[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van het lid Strolenberg over pesten op het werk naar aanleiding van de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden 2022

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2023D20187, datum: 2023-05-15, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20222023-2606).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van zaak 2023Z07145:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2022-2023 Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

2606

Vragen van het lid Strolenberg (VVD) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over pesten op het werk (ingezonden 19 april 2023).

Antwoord van Minister Van Gennip (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 15 mei 2023).

Vraag 1

Bent u bekend met de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden 2022 van Nederlandse organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek (TNO) en Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), waarin staat dat 5% van alle werknemers in Nederland weleens te maken heeft met pesten op het werk?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Wat is uw visie op de aanpak van pesten op het werk?

Antwoord 2

Alle werkenden hebben recht op een werkomgeving waarin zij zich veilig voelen. Wederzijds respect en goede omgangsvormen horen daarbij. Dat lijkt vanzelfsprekend, maar is het niet altijd. Pesten op het werk is een hardnekkig probleem en heeft grote impact op de gepeste, de collega’s en de organisatie.

Werkgevers dragen de verantwoordelijkheid om alle vormen van ongewenst gedrag, waaronder pesten, gezamenlijk met werknemers tegen te gaan. Hierbij zijn zowel wettelijke verplichtingen, zoals het opstellen van een Risico-Inventarisatie en -Evaluatie (RI&E) en handhaving door de Nederlandse Arbeidsinspectie, als het creëren van gezamenlijke bewustwording dat pesten op het werk onacceptabel is van belang.

Leidinggevenden hebben een belangrijke rol om pesten te voorkomen.

Zij hebben een voorbeeldfunctie en zetten de norm neer. Om pestgedrag in de organisatie te voorkomen is het noodzakelijk dat de leidinggevenden duidelijk maken dat pestgedrag niet wordt getolereerd. Ook omstanders hebben een belangrijke rol bij het voorkomen en bestrijden van pesten, bijvoorbeeld door het te signaleren en onder de aandacht te brengen van leidinggevende, van elkaar of een vertrouwenspersoon.

Gezamenlijk creëren collega’s een veilige en gezonde werkcultuur. Door middel van open communicatie en dialoog tussen werkgevers en werknemers kan ongewenst gedrag (preventief) worden aangepakt.

Vraag 3

Welke maatregelen heeft u getroffen om werkgevers te stimuleren om een beleid te voeren tegen pesten op de werkvloer?

Antwoord 3

Werkgevers zijn primair verantwoordelijk voor het creëren van een gezonde en veilige werkomgeving voor hun werknemers. Werkgevers zijn volgens de Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet) verplicht om beleid vast te stellen om psychosociale arbeidsbelasting (PSA) te voorkomen, dan wel te beperken.2 Daaronder valt ook pesten. Middels een RI&E dienen werkgevers de arbeidsrisico’s, zoals pesten, in kaart te brengen en te mitigeren met een bijbehorend plan van aanpak met maatregelen. Ook werknemers hebben hierbij een rol.

Werknemers werken mee aan de opstelling van een RI&E en zijn medeverantwoordelijk voor het creëren van een gezonde en veilige werkomgeving.

De overheid ondersteunt werkgevers in de uitvoering hiervan. Zo zet ik in op het volgende:

Er zijn diverse tools en hulpmiddelen voor werkgevers en werknemers ontwikkeld om pesten op het werk tegen te gaan, zoals een Wegwijzer Pesten, een Wegwijzer Vertrouwenspersoon en een Zelfinspectietool werkdruk en ongewenst gedrag. Werkgevers kunnen deze tools en hulpmiddelen vinden via het Arboportaal.3

Daarnaast ondersteun ik met het meerjarenprogramma RI&E kleinere bedrijven om de naleving en de kwaliteit van de RI&E te vergroten. Deze bedrijven hebben het vaakst geen RI&E en bijbehorend plan van aanpak. Recent is aan de online tool4 een module toegevoegd, waarmee de werkgever eenvoudig psychosociale arbeidsbelasting (PSA) risico’s kan herkennen en opnemen in zijn RI&E. Pesten op de werkvloer is een vorm van ongewenst gedrag die valt onder PSA. Momenteel werk ik aan een module die werkgevers ondersteunt om op een goede manier de dialoog te voeren t.b.v. het opstellen van een RI&E. Dit voorjaar ontvangt uw Kamer de derde voortgangsbrief over het Meerjarenprogramma.

