Stand van zaken implementatie richtlijnen in het eerste kwartaal 2023
Uitvoering EU-Richtlijnen
Brief regering
Nummer: 2023D18276, datum: 2023-05-01, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-21109-260).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken (Ooit CDA kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 21109 -260 Uitvoering EU-Richtlijnen.
Onderdeel van zaak 2023Z07759:
- Indiener: W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- 2023-05-11 11:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Europese Zaken
- 2023-05-23 15:45: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 |
21 109 Uitvoering EU-Richtlijnen
Nr. 260 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 mei 2023
Hierbij bied ik u het periodieke overzicht aan van de stand van zaken bij de implementatie van EU-richtlijnen in de Nederlandse wet- en regelgeving aan het einde van het eerste kwartaal van 2023.
In deze brief wordt eerst ingegaan op de implementatieachterstand zoals die op 31 maart 2023 gold. Daarna worden de oorzaken van deze achterstand behandeld en worden de richtlijnen die het volgende kwartaal moeten worden geïmplementeerd genoemd. Vervolgens volgt een opsomming van de ingebrekestellingprocedures die de Europese Commissie tegen Nederland is gestart als gevolg van niet-tijdige implementatie. Mede op verzoek van uw Kamer zijn ook de lopende infracties wegens (vermeende) onjuiste implementatie in het overzicht ingebrekestellingen per departement opgenomen.
Huidige achterstand
De achterstand per 1 april 2023 bedroeg 12 richtlijnen t.o.v. 12 richtlijnen in het vorige kwartaal. In het 1e kwartaal van 2023 zijn 2 achterstallige richtlijnen geïmplementeerd. Er zijn in dit kwartaal 2 nieuwe richtlijnen in overschrijding bijgekomen.
De 12 achterstallige richtlijnen zijn aan de volgende ministeries toegedeeld: BZK (1), EZK (1), FIN (1), IenW (3), JenV (3), SZW (1) en VWS (2).
De overschrijding van de implementatiedatum varieert sterk, van 41 tot 820 dagen. Een exacte aanduiding van de overschrijding per richtlijn is te vinden in bijgevoegd kwartaaloverzicht.
Achterstanden en hun oorzaken
Wat betreft de oorzaken voor de implementatieachterstand ultimo eerste kwartaal 2023 speelt een aantal factoren een rol. Deze factoren worden hieronder per ministerie toegelicht.
BZK
RICHTLIJN (EU) 2019/1024 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 20 juni 2019 inzake open data en het hergebruik van overheidsinformatie
Uiterste implementatiedatum: 17 juli 2021
Richtlijn (EU) 2019/1024 wordt geïmplementeerd door een wijziging van de Wet hergebruik van overheidsinformatie en enkele andere wetten (citeertitel: Wet implementatie Open data richtlijn). Wegens prioritering van COVID-19-wetgeving en gebrek aan capaciteit heeft de voorbereiding van dit wetsvoorstel vertraging opgelopen. Op 28 juni 2022 heeft de Autoriteit Persoonsgegevens over het voorstel advies uitgebracht. Op 24 oktober 2022 heeft de Afdeling advisering van de Raad van State advies uitgebracht. De verwachting is dat het wetsvoorstel samen met het nader rapport in de eerste helft van 2023 aan de Tweede Kamer zal worden gezonden.
EZK
RICHTLIJN (EU) 2019/944 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 5 juni 2019 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit en tot wijziging van Richtlijn 2012/27/EU (herschikking)
Uiterste implementatiedatum: 31 december 2020
Richtlijn (EU) 2019/944 wordt geïmplementeerd door een voorstel van wet houdende regels over energiemarkten en energiesystemen (Energiewet). Het conceptwetsvoorstel is op 8 juli 2022 voor advies voorgelegd aan de Afdeling advisering van de Raad van State. Het advies is in februari 2023 uitgebracht. Indiening bij de Tweede Kamer wordt voor de zomer voorzien. De implementatie is onder meer vertraagd door de complexiteit van het doorgronden van het bereik en de betekenis van de richtlijnvoorschriften, het noodzakelijke overleg met de stakeholders en de tijd die de Raad van State nodig heeft gehad voor het advies. Overigens zijn aanzienlijke delen van Richtlijn 2019/944 reeds in de huidige Elektriciteitswet en onderliggende regelgeving geïmplementeerd. Op 14 maart 2022 is een mededeling van partiële implementatie gepubliceerd in de Staatscourant (Stcrt. 2022, nr. 6101) en deze is genotificeerd bij de Europese Commissie.
