (m.b.t. sector energie) en het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (m.b.t. sectoren vervoer) geen kritieke infrastructuren in Nederland aangemerkt als Europese kritieke infrastructuren. Dientengevolge wordt voldaan aan dit verbod en is er geen grondslag om deze sanctie breder binnen de nationale vitale infrastructuur toe te passen.
Richtlijn 2008/114/EG wordt met ingang van 18 oktober 2024 vervangen door Richtlijn 2022/2557. Deze richtlijn ziet nadrukkelijk op meer sectoren dan enkel energie en vervoer en biedt daarmee een verruiming van het bestaande Uniekader. Over de inhoud van de CER-richtlijn en de nationale implementatie wordt uw Kamer separaat geïnformeerd door de Minister van Justitie en Veiligheid middels een brief in het tweede kwartaal 2023. De CER-richtlijn verplicht lidstaten ertoe om uiterlijk op 17 juli 2026 entiteiten voor de in de bijlage vermelde sectoren en deelsectoren te identificeren. Het nieuwe verbod voor Russische onderdanen of in Rusland verblijvende natuurlijke personen om posities in bestuursorganen van specifieke kritieke entiteiten te bekleden zal vanaf 17 juli 2026 gelden voor alle kritieke entiteiten die door Nederland als zodanig zijn geïdentificeerd of aangemerkt. Dit verbod zal daarmee op termijn onderdeel zijn van de nationale implementatie van de CER-richtlijn en de hiermee samenhangende zorgplicht van aangemerkte kritieke entiteiten om te voldoen aan enerzijds de verplichtingen uit de CER-richtlijn en anderzijds de verplichtingen uit de sanctieverordeningen.
Strafbaarstelling en gebruik bevroren tegoeden
Op 2 december jl. heeft de Commissie een voorstel voor een richtlijn gepubliceerd om definities van strafbare feiten die verband houden met de schending van beperkende maatregelen van de Unie te harmoniseren. Het voorstel heeft als doel grensoverschrijdend onderzoek en vervolging te bevorderen alsmede de operationele doeltreffendheid van de nationale handhavingsketens te verbeteren om onderzoeken, vervolgingen en strafrechtelijke sancties te bevorderen. Het kabinet heeft uw Kamer met een BNC-fiche hierover geïnformeerd (Kamerstuk 22 112, nr. 3597). De strafmaat voor sanctie-overtredingen is bepaald in de Wet op de economische delicten en bedraagt maximaal zes jaar gevangenisstraf en maximaal 900.000 euro boete met daarnaast de mogelijkheid tot het ontnemen van de illegaal verkregen winst.
In overleg met de Europese Commissie wordt tevens actief nagedacht over hoe bevroren tegoeden gebruikt zouden kunnen worden ten behoeve van wederopbouw van Oekraïne. Het Zweeds Voorzitterschap heeft daaropvolgend recent het initiatief genomen voor een gestructureerde discussie hierover in de Raad. Daarin worden alle mogelijkheden verkend. Nederland heeft conform motie van het lid Van der Lee c.s. (Kamerstuk 36 045, nr. 142) recent het organiseren van een internationale conferentie aan de orde gesteld en zal samen met de Commissie de verkenning hierop voortzetten.
Belastingdienst
De Belastingdienst heeft de volgende acties uitgevoerd met betrekking tot de EU-sancties gericht op Rusland. Van de personen die op de EU-sanctielijst staan of daarmee verbonden zijn is gekeken of zij voorkomen in de systemen van de Belastingdienst. Dit heeft naar de stand van 22 maart 2023 geleid tot 305 signalen die aan een nadere handmatige beoordeling worden onderworpen. Inmiddels zijn 293 signalen beoordeeld en 12 signalen nog onderhanden.
Van de 293 beoordeelde signalen blijken er 22 signalen inderdaad betrekking te hebben op personen op de EU-sanctielijst (3) of op hiermee verbonden personen (19); 271 signalen leiden niet tot een voldoende link met de EU-sanctielijst.