Begin 2021 is het meerjarenprogramma Brede Maatschappelijke Samenwerking burn-outklachten (BMS) van start gegaan. Dit programma richt zich op het voorkomen en aanpakken van oorzaken van burn-outklachten en PSA, waaronder ook pesten. In dat kader is onder meer een Kenniskring PSA ingesteld waarbij werkgevers, werknemers, arboprofessionals, onderzoekers en andere belanghebbenden ervaringen en goede voorbeelden uitwisselen over het aanpakken en voorkomen van PSA. Begin 2023 heb ik uw Kamer geïnformeerd over de voortgang van de BMS.5

In het kader van het nationaal actieprogramma aanpak seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld6 verken ik het verplichten van een gedragscode en een adequate klachtenafhandeling voor werkgevers.

Tot slot omarmt het kabinet het initiatiefwetsvoorstel van GroenLinks om een vertrouwenspersoon ongewenste omgangsvormen te verplichten voor werkgevers, zodat alle werknemers laagdrempelig en vertrouwelijk bij iemand terecht kunnen als zij op het werk ongewenst gedrag ervaren, waaronder pesten. De vertrouwenspersoon begeleidt, informeert en vangt werknemers op. De vertrouwenspersoon werkt de-escalerend en kan in een vroeg stadium bijdragen aan oplossingen, onder andere door werkgever en werknemers te adviseren op het gebied van preventie. De vertrouwenspersoon is een effectieve maatregel om invulling te geven aan het beleid van de werkgever om psychosociale arbeidsbelasting te voorkomen of tegen te gaan. Het initiatiefwetsvoorstel wordt momenteel behandeld in uw Kamer.

Vraag 4

Welke rol ziet u weggelegd voor werkgevers en werknemers in het voorkomen en aanpakken van pesten op het werk?

Antwoord 4

Niet alleen werkgevers, maar ook werknemers hebben een verantwoordelijkheid bij het organiseren van een gezonde en veilige werkomgeving. Zij zijn op basis van de Arbowet verplicht om naar vermogen zorg te dragen voor een veilige werkomgeving, waarin zij niet pesten en er niet gepest wordt, de eigen gezondheid en de werkgever te informeren over gesignaleerde risico’s7, zoals pestgedrag op het werk.

Een goede wisselwerking tussen werkgever en werknemers is nodig voor een gezonde en veilige werkomgeving. Zij maken gezamenlijk duidelijk dat pestgedrag op de werkvloer niet geaccepteerd wordt en geven zelf het goede voorbeeld. Daarom is het van belang dat werkgevers en werknemers bij elke stap van de RI&E met elkaar in gesprek zijn: het gezamenlijk in kaart brengen van de arbeidsrisico’s, het opstellen van een plan van aanpak met maatregelen en het implementeren en evalueren van de uitvoering van de maatregelen.

Ook kunnen werknemers, net zoals werkgevers, gebruik maken van de diverse tools en hulpmiddelen, zoals een Wegwijzer Pesten en een Wegwijzer Vertrouwenspersoon. Zij kunnen deze tools en hulpmiddelen vinden via het Arboportaal.8 Verder kunnen zij deelnemen aan de Kenniskring PSA9 om kennis en ervaringen uit te wisselen en handvatten aangereikt te krijgen om ongewenst gedrag preventief tegen te gaan.

Vraag 5

Welke sancties gelden er momenteel voor werkgevers die onvoldoende actie ondernemen om pesten op het werk tegen te gaan?