FIN
RICHTLIJN (EU) 2021/338 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 16 februari 2021 tot wijziging van Richtlijn 2014/65/EU wat betreft informatievereisten, productgovernance en positielimieten, en Richtlijnen 2013/36/EU en (EU) 2019/878 wat betreft de toepassing daarvan op beleggingsondernemingen, om bij te dragen aan het herstel van de COVID-19-crisis
Uiterste implementatiedatum: 28 november 2021
Op grond van de richtlijn herstelpakket beleggingsondernemingen (richtlijn nr. 2021/338) worden enige informatieverplichtingen waaraan beleggings-ondernemingen moeten voldoen, geschrapt of opgeschort teneinde de daarmee verband houdende nalevingskosten te verminderen. Die richtlijn wijzigt tevens het toepassingsbereik van de verplichting om met betrekking tot grondstoffen-derivaten positielimieten toe te passen. De richtlijn wordt geïmplementeerd via de Implementatiewet richtlijn herstelpakket beleggingsondernemingen en het bijbehorende implementatiebesluit. De implementatiewet is op 5 april jl. in werking getreden; het implementatiebesluit wordt op korte termijn ter advisering voorgelegd aan de Raad van State. Nederland is op 27 januari 2022 in gebreke gesteld wegens de overschrijding van de implementatietermijn van deze richtlijn.
I&W
RICHTLIJN (EU) 2019/1936 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 23 oktober 2019 tot wijziging van Richtlijn 2008/96/EG betreffende het beheer van de verkeersveiligheid van weginfrastructuur
Uiterste implementatiedatum: 17 december 2021
Richtlijn (EU) 2019/1936 wordt geïmplementeerd door een wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en de invoering van een nieuwe algemene maatregel van bestuur (amvb) en ministeriële regeling. Medio december 2022 is het wetsvoorstel zonder stemming aangenomen door de Tweede Kamer. Medio februari 2023 heeft de Raad van State laten weten geen opmerkingen te hebben bij de op dit wetsvoorstel gebaseerde ontwerpamvb en geadviseerd de amvb te nemen.
De (gewijzigde) richtlijn gaat over de verkeersveiligheid van weginfrastructuur. In een eerder stadium van de voorbereiding is ervoor gekozen om in het wetsvoorstel niet alleen regels op te nemen ter implementatie van deze richtlijn maar ook regels met betrekking tot de verkeersongevallenregistratie. De reden hiervoor is dat deze onderwerpen met elkaar samenhangen.
De verwachting was dat laatstgenoemde wetsvoorstel eind 2021 aan de Tweede Kamer aangeboden kon worden. Dit is echter niet haalbaar gebleken. Ten behoeve van dat wetsvoorstel is bij verschillende partijen juridisch advies ingewonnen. Een aantal adviezen is later dan gepland opgeleverd. Bovendien blijkt dat voor de verkeersongevallenregistratie nadere analyse nodig is om exact vast te stellen welke persoonsgegevens worden verwerkt en hoe ze worden verwerkt. Dit is noodzakelijk om een juridisch sluitende grondslag te kunnen creëren waarmee aan alle eisen van de Algemene verordening gegevens-bescherming wordt voldaan.
Het voorgaande heeft ertoe geleid dat de implementatie van de richtlijn is vertraagd. Op 26 november 2021 is de Tweede Kamer hierover geïnformeerd.1 Om verdere vertraging zoveel mogelijk te voorkomen is daarna ervoor gekozen een apart wetsvoorstel in te dienen voor de implementatie van de richtlijn.
RICHTLIJN (EU) 2017/2397 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 12 december 2017 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties in de binnenvaart en tot intrekking van de Richtlijnen 91/672/EEG en 96/50/EG van de Raad
Uiterste implementatiedatum: 17 januari 2022
Richtlijn (EU) 2017/2397 wordt geïmplementeerd door wijzigingen op verschillende niveaus van regelgeving, waaronder een wijziging van de Binnenvaartwet en het Binnenvaartbesluit. Het wetsvoorstel tot wijziging van de Binnenvaartwet is in de eerste weken van februari 2023 aanhangig gemaakt bij de Tweede Kamer. De wijziging van het Binnenvaartbesluit zal zo spoedig mogelijk daarna worden aangeboden aan de Raad van State voor advies. Om problemen door de overschrijding van de implementatietermijn zo veel mogelijk te voorkomen, is de richtlijn gedeeltelijk geïmplementeerd in de Binnenvaartregeling.2 Op dit niveau van ministeriële regeling zal voor de volledige implementatie ook nog een wijziging plaatsvinden. Door deze gedeeltelijke implementatie kan er al deels uitvoering worden gegeven aan de richtlijn met onder andere de uitgifte van de nieuwe soort vaarbewijzen.
