Memorie van toelichting
Jaarverslag en slotwet Staten-Generaal 2022
Memorie van toelichting
Nummer: 2023D17855, datum: 2023-05-17, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36360-IIA-4).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: H.G.J. Bruins Slot, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (Ooit CDA kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 36360 IIA-4 Jaarverslag en slotwet Staten-Generaal 2022.
Onderdeel van zaak 2023Z07577:
- Indiener: H.G.J. Bruins Slot, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2023-05-23 15:45: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2023-05-24 14:00: Slotwet Staten-Generaal 2022 (36360-IIA) (Inbreng feitelijke vragen), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2023-06-01 11:30: Procedurevergadering commissie Binnenlandse Zaken (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2023-07-06 14:45: Aanvang middagvergadering: STEMMINGEN (over alle onderwerpen tot en met 5 juli 2023) (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022–2023 |
36 360IIA | Jaarverslag en slotwet van de Staten-Generaal 2022 |
Nr. 4 |
|
A Artikelgewijze toelichting bij het wetsvoorstel
Wetsartikelen 1 tot en met 3
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 afzonderlijk bij wet vastgesteld en ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2022 wijzigingen aan te brengen in begrotingsstaat van de Staten-Generaal (IIA);
De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
H.G.J.Bruins Slot
B Artikelgewijze toelichting bij de begrotingsartikelen (slotverschillen)
1 Leeswijzer
De beleidsmatige mutaties en technische mutaties groter of gelijk aan de ondergrenzen in onderstaande staffel worden op het niveau van de financiële instrumenten (en eventueel artikelonderdeel) toegelicht.
1. Wetgeving en controle Eerste Kamer | Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln. Ontvangsten: 1 mln. |
Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 2 mln. |
2. Uitgaven ten behoeve van leden en oud-leden Tweede Kamer | Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln. Ontvangsten: 1 mln. |
Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 2 mln. |
3. Wetgeving en controle Tweede Kamer | Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 1 mln. |
Verplichtingen/Uitgaven: 4 mln. Ontvangsten: 2 mln. |
4. Wetgeving en controle Eerste en Tweede Kamer | Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln. Ontvangsten: 1 mln. |
Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 2 mln. |
10. Nog onverdeeld | Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln. Ontvangsten: 1 mln. |
Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 2 mln. |
2 Beleidsartikelen
2.1 Artikel 1. Wetgeving en controle Eerste Kamer
Op dit artikel is in 2022 circa € 1,1 mln. minder verplicht dan begroot.
Toelichting
De onderschrijding van de verplichtingruimte van € 1,1 mln. komt voor een groot deel doordat in een eerder jaar reeds meerjarige verplichtingen zijn aangegaan, die betrekking hebben op 2022. Daarnaast konden vacatures moeilijker worden ingevuld.
2.2 Artikel 2. Uitgaven ten behoeve van leden en oud-leden Tweede Kamer
Op dit artikel is in 2022 circa € 1,0 mln. meer verplicht dan begroot. Daarnaast zijn de uitgaven circa € 0,5 mln. lager uitgevallen.
Toelichting
Er is sprake van een overschrijding op het verplichtingenbudget (€ 1,7 mln.) en uitgavenbudget (€ 1,5 mln.) voor de Schadeloosstelling. Dit hangt samen met de betaalde eindheffing voor de werkkostenregeling over het jaar 2021. Deze is begin 2022 betaald.
Verder is er een onderschrijding van het verplichtingenbudget (€ 0,6 mln.) en uitgavenbudget (€ 2,0 mln.), dit wordt veroorzaakt door het aantal wachtgeldgerechtigden dat in 2022 lager was dan begroot.
2.3 Artikel 3. Wetgeving en controle Tweede Kamer
Op dit artikel is in 2022 circa € 12,6 mln. minder verplicht dan begroot. Daarnaast zijn de uitgaven circa € 4,4 mln. lager uitgevallen.
Toelichting
Op het onderzoekbudget is circa € 1,8 mln aan uitgaven- en verplichtingenbudget minder uitgegeven. De reden hiervan is dat er minder onderzoeken zijn uitgevoerd dan waar bij 2e suppletoire begroting 2022 vanuit werd gegaan.
Op het materiele budget is circa € 1,0 mln. aan uitgaven en verplichtingen minder uitgegeven. Dit komt omdat met SDU is overeengekomen dat vanaf het 4e kwartaal 2022 per kwartaal de werkelijk gemaakte kosten in rekening worden gebracht en geen voorschot meer wordt betaald. Verder zijn zowel de tarieven van de SDU als het aantal geproduceerde pagina's lager uitgevallen. Dit heeft ook geleid tot een lager bedrag dat is vastgelegd aan verplichtingen. Verder is het op het materiele budget € 0,8 mln. minder aan verplichtingen en uitgaven uitgegeven. De reden hiervan is dat er in 2022 minder werkzaamheden aan de parlementaire enquetes is uitgevoerd dan waar bij 2e suppletoire begroting werd uitgegaan.
Het verschil tussen het uitgaven- en verplichtingenbudget van circa € 8,2 mln. is onder meer te verklaren door de onderschrijding op het verplichtingenbudget door de verlenging en vastlegging van contracten (o.a. externe inhuur) in 2023 in plaats van in 2022.