[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Toezegging gedaan tijdens het commissiedebat Circulaire economie van 20 april 2023, over de aangehouden motie van de leden Bouchallikh en Hagen over consumenten actief informeren over retourbeleid en gevolgen van retourzendingen (Kamerstuk 36254-10) en de motie van het lid Van Esch over bont, dons en wol in kleding uit Nederlandse winkels weren (Kamerstuk 36254-12)

Initiatiefnota van het lid Hagen over een nieuw ontwerp voor de kledingindustrie: van wegwerpmaatschappij naar circulaire economie

Brief regering

Nummer: 2023D18610, datum: 2023-05-04, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 4

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36254-15).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 36254 -15 Initiatiefnota van het lid Hagen over een nieuw ontwerp voor de kledingindustrie: van wegwerpmaatschappij naar circulaire economie.

Onderdeel van zaak 2023Z07895:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2022-2023

36 254 Initiatiefnota van het lid Hagen over een nieuw ontwerp voor de kledingindustrie: van wegwerpmaatschappij naar circulaire economie

Nr. 15 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 mei 2023

In het commissiedebat «Circulaire economie» van 20 april 2023 heb ik uw Kamer toegezegd schriftelijk terug te komen op twee aangehouden moties uit het notaoverleg circulair textiel van 17 april 2023 (Kamerstuk 36 254, nr. 14). Met deze brief geef ik een inhoudelijke reactie op deze twee moties. De eerste motie betreft die van GroenLinks en D66, die de regering verzoekt om bedrijven te verplichten de consument actief te informeren over retourbeleid en de gevolgen van retourzendingen, bijvoorbeeld door het instellen van een verplichte pop-up (Kamerstuk 36 254, nr. 10). De tweede aangehouden motie betreft die van PvdD, die de regering oproept te stoppen met vrijblijvende richtlijnen en vrijwillige afspraken met betrekking tot bont, dons en wol in kleding en deze producten uit Nederlandse winkels te weren (Kamerstuk 36 254, nr. 12).

Over de motie van mevrouw Van Esch (PvdD) betreffende dierlijke producten in kleding heeft afstemming plaatsgevonden met het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. In 2020 is er een brief naar uw Kamer1gezonden waarin is toegelicht dat moties rondom hetzelfde thema toen niet uitvoerbaar waren. Dat geldt nu nog steeds. Er is geen gedeelde visie in de EU ten aanzien van het weren van kleding en textiel met dierlijke oorsprong zoals bont, dons en wol en zolang de productie ervan is toegestaan in de EU, is een import- of verkoopverbod in Nederland niet haalbaar. Het kabinet blijft zich sterk maken voor een algemeen verbod op de commerciële pelsdierhouderij in de EU. Het eenzijdig weren van deze producten is niet mogelijk op basis van de WTO-regels; op de interne EU-markt moeten gelijke producten gelijk behandeld worden. Wel moeten producten uit de pelsdierhouderij bij toelating op de Europese markt voldoen aan Europese regels voor diergezondheid, voedselveiligheid en etikettering. Daarom ontraad ik deze motie.

De motie van mevrouw Bouchallikh (GL) rondom retourzendingen is afgestemd met het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Ik beschouw als doel van de motie dat producten die worden geretourneerd opnieuw worden verkocht, en niet worden vernietigd. Dit is een doel dat ik volledig onderschrijf; het vernietigen van onverkochte goederen past niet in een circulaire economie. Daarom zet ik me op Europees niveau in voor een verbod op vernietiging van ongebruikte goederen, waaronder retourgoederen. Ook ben ik in overleg met buurlanden om te bezien of zij bereid zijn gezamenlijk te werken aan nationale implementatie van een verbod op vernietiging van onverkochte goederen. Een dergelijk verbod zien wij als de meest effectieve en proportionele maatregel in vergelijking met een informatieplicht. Daarom ontraad ik ook deze motie.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
V.L.W.A. Heijnen


  1. Kamerstukken 28 286 en 25 295, nr. 1166.↩︎