De Voorjaarsbesluitvorming Klimaat
Schriftelijke vragen
Nummer: 2023D18316, datum: 2023-05-01, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kv-tk-2023Z07770).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: S.C. Kröger, Tweede Kamerlid (GroenLinks-PvdA)
Onderdeel van zaak 2023Z07770:
- Gericht aan: R.A.A. Jetten, minister voor Klimaat en Energie
- Indiener: S.C. Kröger, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (đ origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 | Vragen gesteld door de leden der Kamer |
2023Z07770
Vragen van het lid Kröger (GroenLinks) aan de Minister voor Klimaat en Energie over de Voorjaarsbesluitvorming Klimaat (ingezonden 1 mei 2023).
Vraag 1
Kunt u per maatregel die wel in het Interdepartementaal Beleidsonderzoek Scherpe doelen, scherpe keuzes: IBO aanvullend normerend en beprijzend nationaal klimaatbeleid voor 2030 en 2050. (IBO Klimaat) stond maar niet in de maatregelenlijst van de uiteindelijke Voorjaarsbesluitvorming aangeven waarom die niet in de uiteindelijke Voorjaarsbesluitvorming is opgenomen?
Vraag 2
Waarom bent u er zeker van dat maatregelen L10-L13 samen 4 Mton CO2-reductie opleveren? Welke berekeningen liggen hieronder ten grondslag?
Vraag 3
Welke plannen liggen onder de toepassing van groen gas (maatregel S1)? Hoeveel petajoule (PJ) aan groen gas moet hiervoor worden geproduceerd? Vanuit welke bronnen wordt dit groen gas geproduceerd? Welke impact heeft dit op de landbouwsector?
Vraag 4
Kunt u toelichten waarom maatregelen E15 en IC14 elkaar niet overlappen? Op welke manier worden de negatieve emissies van maatregel E15 bereikt?
Vraag 5
Deelt u de mening dat negatieve emissies met name goed zijn om onvermijdbare CO2-emissies te compenseren en dat het op deze manier fors inzetten van negatieve emissies niet doelmatig is?
Vraag 6
Waarom telt het kabinet de negatieve emissies op bij het 22,1 Mton pakket terwijl de EU ook apart doel voor negatieve emissies heeft?
Vraag 7
Hoe kunt u er zeker van zijn dat het verstevigen van de maatwerkafspraken 2 Mton CO2-reductie oplevert? Wordt dit juridisch vastgelegd? Hoe bepaalt u welk bedrijf hoeveel extra CO2 moet reduceren? Deelt u de inschatting dat met een CO2-heffing veel zekerder een bepaald CO2-doel kan worden behaald?
Vraag 8
Waarom wordt in het IBO Klimaat de maatregel Normering bouwmaterialen en stimulering ten behoeve van biobased bouwen (IC23) 0,5 Mton meegerekend met de nationale doelstelling terwijl in het IBO Klimaat deze maatregel onder het kopje «wereldwijde emissies» stond? Kan deze 0,5 Mton dan wel worden meegerekend met de 22 Mton?
Vraag 9
Hoeveel extra huizen schat u in te verduurzamen met de extra middelen voor het Nationaal Isolatieprogramma (maatregel G5) en de maatregel Collectieve aanpak kwetsbare wijken versterken (G7)?
Vraag 10
Waarom is er niet voor gekozen voor het eerder van start laten gaan van de normering op verhuur van de labels E, F en G?
Vraag 11
Welke energiebesparingsmaatregelen vallen wel onder een verplichting van maatregelen met een terugverdientijd van 10 jaar en niet onder een verplichting van maatregelen met een terugverdientijd van 7 jaar?
Vraag 12
Hoe bent u van plan 20 PJ extra aan biobrandstoffen bij te mengen (maatregel M17)? Uit welke bronnen moeten deze biobrandstoffen komen? Wat is de mondiale CO2-voetafdruk van deze maatregel?
Vraag 13
Hoeveel biogrondstoffen zitten in de gezamenlijke maatregelen (groen gas, biobased bouwen, BECCS, jaarverplichting)? Kan PBL daar een doorrekening op maken en aangeven op hoeveel beschikbare duurzame biogrondstoffen Nederland een beroep kan doen?
Vraag 14
Bent u van plan energiecoöperaties en het opwekken van lokale energie te stimuleren? Waarom is hier geen enkele maatregel over opgenomen?
Vraag 15
Hoeveel extra 2e hands EVâs worden met het nu voorliggende plan jaarlijks toegevoegd aan het nationale wagenpark? Hoeveel hiervan zullen goedkoper zijn dan âŹÂ 20.000 en hoeveel goedkoper dan âŹÂ 10.000?
Vraag 16
Als de leasesector was verplicht tot 100% EV per 2025, hoeveel extra tweedehands EVâs zouden dan worden toegevoegd aan het nationale wagenpark?
Vraag 17
Tot hoeveel extra tweedehands EVâs voor het nationale wagenpark gaat de subsidie voor tweedehands EVâs leiden? Waar komen deze vandaan?
Vraag 18
Waarom is ervoor gekozen om de hoogte van de MRB ook in toekomst te laten afhangen van het gewicht in plaats van de CO2 uitstoot van voertuigen? Waarom is er niet voor gekozen het accugewicht van EVâs hierin te compenseren?
Vraag 19
Hoeveel MRB moeten de nu 5 populairste EV modellen in 2026 gaan betalen? Kunt u voorbeeldberekeningen geven voor de TCO van de 5 populairste EVâs vergeleken met hun markt equivalent ICEâs?
Vraag 20
Welke nu nog niet benoemde extra maatregelen worden genomen om het kabinetsdoel voor 100% nieuwverkoop in 2030 te bereiken?
Vraag 21
Waarom neemt u geen enkele maatregel om het openbaar vervoer te stimuleren?
Vraag 22
In hoeverre is er overlap tussen de maatregelen van deze Voorjaarsbesluitvorming en de kabinetsreactie op het rapport «Groningers boven gas»?
Vraag 23
Kunt u deze vragen in ieder geval ruim voor de behandeling van de Voorjaarsnota beantwoorden?