Reactie op de motie van de leden Ceder en Jasper van Dijk over voorkomen dat hoofdtoernooien georganiseerd worden in landen die zich niets gelegen laten liggen aan fundamentele mensenrechten (Kamerstuk 32735-349)
Mensenrechten in het buitenlands beleid
Brief regering
Nummer: 2023D20109, datum: 2023-05-15, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-32735-367).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken (Ooit CDA kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 32735 -367 Mensenrechten in het buitenlands beleid.
Onderdeel van zaak 2023Z08453:
- Indiener: W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2023-05-24 13:00: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2023-05-24 14:04: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2023-09-05 18:30: Extra procedurevergadering commissie Buitenlandse Zaken (groslijst controversieel verklaren) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2023-09-25 15:30: Mensenrechtenbeleid (Notaoverleg), vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 |
32 735 Mensenrechten in het buitenlands beleid
30 234 Toekomstig sportbeleid
Nr. 367 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 mei 2023
In deze brief wil ik, mede namens de Minister voor Langdurige Zorg en Sport, opvolging geven aan de motie met Kamerstuk 32 735, nr. 349 van de leden Ceder en Jasper van Dijk. Deze motie verzoekt de regering haar invloed aan te wenden om te voorkomen dat sportbonden en -comités grote hoofdtoernooien organiseren in landen die zich in wetgeving en dagelijkse praktijk niets gelegen laten liggen aan fundamentele mensenrechten.
Het kabinet onderschrijft het belang van het respecteren van fundamentele mensenrechten bij de organisatie van grote hoofdtoernooien. Internationale sportfederaties zouden bij het maken van keuzes voor de toewijzing van evenementen maar ook voor, tijdens en na evenementen hier rekening mee moeten houden.
In de Kamerbrief van 28 maart 2023 (Kamerstuk 30 234, nr. 340) heeft de Minister voor Langdurige Zorg en Sport, in reactie op de motie van het lid Van der Laan c.s. (Kamerstuk 36 200 XVI, nr. 165), aangegeven dat het kabinet in EU-verband in het verleden meerdere malen aandacht heeft gevraagd voor mensenrechten in relatie tot de locatie van grote sportevenementen. Ook is aangegeven dat internationale sportfederaties autonoom zijn waar het gaat om de keuze waar sportevenementen plaatsvinden. De instrumenten die het kabinet ter beschikking heeft om hierop invloed uit te oefenen, zijn derhalve beperkt. Wie daar wel echt invloed op hebben zijn internationale sportbestuurders. NOC*NSF heeft al langer een traject waarbij ze internationale bestuurders opleiden en ondersteunen. Het kabinet werkt samen met NOC*NSF om deze strategie verder te versterken. In de bovengenoemde Kamerbrief staat de verdere strategie aangaande internationale topsportevenementen beschreven.
De Minister voor Langdurige Zorg en Sport heeft ook aangegeven dat binnen de EU gesprekken gaande zijn om te komen tot een gezamenlijke Europese standaard voor de organisatie van internationale topsportevenementen.
Hieronder valt het stellen van minimale eisen met betrekking tot de sportieve omstandigheden, duurzaamheid, inclusie en toegankelijkheid, acceptabele kosten, veiligheid en gezondheidspromotie, maar zeker ook op het gebied van mensenrechten. In januari van dit jaar heeft Nederland hierover, samen met Finland, een bijeenkomst georganiseerd.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
W.B. Hoekstra