[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Actuele cijfers coronabetalingsregeling en intrekken betalingsregelingen

Belastingdienst

Brief regering

Nummer: 2023D21110, datum: 2023-05-17, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-31066-1228).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 31066 -1228 Belastingdienst.

Onderdeel van zaak 2023Z08790:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2022-2023

31 066 Belastingdienst

Nr. 1228 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 mei 2023

Naar aanleiding van de beantwoording van de Kamervragen van de leden Aartsen en Idsinga (beide VVD) van 6 maart jl. over ondernemers met een betalingsachterstand in de corona-betalingsregeling (Aanhangsel Handelingen II 2022/23, nr. 2198), zijn er in het vragenuur van 11 april jl. aanvullende vragen gesteld door uw Kamer (Handelingen II 2022/23, nr. 72, item 2). Ik heb de Kamerleden toegezegd met een aanvullende brief te komen met actuele cijfers en informatie over de hulp die aan deze ondernemers kan worden geboden voordat de Belastingdienst begint met het intrekken van de betalingsregeling.

Met deze brief informeer ik u over de volgende onderwerpen:

• de actuele cijfers en ontwikkelingen rondom betalingsachterstanden;

• ondernemers met een coronabetalingsregeling die ook vóór corona al betalingsproblemen hadden;

• verwachte aflossingen en faillissementen;

• de communicatiestrategie van de Belastingdienst;

• het intrekken van betalingsregelingen; en

• het opstarten van de invordering.

In voornoemd vragenuur is ook gevraagd naar de stand van zaken met betrekking tot de zogenoemde «stoppersregeling» (motie van de leden Romke de Jong en Aartsen, Kamerstuk 35 420, nr. 287). Hierover zal uw Kamer worden geïnformeerd door de Minister van Economische Zaken en Klimaat, in de volgende voortgangsrapportage coronasteunpakket (met focus op TVL, NOW en belastinguitstel) die naar verwachting uiterlijk medio juni aan uw Kamer wordt gezonden.

Met de genoemde voortgangsrapportage steunpakket wordt u binnenkort geïnformeerd over de monitoring van de coronasteunmaatregelen sinds 1 oktober 2022. Een deel van deze monitoringsinformatie treft u ook alvast in onderhavige brief aan.

Actuele cijfers en ontwikkelingen

Ondernemers met een coronabelastingschuld zijn met ingang van 1 oktober 2022 begonnen met het aflossen van die schuld in 60 maandelijkse termijnen. De betalingsregeling geldt voor de totale (corona)belastingschuld van de ondernemer tot 1 april 2022, dus ook voor eventuele belastingschulden van vóór de coronacrisis. Daarnaast moeten zij voor het behoud van de betalingsregeling voldoen aan hun nieuw opkomende verplichtingen.

De in onderstaande tabellen opgenomen cijfers hebben als peildatum 24 april 2023 (tenzij anders vermeld). Tabel 1 toont het verloop van de openstaande schuld en het aantal ondernemers met een nog openstaande coronaschuld tussen 1 oktober 2022 en 24 april 2023. De tabel laat zien dat de openstaande schuld sneller dan verwacht met ruim 3 mld is gedaald, van 19,6 mld in oktober 2022 naar 16,5 mld eind april. Er is een aanzienlijke groep ondernemers die de schuld zo snel mogelijk wil aflossen, sneller dan de 5 jaarstermijn.

1 oktober 2022 266.369 19,6 mld
5 december 2022 254.583 18,6 mld
16 januari 2023 244.847 17,7 mld
6 februari 2023 243.373 17,5 mld
14 februari 2023 242.925 17,4 mld
27 februari 2023 242.226 17,2 mld
20 maart 2023 240.672 16,9 mld
24 april 2023 237.420 16,5 mld

Tabel 2 laat zien dat inmiddels 10% van de ondernemers de volledige schuld heeft betaald. Ook laat tabel 2 zien dat de meeste ondernemers de termijnen op tijd betaalt. Tegelijkertijd laat de tabel zien dat een groep ondernemers (36%) nog niet alle termijnbedragen heeft betaald. Ongeveer 96.000 ondernemers hebben een betalingsachterstand van een of meer termijnen. Ongeveer 60.000 ondernemers hebben nog geen enkele termijn betaald (tabel 2).

