Memorie van toelichting
Jaarverslag en slotwet Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 2022
Memorie van toelichting
Nummer: 2023D17865, datum: 2023-05-17, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36360-VIII-4).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: R.H. Dijkgraaf, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Mede ondertekenaar: A.D. Wiersma, minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 36360 VIII-4 Jaarverslag en slotwet Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 2022.
Onderdeel van zaak 2023Z07565:
- Indiener: R.H. Dijkgraaf, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Medeindiener: A.D. Wiersma, minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2023-05-17 10:45: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2023-05-23 15:45: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2023-05-24 12:00: Slotwet Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 2022 (Inbreng feitelijke vragen), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2023-06-15 10:15: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2023-06-26 10:00: Slotwet, Jaarverslag 2022 en de Staat van het Onderwijs 2023 en voortzetting beantwoording commissiedebat Kansengelijkheid in het funderend onderwijs (Wetgevingsoverleg), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2023-07-06 14:45: Aanvang middagvergadering: STEMMINGEN (over alle onderwerpen tot en met 5 juli 2023) (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022–2023 |
36 360VIII | Jaarverslag en slotwet Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 2022 |
Nr. 4 |
|
A Artikelgewijze toelichting bij het wetsvoorstel
Wetsartikelen 1 en 2
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 afzonderlijk bij wet vastgesteld en ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2022 wijzigingen aan te brengen in:
- de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;
- de begrotingsstaat inzake de agentschappen van dit ministerie.
De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
R.H. Dijkgraaf
De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs
A.D. Wiersma
B Artikelgewijze toelichting bij de begrotingsartikelen (slotverschillen)
Met dit wetsvoorstel wordt voorgesteld de begroting van de verplichtingen te verlagen met € 922,2 miljoen. De uitgaven worden verlaagd met € 705,3 miljoen. De ontvangsten worden verlaagd met € 4,9 miljoen.
1 Leeswijzer
De beleidsmatige mutaties en technische mutaties groter of gelijk aan de ondergrenzen in onderstaande staffel worden op het niveau van de financiële instrumenten (en eventueel artikelonderdeel) toegelicht.
< 50 | 1 | 2 |
=> 50 en < 200 | 2 | 4 |
=> 200 < 1000 | 5 | 10 |
=> 1000 | 10 | 20 |
2 De beleidsartikelen
2.1 Beleidsartikel 1. Primair onderwijs
Toelichting
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 6,8 miljard verlaagd.
Toelichting per instrument:
Bekostiging
Het verplichtingenbudget op de bekostiging is per saldo met € 6,5 miljard verlaagd. Dit komt met name door een verlaging van € 6,2 miljard op de verplichtingenstand van de hoofdbekostiging van het primair onderwijs. Deze verlaging is een correctie op een eerdere verhoging van de hoofdbekostiging in de Tweede Suppletoire Begroting. Vanaf 2023 is er sprake van kalenderjaar bekostiging en worden de (kas)uitgaven voor het gehele kalenderjaar verplicht in het voorgaande kalenderjaar (in 2022 zijn de (kas)uitgaven voor de gehele bekostiging in 2023 verplicht). De verplichtingenruimte is in de Tweede Suppletoire Begroting met 12/12e verhoogd, terwijl dit 5/12e van het volledige bedrag had moeten zijn. In de Slotwet is dit gecorrigeerd. Tevens is er € 127,8 miljoen minder verplicht op de bekostiging van het primair onderwijs vanwege onderuitputting op dit budget, dit heeft ook grotendeels te maken met de overgang van de schooljaar bekostiging systematiek naar kalenderjaar bekostiging.
Subsidies
Er is per saldo € 29,4 miljoen minder verplicht op subsidies. Dit heeft te maken met een verlaging van € 32,3 miljoen op de verplichtingen van de overige subsidies. Het betreft bijvoorbeeld de subsidies voor onderwijsconsulenten, de aanpak van het lerarentekort en enkele andere kleine regelingen.
