Vertrouwelijke inzage advies Juridische Dienst van de Raad over het listen van de IRGC op de EU-terrorismelijst
Bestrijding internationaal terrorisme
Brief regering
Nummer: 2023D19436, datum: 2023-05-11, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-27925-936).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken (Ooit CDA kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 27925 -936 Bestrijding internationaal terrorisme.
Onderdeel van zaak 2023Z08200:
- Indiener: W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2023-05-16 15:30: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2023-05-24 13:00: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2023-06-21 10:00: Raad Buitenlandse Zaken d.d. 26 juni 2023 (Commissiedebat), vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 |
27 925 Bestrijding internationaal terrorisme
Nr. 936 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 mei 2023
Het kabinet is zoals bekend voorstander van het plaatsen van het Islamitisch Revolutionaire Gardekorps (IRGC) op de EU-terrorismelijst en heeft hiervoor in Europees verband meermaals gepleit. Om het IRGC aan te merken als terroristische organisatie zijn door het kabinet allereerst de juridische mogelijkheden verkend. Zo verzocht het kabinet, samen met Duitsland, de Juridische Dienst van de Raad (JDR) om een juridisch advies over de mogelijkheden op dit punt. De JDR concludeerde dat er op dit moment geen juridische basis is om de IRGC op de EU-terrorismelijst te zetten.
Het advies van de JDR is gerubriceerd (EU-restricted) als informatie waarvan de openbaarmaking zonder machtiging nadelig kan zijn voor de belangen van de EU en of een of meer van haar lidstaten1. Het kabinet kan het advies daarom vooralsnog niet openbaar met uw Kamer delen. Ik ben echter graag bereid om het advies van de JDR ter vertrouwelijke inzage aan uw Kamer beschikbaar te stellen. Een fysieke kopie zal als vertrouwelijk stuk aan uw Kamer worden toegestuurd.2
Voorts heeft Nederland reeds een verzoek ingediend bij het Raadsecretariaat van de EU om het advies van de JDR te derubriceren en openbaar te maken. Ik ben van mening dat het derubriceren geen schade zou toebrengen aan de EU of de lidstaten. Echter, een dergelijk besluit moet met een gewone meerderheid door de Raad worden genomen. Over de voortgang van dit proces wordt u op een later moment geïnformeerd.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
W.B. Hoekstra