GEDELEGEERDE RICHTLIJN (EU) 2020/12 VAN DE COMMISSIE van 2 augustus 2019 tot aanvulling van Richtlijn (EU) 2017/2397 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft normen betreffende competenties en de overeenkomstige kennis en vaardigheden voor praktijkexamens, de goedkeuring van simulatoren en medische geschiktheid
Uiterste implementatiedatum: 17 januari 2022
De implementatie van de Gedelegeerde Richtlijn (EU) 2020/12 is onderdeel van de implementatie van de Richtlijn (EU) 2017/2397.
Voor de toelichting op de oorzaak van de achterstand wordt verwezen naar de toelichting bij Richtlijn (EU) 2017/2397.
JenV
RICHTLIJN (EU) 2019/1023 [A] VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 20 juni 2019 betreffende preventieve herstructureringsstelsels, betreffende kwijtschelding van schuld en beroepsverboden, en betreffende maatregelen ter verhoging van de efficiëntie van procedures inzake herstructurering, insolventie en kwijtschelding van schuld, en tot wijziging van Richtlijn (EU) 2017/1132 (Richtlijn betreffende herstructurering en insolventie)
Uiterste implementatiedatum: 17 juli 2022
Richtlijn 2019/1023 inzake herstructurering en insolventie vereist dat ondernemingen met financiële moeilijkheden toegang hebben tot een stelsel waarmee zij hun schulden kunnen herstructureren. Daarnaast moeten insolvente ondernemers (natuurlijke personen) een tweede kans kunnen krijgen in de vorm van een volledige kwijtschelding van hun schulden. Ook bevat de richtlijn regels om insolventieprocedures efficiënt te laten verlopen. De wet ter implementatie van de richtlijn is per 1 januari 2023 in werking getreden (Stb. 2022, nrs. 491 en 492).
RICHTLIJN (EU) 2019/1151 [A] VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN 20 juni 2019 tot wijziging van Richtlijn (EU) 2017/1132 met betrekking tot het gebruik van digitale instrumenten en processen in het kader van het vennootschapsrecht
Uiterste implementatiedatum: 1 augustus 2022
De richtlijn 2019/1151 wijzigt richtlijn 2017/1132 met betrekking tot het gebruik van digitale instrumenten en processen in het kader van het vennootschapsrecht. De richtlijn maakt het mogelijk dat online een BV wordt opgericht, dat bijkantoren online kunnen worden geregistreerd en dat online informatie en documenten kunnen worden ingediend door vennootschappen en bijkantoren. De richtlijn bevat daarnaast een bepaling over bestuursverboden en de uitwisseling van informatie daarover tussen lidstaten. Implementatie vindt plaats in het Burgerlijk Wetboek, in de Wet op het notarisambt en in het Handelsregisterbesluit 2014. Het wetsvoorstel voor wijziging van het Burgerlijk Wetboek en de Wet op het notarisambt ligt in uw Kamer. De nota naar aanleiding van het verslag is op 3 november 2022 ingediend en de plenaire behandeling staat voorlopig gepland voor de week van 22 mei 2023.
RICHTLIJN (EU) 2019/2121 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 27 november 2019 tot wijziging van Richtlijn (EU) 2017/1132 met betrekking tot grensoverschrijdende omzettingen, fusies en splitsingen
Uiterste implementatiedatum: 31 januari 2023
De richtlijn 2019/2121 beoogt de vrijheid van vestiging binnen de EU te bevorderen door het voor vennootschappen gemakkelijker te maken om een grensoverschrijdende omzetting, fusie of splitsing te effectueren, terwijl de wettelijke en contractuele rechten van betrokkenen zoals aandeelhouders, schuldeisers en werknemers worden gewaarborgd. Daarvoor wordt richtlijn EU 2017/1132 over bepaalde aspecten van het vennootschapsrecht gewijzigd en aangevuld.