De uitbetalingen aan en verrekeningen met vorderingen van gesanctioneerden en daarmee verbonden personen (totaal 22 gevallen tot 22 maart) zijn onmiddellijk geblokkeerd.
De FIOD maakt onderscheid in twee fases:
• fase 1 bevriezingen (totaal aantal signalen 89 per 3 april 2023)
• fase 2 ontduikingen (totaal aantal signalen 45 per 3 april 2023)
Dit onderscheid wordt gemaakt met het oog op een toename van signalen op het gebied van ontduikingen die mogelijk strijdig zijn met de sanctiebepalingen en de stabilisatie van de cijfers met betrekking tot de bevriezingen.
Douane
De Douane houdt toezicht op de naleving van de sanctiemaatregelen. Dit doet de Douane aan de hand van eigen analyses en ontvangen signalen van douanediensten uit andere lidstaten. In eerdere Kamerbrieven is een stand van zaken opgenomen over het toezicht van de Douane op de gesanctioneerde goederenstroom. In de bijlage van deze Kamerbrief is een actualisatie opgenomen over het toezicht van de Douane op vaartuigen, vliegtuigen en vracht.
Het toezichthouden op deze sanctiemaatregelen vraagt veel inzet van de Douane en vormt daarmee een grote opgave voor de organisatie. Om deze werkzaamheden goed te kunnen uitvoeren heeft de Douane extra capaciteit nodig. Hiertoe zijn tot en met 2026 extra middelen toegevoegd aan de begroting van Douane. De werving van nieuwe medewerkers is reeds in 2022 van start gegaan. De verwachting is dat de eerste medewerkers na afronding van hun opleiding in Q3/Q4 2023 inzetbaar zijn.
Het handhaven van de sanctiemaatregelen door de Douane gebeurt op verschillende manieren. Zo beoordeelt de Douane de in- en uitvoeraangiften van vracht- en koerierszendingen vanuit en naar Rusland en Belarus en controleert de Douane alle zendingen die geraakt worden door de vanwege de sancties ingestelde risicoprofielen. Vanaf 25 februari 2022 tot 3 april jl. zijn vanuit de Douane intern 374 zendingen voorgelegd bij de Centrale Dienst In- en Uitvoer (CDIU) vanwege mogelijke overtreding van de sanctiemaatregelen. Van de voorgelegde zendingen is één zending bevroren. De bevroren zending heeft een waarde van € 260.000. In tien van de voorgelegde zendingen betrof het een zending naar één van de uitwijklanden.
Wanneer de CDIU vaststelt dat er sprake is van een vermoedelijke overtreding van de sancties draagt zij de zaak over aan het Team Precursoren, strategische goederen en sanctiewetgeving (POSS) van de Douane. Dit team stelt vervolgens nader onderzoek in naar deze zendingen. Daarnaast verricht Team POSS onderzoeken naar signalen die van buiten de Douane komen over sanctieovertredingen en stelt het toezichtonderzoeken in bij bedrijven om na te gaan of de sancties worden nageleefd. Indien er een overtreding wordt geconstateerd, legt Team POSS dit voor aan het OM. Tot nu toe heeft dit in 37 gevallen geleid tot een strafrechtelijk onderzoek waarbij op verzoek van het OM een proces verbaal is, dan wel wordt, opgemaakt.
Daarnaast is de Douane alert op het tegengaan van omzeiling van sanctiemaatregelen door het vervoeren van gesanctioneerde goederen naar Rusland via zogenaamde uitwijklanden. Inmiddels zijn er ruim 14.500 aangiften geraakt door een uitwijkprofiel op Rusland om aan de hand van documenten zoals de factuur of de goederen te controleren of ze een eindgebruiker in het betreffende land hebben, of dat ze eigenlijk bestemd zijn om naar Rusland vervoerd te worden. Op Europees niveau werkt de Douane samen met de Europese Commissie en andere lidstaten om signalen die mogelijk op omzeiling wijzen uit te wisselen en te analyseren. Onder andere deze signalen worden gebruikt om de risicoprofielen ten aanzien van omzeiling aan te scherpen. Dit is een continu proces met als doel om omzeiling van de sanctiemaatregelen naar Rusland zoveel mogelijk tegen te gaan.
