Appreciatie aangehouden motie van het lid Brekelmans c.s. over breder onderzoek verrichten naar Chinese intimidatie van en inmenging in Nederlandse media (Kamerstuk 21501-02-2643)
Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Brief regering
Nummer: 2023D20333, datum: 2023-05-16, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-21501-02-2658).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken (Ooit CDA kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 21501 02-2658 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken .
Onderdeel van zaak 2023Z08528:
- Indiener: W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2023-05-24 13:00: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2023-05-25 13:45: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
| Vergaderjaar 2022-2023 |
21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Nr. 2658 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 mei 2023
Hierbij stuur ik u de appreciatie van de aangehouden motie van het lid Brekelmans c.s. (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2643), die op 20 april 2023 werd ingediend bij het tweeminutendebat Raad Buitenlandse Zaken (Handelingen II 2022/23, nr. 77, Tweeminutendebat Raad Buitenlandse Zaken). In deze aangehouden motie wordt de regering verzocht breder onderzoek te verrichten naar Chinese intimidatie van en inmenging in Nederlandse media, wellicht met een bredere focus op meerdere landen.
De motie raakt ook de portefeuilles van de Ministers van Justitie en Veiligheid; Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties; en Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Na overleg met hen kan ik u laten weten dat het kabinet het oordeel over deze motie graag aan uw Kamer laat.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
W.B. Hoekstra