Totaal peildatum 1 oktober 2022 266.369 100%
Volledige aflossing –26.126 10%
Uit de regeling –2.823 1%
Betaald op afgelopen termijnen 140.570 53% € 10,860 mld
Achterstand op termijnen 96.850 36% € 5,613 mld
Waarvan geen betaling 60.344 23% € 2,306 mld
Totaal peildatum 24 april 2023 237.420 89% € 16,474 mld

Bij «Uit de regeling» is er bijvoorbeeld sprake is van een faillissement.

In tabel 3 is een overzicht opgenomen van het betaalgedrag naar bedrijfsgrootte. Hieruit blijkt dat bij grote ondernemingen procentueel gezien de meeste ondernemers volledig voldoen aan de betaaltermijnen of de schuld volledig hebben afgelost. Betaalachterstanden komen het meeste voor bij het kleinbedrijf. Bij 45% van de kleine bedrijven in de coronabetalingsregeling is sprake van een betalingsachterstand. Het gaat hier wel relatief vaak om kleine bedragen.

Totaal peildatum 1 oktober 2022 6.431 105.584 154.161 193
(100%) (100%) (100%) (100%)
Volledige schuld afgelost 730 11.723 13.647 26
11% 11% 9% 13%
Bij met betaaltermijnen1 4.888 64.684 70.914 84
76% 61% 46% 44%
Betalingsachterstand1 702 27.422 68.652 74
11% 26% 45% 38%
Uit de regeling 111 1.755 948 9
2% 2% 1% 5%
Resterende regelingen 24 april 2023 5.590 92.106 139.566 158
1 Deze ondernemers nemen nog deel aan de coronabetalingsregeling.

Bij «Uit de regeling» is er bijvoorbeeld sprake van en faillissement.

Tabel 3 laat zien dat de meerderheid van het midden- en kleinbedrijf bij is met de betaaltermijnen. Zoals in Tabel 2 valt af te lezen, hebben 60.344 van de in totaal 96.850 ondernemers met een betalingsachterstand nog geen enkele aflossing gedaan. Dit betekent dat zij op de peildatum inmiddels zes termijnen achterlopen op de betalingsregeling. Het is niet duidelijk of het hier gaat om ondernemers die niet kunnen of ondernemers die niet willen betalen. De betreffende ondernemers nemen namelijk ondanks herhaalde pogingen van de Belastingdienst om hen tot actie te bewegen, in veel gevallen geen contact op met de Belastingdienst of instanties die hulp kunnen bieden aan ondernemers met betalingsproblemen. Dit ondanks dat de meeste ondernemers wél op tijd betalen.

Van de 60.344 ondernemers die nog geen enkele aflossing hebben gedaan, hebben bijna 33.000 ondernemers een schuld onder de € 10.000. Bijna 25.000 van de 33.000 ondernemers hebben een schuld van minder dan € 5.000. Hoewel het beeld niet helemaal compleet is, gaat het hier om een schuld die in reguliere omstandigheden niet direct tot betalingsproblemen zou moeten leiden. Het gaat hier vooral om kleine ondernemingen: ongeveer 16.000 zzp’ers, 4.000 firma’s en 5.000 overige ondernemingen, waaronder BV’s.

Met betrekking tot branches of sectoren zijn er geen noemenswaardige verschillen te benoemen als het gaat om betalingsachterstanden in de coronabetalingsregeling. Bij ondernemers in de bouwnijverheid en vervoer en opslag met een betalingsregeling is het percentage ondernemers met een betalingsachterstanden iets hoger dan gemiddeld: ongeveer de helft heeft betalingsachterstanden. Van de ondernemers in de industrie met een coronabetalingsregeling is dat bijvoorbeeld 33%. Voor de overige sectoren ligt het percentage ondernemers met een betalingsachterstand tussen de 33% en de 50%.

Overige belastingschulden

De ondernemers met een coronabetalingsregeling hebben gezamenlijk ook nog voor € 2,9 miljard aan overige belastingschulden open staan op 24 april 2023. Het gaat dan om belastingschulden die na 1 april 2022 zijn ontstaan of om belastingsoorten die buiten de coronabetalingsregeling vallen.

Zorgwekkend is dat er ongeveer 41.000 ondernemers zijn die zowel betalingsachterstanden in de coronabetalingsregeling hebben en ook nog (gezamenlijk) voor € 629 miljoen aan andere openstaande overige belastingschulden (nieuw opgekomen verplichtingen) hebben. Een achterstand in de betaling van belastingschulden die na 1 oktober 2022 zijn ontstaan, is een reden voor intrekking van de coronabetalingsregeling. Voor deze schulden kan de Belastingdienst op basis van het huidige beleid in beginsel geen aanvullend uitstel verlenen of een betalingsregeling treffen. Het is onder voorwaarden wel mogelijk om aanvullend uitstel van betaling te bieden voor schulden die vóór 1 oktober 2022 zijn opgebouwd.