Antwoord 5

De RI&E vormt de basis voor de Nederlandse Arbeidsinspectie bij de controle op PSA bij werkgevers. De Nederlandse Arbeidsinspectie houdt daar toezicht op en doet dat risicogericht en programmatisch. Indien de Nederlandse Arbeidsinspectie tijdens het uitvoeren van een controle vaststelt dat een werkgever onvoldoende maatregelen heeft genomen om ongewenst gedrag op de werkvloer te voorkomen, wordt er een eis tot naleving gegeven. Als bij herinspectie blijkt dat er geen gevolg is gegeven aan de eis tot naleving, kan als sluitstuk op het toezicht een bestuurlijke boete volgen. Het volledig ontbreken van een RI&E is overigens een direct beboetbare overtreding waarbij de boete kan oplopen tot € 4.500,-.

Vraag 6

Welk inzicht heeft u in de omvang van pesten op het werk in Nederland op dit moment en hoe dit zich verhoudt tot andere landen in Europa?

Antwoord 6

Uit de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA) 2022 van TNO en CBS blijkt dat 5% van de werknemers in Nederland te maken heeft met pesten op het werk. Pesten op het werk gebeurt vaker door collega’s en leidinggevenden (intern – 4%) dan door klanten (extern – 1%). Pesten, zowel intern als extern, wordt het meest ervaren door werknemers in de sector vervoer en opslag, namelijk 7,1%. Ook binnen de horeca (5,7%), het openbaar bestuur (5,6%), het onderwijs (5,4%) en de culturele sector (5,4%) komt pesten relatief vaak voor.

In 2015 gaf 5,3% van de Europese werknemers aan te maken te hebben gehad met pesten/intimidatie op het werk.10 In Nederland lag dit percentage destijds op 7,9%. In Frankrijk gaf 12,8% van de werknemers aan te maken te hebben gehad met pesten/intimidatie op het werk, in Luxemburg 9,9% en in België 8,3%. In Denemarken en Duitsland lag dit percentage wat lager, namelijk respectievelijk 3,9% en 5,1%.

Er is geen recent Europees vergelijkend onderzoek uitgevoerd naar pesten op het werk. Wel is er in 2021 Europees vergelijkend onderzoek gedaan naar grensoverschrijdend gedrag op het werk. Uit de onderzoeksresultaten volgt dat er aanzienlijke verschillen zijn tussen landen in Europa wat betreft de mate waarin werknemers grensoverschrijdend gedrag ervaren, van 6% in Italië tot 25% in Denemarken. In Nederland gaf gemiddeld 20% aan te maken te hebben gehad met grensoverschrijdend gedrag. Het is op basis van dit onderzoek niet mogelijk om de uitkomsten uit te splitsen naar specifieke vormen van grensoverschrijdend gedrag, zoals pesten.11

Vraag 7

In hoeverre is er kennis en expertise op het gebied van pesten op het werk bij werkgevers en werknemers? Bent u van plan hierin te faciliteren?

Antwoord 7

Er is geen onderzoek waaruit blijkt welke kennis en expertise aanwezig is bij werkgevers en werknemers op het gebied van pesten op het werk.

Wel is bekend dat werkgevers het lastig vinden om PSA, waaronder pesten, te herkennen en ook om dit vervolgens aan te pakken.12 Werkgevers zijn verantwoordelijk om hier beleid op te voeren en te zorgen voor een gezonde en veilige werkomgeving. Zij zijn ook verantwoordelijk om waar dat nodig is de nodige expertise aan te boren om pesten als onderdeel van PSA tegen te gaan.

Zoals hierboven gesteld ondersteunt de overheid werkgevers hierbij, door middel van handreikingen, wegwijzers, de Kenniskring PSA en online modules om werkgevers te ondersteunen bij het opstellen van een goede RI&E en bijbehorend plan van aanpak. Daarnaast biedt de NLA haar Zelfinspectietool aan.13

De komende periode breng ik de tools en hulpmiddelen opnieuw onder de aandacht via sociale media en de Kenniskring, zodat werkgevers beter weten wat zij moeten doen om aan hun wettelijke verplichting te voldoen om te zorgen voor een veilige en gezonde werkomgeving.

