Advies van de Commissie m.e.r. over de reikwijdte en detailniveau van het milieueffectrapport Luchthavenbesluit Rotterdam The Hague Airport
Luchtvaartbeleid
Brief regering
Nummer: 2023D17635, datum: 2023-04-24, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-31936-1057).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat (Ooit VVD kamerlid)
- Commissie mer Advies over reikwijdte en detailniveau van het milieueffectrapport
- Beslisnota inzake Advies van de Commissie m.e.r. over de reikwijdte en detailniveau van het milieueffectrapport Luchthavenbesluit Rotterdam The Hague Airport
Onderdeel van kamerstukdossier 31936 -1057 Luchtvaartbeleid.
Onderdeel van zaak 2023Z07512:
- Indiener: M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2023-05-09 16:20: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2023-05-17 09:45: Procedurevergadering Infrastructuur en Waterstaat (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2023-06-27 16:30: Luchtvaart (Commissiedebat), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2023-06-29 14:45: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2023-09-07 09:30: Extra procedurevergadering commissie Infrastructuur en Waterstaat (groslijst controversieel verklaren) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 |
31 936 Luchtvaartbeleid
Nr. 1057 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 april 2023
Met deze brief wordt de Kamer geïnformeerd over het advies van de Commissie voor de milieueffectrapportage (hierna: Commissie) voor de inhoud van het milieueffectrapport (hierna: MER) onderliggend aan het luchthavenbesluit Rotterdam The Hague Airport (hierna: RTHA). De Commissie heeft ook de uitkomsten van het eerder doorlopen participatietraject1 en de zienswijzen bij haar advies betrokken. Het advies van de Commissie is als bijlage opgenomen in deze brief.
Ik dank de Commissie voor het deskundige advies. Naast een overzicht van de relevante beleidsstukken, de gebiedsopgaven in de omgeving van de luchthaven, de uitkomsten van het participatietraject, adviseert de Commissie inzicht te geven in de milieueffecten van het voorgenomen besluit en de alternatieven. Met het oog op verbetering van de leefomgeving adviseert de Commissie ook in te gaan op alternatieven met gelijkblijvende passagiersaantallen en minder ontwikkelruimte. Daarnaast wordt geadviseerd aanvullende maatregelenpakketten te onderzoeken om de hinder te beperken, en aandacht gevraagd voor de onderbouwing van de referentiesituatie. De Commissie beschouwt deze punten als essentiële informatie voor het MER.
Vervolg
In de rol van bevoegd gezag voor deze m.e.r.-procedure zal ik de reactie op het advies van de Commissie voor de m.e.r. tezamen met de beantwoording van de ingediende zienswijzen verwerken in een reactienota. De verwachting is dat de reactienota voor de zomer wordt gepubliceerd. Daarover wordt de Kamer geïnformeerd. Met de publicatie van de reactienota wordt de notitie reikwijdte en detailniveau voor het milieueffectrapport definitief vastgesteld.
Een onderdeel van de aanvraagprocedure voor een luchthavenbesluit is de economische onderbouwing. Deze onderbouwing wordt separaat door de luchthaven opgeleverd om bij de besluitvorming te worden betrokken en staat verder los van de m.e.r.-procedure.
De vereisten voor de economische onderbouwing staan beschreven in de luchtvaartnota.
De reactienota zal een beschrijving bevatten van de verder te volgen procedure en wat er nodig is om tot een aanvraag voor een luchthavenbesluit te komen dat eind 2024 vastgesteld kan worden.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
M.G.J. Harbers
Zie Kamerstuk 31 936, nr. 999↩︎