Bijdragen aan medeoverheden
Er is per saldo € 292,7 miljoen minder verplicht op het instrument bijdragen aan medeoverheden. Dit wordt grotendeels veroorzaakt doordat er € 276,0 miljoen minder verplicht is op het budget voor huisvesting noodlocaties voor Oekraïense vluchtelingen. De verplichtingenrealisatie valt lager uit dan begroot doordat het aantal aanvragen lager is dan geraamd. Daarnaast is er op het budget voor ventilatie sprake van een overlopende verplichting van € 54,8 miljoen. Dit budget is in de Brief ‘Beleidsmatige mutaties na Najaarsnota 2022’ genoemd en zal in 2023 weer aan de begroting van OCW worden toegevoegd. Ten slotte wordt er 35,0 miljoen meer verplicht op het Nationaal Programma Onderwijs. Deze tegenvaller is ontstaan doordat de schooljaren 2021-2022 en 2022-2023 al in 2021 waren verplicht, maar een deel van de beschikkingen pas in 2022 kwamen terwijl hier geen verplichtingenbudget voor was.
Uitgaven
Het budget wordt met € 297,2 miljoen verlaagd.
Toelichting per instrument:
Bekostiging
Het uitgavenbudget op de bekostiging is met € 78,8 miljoen afgenomen. Dit wordt met name veroorzaakt door een overlopende verplichting op de nieuwkomersbekostiging van € 51,1 miljoen die niet voor het jaar 2022 is bestemd maar voor 2023. Doordat de teldatum van het aantal nieuwkomers op 1 november 2022 ligt, wordt er pas in 2023 uitbetaald. Dit budget is in de Brief ‘Beleidsmatige mutaties na Najaarsnota 2022’ genoemd en zal in 2023 weer aan de begroting van OCW worden toegevoegd. Daarnaast is er € 11,1 miljoen minder uitgegeven dan begroot op de nieuwkomersbekostiging voor Oekraïne.
Subsidies
Er is per saldo € 8,4 miljoen minder gerealiseerd op het instrument subsidies. Dit heeft voornamelijk te maken met de overige subsidies. Het betreft bijvoorbeeld de subsidies voor onderwijsconsulenten (€ 2,5 miljoen), de aanpak van het lerarentekort (€ 4,2 miljoen) en enkele andere kleine regelingen.
Opdrachten
Er is per saldo € 13,6 miljoen minder gerealiseerd op het instrument opdrachten. Dit wordt met name veroorzaakt door € 5,7 miljoen onderuitputting op het budget voor zelftesten. Daarnaast vallen de uitgaven op de CA-middelen € 4,9 miljoen lager uit dan begroot als gevolg van minder uitgaven op de budgetten voor het versterken van de onderwijskwaliteit, kansengelijkheid en leraren.
Bijdragen aan medeoverheden
Er is per saldo € 196,1 miljoen minder gerealiseerd op het instrument bijdragen aan medeoverheden. Dit wordt grotendeels veroorzaakt door een meevaller van € 140,7 miljoen op het budget voor huisvesting noodlocaties voor Oekraïense vluchtelingen. Deze meevaller is ontstaan doordat er minder aanvragen waren dan geraamd. Daarnaast is er op het budget voor ventilatie een overlopende verplichting van € 54,8 miljoen, zoals reeds gemeld in de Brief ‘Beleidsmatige mutaties na Najaarsnota 2022’.
Ontvangsten
Het budget wordt met € 9,3 miljoen verhoogd. De grootste ontvangsten zijn komen door vermindering personele bekostiging (€ 5,0 miljoen) en sancties (€ 1,5 miljoen).
2.2 Beleidsartikel 3. Voortgezet onderwijs
Toelichting
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 1,1 miljard verlaagd.
Toelichting per instrument:
Bekostiging
Er is per saldo € 739,7 miljoen minder verplicht op de bekostiging. Dit komt met name doordat er € 679,9 miljoen minder is verplicht op de reguliere bekostiging van voortgezet onderwijs instellingen vanwege minder leerlingen in de definitieve telling in vergelijking met de voorlopige telling. Daarnaast is er € 57,5 miljoen minder verplicht op het Nationaal Programma Onderwijs. Het betreft hier minder bekostiging wat is verstrekt aan scholen ten opzichte van wat geraamd was.
Subsidies
Er is per saldo € 25,7 miljoen minder verplicht aan subsidies. Dit komt met name door een meevaller van € 33,1 miljoen op het Nationaal Programma onderwijs budget regeling brede brugklassen. Deze meevaller wordt veroorzaakt door minder aanvragen dan geraamd. Daarnaast is er op het budget Overige subsidies € 12,9 miljoen minder uitgegeven. Dit is te verklaren door onderbesteding op de ontvangen CA-middelen, zoals techniek havo en burgerschap. Ten slotte is er een tegenvaller van € 33,1 miljoen op het Nationaal Programma Onderwijs budget regeling brede brugklassen. Deze meevaller wordt veroorzaakt door minder aanvragen dan geraamd.