De Nederlandse wetgeving bevat nog geen regeling voor grensoverschrijdende omzettingen en splitsingen en de bestaande regeling voor grensoverschrijdende fusies moet worden aangepast. Daarvoor zijn wijzigingen in Boek 2 BW en de Wet op notarisambt (Wna) nodig. Het wetsvoorstel voor wijziging van het Burgerlijk Wetboek en de Wet op het notarisambt ligt in de Tweede Kamer. Het verslag bij het wetsvoorstel is door de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid op 26 januari 2023 uitgebracht. De nota naar aanleiding van het verslag staat gepland voor Q2 van 2023.
SZW
RICHTLIJN (EU) 2020/1057 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 15 juli 2020 tot vaststelling van specifieke regels met betrekking tot Richtlijn 96/71/EG en Richtlijn 2014/67/EU wat betreft de detachering van bestuurders in de wegvervoersector en tot wijziging van Richtlijn 2006/22/EG wat betreft de handhavingsvoorschriften en Verordening (EU) nr. 1024/2012
Uiterste implementatiedatum: 2 februari 2022
Richtlijn (EU) 2020/1057 wordt geïmplementeerd door een voorstel van wet tot wijziging van de Wet arbeidsvoorwaarden gedetacheerde werknemers in de Europese Unie en de Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten (Implementatie-wet Richtlijn 2020/1057/EU inzake detachering in de wegvervoersector). Voor de implementatie van deze richtlijn geldt niet de gebruikelijke twee jaar, maar iets minder dan achttien maanden. Deze termijn is kort, gezien de complexiteit van de materie. De complexiteit blijkt ook uit het feit dat de Europese Commissie eerst begin 2022 vragen en antwoorden publiceerde over een aantal essentiële bepalingen in deze richtlijn. Daarnaast heeft het ook de nodige tijd gekost om afspraken te maken met de toezichthouders over de wijze waarop deze wetgeving kan worden gehandhaafd. Het wetsvoorstel is op 22 februari 2022 aan de Afdeling advisering van de Raad van State ter advisering voorgelegd. Nederland is op 25 maart 2022 in gebreke gesteld wegens de overschrijding van de implementatie-termijn van deze richtlijn. Op 21 februari 2023 is het wetsvoorstel door de Eerste Kamer aangenomen (Kamerstuk 36 166). De Europese Commissie heeft op 19 april 2023 besloten naar het EU Hof te gaan om Nederland te laten veroordelen voor niet tijdige implementatie van deze richtlijn.
De Implementatiewet inzake deze richtlijn wordt naar verwachting op zeer korte termijn gepubliceerd. De wet zal op 1 juni in werking treden.
VWS
RICHTLIJN (EU) 2019/882 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 17 april 2019 betreffende de toegankelijkheidsvoorschriften voor producten en diensten
Uiterste implementatiedatum: 28 juni 2022
Richtlijn (EU) 2019/882 wordt geïmplementeerd door een voorstel van wet tot wijziging van onder andere de Warenwet, de Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte, de Telecommunicatiewet, het Burgerlijke Wetboek en de Wet op het financieel toezicht. Het wetsvoorstel is in januari 2023 voor advies bij de Afdeling advisering van de Raad van State aanhangig gemaakt. Daarnaast vindt een deel van de implementatie plaats in regelgeving op lager niveau. De complexiteit van de materie en de betrokkenheid van veel verschillende ministeries hebben gezorgd voor vertraging bij de implementatie. Daarnaast kostte het de nodige tijd om afspraken te maken met de verschillende toezichthouders over de wijze waarop de implementatieregelgeving kan worden gehandhaafd. Hoewel de implementatiedatum voor het formeel vaststellen van de wetgeving ter implementatie van de richtlijn (28 juni 2022) inmiddels is verstreken, zal volgens artikel 31 van de richtlijn deze pas vanaf 28 juni 2025 feitelijk toegepast moeten worden. Die datum zal naar verwachting wel gehaald worden.
GEDELEGEERDE RICHTLIJN (EU) 2022/1326 VAN DE COMMISSIE van 18 maart 2022 tot wijziging van de bijlage bij Kaderbesluit 2004/757/JBZ van de Raad in verband met het opnemen van nieuwe psychoactieve stoffen in de definitie van «drug»
Uiterste implementatiedatum: 18 februari 2023
Gedelegeerde richtlijn (EU) 2022/1326 brengt de stoffen 3-MMC en 3-CMC onder de definitie «drug» in Kaderbesluit 2004/757/JBZ. Dit betekent dat deze stoffen aan controlemaatregelen onderworpen moeten worden. De stof 3-MMC staat reeds op lijst II, behorende bij de Opiumwet. De stof 3-CMC zal bij algemene maatregel van bestuur op lijst I, behorende bij de Opiumwet worden geplaatst. Dit besluit zal op korte termijn op grond van artikel 3a, vierde lid, van de Opiumwet bij uw Kamer worden voorgehangen.
