Het bericht dat militairen zelf moeten boeten voor de misstanden die ze melden
Schriftelijke vragen
Nummer: 2023D19052, datum: 2023-05-09, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kv-tk-2023Z08021).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: K.P. Piri, Tweede Kamerlid (GroenLinks-PvdA)
Onderdeel van zaak 2023Z08021:
- Gericht aan: C.A. van der Maat, staatssecretaris van Defensie
- Indiener: K.P. Piri, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 | Vragen gesteld door de leden der Kamer |
2023Z08021
Vragen van het lid Piri (PvdA) aan de Staatssecretaris van Defensie over het bericht dat militairen zelf moeten boeten voor de misstanden die ze melden (ingezonden 9 mei 2023).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Militairen die misstanden melden moeten daar vaak zelf voor boeten. «Ik moest naar de ggz. Maar ik ben niet gek»?1
Vraag 2
Op welke manier worden melders actief ondersteund in het melden van een misstand bij Defensie? Hoe worden zij na de melding ondersteund?
Vraag 3
Wat zijn de gevolgen voor de verdere carrière van een militair wanneer deze een melding doet over een misstand? Op welke manier wordt erop toegezien dat er geen consequenties zijn voor diens carrière?
Vraag 4
Hoe wordt er opgetreden tegen het (dreigen met) doen van aangifte en andere vormen van «straffen» zoals het afnemen van de vaste slaapplek van een militair die een melding doet van een misstand of een andere militair daarin ondersteunt?
Vraag 5
Hoe beoordeelt u dat de Centrale Organisatie Integriteit Defensie (COID) een melder advies heeft gegeven over het doorzetten van een melding in relatie tot diens ontslagregeling? Is het COID voldoende onafhankelijk in haar rol als integriteitsorgaan?
Vraag 6
Hoe verklaart u dat er uit het jaarverslag van de COID uit 2021 blijkt dat slechts bij 11 van de 216 gemaakte meldingen van vermoedelijke integriteitsschendingen onderzoek werd gedaan?
Vraag 7
Waarom wordt er in beginsel voorkeur gegeven aan minder ingrijpende maatregelen dan een onderzoek, zoals blijkt uit het jaarverslag van de COID uit 2021? Doet dit recht aan de gemaakte meldingen?
Vraag 8
Is het feit dat een behandelaar van de COID dezelfde baas heeft als de melder wiens casus wordt behandeld wat u betreft in alle gevallen een onzuiverheid van de behandeling? Maakt het deel uit van het reglement van de COID dat de behandelaar niet dezelfde baas mag hebben als de melder?
Vraag 9
Wat is er gedaan met de aanbevelingen van commissie-Giebels? Op welke manier wordt het effect van de maatregelen gemonitord?
Vraag 10
Hoe gaat de procedure van een melding bij het externe meldpunt op dit moment in zijn werk? Worden meldingen die bij het externe meldpunt gemaakt worden ook extern onderzocht? Kunnen meldingen net zo makkelijk bij het externe meldpunt gedaan worden als bij de COID? Hoe kunnen militairen het externe meldpunt vinden?
Vraag 11
Waarom wordt er niet voor alle meldingen gebruikgemaakt van het externe meldpunt? Wat is de meerwaarde van een interne integriteitsorganisatie zoals de COID?
Vraag 12
Tot in hoeverre zijn de onderzoekscommissies die meldingen onderzoeken onafhankelijk? Wat zijn hier de vereisten voor?
Vraag 13
Hoe verklaart u dat er de afgelopen vijf jaarverslagen van de COID 1224 meldingen zijn gedaan bij het meldpunt, en er slechts zeven militairen zijn erkend als klokkenluider?
Vraag 14
Wat zijn de vereisten om officieel aangemerkt te worden als klokkenluider, en zijn deze vereisten in verhouding met een realistisch profiel van een klokkenluider? Waarin wijken de vereisten van Defensie af van de vereisten die het Huis voor Klokkenluiders hanteert?
Vraag 15
Hoe beoordeelt u de beschreven situatie dat klokkenluiders van Defensie een schadevergoeding krijgen in ruil voor een verdere zwijgplicht (ook als de casus niet wordt opgelost)? Wanneer is de laatste vaststellingsovereenkomst met daarin een geheimhoudingsclausule gesloten?
Vraag 16
Wat is de standaardprocedure als er melding wordt gemaakt over een fysieke veiligheidssituatie door een militair?
Vraag 17
Worden leidinggevenden geïnstrueerd over de te hanteren procedure bij een melding? Op welke manier wordt erop toegezien dat deze wordt gevolgd?
Vraag 18
Wordt er zorgvuldig omgegaan met de vertrouwelijkheid van een melding? Hoe kunt u ervoor zorgen dat militairen er zeker van kunnen zijn dat een melding in alle vertrouwelijkheid gedaan kan worden?
Vraag 19
Wordt er na het doen van een melding (over veiligheid) ook op geacteerd als dit het nadrukkelijke verzoek van de melder is? Hoe wordt een melding vervolgens (anoniem) besproken door leidinggevenden?
Vraag 20
Wordt er pas iets met een melding gedaan wanneer de misstand iets illegaals betreft (zie de uitspraak van de commandant in het genoemde NRC-artikel)? Wordt de veiligheid van militairen op die manier voldoende gewaarborgd volgens u?
Vraag 21
Is het actief ophalen van feedback van militairen over de veiligheid van hun werk standaard deel van het plan van aanpak voor (sociale) veiligheid bij Defensie? Zo nee, waarom niet?
Vraag 22
Hoe gaat u ervoor zorgen dat het doen van een melding bij Defensie in de toekomst wel veilig is voor de melder?
NRC, 21 april 2023, «Militairen die misstanden melden moeten daar vaak zelf voor boeten. «Ik moest naar de ggz. Maar ik ben niet gek»» (https://www.nrc.nl/nieuws/2023/04/21/militairen-die-een-misstand-melden-moeten-er-vaak-zelf-voor-boeten-a4162697#:~:text=%E2%80%9EEr%20werd%20gezegd%3A%20neem%20maar,hem%20aan%20de%20hand%20was)↩︎