Totaal overige belastingschulden € 2,9 miljard 237.420
Waarvan:
Belastingschulden na 1 oktober 2022 € 859 miljoen 63.617
Waarvan:
geen achterstand bij coronabetalingsregeling € 230 miljoen 22.359
achterstand bij coronabetalingsregeling € 629 miljoen 41.258

Ondernemers met betalingsproblemen vóór de coronacrisis

In het vragenuur van 11 april jl. is specifiek gevraagd naar informatie over ondernemers die al vóór de start van de coronacrisis in maart 2020 betalingsproblemen hadden. Uit de cijfers blijkt dat deze groep ondernemers er slechter voorstaat dan ondernemers zonder pre-coronaschuld.

Van de 237.420 ondernemers in de coronabetalingsregeling hebben er 56.000 een pre-corona-schuld. Dat betekent dat zij vóór maart 2020 al een of meer openstaande belastingaanslagen hadden. Deze belastingschulden zijn meegenomen in de coronabetalingsregeling, om deze ondernemers extra te ondersteunen en om duidelijkheid te creëren (één regime voor de totale pre-corona en coronaschuld).

Ongeveer 21.000 van de ondernemers met een pre-coronaschuld (36%) heeft nog geen enkele aflossing gedaan op de coronaschuld; dat is een aanzienlijk hoger percentage dan de 22% van de overige ondernemers die nog geen aflossingen hebben gedaan. Ongeveer 12.000 ondernemers (56%) van de ondernemers met een pre-coronaschuld die nog niets hebben afgelost op de coronabetalingsregeling, hebben ook betalingsachterstanden die na 1 oktober 2022 zijn ontstaan. Dit is dus een groep ondernemers met betalingsachterstanden op alle vlakken: zowel voor, tijdens als na de coronaperiode.

In totaal heeft ongeveer 43% van de ondernemers met pre-coronaschuld een betalingsachterstand die na 1 oktober 2022 is ontstaan, tegen 22% van de ondernemers met een betalingsachterstand in de coronabetalingsregeling zonder pre-coronaschuld.

De ondernemers met een pre-coronaschuld blijven aanzienlijk verder achter met zowel de termijnbetalingen als de overige betalingsverplichtingen. Voor een groot deel van deze groep geldt: de verlenging en verruiming van zowel de uitstelregeling als de betalingsregeling heeft deze ondernemers niet geholpen. Deze ondernemers komen als eerste in aanmerking voor het intrekken van de betalingsregeling (zie ook hierna).

Verwachte aflossingen en faillissementen

Het kabinet heeft bij de Voorjaarsnota 20231 een nieuwe raming gemaakt van de belastingschuld die naar verwachting uiteindelijk niet afgelost wordt, bijvoorbeeld als gevolg van een faillissement. De raming is gebaseerd op de verhouding tussen de pre-coronawinst van de ondernemingen in de coronabetalingsregeling en hun coronaschuld. Die verhouding was en is in veel gevallen niet gunstig. Daarnaast wordt rekening gehouden met het feit dat het aantal faillissementen nog zeer laag is.2 Ook de CPB-analyse van de faillissementskansen van bedrijven met coronaschulden3 is hierin meegenomen. Deze blijken hoger te zijn dan gemiddeld. Tegelijkertijd berekent het CPB dat 4% tot 7% van de uitstaande schuld uitstaat bij bedrijven die gedurende de looptijd van de betalingsregeling betrokken zullen zijn bij een faillissement (bij constante faillissementskansen). Dit is een aanzienlijk lager aandeel dan ingeschat in de Voorjaarsnota 2022. Tot slot is ook de ervaring van de eerste maanden van het aflossen van de coronaschuld meegenomen in de raming. Grote groepen bedrijven betalen conform de aflossingsregeling of zelfs sneller, maar een grote minderheid loopt achter of heeft nog helemaal niet betaald (zie ook tabel 2). Deze groep is verantwoordelijk voor ongeveer € 2,3 miljard van de resterende schuld (peildatum 24 april 2023).

