35892, eindtekst
Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en de Wet dieren met het oog op de versterking en aanvulling van het instrumentarium ten behoeve van de opsporing, vervolging en bestuursrechtelijke sanctionering van dierenmishandeling, dierverwaarlozing en overtreding van bepalingen inzake dierenwelzijn, dierengezondheid en het aanhitsen van dieren (Wet aanpak dierenmishandeling en dierverwaarlozing)
Eindtekst
Nummer: 2023D21680, datum: 2023-05-16, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Onderdeel van zaak 2021Z13842:
- Indiener: F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
- Medeindiener: C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
- Volgcommissie: vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (2017-2024)
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2021-09-07 15:10: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2021-09-15 14:30: Procedures en brieven (videoverbinding) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2021-09-30 14:00: Wet aanpak dierenmishandeling en dierverwaarlozing (35892) (Inbreng verslag (wetsvoorstel)), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2022-05-18 14:30: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2022-05-19 13:20: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2023-04-12 14:30: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2023-05-11 16:00: Wet aanpak dierenmishandeling en dierverwaarlozing (35892) (Plenair debat (wetgeving)), TK
- 2023-05-16 15:00: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (š origineel)
De Tweede Kamer der Staten- Generaal zendt bijgaand door haar aangenomen wetsvoorstel aan de Eerste Kamer. De Voorzitter, 16 mei 2023 |
|
Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en de Wet dieren met het oog op de versterking en aanvulling van het instrumentarium ten behoeve van de opsporing, vervolging en bestuursrechtelijke sanctionering van dierenmishandeling, dierverwaarlozing en overtreding van bepalingen inzake dierenwelzijn, dierengezondheid en het aanhitsen van dieren (Wet aanpak dierenmishandeling en dierverwaarlozing) | |
GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET | |
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die dezen zullen zien of horen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben dat het wenselijk is om het bestaande instrumentarium voor de opsporing, vervolging en bestuursrechtelijke sanctionering van dierenmishandeling, dierverwaarlozing en bepalingen betreffende dierenwelzijn en dierengezondheid te versterken en aan te vullen;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
ARTIKEL I
Het Wetboek van Strafrecht wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 14b, derde lid, vervalt.
B
Na artikel 306 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 306a
Hij die een dier op een mens of op een ander dier aanhitst, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de derde categorie.
Ba
In artikel 350, tweede lid, wordt ādrie jarenā vervangen door āvijf jarenā en wordt āvierde categorieā vervangen door āvijfde categorieā.
C
In artikel 425, onderdeel 1Ā°, vervalt āeen dier op een mens aanhitst ofā en wordt na āwanneer het een mensā ingevoegd āof een dierā.
ARTIKEL II
Artikel 509hh van het Wetboek van Strafvordering wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt onder vervanging van de punt door een komma aan het slot van onderdeel c toegevoegd ādan welā.
2. Aan het eerste lid wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
d. in verband waarmee vrees bestaat voor gedrag van de verdachte dat herhaald gevaar voor de gezondheid of het welzijn van een of meer dieren oplevert.
3. Aan het tweede lid wordt onder vervanging van de punt door een komma aan het slot van onderdeel d een onderdeel toegevoegd, luidende:
e. geen of minder dieren te houden, dan wel bepaalde diersoorten niet te houden.
ARTIKEL III
De Wet dieren wordt als volgt gewijzigd:
0A
Aan artikel 2.10, eerste lid, wordt een zin toegevoegd, luidende:
Bij algemene maatregel van bestuur worden in elk geval aangewezen de krachtens artikel 2.2, eerste lid, aangewezen zoogdiersoorten en ganzen.
A
In de artikelen 2.15, vijfde en zesde lid, en 2.16, derde en vierde lid, wordt na āeen bij artikel 2.8 verbodenā telkens ingevoegd āof bij of krachtens algemene maatregel van bestuur aangewezenā.
