PAS-meldingen hoger geprioriteerd in het stikstofregistratiesysteem
Problematiek rondom stikstof en PFAS
Brief regering
Nummer: 2023D18355, datum: 2023-05-01, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35334-251).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: Ch. van der Wal-Zeggelink, minister voor Natuur en Stikstof
Onderdeel van kamerstukdossier 35334 -251 Problematiek rondom stikstof en PFAS.
Onderdeel van zaak 2023Z07794:
- Indiener: Ch. van der Wal-Zeggelink, minister voor Natuur en Stikstof
- Volgcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (2017-2024)
- 2023-05-17 11:15: Procedurevergadering LNV (Procedurevergadering), vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (2017-2024)
- 2023-05-17 13:50: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2023-09-06 11:30: Extra procedurevergadering commissie LNV (groslijst controversieel verklaren) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (2017-2024)
- 2023-09-07 11:00: Stikstof, NPLG en natuur (Commissiedebat), vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (2017-2024)
- 2023-09-14 15:00: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 |
35 334 Problematiek rondom stikstof en PFAS
Nr. 251 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR NATUUR EN STIKSTOF
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 mei 2023
Het kabinet voelt een zware verantwoordelijkheid om de problematiek van de PAS-melders zo snel mogelijk op te lossen. In dat licht beziet het kabinet voortdurend welke besluiten eraan kunnen bijdragen om de onzekerheid van PAS-melders zo snel mogelijk weg te nemen. Daarom is besloten om de prioritering van doelen in het stikstofregistratiesysteem aan te passen en de PAS-melders daarbij meer prioriteit te geven.
Dat betekent dat de afspraken van het vorige kabinet worden aangepast. Destijds is afgesproken dat woningbouwprojecten en zeven MIRT-projecten het eerste recht hebben op de stikstofruimte. Ruimte die niet nodig was voor deze doelen, kon aan PAS-melders worden toegedeeld. Over de volgorde van de bestaande doelen heeft het kabinet nieuwe afspraken gemaakt. Nu is afgesproken dat PAS-meldingen bij inwerkingtreding als eerste van de beschikbare ruimte gebruik maken. Omdat de woningbouwopgave onverminderd groot is en doorgaans weinig ruimte vraagt, is besloten dat er ook ruimte gereserveerd kan worden voor de meest concrete woningbouwprojecten waarvoor binnen een jaar een vergunningaanvraag wordt gedaan. Om welke projecten het gaat wordt voor het einde van deze zomer in beeld gebracht. De verwachting is dat dit om een zeer beperkte hoeveelheid stikstofruimte gaat.
Na de PAS-meldingen en de meest concrete woningbouwprojecten kunnen na vier maanden ook projecten betreffende veiligheid en renovatie ten aanzien van Rijkswegen (net als woningbouwprojecten en PAS-meldingen) gebruik maken van de resterende ruimte. Met deze systematiek wordt ook geborgd dat zo min mogelijk stikstofruimte onbenut blijft.
Hierdoor komt meer ruimte beschikbaar voor het legaliseren van PAS-meldingen. Het is de verwachting dat vanaf oktober meer meldingen gelegaliseerd zullen worden met de inzetbare stikstofruimte in het stikstofregistratiesysteem. Die is afkomstig van de Subsidieregeling sanering varkenshouderijen. De aanpassing in prioritering geldt ook voor de aanstaande ruimte uit de Maatregel Gerichte Aankoop. De aanpassing vergt een wijziging van de Regeling natuurbescherming. Daardoor kan deze aanpassing met ingang van begin oktober 2023 in de praktijk worden toegepast. Het verlenen van vergunningen blijft echter plaatselijk maatwerk waarbij ook de staat van de natuur moet worden betrokken. Tot oktober 2023 is de huidige prioriteiting binnen het SSRS van toepassing. Met deze stap doet het kabinet er alles aan om te borgen dat meer PAS-meldingen op korte termijn gelegaliseerd worden omdat er voor hen meer stikstofruimte beschikbaar is.
Tot slot kan ik u informeren dat door de uitspraak van de Raad van State over de maximale rekenafstand van 25 km er bij 40 PAS-meldingen definitief is vastgesteld dat er geen berekende stikstofdepositie meer is. Daarmee stijgt het aantal opgeloste meldingen tot 95. Het kabinet beseft dat dit nog steeds een beperkt aantal is, en Rijk en provincies doen er alles aan om dat aantal spoedig verder te verhogen.
De Minister voor Natuur en Stikstof,
Ch. van der Wal-Zeggelink