Ook houdt de Douane toezicht op vaartuigen en vliegtuigen die worden geraakt door de sanctiemaatregelen. Zo heeft de Douane eind januari jl. in het Waddengebied een van de vaartuigen tegengehouden die onder toezicht staat. Het vaartuig is gesommeerd om terug te varen naar de haven van Harlingen waarvandaan het schip was vertrokken. Daar bleek na onderzoek dat het vaartuig op weg was naar Rusland. Onder leiding van het OM wordt onderzoek gedaan naar mogelijke overtreding van de sancties.
Op 3 april jl. heeft de Kustwacht op de Noordzee vlak bij Oudeschild (Texel) een zeiljacht gesignaleerd dat in Rusland geregistreerd staat. De Douane is daarop ingeschakeld vanwege haar taak in het handhaven van sancties tegen Rusland. Het is namelijk verboden om luxegoederen, waaronder jachten, met een waarde van 50.000 euro of meer te verkopen, leveren, over te dragen of uit te voeren naar personen in Rusland of voor gebruik in Rusland. Na onderzoek door de Douane bleek dat de bemanning het jacht op verzoek van de eigenaar naar Rusland wilde varen. Het schip is onder toezicht van de Kustwacht teruggevaren naar de haven van IJmuiden. De Douane doet onder leiding van het Openbaar Ministerie verder onderzoek naar het schip en alle betrokken partijen. Dit zeiljacht is niet één van de in de bijlage genoemde 23 luxe vaartuigen die onder toezicht staan van de Douane als gevolg van de sanctiemaatregelen tegen Rusland.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
W.B. Hoekstra
Bijlage
Bevroren financiële tegoeden | € 644,5 miljoen |
Tegengehouden financiële transacties | € 863,4 miljoen |
Vaartuigen | 2 (waarde totaal ongeveer € 1 miljoen) |
Vliegtuigen | 5 (waarde € 70–80 miljoen per stuk) |
Vracht | 1 (waarde ongeveer € 260.000) |
Vastgoed | Door het Kadaster zijn drie aantekeningen geplaatst bij kadastrale objecten van 1 gesanctioneerde |
Vaartuigen
Er staan op dit moment 23 luxe vaartuigen1 onder toezicht die de huidige sanctiemaatregelen raken. Hiervan zijn zeventien vaartuigen in aanbouw, een in opslag en vijf in onderhoud. Ten aanzien van twee van de vaartuigen in onderhoud is een link met een op de Europese sanctielijsten genoemde persoon vastgesteld. Deze zijn dan ook bij het onderhoudsbedrijf bevroren. Deze vaartuigen hebben een gezamenlijke waarde van ongeveer 1 miljoen euro. Van drie vaartuigen wordt nog onderzocht of zij een link hebben met een op de Europese sanctielijsten genoemde personen. De totale waarde van de 23 vaartuigen schat de Douane bij benadering op 1,240 miljard euro.
Vliegtuigen
De Douane heeft in totaal zeven vliegtuigen onder toezicht die geraakt zijn door de sancties. Hiervan zijn vijf vliegtuigen bevroren. Hierover is uw Kamer reeds geïnformeerd in de Kamerbrief van 4 november jl. Ten opzichte van hetgeen in deze brief is opgenomen, zijn er geen nieuwe ontwikkelingen.
Vracht
In de haven van Rotterdam zijn sinds de eerste sancties ruim 48.700 zendingen in doorvoer met bestemming Rusland/Belarus gestopt en beoordeeld om vast te stellen of ze onder de sanctiemaatregelen vallen. Op dit moment staan er daarvan in totaal nog 28 met bestemming Rusland of Belarus ter beoordeling in verband met de sanctiemaatregelen.