Hoewel de situatie rond het daadwerkelijk aflossen van de coronabelastingschuld door ondernemers onzeker blijft, geeft de voornoemde nieuwe informatie aanleiding om het in de Voorjaarsnota 2022 (Kamerstuk 36 120, nr. 1) genoemde verwachte bedrag van € 6 miljard aan openstaande coronaschuld dat niet wordt afgelost, te verlagen naar € 2,5 miljard. Hierbij blijft gelden dat dit een zeer onzekere prognose is en dat de reactie van ondernemers op korte termijn op de betaalachterstanden bepalend is.

Tot en met april 2023 zijn er in totaal 1.700 ondernemingen failliet verklaard.4 Ongeveer 1400 daarvan hadden een coronabetalingsregeling. Ondanks het persoonlijk leed van individuele ondernemers bij een faillissement, is het economisch gezien beter dat het aantal faillissementen weer op het peil van voor de coronaperiode komt. Het aantal faillissementen was in de coronaperiode historisch laag. De coronasteunmaatregelen hebben gezonde bedrijven overeind gehouden, maar ook bedrijven die niet levensvatbaar waren. Met name in de groep van 12.000 ondernemers met betalingsachterstanden op alle vlakken, lopen naar verwachting veel ondernemers risico op een faillissement. Het met (overheids)steun in stand houden van niet-levensvatbare bedrijven is niet alleen ondoelmatig, maar vanuit macro-economisch perspectief zelfs schadelijk. Het verstoort de concurrentieverhoudingen en in de huidige krappe arbeidsmarkt kunnen productiemiddelen (zoals arbeid) elders efficiënter worden ingezet.

Communicatiestrategie van de Belastingdienst

De communicatie met ondernemers (met en zonder betalingsachterstanden in de coronabetalingsregeling) vindt u hieronder.

Proces coronabetalingsregeling

Het uitstel van betaling van belastingschulden in coronatijd, maakte onderdeel uit van een breed pakket aan ondersteunende maatregelen. De uitstelregeling is een aantal malen aangepast5 om ondernemers te helpen. In september 2022 hebben ondernemers die hun coronaschuld nog niet volledig betaald hadden, bericht ontvangen over de start van de betalingsregeling van 60 maanden met ingang van 1 oktober 2022. In die brief is aangegeven welk bedrag (inclusief geschatte invorderingsrente) maandelijks moet worden voldaan om de schuld in 60 maanden af te kunnen lossen.

Eind januari 2023 heeft de Belastingdienst een persartikel gemaakt over de versoepelingen in de betalingsregeling, omdat bleek dat ondernemers hiervan onvoldoende op de hoogte waren.

Dit persartikel is door alle benaderde stakeholders, zoals de KVK, ONL, VNG en ZZP Nederland overgenomen en geplaatst op hun sociale mediakanalen, websites, nieuwsbrieven etc. Ook op de eigen kanalen van de Belastingdienst is het artikel gepubliceerd.

De Belastingdienst heeft in februari 2023 voor het eerst brieven gestuurd aan ondernemers met een betalingsachterstand in de betalingsregeling of een betalingsachterstand die na 1 oktober 2022 is ontstaan (hierna: de lopende verplichtingen). Het voldoen aan beide betalingsverplichtingen is een voorwaarde voor de coronabetalingsregeling. Veel ondernemers bleken niet op de hoogte van de voorwaarde dat ook de lopende verplichtingen bijgehouden moesten worden. Door dit in de vervolgbrieven, op de website en in de contacten met adviseurs expliciet te vermelden, is getracht dit beter onder de aandacht te brengen. Verder is medio februari 2023 met een deel van de groep ondernemers met betalingsachterstanden (zo’n 1600 ondernemers) persoonlijk contact opgenomen (telefonisch of met een dienstverlenend bezoek) om de ernst van de situatie te bespreken en te achterhalen wat de oorzaken van de betaalachterstand bij de aflossing van coronaschulden zijn.

In maart 2023 is een persbericht gemaakt waarin ik ondernemers met betalingsachterstanden oproep om in actie te komen. Dit persbericht is door de landelijke pers overgenomen. Daarnaast heeft de Belastingdienst de geplande (vervolg)communicatie voor ondernemers met betalingsachterstanden voorgelegd aan stakeholders en koepels van fiscaal dienstverleners. Hun opmerkingen zijn verwerkt. Ook zijn fiscaal dienstverleners (via het Belastingdienstforum voor fiscaal dienstverleners), Geldfit Zakelijk en de gemeenten (via VNG) vooraf geïnformeerd over de op handen zijnde communicatie, zodat zij voorbereid waren op eventuele vragen van ondernemers. Op de communicatiekanalen van de Belastingdienst hebben we via een infographic aandacht besteed aan de mogelijkheden om de hoogte van de openstaande schuld te bepalen met de informatie die ondernemers van de Belastingdienst hebben gekregen.