Nederland is op 22 maart 2023 in gebreke gesteld wegens de overschrijding van de implementatietermijn van deze gedelegeerde richtlijn.
Richtlijnen die in het volgende kwartaal moeten worden geïmplementeerd om overschrijding te voorkomen
BZ
GEDELEGEERDE RICHTLIJN (EU) 2023/277 VAN DE COMMISSIE
van 5 oktober 2022 tot wijziging van Richtlijn 2009/43/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de bijwerking van de lijst van defensiegerelateerde producten om deze in overeenstemming te brengen met de bijgewerkte gemeenschappelijke EU-lijst van militaire goederen van 21 februari 2022
Uiterste implementatiedatum: 31 mei 2023
IenW
GEDELEGEERDE RICHTLIJN (EU) 2023/544 VAN DE COMMISSIE
van 16 december 2022 tot wijziging van Richtlijn 2000/53/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de vrijstellingen voor het gebruik van lood in aluminiumlegeringen voor verwerkingsdoeleinden, in koperlegeringen en in bepaalde batterijen
Uiterste implementatiedatum: 1 juni 2023
GEDELEGEERDE RICHTLIJN (EU) 2022/2407 VAN DE COMMISSIE
van 20 september 2022 tot aanpassing van de bijlagen bij Richtlijn 2008/68/EG van het Europees Parlement en de Raad aan de wetenschappelijke en technische vooruitgang
Uiterste implementatiedatum: 30 juni 2023
JenV
RICHTLIJN (EU) 2021/2101 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 24 november 2021 tot wijziging van Richtlijn 2013/34/EU wat betreft de openbaarmaking van informatie over de winstbelasting door bepaalde ondernemingen en bijkantoren
Uiterste implementatiedatum: 22 juni 2023
LNV
UITVOERINGSRICHTLIJN (EU) 2022/2438 VAN DE COMMISSIE
van 12 december 2022 tot wijziging van Richtlijn 93/49/EEG en Uitvoeringsrichtlijn 2014/98/EU wat betreft door de EU gereguleerde niet-quarantaineorganismen op teeltmateriaal van siergewassen, teeltmateriaal van fruitgewassen en fruitgewassen die voor de fruitteelt worden gebruikt
Uiterste implementatiedatum: 30 juni 2023
UITVOERINGSRICHTLIJN (EU) 2022/1647 VAN DE COMMISSIE
van 23 september 2022 tot wijziging van Richtlijn 2003/90/EG wat betreft een afwijking voor biologische rassen van landbouwgewassen die geschikt zijn voor biologische teelt
Uiterste implementatiedatum: 30 juni 2023
UITVOERINGSRICHTLIJN (EU) 2022/1648 VAN DE COMMISSIE
van 23 september 2022 tot wijziging van Richtlijn 2003/91/EG wat betreft een afwijking voor biologische rassen van groentegewassen die geschikt zijn voor biologische teelt
Uiterste implementatiedatum: 30 juni 2023
Ingebrekestellingen wegens te late implementatie
In het eerste kwartaal van 2023 zijn er twee ingebrekestellingen wegens te late implementatie van richtlijnen van de Europese Commissie ontvangen:
Van JenV, zaak 2023/0086, mbt RL 2019/2121 (grensoverschrijdende omzettingen, fusies en splitsingen)
Van VWS, zaak 2023/0087, mbt RL 2022/1326 (nieuwe psychoactieve stoffen)
De Europese Commissie heeft in het eerste kwartaal van 2023 vijf zaken wegens te late implementatie geseponeerd:
Van FIN, zaak 2018/0091, mbt RL 2015/2366(PSD II)
Van FIN, zaak 2020/2014, mbt RL 2018/843 (witwassen/terrorismefinanciering)
Van FIN, zaak 2022/0316, mbt RL 2021/2261 (ICBE’s)
Van IenW, zaak 2021/0311, mbt RL 2019/883 (afvalafgifte van schepen)
Van JenV, zaak 2021/2076, mbt RL 2013/48 (toegang tot advocaat)
De Minister van Buitenlandse Zaken,
W.B. Hoekstra