Er zijn sinds het begin van de oorlog ruim 388.800 uitvoeraangiften van vracht- en koerierszendingen naar Rusland en Belarus beoordeeld. De Douane controleert alle zendingen die geraakt worden door de vanwege de sancties ingestelde risicoprofielen. De profielen hebben vooralsnog geresulteerd in bijna 37.000 fysieke controles of controles van de papieren voor uitvoer. De Douane heeft ruim 30.500invoeraangiften van vracht- en koerierszendingen vanuit Rusland en Belarus beoordeeld. De profielen hebben vooralsnog geresulteerd in bijna 3.500 fysieke controles of controles van de papieren voor invoer. Ook scant de Douane alle inkomende en uitgaande pakketpostzendingen naar Rusland en Belarus. Tot nu toe zijn er ruim 22.800 postzakken (met elk één of meerdere pakketten) gescand. Ruim 4.500 pakketten zijn geopend.
De stand van zaken van de meldingen, bevriezingen en tegengehouden transacties in de financiële sector is als volgt:
Banken | 2.827 | € 415.984.627 | € 859.058.122 |
Trustkantoren | 156 | € 227.614.732 | – |
Verzekeraars | 31 | € 67.507 | € 41.895 |
Pensioenfondsen | 36 | € 312.248 | € 3.893.839 |
Betaalinstellingen | 26 | € 511.131 | € 362.569 |
Beheerders van beleggingsinstellingen en beleggingsondernemingen | 22 | € 4.893.162 | – |
Totaal | 3.098 | € 644,5 miljoen | € 863,4 miljoen |
Ten opzichte van de vorige update aan uw Kamer is het bedrag aan bevroren tegoeden met bijna 100 miljoen euro toegenomen. Wijzigingen in bevroren tegoeden kennen verschillende oorzaken. Zo kan het toevoegen van personen of bedrijven aan de Europese sanctielijsten ervoor zorgen dat financiële instellingen nieuwe tegoeden bevriezen en het bedrag aan bevroren tegoeden toeneemt. Zoals ook bleek in de vorige update aan uw Kamer in november 2022 (Kamerstuk 36 045, nr. 120), kan het bedrag aan bevroren tegoeden ook afnemen doordat bedragen die eerst bevroren waren, later worden vrijgegeven. Dit kan doordat de initiële bevriezing door een instelling achteraf onterecht blijkt. Ook kan het zijn dat een bevriezing terecht was, maar doorwijziging van omstandigheden (zoals het op afstand zetten van gesanctioneerde delen van een bedrijf) niet langer nodig is. Daarnaast kan het zijn dat er op basis van de mogelijkheden in de Europese sanctieregelgeving een ontheffing is verleend, waardoor er toestemming is om een bedrag vrij te geven. Zie hieronder een overzicht van de verleende financiële ontheffingen sinds de start van de oorlog.
Rusland | 40 |
Belarus | 6 |
De Europese sanctieregelgeving biedt diverse mogelijkheden voor het verlenen van een ontheffing. Een voorbeeld is een ontheffing voor betalingen van contracten afgesloten voor sanctionering. Zo kan het zijn dat een bedrijf in Nederland een product of dienst heeft geleverd aan een Russische partij, voordat deze gesanctioneerd werd, en dat dit bedrijf nog een deel van de betaling tegoed heeft. Een andere mogelijkheid is het verlenen van een ontheffing die bijdraagt aan eerste levensbehoeften, zoals voedselzekerheid. Ook kan een ontheffing worden verleend voor het verlenen van rechtsbijstand.
In de vorige Kamerbrief vielen 24 vaartuigen onder verscherpt toezicht. Inmiddels is gebleken dat een vaartuig geen raking meer heeft met de sancties en staat deze daarmee niet meer onder verscherpt toezicht.↩︎