Eind maart 2023 hebben alle ondernemers met een coronabetalingsregeling (met en zonder betalingsachterstand) een schuldoverzicht ontvangen met daarin alle, op de peildatum van het overzicht nog openstaande vorderingen voor de totale uitstaande belastingschuld (corona- en overige belastingschuld).

In april 2023 hebben alle ondernemers met een coronabetalingsregeling een betalingsoverzicht («Invorderingsrente bij betalingsregeling bijzonder uitstel») ontvangen, waarin onder meer een overzicht is opgenomen van de bedragen die zij vanaf 1 september 2022 betaald hebben. Daarbij wordt aangegeven op welke aanslagen deze betalingen zijn afgeboekt (tot een bepaalde peildatum). Met het schuldenoverzicht en het betalingsoverzicht kan de ondernemer bepalen of hij een betalingsachterstand heeft en hoe hoog die is.

Vanaf 11 april 2023 zijn opnieuw brieven verzonden aan ondernemers met betalingsachterstanden die niet gereageerd hebben op de brief die zij hierover in februari hadden ontvangen. In die brieven worden ondernemers opnieuw aangespoord om een versoepeling van de betalingsregeling aan te vragen bij de Belastingdienst als zij tijdelijk betalingsproblemen hebben. Ook worden ondernemers met problematische schulden of meerdere schuldeisers verwezen naar de schuldhulpverlenende instanties. In de brief wordt aangegeven dat als niet wordt betaald of als er geen contact wordt opgenomen met de Belastingdienst, vanaf eind mei 2023 beschikkingen worden gestuurd waarmee de betalingsregeling wordt ingetrokken.

Gebleken is dat op de brieven niet of nauwelijks gereageerd wordt, ondanks de media-aandacht hiervoor. De april-brief is aan ongeveer 53.000 ondernemers verzonden. In 42.000 gevallen heeft de brief niet tot een reactie in de vorm van een betaling of een hulpvraag geleid. Er zijn sinds februari 2023 slechts 2.000 versoepelingen toegewezen (1.500 betaalpauzes en 500 verlengingsverzoeken). Tabel 5 geeft het volledige overzicht van de aantallen behandelde verzoeken om versoepelingen.

Verlenging (5–7 jaar) 2.230 1.081 1.149
Pauzeren 5.884 4.954 930
Kwartaalbetaling 228 228
Incomplete verzoeken, wachtend op aanvulling 3.519
Totaal 11.861 6.263 2.079

Vanaf 13 juni 2023 start de Belastingdienst daadwerkelijk met het intrekken van coronabetalingsregelingen. Daarna zal zo nodig de dwanginvordering worden opgestart.

Het hier geschetste proces geldt voor de eerste categorie ondernemers die in structurele betalingsproblemen zijn gekomen. Dit proces wordt ook toegepast bij ondernemers die nu en tijdens het verdere verloop van de betalingsregeling in structurele betalingsproblemen komen.

Hulp aan ondernemers

Voor ondernemers die in privé aansprakelijk zijn voor zakelijke schulden (zoals zzp’ers, eenmanszaken en vennootschappen onder firma) zijn er mogelijkheden om schuldhulpverlening te krijgen via de gemeente. Ondernemers kunnen daarnaast via de Wet Homologatie Onderhands Akkoord (WHOA) trachten om een akkoord met schuldeisers en aandeelhouders te bereiken waardoor zij een faillissement kunnen voorkomen. Ondernemers die via de WHOA een doorstart maken, kunnen vervolgens gebruik maken van een zogenoemd TOA-krediet.

Uitgangspunt is dat de coronaschuld volledig moet worden betaald. Het generiek kwijtschelden van schulden is niet aan de orde, omdat dit onder andere leidt tot concurrentievervalsing. Daarnaast zou zo’n maatregel buitengewoon onrechtvaardig zijn ten opzichte van ondernemers die wel aan hun betalingsverplichtingen voldoen en al hebben voldaan. Als er sprake is van een levensvatbare onderneming, kan de ondernemer in aanmerking komen voor een sanering van zijn schulden. Hiervoor moeten wel aan een aantal voorwaarden worden voldaan. Om het deze ondernemers makkelijker te maken om voor sanering van hun schulden in aanmerking te komen, is het saneringsbeleid van de Belastingdienst tijdelijk versoepeld, waarbij de Belastingdienst een welwillende houding inneemt. Er wordt getracht om saneringsakkoorden kansrijker te maken doordat de Belastingdienst in zo’n saneringsakkoord per 1 augustus 2022 tijdelijk afziet van zijn preferente positie als schuldeiser. Deze maatregel zou met name andere schuldeisers over de streep moeten trekken om in een saneringsakkoord mee te gaan.