Opdrachten
Er is per saldo € 50,8 miljoen minder verplicht op het instrument opdrachten. Dit wordt met name veroorzaakt door een verlaging van de verplichtingenstand op het budget in- en uitbesteding van € 41,5 miljoen. Deze onderbesteding is te verklaren door de toegekomen CA-middelen, zoals een onderbesteding op basisvaardigheden monitoring, veilig digitaal en burgerschap. Vanwege de korte tijd konden meerdere plannen niet op tijd worden uitgewerkt én uitgevoerd.
Bijdragen aan medeoverheden
Er is per saldo € 256,8 miljoen minder verplicht op het instrument bijdragen aan medeoverheden. Dit wordt met name veroorzaakt doordat er € 221,8 miljoen minder is verplicht op het budget voor huisvesting noodlocaties voor Oekraïense vluchtelingen. De verplichtingenrealisatie valt lager uit dan begroot vanwege onderuitputting op de regeling. Daarnaast is er € 35,0 miljoen minder verplicht op het Nationaal Programma Onderwijs dan geraamd.
Uitgaven
Het budget wordt met € 352,5 miljoen verlaagd.
Toelichting per instrument:
Bekostiging
Het uitgavenbudget op de bekostiging is met € 35,1 miljoen afgenomen. Dit komt met name doordat er € 20,1 miljoen minder is gerealiseerd op de bekostiging van voortgezet onderwijs instellingen. Dit wordt verklaard door een meevaller op de maatregelen op examens van € 12,0 miljoen en door minder leerlingen in het voortgezet onderwijs in de definitieve telling ten opzichte van de voorlopige telling, wat heeft geresulteerd in een meevaller van € 8,0 miljoen. Daarnaast is er € 11,8 miljoen minder uitgegeven op het Nationaal Programma Onderwijs. Deze meevaller is onder andere ontstaan door het instellen van de duimregeling, waardoor minder leerlingen een herkansing hebben gedaan op de examens. Hierdoor heeft OCW scholen minder hoeven compenseren voor de maatregelen examens 2022.
Subsidies
Er is per saldo € 53,0 miljoen minder gerealiseerd op het instrument subsidies. Dit komt met name door een meevaller van € 33,1 miljoen op het Nationaal Programma Onderwijs budget regeling brede brugklassen. Deze meevaller wordt veroorzaakt door minder aanvragen dan geraamd. Daarnaast is er op het budget Overige subsidies € 16,3 miljoen minder uitgegeven. Dit is te verklaren door onderbesteding op de ontvangen CA-middelen, zoals techniekhavo en burgerschap. Vanwege de korte tijd konden meerdere plannen niet op tijd worden uitgewerkt én uitgevoerd.
Opdrachten
Er is per saldo € 36,4 miljoen minder gerealiseerd op het instrument opdrachten. Dit wordt met name veroorzaakt doordat er € 27,9 miljoen minder is uitgegeven op het budget in- en uitbesteding. Deze onderbesteding is te verklaren door de toegekomen CA-middelen, zoals basisvaardigheden, monitoring, veilig digitaal en burgerschap. Vanwege de korte tijd konden meerdere plannen niet op tijd worden uitgewerkt én uitgevoerd. Daarnaast is er op het budget zelftesten € 8,5 miljoen minder verplicht vanwege twee oorzaken; er was minder budget nodig voor zelftesten omdat corona minder aanwezig was in de samenleving en de facturen van het laatste deel van 2022 waren nog niet binnen.
Ontvangsten
Het budget wordt met € 1,0 miljoen verhoogd.
2.3 Beleidsartikel 4. Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie
Toelichting
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 17,6 miljoen verhoogd.
Toelichting per instrument:
Subsidies
De verplichtingen op het instrument subsidies worden met € 26,1 miljoen verhoogd. Deze overschrijding wordt met name veroorzaakt door een verhoging van het verplichtingenbudget op overige subsidies van € 45,0 miljoen. Zoals eerder gemeld in de veegbrief komt dit doordat de CA-maatregelen voor de jaren 2023 tot en met 2027 in 2022 al meerjarig zijn verplicht. Daarnaast wordt er € 7,6 miljoen minder verplicht op de subsidie praktijkleren omdat er minder subsidie voor leerwerkbanen is aangevraagd. Tevens is er € 7,1 miljoen minder uitgegeven op het budget overige subsidies.
Uitgaven
Het budget wordt met € 84,7 miljoen verlaagd.