B
Na artikel 5.10 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 5.10a. Houders van dieren
1. Onze Minister kan maatregelen treffen met betrekking tot houders van dieren ter bevordering van de kennis van de houder wanneer door die houder niet is voldaan aan het bepaalde bij of krachtens deze wet.
2. De maatregelen, bedoeld in het eerste lid, kunnen een verplichting inhouden tot het volgen van een cursus of training.
C
In artikel 5.12, eerste lid, wordt āde gezondheid van mens of dierā vervangen door āde gezondheid van mens of dier, of het welzijn van dierenā.
D
In artikel 8.6, eerste lid, onderdeel a, onder 1Ā°, wordt na "2.10, tweede, derde en vierde lid,ā ingevoegd ā2.15, vijfde en zesde lid, 2.16, eerste, derde en vierde lid,ā en wordt na ā5.10,ā ingevoegd ā5.10a,ā.
E
In artikel 8.11, eerste lid, vervalt ā1.4,ā en wordt na āartikel 7.5 derde lid,ā ingevoegd āof met de maatregel, als bedoeld in artikel 8.11aā.
F
Na artikel 8.11 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 8.11a. Strafrechtelijke vrijheidsbeperkende maatregel
1. Ter beveiliging van de maatschappij, ter bescherming van de goede zeden of ter voorkoming van strafbare feiten die de gezondheid of het welzijn van een of meer dieren benadelen, kan een maatregel strekkende tot beperking van de vrijheid worden opgelegd bij de rechterlijke uitspraak:
a. waarbij iemand wegens een strafbaar feit wordt veroordeeld;
b. waarbij overeenkomstig artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht wordt bepaald dat geen straf zal worden opgelegd.
2. De maatregel kan inhouden dat de verdachte wordt bevolen:
a. geen of minder dieren, dan wel bepaalde diersoorten niet, te houden,
b. zich niet op te houden in een bepaald gebied.
3. De maatregel kan voor de duur van het leven of voor een periode van ten hoogste dertig jaren worden opgelegd.
4. De rechter kan bij zijn uitspraak, ambtshalve of op vordering van de officier van justitie, bevelen dat de maatregel dadelijk uitvoerbaar is indien er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de veroordeelde wederom een strafbaar feit zal begaan dat de gezondheid of het welzijn van een of meer dieren benadeelt.
5. Het bevel, bedoeld in het vierde lid, kan door de rechter die kennisneemt van het hoger beroep, ambtshalve, op verzoek van de veroordeelde of op vordering van het openbaar ministerie, worden opgeheven.
6. De maatregel kan tezamen met straffen en andere maatregelen worden opgelegd.
G
Artikel 8.12 wordt als volgt gewijzigd:
0. In het eerste lid wordt ādrie jarenā vervangen door āvijf jarenā en wordt āvierde categorieā vervangen door āvijfde categorieā.
0a. In het tweede lid wordt ādrie jarenā vervangen door āvijf jarenā en wordt āvierde categorieā vervangen door āvijfde categorieā.
1. In het derde en zesde lid vervalt ā1.4,ā.
1a. In het derde lid wordt āzes maandenā vervangen door āeen jaarā en wordt āderde categorieā vervangen door āvierde categorieā.
1b. In het vierde lid wordt āzes maandenā vervangen door āeen jaarā en wordt āderde categorieā vervangen door āvierde categorieā.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
7. Gedragingen in strijd met artikel 8.11a worden gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of een geldboete van de derde categorie.
ARTIKEL IV
In artikel 1, onderdelen 1Ā° en 2Ā°, van de Wet op de economische delicten vervalt in de zinsneden met betrekking tot de Wet dieren āwaar dieren van krachtens artikel 2.3, tweede lid, aangewezen soorten of categorieĆ«n, worden gehoudenā.
ARTIKEL V
Deze wet wordt aangehaald als: Wet aanpak dierenmishandeling en dierverwaarlozing
ARTIKEL VI
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Justitie en Veiligheid,
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
De Minister van Justitie en Veiligheid,
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,