Van laatstgenoemde maatregel is nog geen duidelijk effect te zien. Er zijn ongeveer 2.000 ondernemers die de afgelopen maanden een saneringsverzoek hebben gedaan, hoofdzakelijk via schuldhulpverleners (minnelijke schuldsanering) via de gemeente.

• Aanvullende hulp

De boodschap aan ondernemers is steeds geweest: neem contact met de Belastingdienst of instanties die hulp kunnen bieden bij betalingsproblemen of met de gemeente als er sprake is van problematische schulden. Het nogmaals versturen van brieven met diezelfde boodschap, gaat naar verwachting niet het gewenste resultaat opleveren. Om die reden is er meerdere malen contact gezocht met brancheorganisaties als IMK, ONL, ZZP NL, MKB Nederland (VNO-NCW), en ook VNG, KVK en Geldfit Zakelijk om te bezien hoe ondernemers bereikt en geholpen kunnen worden.

• Brancheorganisaties en andere hulpverlenende instanties

De Belastingdienst maakt voor de hulp aan ondernemers met betalingsproblemen die verder gaat dat de fiscaliteit, graag gebruik van de expertise van brancheorganisaties en deskundigheid van onder meer VNG, KVK en Geldfit Zakelijk. Met deze organisaties is veelvuldig contact om te zorgen dat zij op de hoogte zijn van de communicatie van de Belastingdienst waarbij ondernemers worden gevraagd om in actie te komen. Zo worden de teksten van brieven voorafgaand aan verzending voorgelegd om te bezien of de boodschap helder is. De brancheorganisaties worden op deze manier ook in staat gesteld om de boodschap aan hun achterban uit te dragen en waar nodig toe te lichten. De Belastingdienst wil graag nog beter aansluiten bij de communicatie van de brancheorganisaties, en is daarover ook met hen in overleg. Ook de adviseurs van ondernemers worden betrokken bij de berichtgeving van ondernemers vanuit de Belastingdienst.

Daarnaast wordt onderzocht hoe ondernemers zo laagdrempelig mogelijk hulp kunnen krijgen. Uit de contacten met de brancheorganisaties bleek dat het voor de ondernemer in zwaar weer een drempel is om de BelastingTelefoon te bellen, vooral als dat niet direct leidt tot contact met een medewerker die inhoudelijk antwoord kan geven op vragen. Ondernemers willen het liefst direct contact met een medewerker van de Belastingdienst om hun situatie te bespreken. In de afgelopen periode is gebleken dat de BelastingTelefoon de meeste vragen van ondernemers goed kan beantwoorden en indien nodig de vragen door kan zetten naar inhoudelijk specialisten. Hulp aan ondernemers kan ook bestaan uit het doorverwijzen naar andere organisaties. Bij ondernemers die in zwaar weer verkeren, wordt doorverwezen naar de ondersteuning die KVK biedt. Daarnaast bieden KVK en Geldfit Zakelijk hulp bij praktische ondernemerszaken en advies, en doorverwijzing naar de gemeente als een (kleine) ondernemer meerdere schuldeisers en/of problematische schulden heeft. Er wordt gezocht naar manieren om deze ondernemers te bereiken om ze laagdrempelig door te kunnen verwijzen naar de hulpverlenende instanties. Zo kunnen ook de ondernemers met een niet-levensvatbare onderneming een «zachte landing» maken. Ook in de fase na het intrekken van de betalingsregeling worden ondernemers door de Belastingdienst doorverwezen naar instanties die ondernemers verder kunnen begeleiden.

Gezien de grote aantallen ondernemers die hun betalingsverplichtingen niet nakomen, is het voor de Belastingdienst ondoenlijk om alle ondernemers individueel te benaderen. Wel is het mogelijk voor ondernemers om zelf contact op te nemen met de BelastingTelefoon over hun persoonlijke situatie. Ook kunnen zij via de BelastingTelefoon een afspraak maken op een Belastingdienstlocatie. De ondernemer kan dan met de relevante documenten een gesprek hebben met een medewerker van de Belastingdienst. Vaak zal het zo zijn dat de ondernemer, naast een concreet advies over de belastingzaken, wordt doorverwezen naar instanties als de KVK, Geldfit Zakelijk of de gemeente. De Belastingdienst heeft immers niet de expertise noch de taak om ondernemers te begeleiden bij het op orde brengen van hun boekhouding, te helpen bij de herziening van een bedrijfsplan of te begeleiden bij schuldhulpverlening. Genoemde instanties zijn daarvoor uitgerust en beschikken over de benodigde expertise. Het is echter wel belangrijk dat de ondernemer zich meldt bij de Belastingdienst, zodat snel duidelijk is dat de ondernemer in zwaar weer zit en de doorverwijzing kan plaatsvinden.