Toelichting per instrument:
Subsidies
De uitgaven op het instrument subsidies worden met € 68,8 miljoen verlaagd. Dit wordt met name veroorzaakt door een verlaging van 52,1 miljoen op het budget Maatschappelijke diensttijd (MDT). Zoals reeds gemeld in de Brief ‘Beleidsmatige mutaties na Najaarsnota 2022’ is dit verschil ontstaan doordat er in 2022 subsidieverplichtingen worden aangegaan die niet in 2022, maar pas in latere jaren tot kasgevolgen leiden.
Opdrachten
De uitgaven op het instrument opdrachten worden met € 12,9 miljoen verlaagd. Dit wordt met name veroorzaakt door een meevaller van € 6,6 miljoen op het budget voor zelftesten.
Ontvangsten
Het budget wordt met € 1,6 miljoen verhoogd.
2.4 Beleidsartikel 6. Hoger beroepsonderwijs
Toelichting
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 58,5 miljoen verlaagd. Dit bedrag is hoger dan bij de uitgaven vanwege de garantieverplichtingen. Er is per saldo voor € 7,5 miljoen aan garantieverplichtingen komen te vervallen.
Toelichting per instrument:
Subsidies
Het verplichtingenbudget op subsidies is met € 48,0 miljoen verlaagd. Dit wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door projecten uit het Nationaal Groeifonds (NGF). Het betreft onderuitputting van € 39,1 miljoen op het budget van het NGF project Nationale Leven Lang Ontwikkelen (llo) katalysator. Ook op het NGF project Digitaliseringsimpuls onderwijs is € 8,6 miljoen minder is minder gerealiseerd dan geraamd.
Uitgaven
Het budget wordt met € 51,2 miljoen verlaagd.
Toelichting per instrument:
Subsidies
Het uitgavenbudget op subsidies is met € 48,1 miljoen verlaagd. Dit wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door projecten uit het Nationaal Groeifonds (NGF). Het betreft onderuitputting van € 39,1 miljoen op het budget van het NGF project Nationale Leven Lang Ontwikkelen (llo) katalysator. Ook op het NGF project Digitaliseringsimpuls onderwijs is € 8,6 miljoen minder is minder gerealiseerd dan geraamd.
2.5 Beleidsartikel 7. Wetenschappelijk onderwijs
Toelichting
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 30,6 miljoen verlaagd. Dit bedrag is hoger dan bij de uitgaven vanwege de garantieverplichtingen. Per saldo is er voor € 12,7 miljoen aan garantieverplichtingen komen te vervallen.
Uitgaven
Het budget wordt met € 19,1 miljoen verlaagd.
Toelichting per instrument:
Opdrachten
Op het instrument opdrachten is in 2022 € 15,6 miljoen minder gerealiseerd. Dit wordt veroorzaakt door onderuitputting op het budget van de zelftesten van € 14,5 miljoen.
2.6 Beleidsartikel 8. Internationaal beleid
Toelichting
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 4,7 miljoen verlaagd. Dit komt voornamelijk door een verplichting op het instrument opdrachten die reeds in 2020 is aangegaan voor meerdere jaren, waardoor de verplichtingenruimte in 2022 niet meer nodig bleek.
Uitgaven
Het budget wordt met € 0,4 miljoen verlaagd.
Ontvangsten
De ontvangsten worden met € 0,9 miljoen verhoogd.
2.7 Beleidsartikel 9. Arbeidsmarkt en personeelsbeleid
Toelichting
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 21,3 miljoen verlaagd.
Toelichting per instrument:
Bekostiging
Het verplichtingenbudget op de bekostiging is per saldo met € 7,2 miljoen afgenomen. Dit komt met name doordat er minder is verplicht op het budget Tegemoetkoming kosten opleidingsscholen. Dit valt te verklaren doordat er een lager aantal studenten is opgeleid via Samen Opleiden & Professionliseren dan vooraf geraamd. Daarnaast zijn er minder aspiranten gestart dan beoogd, doordat niet alle aanvragen aan de vereisten voldeden.
Subsidies
Het verplichtingenbudget op de subsidies is per saldo met € 14,0 miljoen afgenomen. Dit komt met name doordat er € 7,5 miljoen minder is verplicht op het budget zij-instroom, vanwege minder aanvragen op de regelingen Korte Scholingstrajecten VO en MBO instructeursbeurs.
Uitgaven
Het budget wordt met € 15,9 miljoen verlaagd.