Vraag 8

Welke acties heeft u genomen om de bevindingen uit het onderzoek «Wat is pesten op het werk?» van TNO uit 2015 te implementeren?14

Antwoord 8

Mijn ambtsvoorganger heeft destijds ingezet op het stimuleren en faciliteren van bedrijven bij het komen tot een effectieve aanpak van ongewenste omgangsvormen en pesten, onder meer door de ontwikkeling van handreikingen en het organiseren van themadagen. Zo is er een Wegwijzer voor de aanpak van pesten ontwikkeld en is er materiaal beschikbaar gesteld om pestgedrag bespreekbaar te maken (zoals korte filmpjes). Ook is er een roadmap voor de aanpak van ongewenste omgangsvormen en pesten ontwikkeld om ondernemingsraden te ondersteunen bij hun rol hierbij. Om de bewustwording en agendering van het thema verder te verspreiden en te bestendigen, wordt gebruik gemaakt van bewustwordingscampagnes. De tools en instrumenten zijn te vinden op het Arboportaal.15 Het pakket aan maatregelen heeft sindsdien als speerpunten: (1) Stimuleren en faciliteren dat bedrijven preventieve maatregelen tegen ongewenst gedrag nemen, (2) Bevorderen dat werknemers bij iemand terecht kunnen wanneer zij zich onveilig voelen en (3) Inspecteren op beleid rondom ongewenste omgangsvormen door de Arbeidsinspectie.

Vraag 9

Is de impact gemeten van de campagne «Herken Pesten» uit 2015 door toenmalig Minister Asscher? Zo ja, wat zijn de uitkomsten en wat gaat u nu doen om meer werkgevers te bereiken?

Antwoord 9

Naar de campagne «Herken Pesten» uit 2015 is een beknopte campagne-effectmeting gedaan. Hieruit bleek dat de campagne goed heeft gescoord qua bereik, waardering en boodschapoverdracht.16 Ook vonden werknemers en werkgevers de campagne duidelijk en geloofwaardig en waren zij emotioneel geraakt. In mijn antwoorden op vragen 2, 3 en 4 heb ik aangegeven welke acties ik onderneem om PSA, waaronder pesten op het werk, tegen te gaan.

Vraag 10

Is er ook al eens een vervolgonderzoek gedaan naar de financiële gevolgen van pesten op het werk en wat zijn hiervan de uitkomsten?

Antwoord 10

Uit het TNO-onderzoek van 2015 naar de financiële gevolgen van pesten op het werk bleek dat pesten naar schatting zorgt voor vier miljoen extra verzuimdagen per jaar, wat resulteert in 900 miljoen euro aanvullende kosten aan loondoorbetaling voor werkgevers.17 Er is geen recenter onderzoek uitgevoerd naar de financiële gevolgen van pesten op het werk. Wel kwam in de Arbobalans 2020 naar voren dat 64% van de werkgerelateerde verzuimkosten (6 miljard euro) door PSA wordt veroorzaakt.18 Welk deel hiervan specifiek veroorzaakt wordt door pesten is uit deze gegevens niet af te leiden.

Vraag 11

Zijn er plannen om het bewustzijn van pesten op de werkvloer te vergroten en werknemers en werkgevers te voorzien van informatie over hoe ze dit probleem kunnen aanpakken? Zo ja, welke?

Antwoord 11

Via het Arboportaal zijn verschillende tools en hulpmiddelen beschikbaar voor werkgevers en werknemers om pestgedrag op de werkvloer tegen te gaan.

De komende tijd ga ik deze tools en hulpmiddelen opnieuw onder de aandacht brengen door ze te delen met de sociale partners en via sociale media. Tijdens de volgende Kenniskringbijeenkomsten, die ik organiseer in het kader van de BMS, zal ik de tools ook opnieuw onder de aandacht brengen van de deelnemers.