Nieuwe vormen van hulpverlening

Om ondernemers te kunnen helpen is het noodzakelijk om met ze in contact te komen. De Belastingdienst gebruikt daarvoor de volgende middelen:

• Bedrijfsbezoek «aan de keukentafel»

In het eerdergenoemde vragenuur is aangegeven dat uw Kamer het liefst zou zien dat de Belastingdienst een gesprek met ondernemers zou hebben aan de keukentafel. Ik kan meedelen dat er sinds de laatste week van april jl. tot eind mei 2023 ongeveer 100 deurwaarders van de Belastingdienst op pad zijn om ondernemers met een betalingsachterstand te bezoeken. De deurwaarders bezoeken zowel middelgrote als kleine ondernemers en zzp’ers. Er zijn geen andere selectiecriteria, om een zo breed mogelijk beeld te krijgen van de problematiek en de hulpvraag bij ondernemers met betalingsachterstanden. Bij grote ondernemingen wordt gewerkt met individuele klantbehandeling, waardoor het contact met de betreffende ondernemers op een andere manier plaatsvindt.

Er wordt gevraagd naar de reden van de betalingsachterstand en naar de hulpvraag van de ondernemer (waarbij eventueel kan worden doorverwezen naar andere instanties). Als de ondernemer niet aanwezig is, krijgt deze een folder in de brievenbus met daarop de contactgegevens van de deurwaarder, zodat nog telefonisch contact mogelijk is. De verwachting is dat er 5.000 ondernemers bezocht kunnen worden. De eerste geluiden zijn positief: ondernemers geven aan het bezoek te waarderen en er worden toezeggingen gedaan (inlopen achterstand of hulpverzoek). Later vindt een inventarisatie plaats of die toezeggingen ook werkelijk zijn nagekomen.

• Campagne

Er komt op korte termijn een brede, gezamenlijke communicatiecampagne (met de VNG, KVK, UWV en het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat), waarbij niet alleen de ondernemer, maar ook zijn directe omgeving (partner, familie) wordt aangespoord om contact op de nemen met bijvoorbeeld een adviseur van KVK of de Belastingdienst als er sprake is van betalingsproblemen. Deze campagne wordt met de stakeholders op vorm en inhoud voorbereid en vóór eind mei 2023 nog uitgerold: nog voordat de eerste betalingsregelingen ingetrokken worden. Vanaf 13 juni 2023 worden de eerste betalingsregelingen ingetrokken. Er wordt bezien via welke kanalen de campagne het beste kan worden uitgezet. De campagne wordt in ieder geval geplaatst op de communicatiekanalen van de stakeholders en de Belastingdienst. Ook wordt bezien of de campagne ook bij de brancheorganisaties kan worden uitgezet.

Ook wordt bezien of kan worden aangesloten bij eventuele campagnes van brancheorganisaties die nog worden voorbereid. Ook als de betalingsregeling formeel is ingetrokken, blijft de hulp van groot belang: bijvoorbeeld ten behoeve van een eventuele bedrijfsbeëindiging maar ook als voor levensvatbare bedrijven alsnog een schuldsanering mogelijk blijkt.

Intrekken betalingsregelingen

Het is niet mogelijk en ook niet wenselijk om ondernemers die niet voldoen aan de betalingsregeling en andere betalingsverplichtingen blijvend te ondersteunen. Uiteindelijk leidt het niet inlopen van een betalingsachterstand tot het intrekken van de betalingsregeling. Hulp aan ondernemers kan ook bestaan uit begeleiding bij het stoppen van een onderneming of een sanering.

Vanaf medio juni 2023 ontvangen ondernemers met structurele betalingsachterstanden die niet in actie zijn gekomen een beschikking waarmee de betalingsregeling wordt ingetrokken. Het gaat dan om ondernemers met een betalingsachterstand van meer dan één termijn in de coronabetalingsregeling en/of een structurele achterstand op de lopende verplichtingen (van meerdere tijdvakken en/of meerdere belastingen) na 1 oktober 2022.