Subsidies
De uitgaven op de subsidies zijn per saldo met € 9,5 miljoen afgenomen. Dit komt met name doordat er € 5,5 miljoen minder is gerealiseerd op de lerarenbeurs. Dit verschil wordt veroorzaakt doordat er minder aanvragen zijn ingediend dan vooraf geraamd. Daarnaast is er € 3,1 miljoen minder gerealiseerd op het budget zij-instroom, vanwege minder aanvragen op de regelingen Korte Scholingstrajecten VO en MBO instructeursbeurs.
2.8 Beleidsartikel 11. Studiefinanciering
Toelichting
Verplichtingen en uitgaven
De verplichtingen en uitgaven worden met € 235,0 miljoen verlaagd.
Toelichting per instrument:
Inkomensoverdracht
Per saldo wordt op het instrument inkomensoverdracht € 49,9 miljoen minder gerealiseerd dan was begroot. Dit komt met name door de aansluiting bij lagere realisatie. Tevens is er een meevaller van € 16,1 miljoen op het budget voor het kwijtschelden van DUO-schulden voor gedupeerde ouders van de kinderopvangtoeslagaffaire ontstaan. In het najaar werd een tegenvaller op dit budget verwacht van € 40,0 miljoen, daarom is de begroting van artikel 11 met € 40,0 miljoen verhoogd voor deze uitgaven bij de tweede suppletoire begroting. Deze tegenvaller blijkt lager uit te vallen dan verwacht; hierdoor doet er zich nu een meevaller voor van € 16,1 miljoen.
Leningen
Per saldo wordt op het instrument leningen € 185,2 miljoen minder gerealiseerd. De niet-relevante rentedragende lening is naar beneden bijgesteld met € 52,9 miljoen euro. Dit komt deels omdat uit de realisatiegegevens van DUO blijkt dat er meer is geleend dan was geraamd, maar ook deels omdat er minder prestatiebeurzen zijn omgezet in een lening (€ 6,1 miljoen). De niet-relevante uitgaven op het collegegeldkrediet en leven lang leren krediet zijn naar beneden bijgesteld met respectievelijk € 48,7 en € 6,2 miljoen. Uit de realisatiegegevens van DUO blijkt dat de uitgaven op deze posten lager zijn dan geraamd. De niet-relevante overige uitgaven zijn naar beneden bijgesteld met € 51,0 miljoen euro op basis van realisatiegegevens van DUO.
Ontvangsten
Er is voor € 116,2 miljoen meer gerealiseerd aan ontvangsten dan begroot.
Toelichting per instrument:
Ontvangsten
De niet-relevante ontvangsten op de terugontvangen leningen zijn met € 109,3 miljoen euro naar boven bijgesteld. Uit de realisatiegegevens van DUO blijkt dat er een hoger bedrag is terugbetaald aan leningen.
2.9 Beleidsartikel 12. Tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten
Toelichting
Verplichtingen en uitgaven
De verplichtingen en uitgaven worden met € 1,9 miljoen verlaagd.
Ontvangsten
Het budget wordt met € 0,2 miljoen verhoogd.
2.10 Beleidsartikel 13. Lesgeld
Toelichting
Ontvangsten
Het budget wordt met € 3,5 miljoen verlaagd.
Toelichting per instrument:
Ontvangsten
De lesgeldontvangsten worden op basis van de realisatiegegevens met € 3,5 miljoen omlaag bijgesteld.
2.11 Beleidsartikel 14. Cultuur
Toelichting
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 93,3 miljoen verlaagd.
Toelichting per instrument:
Bekostiging
Er is per saldo € 60,7 miljoen minder aan verplichtingen gerealiseerd op de bekostiging. Dit is met name ontstaan door minder verplichtingen op de bekostiging van de monumentenzorg van € 71,4 miljoen. De registratie van verplichtingen op dit budget verloopt anders dan bij alle andere budgetten en is ingewikkeld door de wijze waarop de SIM (Subsidieregeling Instandhouding Monumenten) wordt gefinancierd. Pas na afloop van het boekjaar ontvangt het departement een definitieve opgave van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed op grond waarvan duidelijk wordt hoe hoog de aangegane verplichtingen zijn. Om overschrijdingen te voorkomen wordt de raming ruim aangehouden en daardoor blijft meestal een ruim bedrag over bij Slotwet.
Subsidies
Op het budget subsidies is € 24,5 miljoen minder verplicht dan geraamd. Dit komt met name door het verplaatsen van oude verplichtingen naar het begrotingsinstrument bijdragen aan medeoverheden. Hierdoor is de verplichtingenrealisatie op het budget overige subsidies € 14,8 miljoen lager dan geraamd.