Vraag 12

Op welke wijze gaat u ervoor zorgen dat de aanpak van pesten op het werk hoog op de agenda blijft staan bij werkgevers, werknemers en andere betrokken partijen?

Antwoord 12

Het kabinet onderneemt verschillende acties om werkgevers en werknemers te ondersteunen bij het bestrijden van PSA, waaronder pesten op het werk. Er zijn diverse hulpmiddelen en tools voor werkgevers en werknemers op het Arboportaal gepubliceerd en via het meerjarenprogramma Brede Maatschappelijke Samenwerking Burn-outklachten (BMS) wordt ingezet op het voorkomen van burn-outklachten onder werkenden. Ook worden kleinere bedrijven ondersteund bij het opstellen van de RI&E via het meerjarenprogramma RI&E. Via het nationaal actieprogramma aanpak seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld wordt ingezet op het stimuleren van een veilige werkomgeving voor iedereen in Nederland.

Om de aanpak van pesten op het werk verder hoog op de agenda te houden bij werkgevers, werknemers en andere betrokken partijen ga ik de komende tijd de ontwikkelde tools en hulpmiddelen over pesten op het werk weer actief onder de aandacht brengen door ze te delen met de sociale partners en arboprofessionals via de daarvoor gebruikelijke communicatiekanalen. Tijdens de volgende Kenniskringbijeenkomsten die ik organiseer in het kader van de BMS, zal ik de tools en hulpmiddelen ook onder de aandacht brengen van de aanwezige werkgevers, werknemers, arboprofessionals, onderzoekers en andere deelnemers.


  1. TNO & CBS, 18 april 2023, «Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden 2022», (https://wp.monitorarbeid.tno.nl/wp-content/uploads/2023/04/NEA-2022-Resultaten-in-Vogelvlucht.pdf).↩︎

  2. Op basis van artikel 3 van de Arbowet.↩︎

  3. Arboportaal (2023), www.arboportaal.nl/onderwerpen/pesten-op-het-werk/handige-tools-en-instrumenten.↩︎

  4. Zie www.rie.nl↩︎

  5. Kamerstuk 25 883, nr. 454.↩︎

  6. Kamerstuk 34 843, nr. 67.↩︎

  7. Op basis van artikel 11 van de Arbowet.↩︎

  8. Arboportaal (2023), www.arboportaal.nl/onderwerpen/pesten-op-het-werk/handige-tools-en-instrumenten.↩︎

  9. Vanuit het meerjarenprogramma Brede Maatschappelijke Samenwerking Burn-outklachten organiseert het Ministerie van SZW Kenniskring-bijeenkomsten. Bij deze informatie- en netwerkbijeenkomsten worden ervaringen en goede voorbeelden over het aanpakken en voorkomen van PSA uitgewisseld tussen werkgevers, werknemers, arboprofessionals, onderzoekers en andere belanghebbenden.↩︎

  10. European Working Conditions Survey (EWCS) 2015 (Zesde Europese enquête naar de arbeidsomstandigheden 2015 | Eurofound (europa.eu)).↩︎

  11. Adverse social behaviour at work: Background note (europa.eu).↩︎

  12. Nederlandse Arbeidsinspectie (april 2023), Programmarapportage Psychosociale Arbeidsbelasting 2019 – 2022.↩︎

  13. Werkdruk en ongewenst gedrag | Zelfinspectie door de Nederlandse Arbeidsinspectie.↩︎

  14. TNO, 2015, «Wat is pesten op werk?», (Wat is pesten op het werk? | TNO Publications).↩︎

  15. Handige tools en instrumenten | Pesten op het werk | Arboportaal.↩︎

  16. Jaarevaluatie campagnes rijksoverheid 2015, mei 2016 (Jaarevaluatie campagnes Rijksoverheid 2015 | Jaarverslag | Rijksoverheid.nl).↩︎

  17. Wat is pesten op het werk? TNO, 2015 (Print (tno.nl)).↩︎

  18. Arbobalans 2020, TNO (Arbobalans 2020 (tno.nl)).↩︎