Zoals ik ook heb aangegeven in de antwoorden op de Kamervragen van de leden Aartsen en Idsinga6, gebeurt dit met de grootste zorgvuldigheid. Als daartoe aanleiding bestaat, is het altijd mogelijk om de intrekking ongedaan te maken. De ondernemer moet dan wel zo snel mogelijk contact opnemen met de Belastingdienst. In de beschikking staat het bedrag van de coronaschuld dat nog open staat. Deze schuld moet de ondernemer binnen 14 dagen betalen, om te voorkomen dat de dwanginvordering (met bijbehorende kosten) wordt opgestart.

Ondernemers die wel kunnen betalen maar tot dat moment niet wilden betalen, krijgen dus nog de kans om zonder bijkomende kosten hun coronaschuld af te lossen, maar zij moeten dat dan wel in één keer doen. Als ondernemers die voorheen niet wilden betalen dat nu wel doen, betekent dat dat de Belastingdienst zich kan richten op ondernemers die daadwerkelijk hulp nodig hebben. Ik wil ondernemers die kunnen betalen dan ook met klem oproepen dat te doen.

Voor schulden die zien op het niet nakomen van de lopende verplichtingen, wordt de ondernemer apart benaderd. Deze volgen het reguliere proces van de invordering (te beginnen met een aanmaning).

Opstarten invordering

In het kader van de eerdergenoemde zorgvuldigheid, vindt ook het opstarten van de invordering gefaseerd plaats bij ondernemers die hun schuld niet betalen, te beginnen bij de groep ondernemers met een pre-coronaschuld. Dit zijn ondernemers die al voor de coronacrisis betalingsproblemen hadden en er zowel in als na de coronacrisis blijkbaar niet in geslaagd zijn om hun bedrijfsmodel zodanig aan te passen dat hun onderneming winstgevend is geworden. Het is twijfelachtig of deze ondernemingen wel levensvatbaar zijn. Verder speelt ook de hoogte van de belastingschuld een rol; ondernemers met hoge schulden lopen meer kans om failliet te gaan. Gebleken is dat vooral kleine ondernemingen niet de weg naar de hulpverlening vinden en dat zij relatief vaak lage schulden hebben. De Belastingdienst wil met name deze ondernemers nog de kans geven om hulp te zoeken bij een sanering en/of of het stoppen met de onderneming: de «zachte landing» die door veel Kamerleden wordt bepleit. Uiteraard kan het niet zo zijn dat er sprake is van een voorkeursbeleid voor kleine ondernemingen.

Door het gefaseerd opstarten van de invordering wordt getracht voldoende tijd en ruimte te maken om reacties op de intrekking te verwerken en de werkdruk voor de Belastingdienstmedewerkers te spreiden.

Het is op dit moment niet mogelijk om aan te geven hoe veel tijd het proces van het intrekken van betalingsregelingen, het verwerken van de reacties daarop en het eventuele opstarten van de invordering gaat kosten. Een en ander is mede afhankelijk van het aantal ondernemers dat de openstaande schuld niet tijdig aflost.

Tot slot

Na het zomerreces krijgt uw Kamer een brief met informatie over het verloop en de resultaten van de communicatiecampagne en de bedrijfsbezoeken van de deurwaarders. Ook kan ik uw Kamer dan berichten over de reacties op het intrekken van betalingsregelingen. De integrale voortgangsrapportage over de coronasteunmaatregelen, die uw Kamer in juni 2023 ontvangt, komt daarvoor te vroeg.

De Staatssecretaris van Financiën,
M.L.A. van Rij


  1. Kamerstuk 36 350, nr. 1.↩︎

  2. Zie Minder faillissementen in maart | cbs.nl, geraadpleegd 9 mei 2023.↩︎

  3. Zie Centraal Economisch Plan (CEP) 2023, raming maart 2023 | cpb.nl, geraadpleegd 9 mei 2023.↩︎

  4. Zie Meer faillissementen in april | cbs.nl, geraadpleegd 15 mei 2023.↩︎

  5. Zo is de coronabetalingsregeling meerdere keren verlengd (wat toegang en duur betreft) en zijn ook pre-coronaschulden opgenomen in de betalingsregeling. Ook zijn er versoepelingen (zoals een betaalpauze, kwartaalbetaling en/of een verlenging) onder voorwaarden mogelijk gemaakt.↩︎

  6. Aanhangsel Handelingen II 2022/23, nr. 2198.↩︎