Garanties
Het budget van de garantieverplichtingen is per saldo verlaagd met € 26,5 miljoen. Er is in het laatste kwartaal van 2022 € 66,7 miljoen aan garanties verleend en er is € 93,2 miljoen aan garanties komen te vervallen.
Uitgaven
Het budget wordt met € 13,1 miljoen verlaagd.
Subsidies
Op het budget subsidies is € 15,3 miljoen minder uitgegeven dan geraamd. Dit komt met name door een verlaging van de uitgaven van € 6,1 miljoen op het budget programma leesbevordering. Dit heeft hoofdzakelijk een juridische reden, omdat € 6,1 miljoen niet als subsidie mocht worden uitgevoerd, maar als opdracht moest worden gerealiseerd.
Daarnaast is er € 5,0 miljoen minder gerealiseerd op het Actieplan cultuur op de publieke omroep. Om aan te sluiten op de liquiditeitsbehoefte die blijkt uit de plannen en begroting van de NPO vindt de betaling van dit bedrag plaats in 2023. Uitbetaling in 2022 zou onrechtmatig zijn geweest. Deze meevallers lopen in de eindejaarsmarge. Hiervoor geldt dat er een integrale afweging over de inzet van de eindejaarsmarge plaatsvindt bij de voorjaarsnota.
Ontvangsten
Het budget wordt met € 2,4 miljoen verhoogd.
2.12 Beleidsartikel 15. Media
Toelichting
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 35,7 miljoen verhoogd.
Toelichting per instrument:
Bekostiging
De verplichtingen op het instrument bekostiging worden verhoogd met € 39,3 miljoen. Het verplichtingenbudget op de Algemene Mediareserve (AMr) is verhoogd met € 38,9 miljoen. De hogere dotatie aan de AMr is voornamelijk het gevolg van hogere reclameopbrengsten van de STER dan geraamd.
Uitgaven
De uitgaven worden met € 38,2 miljoen verhoogd.
Toelichting per instrument:
Bekostiging
De uitgaven op het instrument bekostiging worden verhoogd met € 39,2 miljoen. Het uitgavenbudget op de Algemene Mediareserve (AMr) is verhoogd met € 38,9 miljoen. De hogere dotatie aan de AMr is voornamelijk het gevolg van hogere reclameopbrengsten van de STER dan geraamd.
Ontvangsten
Het budget wordt met € 38,9 miljoen verhoogd.
Toelichting per instrument:
Ontvangsten
De reclameopbrengsten van de STER zijn met € 38,9 miljoen verhoogd.
2.13 Beleidsartikel 16. Onderzoek en wetenschapsbeleid
Toelichting
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 19,4 miljoen verhoogd.
Toelichting per instrument:
Bekostiging
Er is in totaal € 21,0 miljoen meer verplicht op de bekostiging. Dit komt met name door een ophoging van € 22,6 miljoen van het verplichtingenbudget van het NWO. Zoals reeds gemeld in de Brief ‘Beleidsmatige mutaties na Najaarsnota 2022’ is dit gedaan om te kunnen voldoen aan de aangegane verplichtingen.
Uitgaven
Het budget wordt met € 4,9 miljoen verlaagd.
2.14 Beleidsartikel 25. Emancipatie
Toelichting
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 0,08 miljoen verlaagd.
Uitgaven
De uitgaven worden met € 0,9 miljoen verlaagd.
Ontvangsten
Het ontvangsten wordt met € 0,4 miljoen verhoogd.
3 De Niet-Beleidsartikelen
3.1 Niet-beleidsartikel 91. Nog onverdeeld
Toelichting
Artikel 91 dient als intermediair totdat de exacte verdeling over de betrokken artikelen bekend is. Op dit artikel worden dus geen feitelijke uitgaven verantwoord.
3.2 Niet-beleidsartikel 95. Apparaat Kerndepartement
Toelichting
Verplichtingen en uitgaven
De verplichtingen worden met € 10,2 miljoen verlaagd. Dit komt met name door een meevaller van € 11,3 miljoen op de materiële uitgaven.
Uitgaven
De uitgaven worden met € 13,8 miljoen verlaagd. Dit komt met name door een meevaller van € 11,3 miljoen op de materiële uitgaven.
Ontvangsten
Het budget wordt met € 0,4 miljoen verhoogd.